Vliegtuig gemist…

Ik had een goede nachtrust gepland in het Le Meridien hotel zodat ik vanmorgen uitgerust op de luchthaven van 

Dubai zou aankomen voor mijn vlucht naar Amsterdam. Dat was ondanks de zeer luxe kamer en het comfortabele grote bed niet gelukt, om de een of andere reden kon ik de slaap maar niet vatten en heb ik vrijwel de hele nacht wakker gelegen. Toen ik vanmorgen met de taxi naar de luchthaven werd gebracht was ik dan ook behoorlijk brak en aangekomen in de lounge zat ik behoorlijk te suffen en af en toe dommelde ik even weg.

Op een gegeven moment schrok ik op en keek op mijn horloge. Ik zag dat het pas kwart voor zeven was en dus tijd genoeg omhoog even mijn tanden te gaan poetsen en mijn hoofd onder de kraan te houden voordat ik naar de gate liep. Aangekomen bij de gate zag ik staan “Gate Closed” en zelfs toen ging er nog geen lampje branden. Wel vond ik het raar dat er nog helemaal geen mensen bij de gate stonden en ik keek nogmaals op mijn horloge. En toen viel het kwartje pas, ik was helemaal vergeten mijn horloge een uur vooruit te zetten en het was dus helemaal geen vijf voor zeven maar vijf voor acht!

Ik schrok me rot want ik was nu dus gewoon te laat voor het boarden en ik had dus mijn vlucht gemist. Een grondstewardess verwees me naar de ticket desk om mijn ticket om te laten zetten, maar door de consternatie kostte het me bijna een half uur en heel veel navragen om die ticket desk te vinden. Gelukkig kon ik worden overgeboekt op de volgende vlucht, maar die vertrok pas om kwart voor drie vanmiddag en het kostte me ruim tweehonderd euro extra.

Het werd dus een onverwachte lange zit voordat ik naar Nederland kon vertrekken. Ik bracht de tijd door in de lounge waar ik pontificaal voor een bord met vertrekkende vluchten had plaatsgenomen, ik wilde beslist niet het risico lopen om nog een keer mijn vlucht te missen. Onnodig te zeggen dat ik ruim een half uur voordat het boarden begon al bij de gate zat…

Gelukkig kon tijdens het ombouwen van mijn ticket ook mijn vervoer vanaf Schiphol naar huis ook worden omgezet zodat er na aankomst van vlucht EK147 een dikke Mercedes limousine op me stond te wachten.

Toen ik de aankomsthal zo’n beetje als eerste binnen kwam lopen (ik had alleen handbagage) stonden er in feite een stuk of vijfentwintig chauffeurs voor Emirates passagiers te wachten, moet elk een naambordje. Ik veroorzaakte nogal wat hilariteit toen ik zei, “Goedenavond Heren, ik heb er maar eentje nodig hoor”…

Vertrekdag

Hoewel het vandaag eigenlijk de eerste dag is van mijn verlof ben ik vanmorgen toch gewoon naar kantoor gegaan om kwart over zes. Mijn vlucht was pas vanmiddag om half vijf en het transport naar de luchthaven vertrok om kwart voor een. Ruim zes uur te spenderen dus en aangezien ik al had gepakt en de kamer al was opgeruimd was er weinig anders te doen dan wachten. En dan kun je net zo goed nog even naar kantoor gaan want dan schiet de tijd tenminste op, nietwaar.

Er was nog een hele leuke verrassing voor me op kantoor want ik kreeg van mijn team-lid Mustafa een mandje met dadels. Want, zei hij, “dades in Basrah very good”. Hartstikke leuk natuurlijk, al vroeg ik me af hoe ik die mand in mijn koffer moest krijgen. Om elf uur nam ik de bus terug naar het kamp zodat ik ruim de tijd had om mijn koffer op te halen van mijn kamer, de mand met dadels erin te persen en te gaan lunchen in het restaurant voordat ik naar de bus ging.

Er vertrokken in totaal ruim zestig man naar de luchthaven vandaag en die waren verdeeld over twee konvooien van drie bussen, ik zat in het tweede konvooi. De rit naar de luchthaven duurde langer dan normaal omdat er een aangepaste route was in verband met mogelijke demonstraties op de normale route.

We ondervonden geen enkel probleem, zelfs de controles onderweg waren niet zo lastig als de vorige keer. Aangekomen op de luchthaven ging ook alles vlot en dat kwam omdat het zo rustig was. De meeste andere oliemaatschappijen hadden al hun commuters deze week niet laten invliegen dus er waren veel minder mensen dan normaal.

Na nog een kort bezoek aan de lounge was het tijd om naar de gate te gaan waar de laatste van de in totaal zeven bagagechecks werd uitgevoerd, en die ging voor mij niet echt lekker. Alle scans hadden uiteraard mijn elektrische tandenborstel gezien maar in tegenstelling tot de vorige zes checks werd er nu wel moeilijk over gedaan want mijn koffer moest open. Ik zette mijn rolkoffer op de grond naast die kerel die op een stoel naar me zat te schreeuwen “Case open, case open!”. Ik liet de tandenborstel zien maar hij was niet tevreden. Hij wees op mijn schoenentas en weer was het “Open! Open!”. Ik liet mijn schoenen zien, maar het probleem was blijkbaar dat ik daar wat kleine spulletjes in had gedaan om ruimte te sparen. Een van die dingetjes was mijn kleine Canon camera in een tasje, en dat moest hij ook zien. Nadat hij zag dat er een camera in het tasje zat gooide hij het naast mijn koffer op de grond.

Nu was de man blijkbaar tevreden want mijn koffer mocht weer dicht. Dat was alleen niet zo makkelijk want de hele inhoud lag nu overhoop dus ik moest ter plekke alles zo goed en zo kwaad als het ging weer inpakken. Meer oponthoud  was er gelukkig niet en na een voorspoedige vlucht arriveerde ik een voor half acht lokale tijd in hotel Le Meridien in Dubai. Emirates bleek daar een eigen vleugel te hebben met heel erg luxe kamers, en daar mag ik dus verblijven tot morgenochtend om zes uur, dan staat er een auto klaar om me terug te brengen naar de luchthaven voor mijn vlucht naar Amsterdam die om vijf over acht vertrekt.

Op de lijst

Vandaag was de laatste werkdag van mijn eerste volle shift van vier weken. Het zit erop en het is werkelijk omgevlogen, ik heb nog helemaal niet het idee dat ik hier al weer vier weken ben maar aan de andere kant ben ik ook blij dat ik naar huis ga. De dag had ook een beetje het “ik ga op vakantie” gevoel wat je normaal gesproken maar een of twee keer per jaar hebt maar ik ga dat dus de komende jaren elke vier weken hebben.

Vanmorgen heb ik voor mijn vluchten ingecheckt en mijn boardingpassen uitgeprint dus dat is alvast voor elkaar. Er was nog wel een spannend momentje aan het eind van de middag want de grote vraag was “Sta ik wel op de lijst”. We krijgen iedere dag aan het eind van de middag een lijst toegestuurd met daarop alle transporten voor de volgende dag. Als je gaat reizen buiten het kamp, het maakt niet uit waar naar toe, dan mag dat alleen met een beveiligd transport en wie er mee gaan wordt bepaald door de lijst. Sta je daar niet op dan ga je simpelweg niet mee.

Aangezien ik morgen naar de luchthaven moet was het dus zaak om te controleren of mijn naam bij het juiste transport op de lijst vermeld stond. Mocht dat in eerste instantie niet het geval zijn dan moet je dat zo snel mogelijk melden want er komt ’s avonds nog een definitieve lijst en als je daar niet op staat ben je de pineut want die wordt niet meer veranderd. Gelukkig bleek dat niet nodig want ik stond er al meteen op:

Nu alleen nog de weinige bagage die ik mee terug neem in mijn rolkoffer doen en dan ben ik in principe klaar voor vertrek. Morgenochtend ga ik overigens nog gewoon naar kantoor want mijn vlucht is pas om vijf voor half vijf morgenmiddag dus mijn transport vertrekt pas om kwart voor een naar de luchthaven. Kan ik mooi nog even de lunch meepikken in het restaurant want het vertrekpunt van het transport is daar vlak naast.

Aftellen…

Hoewel er nog steeds hier en daar relletjes zijn lijken die zich nu hoofdzakelijk te beperken tot de steden en de meeste zijn kleinschalig en vreedzaam. De veiligheidstroepen beschermen nu de olievelden en treden met harde hand op wanneer nodig en dat zal het animo tot demonstreren wel hebben doen afnemen. Daarnaast is er ook het nieuws dat de regering onmiddellijke maatregelen heeft toegezegd met betrekking tot het elektriciteitsnet en er wordt veel geld vrijgemaakt voor het creëren van banen, en ook dat zal zeker hebben toegedragen aan het feit dat het nu een heel stuk rustiger is in de regio.

Dit heeft er ook toe geleid dat we gisteravond al een bericht kregen dat het reizen vanaf woensdag, dus morgen, weer wordt hervat en dat is voor mij goed nieuws want aanstaande donderdag vertrek ik als alles goed gaat naar huis voor mijn eerste periode van vier weken verlof. Ook voor mijn back-to-back Sachin is het goed nieuws want hij verkeerde ook in onzekerheid of hij het land wel in zou kunnen en dus niet wist of het wel zin had om vanuit Canada te vertrekken.

Het nieuws van gisteren dat de Emirates vlucht was gecanceld bleek ook minder ernstig dan het in eerste instantie leek. De vlucht was namelijk niet gecanceld vanwege de rellen maar omdat er niet voldoende grondpersoneel het vliegveld had kunnen bereiken om de vlucht af te handelen. Dat gebrek aan aanwezig personeel had overigens wel weer met de demonstraties te maken, ze konden door de situatie in en rond de stad niet op hun werk komen. Alle collega’s die op die Emirates vlucht hadden moeten zitten zijn met een andere vlucht alsnog vertrokken.

Vandaag is mijn op een na laatste volledige werkdag en dat betekent dat ik zo langzamerhand al dingen moet gaan regelen ten aanzien van de overdracht naar Sachin. Hij moet natuurlijk weten wat er allemaal gebeurd is in de vier weken dat ik hier ben geweest en wat voor activiteiten hij moet gaan oppikken. Aan het begin van mijn rotatie was er ook een overdracht van Sachin naar mij maar in zijn achtergelaten berichten bleken nogal wat hiaten in te zitten en dat moet natuurlijk verbeteren. De beurt is nu aan mij en ik hoor dan wel van hem of ik volledig genoeg ben geweest. 

We hebben uiteraard de mogelijkheid om via WhatsApp te communiceren maar we hebben stilzwijgend besloten dat we elkaar zo min mogelijk lastig willen vallen buiten werktijd. Vrij is tenslotte vrij, nietwaar. In ieder geval is het aftellen nu serieus begonnen!

Vanmorgen heb ik een foto gemaakt vanuit de gang van het gebouw waar mijn kamer is. In de verte link zie je de fabriek waarachter de kantoren liggen waar ik werk. Op de voorgrond zie je de containers van het ABB kamp, die zijn niet voor opslag of zo maar dienen ook als woonruimte, twee kamers per container:

Onzekerheid

Het grootste probleem aan de huidige situatie hier in KAZ is het gebrek aan informatie. We horen weinig van wat er allemaal gebeurd om ons heen, maar het weinige nieuws wat er doorsijpelde van Iraakse collega’s die vandaag naar kantoor waren gekomen was dat het rustiger was dan de afgelopen dagen.

Dat zou best te maken kunnen hebben met het feit dat de inmiddels aangekomen veiligheidstroepen hard optreden tegen de betogers, met gebruikmaking van waterkanonnen en af en toe gericht vuur als de situatie te dreigend wordt. Ook schieten ze in de lucht, wat al heel wat gewonden heeft opgeleverd want die kogels vallen natuurlijk toch weer een keer naar beneden. Er zijn ondertussen al minstens negen doden gevallen onder de betogers, maar dat is voornamelijk gebeurd in steden waar ze probeerden overheidsgebouwen te bestormen.

Hier in het kamp is het onveranderd rustig maar toch beginnen sommige mensen, waaronder ik, zenuwachtig te worden. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik en nog een aantal anderen deze week naar huis zouden vertrekken en we weten niet of dat wel doorgaat. Verscheidene luchtvaartmaatschappijen, waaronder Emirates, hebben hun vluchten op Basrah gecanceld en verscheidene collega’s die vandaag zouden vertrekken met een vlucht van Emirates konden daarom niet weg. Er wordt geprobeerd om ze morgen alsnog op een vlucht te zetten maar de vraag  is of dat lukt.

Een aantal oliemaatschappijen (BP, Exxon en Lukoil) hebben al hun personeel al geëvacueerd, maar die zitten meer in de gevarenzone dan wij hier in KAZ. Wij zitten te ver van de bewoonde wereld af om hier voor de deur te komen demonstreren, en eerlijk gezegd lijkt dat me ook geen pretje met de temperaturen die we hier overdag hebben…

De vraag is dus of ik aanstaande donderdag zoals gepland naar huis kan vertrekken of niet. Op dit moment is daar geen zinnig woord over te zeggen maar als de berichten kloppen dat het rustiger wordt dan wordt de kans natuurlijk groter. Een vroegere collega had hier een mooi gezegde voor: “We zullen onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten”…  

Onrust in de regio

Twee dagen geleden vertelde ik al dat het onrustig was in Basrah, met demonstraties tegen het regeringsbeleid. De onvrede gaat over de omstandigheden in de regio, met heel veel stroomstoringen, geen fatsoenlijk drinkwater en een hoge werkeloosheid, en dat alles zonder dat er uitzicht is op verbetering op korte termijn.

De regering heeft al van alles beloofd, zoals een waterzuiveringsinstallatie en meer werkgelegenheid, maar tot nu toe is daar nog niets van terecht gekomen. En nu ook door de stroomstoringen de airco’s niet of nauwelijks werken loopt de temperatuur letterlijk en figuurlijk hoog op. De regering heeft speciale veiligheidstroepen naar de regio gestuurd en dat heeft al tot verscheidene escalaties geleid waarbij zelfs doden zijn gevallen. De meeste demonstraties verlopen overigens zonder geweld en zijn alleen maar lastig omdat er gebouwen en wegen worden geblokkeerd.

Wij beginnen de gevolgen ook te merken dankzij die blokkades want het personeel wat uit Basrah moet komen is vandaag niet op het werk verschenen. Het gevolg was halflege kantoren en volle prullenbakken. Ook heeft de regering om uitbreiding van de demonstraties tegen te gaan het Internet in het hele land plat gelegd zodat er geen gebruik gemaakt kan worden van sociale netwerken waarmee opgeroepen kan worden tot demonstreren. Wij werken nu op een back-up netwerk via een satellietverbinding, maar dat is behelpen want er valt op sommige momenten nauwelijks te werken. Ook de dagelijkse transporten van ons kamp naar andere fabrieken zijn stilgelegd uit voorzorg.

In het kamp zelf waar ik zit is alles rustig, we horen van alles maar merken er zelf behalve onze trage computer-verbindingen niks van. Tot nu toe is het dus gewoon “Alles wel aan boord”…

Onderweg naar kantoor

Vandaag zomaar even wat foto’s die ik heb gemaakt tijdens de wandeling naar kantoor. De wandeling naar het fabrieksterrein begint normaal gesproken bij het restaurant na het ontbijt. Het kamp heeft een aparte uitgang voor voetgangers, die gaat door een gebouwtje waarbinnen een draaihek is en buiten gekomen sta je dan voor de uitgang van het kamp:

Buiten gekomen ligt de weg naar de uitgang van het fabrieksterrein maar ik ga de andere kant op, richting de fabriek. Daarvoor steek ik over, ga door een slagboom, volg de weg die na tweehonderd meter een bocht naar rechts maakt en dan loop ik op de lange weg langs de fabriek:

Helemaal aan het eind van deze weg sla ik linksaf, richting de kantoorgebouwen. Het is vandaar nog een paar honderd meter lopen naar het IT-gebouw waar ik zit, wat ergens rechts van de hoofdweg langs de fabriek ligt:

Op de foto hierboven zie je rechts van het midden het IT-gebouw waar ik werk. Rechts op de foto is de electronica-winkel waar ik het al eens over heb gehad, en daarnaast achter de grijze container is een winkeltje wat het beste te omschrijven is als een klein kruidenierswinkeltje. Tussen de middag wordt daar ook eten verkocht en veel van de fabrieksarbeiders komen dan ook daar om te eten. Omdat het vandaag weekend is zijn allebei de winkeltjes uiteraard gesloten.

En over het weekend gesproken, vandaag was alweer mijn vierde weekend hier en dus het laatste van deze shift want mijn laatste week is ingegaan.

Loos alarm

Zit ik gisteravond lekker te eten in het restaurant, gaat opeens het alarm af. Niet het brandalarm of het beveiligingsalarm maar het alarm wat aangeeft dat we allemaal naar de verzamelplekken in het kamp moeten gaan. Het duurde toch een paar tellen voordat iedereen zich realiseerde dat er geen oefening was aangekondigd dus besloten we toch maar naar buiten te gaan, met achterlating van de halfvolle en soms zelfs nog helemaal volle borden.

Nadat we verzameld hadden op het centrale plein werd na een minuut of tien een einde gemaakt aan de onzekerheid. Het was wel degelijk een echt alarm en geen oefening, er was ergens een brandalarm te zijn afgegaan maar het bleek na onderzoek loos alarm te zijn. We konden dus terug naar ons inmiddels niet meer zo warme eten.

Hoewel ik me geen seconde onveilig heb gevoeld vroeg ik me toen het alarm afging in eerste instantie af of het mogelijk iets te maken had met de onrust op diverse plaatsen in het land. Er zijn namelijk in Basrah zelf en rond de noordelijker gelegen olievelden demonstraties geweest waarbij er wegen werden geblokkeerd en ook de toegang tot het olieveld van Noord Rumaila, waar wij gas van betrekken. Er werd gedemonstreerd voor werkgelegenheid op de olievelden, want met een werkeloosheid van dertig procent van de bevolking is het velen een doorn in het oog dat er zoveel buitenlanders werken in plaats van lokale Irakezen.

Daarbij gaat het niet zozeer om mensen zoals ik maar meer de “gewone” banen waarvoor vaak personeel uit India en Pakistan wordt gehaald. Tel daarbij op de heel vaak voorkomende stroomstoringen en het steeds brakker wordende water uit de kraan, dan lijkt het logisch dat bij veel mensen het kookpunt zo’n beetje bereikt was.

Hier in de buurt was er overigens helemaal niks van te merken, dus het afgaan van het alarm kwam gewoon op een ongelukkig moment. En over het kookpunt gesproken, we hebben deze week de vijftig graden aangetikt…

Commuters en Rotators.

Toen dit bedrijf werd opgericht iets meer dan vijf jaar geleden was er dringend behoefte aan kennis en ervaring en daarom werden er al vanaf het begin buitenlandse werknemers ingehuurd. De situatie was toen in Irak alleen heel anders dan nu en vrijwel alle buitenlanders verbleven dan ook niet in Irak zelf maar in Dubai en bezochten de fabrieken alleen wanneer dat hoognodig was.

Gaandeweg verbeterde de situatie in Irak en kon er regelmatiger in Irak zelf worden gewerkt, maar veel van de buitenlanders werden op zondag (de eerste dag van de werkweek) ingevlogen en ze vlogen op de laatste werkdag van de week (donderdag) weer terug naar Dubai. Het werkschema van deze mensen is dus verschillend van mensen zoals ik. Omdat ik op een vier weken op, vier weken af schema werk ben ik een rotator, de mensen die iedere week vanuit Dubai worden ingevlogen zijn commuters.

Het leven van de commuters lijkt heel aantrekkelijk met een weekend in Dubai en een relatief korte werkweek, maar de meesten zijn er niet zo blij mee. Die korte werkweek is in feite helemaal niet zo kort als je de tijd benodigd om te reizen niet meerekent. En het reizen op zich is al niet aantrekkelijk: veel tijd op een vliegveld voor een relatief korte vlucht van anderhalf uur en dan nog eens de lange rit in de beveiligde bus naar het kamp.

Het bedrijf wil langzaamaan van die kostbare en tijdrovende cummuter-banen af. Als mensen met zo’n baan aan het eind van hun opdracht vertrekken dan wordt de opvolger een rotator. Dat is op den duur veel efficiënter en een stuk goedkoper.

In het kamp hebben we nog een nieuwtje want we hebben nu rond de recreatiezaal annex fitness grasstroken langs het voetpad. Het is weliswaar kunstgras maar het ziet er toch wel goed uit. Van een afstandje tenminste, want als je van dichtbij kijkt is het net slecht gelegde vloerbedekking. Ik heb met verbazing gezien hoe het werd uitgerold en vervolgens met enorme krammen werd vastgenageld. Ik weet niet hoe kunstgras normaal gesproken wordt vastgemaakt maar dit is de eerste keer dat ik gras zie dat op deze manier wordt vastgeniet…

Pendelbus

Ik had vanmiddag een privé bus terug naar het IT-gebouw want ik was de enige passagier van de kwart-over-twaalf-bus. Hoewel deze rit nooit veel passagiers heeft is dit toch de eerste keer dat ik helemaal alleen zat. Dit in tegenstelling tot de bus van half twaalf op weg naar de lunch, want die zit altijd bomvol. Zo vol zelfs dat ik een tegenwoordig een geniepige truuk uithaal om verzekerd te zijn van een plekje: ik stap een halte eerder in dan de halte bij ons gebouw.

Die eerdere halte is namelijk ook het startpunt van de busroute en is maar twee minuten lopen vanaf het IT-gebouw. Als ik daar om vijf voor half twaalf aankom dan is de bus nog vrijwel leeg want alle Indiërs die daar altijd instappen doen dat pas vlak voor vertrek. Het alternatief is gewoon een kwartiertje wachten, maar er is geen garantie dat die volgende bus ook niet vol zit. Iedereen gaat namelijk om dezelfde tijd naar de lunch en dat is vanwege de openingstijden van het restaurant.

Die pendelbussen rijden de hele dag, van de vroege ochtend tot aan het begin van de avond, en ze rijden een vaste route. Er is een vast opstappunt in het KAZ kamp vanwaar de bus in een ruk doorrijdt naar de kantoren achter de fabriek, en daar zijn dan drie haltes waarvan die bij ons IT-gebouw de middelste is. In de “spits uren”, ’s morgens vroeg, tussen de middag en aan het eind van de middag, rijdt er ieder kwartier een bus, daartussen om het half uur en in het weekend is de dienstregeling aangepast.

In de bus is er behalve het pasjesritueel wat ik al heb beschreven bij mijn eerste werkdag bijna twee maanden terug nog een ritueel en dat is het verplicht dragen van de gordel. Alle stoelen zijn uitgerust met een heupgordel en die moet beslist om want anders gaat de bus niet rijden, de chauffeur houdt dat via zijn binnenspiegel in de gaten. Nu is die gordel wel voor de veiligheid maar het is toch een beetje een wassen neus. Ten eerste trekt vrijwel niemand die gordel strak want de chauffeur controleert alleen maar of hij vastgeklikt zit. En ten tweede is de maximum snelheid van de bus op het hele terrein maar twintig kilometer per uur en zelfs dat wordt door de vele verkeershobbels onderweg amper gehaald.

Die bus is dan ook maar weinig sneller dan lopen. Dat doe ik ’s morgens en ’s avonds al en eigenlijk zou ik tussen de middag ook wel willen lopen, maar met de huidige temperaturen op dat tijdstip is dat niet echt verstandig: vandaag werd er voor het eerst deze maand vijftig graden geklokt…

Zonder opgaaf van redenen…

Vandaag hebben mijn maat Ali en ik als team-leads van respectievelijk het Document Control team en het Data Control team een vergadering gehad met onze Iraakse baas Haider. Het initiatief was uitgegaan van Haider want hij wil het een en ander gaan veranderen. Tijdens de vergadering zette hij zijn plannen uiteen en het komt er op neer dat wij als team-leads volledige verantwoordelijkheid krijgen voor onze teams.

Tot nu toe was het namelijk zo dat wij alleen verantwoordelijk waren voor het werk wat er gedaan moest worden en de opleiding van de Iraakse team-leden, maar nu worden we ook verantwoordelijk voor de rest van de dagelijkse gang van zaken, inclusief hun beoordeling. Wij krijgen dat nu allemaal in eigen hand en hoeven alleen nog maar onze Iraakse baas op de hoogte te houden.

De reden dat sommige zaken gescheiden zijn geweest heeft alles te maken met de houding van de Iraakse werknemers die eigenlijk niet willen dat er “buitenlanders” de baas over hen zijn, laat staan ze beoordelen. Logisch, want wij “buitenlanders” beoordelen ze natuurlijk veel meer op hun eigenlijke prestaties, en dus veel strenger. Wij worden niet gehinderd door subjectieve criteria zoals bij welke stam of familie ze horen en hoe belangrijk die allemaal wel niet zijn, en dat is nu juist wat de meeste Irakezen geen plezierig idee vinden. Onze baas realiseert zich dat, en misschien wel juist daarom krijgen wij die verantwoordelijkheid.

Het wordt nu ook zo dat onze Iraakse team-leden bij ons moeten melden wanneer ze niet op het werk gaan verschijnen. Nou, dat zal me een klap geven! Zo is Mohammed, een van mijn eigen team-leden, eergisteren en gisteren zonder opgaaf van redenen niet op komen dagen. Mijn andere team-lid Mustafa wist me te melden dat Mohammed weg gaat, terug naar zijn oude baan binnen het bedrijf en dat hij daarom mogelijk niet helemaal meer gemotiveerd is om nog te verschijnen.

Desondanks verscheen Mohammed vandaag weer gewoon op kantoor. In tegenstelling tot Mustafa overigens die ondanks zijn “Tot morgen” van gisteren vandaag zonder opgaaf van redenen verstek liet gaan…

Uit een ver verleden…

De dagen verlopen hier grotendeels hetzelfde. Ik sta rond half zes op, ga om zes uur naar het restaurant voor het ontbijt en wandel daarna naar kantoor. Aan het eind van de middag wandel ik terug en dan ga ik meestal nog even naar de sportschool of het zwembad, daarna even douchen en dan naar het restaurant voor het avondeten. Soms klets ik daarna buiten nog wat met collega’s maar omdat iedereen de volgende dag weer vroeg op moet gaan we allemaal al redelijk vroeg in de avond al weer “huiswaarts”.

Op mijn kamer kijk ik meestal nog wat tv en als er niks van mijn gading is kijk ik iets op Netflix of ik blader wat door Youtube. Vanavond had ik zo’n Youtube-avond en al bladerend vond ik een filmpje van een concert van Uriah Heep van 17 februari 1976, in de Jaap Eden Hal in Amsterdam. Dat filmpje wilde ik wel even zien want ik ben daar bij geweest!

Het bleek geen echt filmpje maar meer een gemonteerde collage van foto’s die gemaakt waren tijdens dat concert. Maar goed, ik startte het filmpje en wat er gebeurt, zo’n 52 seconden na het begin verschijnt er een foto van de eerste rijen van het publiek en wie zie ik daar zitten: mezelf!

Ik herkende mezelf meteen, en ook mijn toenmalige maat Simon van den Berg waarmee ik toen op de TH in Delft zat. Ik herinnerde me zelfs die bollige gozer voor me (die met zijn programmaboekje zit te zwaaien) en zijn maat met dat rooie haar waar we mee aan de praat waren geraakt en die de hele tijd dikke joints zaten te roken.

Een onverwachte glimp uit mijn verleden, meer dan tweeënveertig jaar na dato. Is dat leuk of niet!

Zwembad

Het KAZ kamp heeft verschillende faciliteiten om te sporten en ik maar daar best veel gebruik van. De afgelopen jaren had ik al de gewoonte om drie keer per week naar de sportschool te gaan en hier in het kamp ga ik zelfs vier tot vijf keer per week.

De fitnessruimte is overigens niet groot en het aantal toestellen is beperkt. Er staat voor training met gewichten maar één toestel aanwezig, al kun je daar wel verschillende oefeningen op doen. De meeste andere sporters hier doen allemaal aan gewichtheffen waarvoor meerder toestellen beschikbaar zijn en heel veel “losse” gewichten, en dat is dan weer mazzel voor mij want dat ene toestel wat ik gebruik is vrijwel altijd vrij. Meer goed nieuws is ook dat de fitnessruimte binnenkort uitgebreid gaat worden en hopelijk komen er dan ook meer toestellen. Insh Allah, zoals ze hier op alles zeggen.

Ook voor conditietraining is het aantal toestellen beperkt, alleen een cross-trainer en twee roeiapparaten. Nou schijnt er in het naastgelegen kamp ook een fitnessruimte te zijn met wat toestellen voor conditietraining maar daar ben ik nog niet geweest. In plaats daarvan ga ik liever naar het zwembad. Dat zwembad is weliswaar niet breed, je kunt met niet meer dan drie naast elkaar zwemmen, maar het is wel vijfentwintig meter lang. Heel geschikt dus voor het zwemmen van baantjes en dat doe ik dan ook regelmatig.

Het water in het zwembad is trouwens verrassend koud en behalve dat het goed voor je conditie is is een duik dus ook nog lekker verfrissend. Er moet wel een koelinstallatie aanwezig zijn om de watertemperatuur zo laag te houden want met een buitentemperatuur van tegen de vijftig graden overdag zou het water aan het begin van de avond zo’n beetje moeten koken…

Kamer

Afgezien van het ongemak wat we hebben gehad met de stankoverlast in de badkamer hebben mijn maat Sachin en ik het redelijk getroffen met onze kamer. Het is allemaal wel wat basic maar ruim voldoende voor iemand alleen die per dag toch maar beperkt van die kamer gebruikt maakt en hem eigenlijk hoofdzakelijk gebruikt om te slapen en wat tv te kijken.

De kamers in het nieuwe blok waar wij zitten zijn ruimer dan in de oude barakken en uiteraard ook wat moderner, en ook niet onbelangrijk, de bedden zijn groter. De bedden zijn overigens in alle kamers goed, in ieder geval voor mij want ik slaap als een roos. De badkamers zijn niet al te groot maar hoeveel ruimte heb je nodig op je eentje, nietwaar. Er is voldoende kastruimte en de douchecabine is wel weer lekker groot met een gewone douchekop en een hemeldouche.

Het enige waar ik niet zo content mee ben is de leunstoel die in de kamer staat want die zit voor mij voor geen meter. De rugleuning is te recht en de zitting te kort, maar dat heb ik opgelost door een kussen als ruggensteun te gebruiken als ik in de stoel zit en dan gaat het wel. De bureaustoel zit wel weer erg lekker, misschien moet ik die maar gewoon meer gebruiken (waarom doe ik dat eigenlijk niet?).

De service die we krijgen in onze kamers is hetzelfde als een hotelkamer, misschien zelfs wel beter. We hebben altijd een voorraad met flessen water op onze kamer die wordt aangevuld wanneer nodig, en hetzelfde geldt voor zeep en toiletpapier. Ook een pot met oploskoffie en een doos theezakjes staat altijd klaar, met suiker en melkpoeder erbij. 

We hebben dus zeg maar dezelfde service als in een hotel met nog een paar extraatjes. Ik had al verteld over de was, waarbij het enige probleem is dat er in principe alleen heet gewassen wordt. Een collega gaf me de tip om een kaartje aan de waszak te hangen met daarop “Cold Wash” (koud wassen) en dat schijnt te helpen. Ik zal het morgen gaan zien want dan ga ik de eerste zak met dat kaartje eraan inleveren.

Kortom, we hebben alles wat we nodig hebben. Het enige wat misschien wel handig zou zijn is een magnetron, voor als je een keer geen tijd hebt gehad (of geen zin) om in het restaurant te eten, als je laat thuis komt bijvoorbeeld.

Maar goed, je moet altijd wat te wensen over hebben, toch? En als je zo nodig een magnetron wilt dan is er naast het gebouw waar ik zit een kleine witgoedwinkel waar je alles kunt kopen van wasmachines tot elektrische tandenborstels. Wat zo’n winkel in vredesnaam doet midden op een fabrieksterrein, ja dat weet ik ook niet…

Putlucht

De wind waait nog steeds vanuit het zuiden en dat betekent dat we nog steeds de rook over ons heen krijgen van de flares, en dat is te ruiken. Vaak valt het overigens wel mee, af en toe ruik je het wat sterker, de lucht van verbrande olieresten. Wat vervelender is is dat ik een stankprobleem in de badkamer heb, en ik ben niet de enige.

Ik woon in een van de nieuwste blokken in het kamp (op de foto het achterste van de twee gebouwen) en ik zit op de tweede verdieping. Op zich hebben we een prima kamer maar mijn maat Sachin, die de kamer bewoond als ik er niet ben, vertelde me tijdens mijn vorige bezoek al dat er wat problemen waren met de badkamer. Het schijnt dat daar een stevige rioollucht hing en dat is natuurlijk niet echt fris. Sachin vertelde me ook dat hij er niet achter kon komen waar die lucht vandaan kwam en dat de enige remedie was de badkamerdeur dicht houden en de lucht verder voor lief nemen.

Het bleek toen al dat onze kamer niet de enige was die er last van had, er bleken er meer te zijn maar om niet duidelijke redenen hebben sommige kamers er meer last van dan andere. Een collega die ons erover hoorde praten wist gelukkig raad, hij vertelde dat het door het afvoerputje tussen het toilet en de douchecabine kwam. Het schijnt dat daaronder geen zwanenhals is gemonteerd (wat natuurlijk gewoon standaard zou moeten zijn) en de oplossing was dan ook simpel, het afvoerputje afplakken met tape.

Toen ik hier aankwam was er dan ook geen enkel stankprobleem, totdat ik een paar dagen geleden ’s avonds terugkwam in mijn appartement. De schoonmaker had de badkamerdeur open laten staan en de putlucht kwam me meteen na het openen van de voordeur tegemoet. De schoonmaker had namelijk ook de tape van het putje verwijderd. Nou heb ik hier geen tape, en ik vermoedde al dat dit in opdracht was gebeurd dus voordat ikzelf iets ging doen deed ik eerst navraag. En inderdaad, er was een reden voor: blijkbaar is er in een kamer waar ook het putje was afgeplakt een gevalletje van overstroming geweest en nu mogen de putjes dus niet meer worden afgesloten.

Lekker dan, want de lucht was niet te harden. Een van de oplossingen was het regelmatig doorspuiten van het putje, wat wel hielp niet afdoende, en gelukkig kreeg ik een beter idee. Ik sneed een stuk af van een stuk zeep, propte dat in de pijp onder de vlotter van het afvoerputje zodat het net de pijp niet helemaal afsloot en voilà, het probleem was opgelost. Waarschijnlijk zal de zeep wel smelten op den duur maar we hebben een doorlopende aanvoer van zeep, en we hebben al een paar stukken op voorraad dus we kunnen voorlopig nog wel vooruit. In ieder geval totdat ze dit probleem structureel hebben aangepakt. Als dat tenminste gebeurt…

Donkere luchten

Vanmorgen lopend onderweg naar kantoor had ik een merkwaardige gewaarwording. Ik was na de lange rechte weg van het kamp langs de fabriek linksaf geslagen richting de kantoorgebouwen, toen het aan het eind van het open stuk net leek of er een donkere wolk voor de zon schoof. En de eerste gedachte die bij me opkwam was “Het gaat regenen”. Volslagen idioot natuurlijk en ik realiseerde me dat ook meteen, maar blijkbaar zijn mijn Nederlandse hersens zo geconditioneerd dat ik een donkere lucht automatisch associeer met “Er is regen in aantocht”.

Natuurlijk ging het niet regenen, het waren ook geen gewone wolken die voor de zon waren geschoven maar het waren wolken rook afkomstig van de flares. Het bijzondere eraan was dat ze waren ontstaan omdat er vanmorgen vrijwel geen wind stond. De flares branden vrijwel continue en zoals ik al eerder had verteld zorgen die voor flinke zwarte rookpluimen, maar die worden wanneer er wind staat weggeblazen en verspreid. Maar vanmorgen dus niet, en het resultaat was dat er boven de fabriek donkere wolken hingen die eruit zagen als regenwolken na een zomerse dag in Nederland…

Bij navraag bij mijn collega’s  (want ik was er toch wel nieuwsgierig naar) kreeg ik te horen dat het hier wel degelijk kan regenen, maar dat is niet in deze tijd van het jaar. Als het al regent is dat in de wintermaanden, december en januari, en zelfs dan stelt het blijkbaar nog niet zoveel voor.

Nederland is op dit moment erg droog heb ik gehoord, maar geloof me, zonder het gezien te hebben durf ik rustig te stellen dat dat allemaal wel meevalt vergeleken bij hier…

Engelse les

Iets wat van mij hier verwacht wordt en wat ikzelf heel erg leuk vind is het helpen van mijn collega’s met hun Engels. Je zou verwachten dat dat gedaan zou worden door iemand die Engels als moedertaal heeft maar die spreken meestal te snel of hebben een dik accent (Schotten…), en dat maakt het voor de Iraki’s grappig genoeg moeilijker om ze te verstaan dan mij. Vandaar het speciale verzoek aan onder andere mij en mijn maat Sachin (die weliswaar uit India komt maar al twintig jaar in Canada woont) om te helpen met gesprekken en ook lessen.

De vorige keer dat ik hier was heb ik al zo’n les bijgewoond om eens te kijken hoe het gaat, en eerlijk gezegd schrok ik toen van het niveau van vrijwel alle Iraki’s. Sommige kunnen Engels sprekend redelijk uit de voeten maar een stuk tekst oplezen gaat bij de meesten heel erg moeizaam en het is vaak duidelijk dat ze het wel lezen maar absoluut niet begrijpen wat er nu eigenlijk staat. Mijn Iraakse baas is bijvoorbeeld een hele aardige man maar zijn Engels is heel erg slecht en als we met elkaar praten (wat hij graag en veel doet) moet mijn teammaat Mustafa regelmatig bijspringen om te vertalen.

Vandaag heb ik zelf mijn eerste les gegeven. Geen onverdeeld succes voor wat betreft de opkomst want van de drie genodigden was alleen Mustafa er, maar die was wel heel erg enthousiast en dat maakte een hoop goed. Ik probeerde vooral om hem veel te laten praten want hoewel hij een van de Iraki’s is die het beste Engels spreekt is het nog steeds tweede-klas-middelbare-school niveau met veel versprekingen.

Ons gesprek ging aan de hand van een plaatje uit een Engels lesboek waarop een winkelstraat te zien was en we raakten in een gesprek over winkels en straten in Basrah, en over de winkel van Mustafa’s eigen ouders, hoe een Iraakse familie allemaal samen eet en nog veel meer. Erg leuk, en ik heb zelf ook zo het nodige geleerd over het leven in Irak, zelfs een beetje over de periode na de laatste oorlog, iets waar in principe niet over gesproken wordt.

Mijn baas spreekt zoals gezegd ook graag Engels omdat hij het beter wil leren spreken maar hij heeft nog een lange weg te gaan. Vooral sommige woorden willen er maar niet goed uit komen ondanks onze voortdurende aanwijzingen. Zo heeft hij het nog steeds over “elekketrikketie” (electricity) en hij heeft ook een airco in de “chicken” (kitchen dus…).

Wind gedraaid

In de bijna twee weken dat ik hier nu ben heeft er iedere dag een stevige wind gestaan, soms wat sterker, soms wat minder, maar altijd uit het noorden. Tot vandaag, want de wind is blijkbaar gedraaid en waait nu uit het zuiden en dat is precies de andere kant op.

Wat maakt dat uit zul je zeggen, maar dat maakt hier behoorlijk wat uit. Hoe de wind staat zien we namelijk altijd aan de rook die veroorzaakt wordt door de flaring. Net buiten het kamp en achter het fabrieksterrein ligt een vlakte waarop vijf hoge pijpen staan waarmee de restproducten van de verwerking van het gas worden verbrand, en dat proces heet flaring, of met een goed Nederlands woord affakkelen.

Dat affakkelen veroorzaakt een dikke zwarte rook die tot nu toe van het KAZ kamp af werd geblazen door de wind. En dat is nu dus opeens niet meer zo, de rook wordt nu richting het kamp geblazen. Gelukkig niet er recht overheen want die rook stinkt niet alleen maar bevat ongetwijfeld ook dingen die je liever niet inademt. Die indruk kreeg ik tenminste toen ik vanmiddag na het werk met een collega terug wandelde naar het kamp en halverwege te maken kreeg met onaangenaam ruikende lucht, veroorzaakt door de flaring.

 

Maar wacht eens even, zul je misschien zeggen, die fabriek was er toch om juist die flaring te verminderen en dat gas te verwerken tot iets bruikbaars? Dat klopt, maar ook dat proces heeft weer restproducten die nu worden afgefakkeld. Er wordt gekeken of daar ook weer iets bruikbaars van gemaakt kan worden maar dat is “work in progress”…

Beveiligingsoefening

Zoals ik al had verteld wordt de beveiliging in het KAZ kamp heel serieus genomen en als onderdeel daarvan worden er regelmatig oefeningen gehouden. Soms worden die van tevoren aangekondigd, maar soms ook niet.

Zo’n onaangekondigde oefening was er dus vanavond. Ik was net terug in mijn kamer na het diner toen ik me de pleuris schrok omdat het alarm afging. Iedere kamer heeft zijn eigen luidspreker dus het geluid was oorverdovend. Er werd omgeroepen dat het om een beveiligingsoefening ging, iedereen moest onmiddellijk naar binnen gaan of binnen blijven en nadere berichten afwachten.

Het alarmsignaal bleef minutenlang oorverdovend afgaan totdat er werd omgeroepen dat alles veilig was, gevolgd door een boodschap dat iedereen zich moest melden op verzamelpunt 1, een groot vierkant plein van grint in het midden van het kamp. Ik verliet mijn kamer om er naar toe te gaan en voegde in in de stroom mensen die allemaal die kant op gingen. Op het plein zijn plekken aangeduid met nummers die corresponderen met het nummer van het gebouw waar je verblijft. Mijn gebouw is nummer zestien dus ik sloot aan in de rij achter nummer zestien.

 

En toen was het wachten. We zagen de mensen van de beveiliging rondlopen met bewapening en er stonden verscheidene gepantserde Toyota Landcruisers geparkeerd rond het plein. De sfeer in de rij was ontspannen en het werd nog soortement van gezellig ook want je raakte aan de praat met mensen die je nog niet kende. De meeste gesprekken begonnen met “Wat was jij aan het doen toen het alarm afging?”, en dat leverde de nodige hilariteit op want sommigen stonden net onder douche en anderen lagen al in bed.

We moesten bijna een half uur wachten op het plein waarbij ondertussen onze namen werden opgenomen. Het bleek dat er uit ons blok twee namen misten en die moesten door de beveiliging worden gecontroleerd. Een van de afwezigen, een Chinese, beweerde dat ze het alarm niet had gehoord, wat mij een raadsel is want volgens mij was het tot in Rijnsburg te horen…

Uiteindelijk kregen we van de beveiliging het sein veilig, met meer informatie over de oefening. Er was een aanval op de hoofdpoort gesimuleerd (vandaar het commando binnen blijven) en het resultaat van de oefening was succesvol geweest gezien de reactietijden van zowel de beveiliging als de bewoners.

En toen mochten we weer naar binnen, en dat was volgens de woordvoerder van de beveiliging precies op tijd want de voetbalwedstrijd België tegen Japan stond op het punt van beginnen…

Op het matje komen…

Vertellen over Irak kan niet zonder ooit te praten over religie want dat speelt in dit land een hele grote rol. En het is ook een van de grootste problemen van dit land want hoewel het land vrijwel helemaal islamitisch is is er toch verdeeldheid. Het noorden van het land is soennitisch terwijl het zuiden van het land, dat gedeelte dus waar wij zitten, sjiitisch is. En deze beide groeperingen kunnen heel slecht door één deur…

Hoewel de soennieten in feite in de minderheid zijn (minder dan 32 procent van de bevolking) hebben ze in het verleden de macht gehad, en daar waren de sjiieten (bijna 65 procent van de bevolking) allesbehalve blij mee. Op dit moment ligt dat anders, de grootste partij in het parlement is sjiitisch, evenals de huidige Premier. Deze politieke tegenstelling werkt ook door in de relatie van het zuiden met Basrah als belangrijkste stad met de hoofdstad Bagdad, wat hier gezien wordt als het bolwerk van de soennieten.

Dat religie ook in het dagelijks leven een belangrijke rol speelt merk ik iedere dag tussen de middag. Mijn twee Irakese teamleden rollen op een gegeven moment hun matje uit op de grond, trekken hun sokken en schoenen uit en knielen dan op het matje om hun gebeden op te zeggen. Ik heb er geen enkel probleem mee maar de eerste keer dat ik het zag wist ik niet precies hoe ik hiermee moest omgaan. Ik merkte al snel dat de andere Iraki’s gewoon doorgingen met hun dagelijkse bezigheden, dus ik doet dat ook en probeer er verder zo respectvol mogelijk mee om te gaan door niet te gaan zitten praten of bellen.

Er liggen hier in een ladekast een aantal attributen waarvan ik tot vandaag geen idee had wat het waren: een verzameling ronde en achthoekige stenen, van rode klei gemaakt en met een versiering erin gegraveerd. Een collega vertelde me dat dit gebedsstenen zijn die ze op de mat kunnen leggen bij het bidden. Tijdens het buigen komt hun voorhoofd dan niet op de grond maar op de gebedssteen. Weer wat geleerd…

De onderstaande foto is gemaakt in het KAZ kamp, voor het gebouw waar ik verblijf, onderweg naar het restaurant: