Lopen of bussen…

Het is al lekker weer licht als ik ’s morgens om vijf uur opsta en ook ’s avonds blijft het alweer licht tot een uur of acht. Dat en de strak blauwe luchten doen wonderen voor mijn humeur, ik loop bij wijze van spreken al fluitend naar het ontbijt.

In Nederland scheen ook af en toe wel het zonnetje, maar buiten was het bepaald niet aangenaam met temperaturen die amper boven de dertien graden uitkwamen. En dat nog eens gecombineerd met een straffe wind uit het noorden of noordwesten die het nog kouder deed aanvoelen dan het al was. Nee, dan hier, de thermometer tikt hier iedere dag aan het begin van de middag de vijfenveertig graden aan en ’s nachts zakt die amper onder dertig. Het voelt overdag doordat het toch ook nog wel waait aan alsof je geföhnd wordt. Te warm? Volgende week gaat het kwik stijgen tot achtenveertig graden…

Het heeft wel gevolgen voor mijn wandelpatroon. In de ochtend wandel ik nog steeds naar kantoor en ook en ’s avonds terug naar het kamp, maar de heen-en-weer-wandeling tussen de middag is niet meer vanzelfsprekend. Heen naar het kamp doe ik nog wel maar voor de terugweg kies ik toch meestal voor de bus want het is eigenlijk te heet om die anderhalve kilometer twee keer kort op elkaar te wandelen. Toch laat ik me door twee Nederlandse maten nog wel eens overhalen om ook terug naar het kamp te wandelen. En als de bus ons dan onderweg passeert zie je ze denken: eigenwijze Hollanders…