Over de dag van gisteren valt niet zoveel te vertellen, behalve dat het de laatste werkdag was van mijn tweede week van deze shift. En dat betekent dat ik vandaag over de helft ben, het gaat nu weer “downhill” zoals we het hier in het kamp noemen, oftewel bergafwaarts. Ik zou de dagen al weer kunnen gaan aftellen dat is verboden: we hebben een kampregel die zegt dat je pas mag gaan aftellen als je in de “single digits” zit, dus minder dan tien dagen te gaan.
Onzin natuurlijk, want iedereen is altijd aan het aftellen. Nieuwkomers worden meewarig aangekeken want die hebben de lange weg nog helemaal voor zich, terwijl naar de vertrekkers afgunstig wordt gekeken. Die zijn trouwens altijd makkelijk te herkennen want als het resterende aantal dagen ter sprake komt (en het komt in vrijwel ieder gesprek wel een keer ter sprake) dan krijgen ze een vette grijns op hun gezicht.
Ach, iedereen gunt iedereen zijn welverdiende verlof want we komen toch allemaal weer aan de beurt. En vertrekkende collega’s vormen ook voor de achterblijvers een soort van mijlpaal want we meten eraan af hoe lang we zelf nog hebben te gaan. Zo weet ik dat als mijn collega’s Steve en Aziz vertrekken dat ik op de helft ben en daar wordt je vanzelf weer vrolijker van.
Niet dat het er sowieso sacherijnig aan toe gaat hier, we hebben lol zat onder het werk en onder het eten. Er worden bijvoorbeeld al weer grappen gemaakt over het volgende vertrek van mijn collega Ian en mijzelf, want de afgelopen twee keer dat wij hier vertrokken waren precies die periodes met hevige onlusten. En verder gaat de tijd toch al snel genoeg, met name de eerste drie weken vliegen iedere keer om. Het zijn de laatste paar dagen die niet op schijnen te schieten maar dat is logisch want dan ben je al bezig met naar huis gaan en dat kan na bijna vier weken in de woestijn dan toch niet snel genoeg gebeuren.
Maar goed, de laatste twee weken van mijn huidige shift zijn dus vandaag ingegaan…