In de bijna twee weken dat ik hier nu ben heeft er iedere dag een stevige wind gestaan, soms wat sterker, soms wat minder, maar altijd uit het noorden. Tot vandaag, want de wind is blijkbaar gedraaid en waait nu uit het zuiden en dat is precies de andere kant op.
Wat maakt dat uit zul je zeggen, maar dat maakt hier behoorlijk wat uit. Hoe de wind staat zien we namelijk altijd aan de rook die veroorzaakt wordt door de flaring. Net buiten het kamp en achter het fabrieksterrein ligt een vlakte waarop vijf hoge pijpen staan waarmee de restproducten van de verwerking van het gas worden verbrand, en dat proces heet flaring, of met een goed Nederlands woord affakkelen.
Dat affakkelen veroorzaakt een dikke zwarte rook die tot nu toe van het KAZ kamp af werd geblazen door de wind. En dat is nu dus opeens niet meer zo, de rook wordt nu richting het kamp geblazen. Gelukkig niet er recht overheen want die rook stinkt niet alleen maar bevat ongetwijfeld ook dingen die je liever niet inademt. Die indruk kreeg ik tenminste toen ik vanmiddag na het werk met een collega terug wandelde naar het kamp en halverwege te maken kreeg met onaangenaam ruikende lucht, veroorzaakt door de flaring.
Maar wacht eens even, zul je misschien zeggen, die fabriek was er toch om juist die flaring te verminderen en dat gas te verwerken tot iets bruikbaars? Dat klopt, maar ook dat proces heeft weer restproducten die nu worden afgefakkeld. Er wordt gekeken of daar ook weer iets bruikbaars van gemaakt kan worden maar dat is “work in progress”…