Toch maar aan het werk

Het gaat op zich goed met mijn gezondheid in die zin dat ik geen nadelige gevolgen heb overgehouden aan de operatie. Het enige waar ik nog last van heb is wat stijfheid, met name in mijn rechterhand die ook wat opgezwollen is, en heel erg pijnlijke ribben aan de linkerkant als gevolg van flinke kneuzingen. Dat laatste zorgt alleen voor ongemak bij bijvoorbeeld opstaan, want als ik loop of zit heb ik er geen last van. En hoesten, niezen en hard lachen kan op dit moment echt niet want dan verga ik wel van de pijn.

Omdat ik geen last heb bij gewoon zitten besloot ik vanmorgen maar gewoon aan het werk te gaan. Thuis weliswaar, maar dat doe ik toch al de meeste dagen van de week, en bovendien is autorijden met die stijve rechterhand sowieso geen goed idee. Het enige waar ik wel rekening mee moet houden is dat ik wat meer korte pauzes moet nemen, iets waar Riet me op moest wijzen want zelf had ik dat natuurlijk weer niet bedacht. Als ik eenmaal aan het werk ben dan ben ik geneigd om maar door te kachelen terwijl dat zeker nu niet zo goed is.

Ik heb uiteraard vanmorgen mijn baas gewaarschuwd dat ik al weer aan het werk was en die was heel verbaasd. Hij zei nog net niet dat ik er mee moest stoppen maar hij zei wel dat ik voorzichtig aan moest doen en dat mijn gezondheid voor alles ging. Ook veel collega’s reageerden met leuke berichtjes, ze wisten van mijn ziekenhuisopname omdat ik gisteren verscheidene vergaderingen had moeten afzeggen vanwege mijn verwachte ziekenhuisopname.

En als verrassing kwam er vanmiddag van mijn afdeling een prachtig boeket met beterschapswensen.