Een nieuwe ouwe hobby

In mijn jeugd heb ik heel wat uurtjes doorgebracht met het bouwen van modelvliegtuigen. Deze hobby was ooit aangewakkerd door mijn neef Aad die toentertijd in opleiding zat bij de Koninklijke Luchtmacht en daar blijkbaar zijn vrije tijd vulde met het bouwen van vliegtuigmodellen. Als ze klaar waren kreeg ik ze en mijn vader zorgde er dan voor dat ze een mooi plekje kregen in de slaapkamer die ik deelde met mijn broer. Zo had ik op alle muren van de slaapkamer vliegtuigen hangen, met garendraadjes aan een klein spijkertje.

Toen ik een jaar of tien was begon ik zelf modelletjes te kopen. Meestal waren dat kleine vliegtuigjes van het merk Airfix die toen in elke speelgoedwinkel te koop waren, in een plastic zakje voor de somma van een gulden vijftig, wat ongerekend iets van zeventig eurocent is. Voor mijn verjaardag en Sinterklaas was mijn verlanglijstje altijd steevast gevuld met grotere modellen die ik me van mijn zakgeld niet kon veroorloven. Mijn verzameling groeide zo in de loop van een paar jaar gestaag uit tot meer dan veertig modellen die verspreid over onze hele slaapkamer hingen en stonden. Een enkel model, een wel heel erg mooi gelukte Spitfire in de toentertijd grootste schaal van 1:24, kreeg zelfs een ereplaats in de huiskamer, op mijn vader’s aquarium.

Een tijd geleden kwam het zomaar ter sprake dat ik eraan dacht om deze hobby, waar ik bijna vijftig jaar geleden mee was gestopt, weer op te pakken. Mijn zoons pikten dat op en zo kreeg ik dit jaar voor vaderdag mijn eerste schaalmodel, een Lockheed F-104 Starfighter van het merk Revell. Tijdens mijn vorige verlofperiode had ik al voorzichtig een beginnetje gemaakt met het eerste lijm- en schilderwerk, wat onwennig nog na zoveel jaren, maar deze verlofperiode wil ik dit model helemaal af krijgen. En het begint al wat te lijken: