Vandaag was er een stripbeurs in Breda en daar had ik graag naartoe gewild maar ik had er weinig zin in toen er niemand meeging. Robin en Chantal hadden echter van mijn plannen gehoord en vroegen eergisteren of ik soms nog naar de stripbeurs ging. Ik besloot meteen mijn plannen aan te passen want een dagje Breda met mijn oudste zoon en schoondochter leek me wel wat.
Breda is ook weer zo’n stad waar ik meer dan veertig jaar niet meer was geweest. Om eerlijk te zijn, de enige keer dat ik in Breda ben geweest was voor een bezoek aan de Koninklijke Militaire Academie als onderdeel van mijn sollicitatie voor de opleiding tot officier bij de Koninklijke Luchtmacht. Dat is overigens nooit wat geworden omdat ik piloot had willen worden maar ik kwam niet door de keuring vanwege mijn rechteroog wat net niet de benodigde limiet haalde.
De rit ernaartoe is vanuit Rijnsburg meer dan een uur en dat op zich is toch ook wel een drempel voor een dagje winkelen maar deze keer maakte dat niet uit want het was zaterdag en we hadden de tijd. Bovendien was het alweer prachtig weer, en ik had het rijk alleen want Riet was een weekendje naar Barcelona met haar vriendinnen.
Na de auto in een parkeergarage te hebben gedumpt gingen we eerst een hapje eten voor de lunch, en dat deden we bij een prima Italiaans restaurant. Het grootste deel van de middag werd besteed aan rondkijken en winkelen, en dat laatste met succes want Chantal vond eindelijk haar winterjas. Na nog een laatste kopje koffie op een terras. lekker in het zonnetje, reden we weer terug.
Die stripbeurs hebben we overigens wel van buiten gezien maar die hebben we verder maar links (of eigenlijk rechts) laten liggen. Zonde om in zo’n overvolle hal te gaan rondstruinen met dat mooie weer…



Het was uitslapen voor mij vanochtend want ik had met mijn baas afgesproken dat ik er om een uur of half negen zou zijn. Het gebouw waar de kantoren van Wood zich bevinden, de Arenco Tower, is vlak bij ons hotel, ik kan het vanuit mijn kamer (op de 18e verdieping trouwens) van het Media One hotel zien staan. Vanmorgen wandelde ik er na het ontbijt naar toe, waar ik op mijn gemakje (het was al behoorlijk heet) een minuutje of tien, vijftien over deed.
Het vervoer naar de luchthaven vertrok om zeven uur en het ging deze keer niet per bus want we waren maar met z’n drieën. Het konvooi bestond uit drie gepantserde Toyota Landcruisers, en dat vond ik geen probleem want dat rijdt een heel stuk comfortabeler dan met die bussen.
Vrijwel alle incidenten zijn nu gerelateerd aan demonstraties die in aantal steeds groter worden en ook steeds grimmiger. Bleef het tot een paar dagen geleden bij blokkades en het verbranden van autobanden (wat is daar nou toch de lol van?), maar nu worden er steeds meer branden gesticht, met als dieptepunt het in brand steken vannacht van het Iraanse consulaat in de stad. De reden daarvoor is dat veel mensen denken dat buurland Iran de oorzaak is van veel problemen omdat ze proberen greep te krijgen op het Sjiitische zuiden van Irak om zo het land te destabiliseren.

Gisteren was mij kamer aan de beurt en dat merkte ik meteen toen ik aan het eind van de middag mijn kamer binnenkwam: de putlucht was weer terug en wel in alle hevigheid. Ik heb meteen de badkamerdeur dicht gedaan (die laten de schoonmakers om niet helemaal duidelijk reden altijd open staan) en heb een raam opengezet.
