Aberdeen

De tweede dag van de Workshop in Aberdeen vond heel gunstig plaats in een van de conferentie-zalen van het Woodbank hotel en ik hoefde dus niet extra vroeg op te staan om naar het Tullos kantoor te gaan. Desondanks was ik blijkbaar toch nog erg vroeg want aangekomen in de ontbijtzaal was er nog niemand aanwezig, ook geen ontbijtbuffet. 

Er liep een dame rond die zo te zien personeel was maar die het erg druk had met bellen. Toen ik dus maar aan een tafeltje ging zitten kwam er gelukkig nog een personeelslid langs die me een menu gaf. Het tamelijk schrale buffet werd ondertussen klaargezet maar gereedschap om het geselecteerde op je bord te laden was er niet dus liet ik dat nog maar even zitten. Mijn bestelde bord havermout (het is tenslotte Schotland) kwam gelukkig vlot, maar om van het buffet te selecteren moest ik toch echt eerst nog aangeven dat het benodigde gereedschap daarvoor ontbrak. Niet echt de service dus die je van een Shell-hotel zou verwachten.

De dag verliep verder voorspoedig en na nog wat gesprekken in de middag met collega’s die wisten dat ik langs zou komen en me wilden spreken vertrok ik weer per taxi naar de luchthaven.

Daar aangekomen moest ik na het inchecken nog ruim anderhalf uur wachten voordat we zouden vertrekken in de kleine en propvolle vertrekhal. En die vertrekhal was niet het enige wat propvol was, ook het toestel was afgeladen en zat vol met allemaal offshore personeel. Dat waren dus heel veel erg dikke nekken bij elkaar…

De belangrijkste uitkomst van de Workshop was dat er voor mij en nog een collega een bezoek is gepland aan het Fluor-kantoor in Manila, en dat moet ook nog eens op heel korte termijn plaatsvinden. Wanneer precies moet nog worden beslist maar het ziet er dus naar uit dat ik totaal onverwacht ga terugkeren naar Manila!

Terug naar Manila!

Gisterochtend ging de kogel door de kerk, er is besloten dat mijn collega en ik volgende week maandag vertrekken naar Manila voor een bezoek van een week aan het kantoor van Fluor in Alabang. Dat is weliswaar een splinternieuw kantoorgebouw waar ik nog niet eerder ben geweest maar het staat recht achter het Asian Star Building waar ik vier jaar voor het Malampaya project heb gewerkt.

De reden voor dit snelle bezoek is de aanwezigheid van de data-expert van Fluor, die de komende week over is uit Houston, en het wordt van groot belang geacht dat wij elkaar kunnen ontmoeten en het hele data-management van het Penguin project samen bespreken.

Het bleek geen probleem om de door mij voorgestelde vluchten met Emirates via Dubai te laten boeken via ons vaste reisbureau maar een hotel bleek lastiger. Alle hotels met het predicaat “goedgekeurd door Shell” waren namelijk volgens het reisbureau vol en andere mochten ze niet boeken. We moesten dus of genoegen nemen met een hotel in het centrum van de stad (een half uur met een taxi vanaf Alabang, en dat alleen met gunstig verkeer) of zelf iets proberen te regelen. Ik ging dus aan het bellen en alle hotels bleken inderdaad helemaal volgeboekt te zijn, op één na, het ons heel goed bekende Vivere Hotel. Dit hotel, waar ik meerdere malen heb gelogeerd en ook samen met Riet de eerste maand in Manila verbleef in 2011, had nog de beschikking over twee luxe suites. Niet helemaal de prijsklasse die Shell normaal gesproken overeenkomt maar vanwege het alternatief met langdurige en prijzige taxi-ritten kreeg ik zowaar toestemming om dit hotel te boeken.

Vandaag werd de reservering bevestigd, de tickets voor de vluchten zijn binnen en ik ben klaar voor de terugkeer naar een van mijn favoriete plekken op de wereld.

Terug in Manila

Mijn koffer was zondag al gepakt en gistermorgen kon ik dus rustig aan doen en van thuis uit nog wat werken totdat het moment van vertrek was aangebroken. Om kwart voor elf bracht Riet me naar Schiphol waar om halfdrie vlucht EK148 vertrok naar Dubai, waar we om even na middernacht landden.

Vlucht EK332 van Dubai naar Manila vertrok om tien voor vier vannacht en ik moest dus een paar uurtjes doorbrengen in de business lounge van de luchthaven. Het businessclass vliegen was overigens een stuk sneller weer gewend dan het economy vliegen naar Australië twee maanden geleden na een paar jaar businessclass. Ja, ik weet het, ontzettend verwend…

Hoe dan ook, het toestel arriveerde vanmiddag ruim voor de geplande aankomsttijd op de vertrouwde terminal 1 van de luchthaven NAIA in Manila. De chauffeur stond al te wachten in de aankomsthal en na snel nog wat geld te hebben gewisseld reden we vlot naar het hotel. Om half zes zat ik op de 29e verdieping van het Vivere Hotel in de luxe suite (zitkamer met twee bankstellen en keuken, twee grote slaapkamers met elk een eigen badkamer) waar ik vanuit het raam voor het eerst sinds twee en een half jaar Alabang en de Festival Mall weer kon zien.

’s Avonds ging ik met een ook in het hotel verblijvend collegaatje naar de Union Jack Tavern om wat te eten. Het voelde allemaal meteen weer erg vertrouwd aan en het leek of ik helemaal niet was weggeweest. Het enige was dat er in de Union Jack vrijwel geen “buitenlanders” aanwezig waren, terwijl het toch altijd een vermaarde expat-hangout was geweest. Goed, toch een kleine verandering dus, maar de Fish & Chips smaakten nog steeds hetzelfde…

Italianni’s, en een belangrijk bericht!

Van slapen is vannacht niet veel terecht gekomen. Ik was zo lang mogelijk opgebleven en pas om elf uur naar bed gegaan, viel als een blok in slaap maar werd om kwart over een al weer wakker. En ik was klaarwakker ook, dus er zat niets anders op dan maar wat te lezen en te Netflixen, totdat ik uiteindelijk om een uur of vijf weer in slaap viel. De wekker liep om halfzeven af, wat voor mijn doen laat is maar vanmorgen dus voor mijn gevoel veel te vroeg.

Om half acht zat ik met mijn Schotse collegaatje Susan aan het ontbijt in het op de 31e verdieping gelegen restaurant van het Vivere Hotel waar we genoten van de zon, de warmte en het schitterende uitzicht. We werden om negen uur verwacht in het nieuwe kantoorgebouw van de firma Fluor wat vlak om de hoek van het hotel is gelegen, vrijwel achter het Asian Star gebouw waar ik vier jaar heb gewerkt. Het werd een hartelijk weerzien voor mij met een aantal ouwe bekenden maar er werd ook nog gewerkt tussendoor. Er is heel wat te bespreken met Fluor en dat zal ons de komende dagen flink gaan bezighouden…

Tussen de werkzaamheden door kreeg ik een heel belangrijk bericht, namelijk dat ik inderdaad de nieuwe baan aangeboden ga krijgen als Data Control Lead bij de Basrah Gas Company! Ik had na de interviews eigenlijk niks meer gehoord en hoewel ik wist dat er het een en ander in gang was gezet was er nog steeds geen enkele zekerheid dat het zou doorgaan, en als dat zou gebeuren welke van de twee banen ik uiteindelijk aangeboden zou krijgen. Het is nu dus toch de baan geworden waar we overeenstemming over hadden bereikt, en het mailtje wat ik kreeg bevatte zelfs al een vraag over de vroegst mogelijke begindatum. Het wordt nu dus echt menens…

Vanavond ging ik met Susan en nog twee Schotse collega’s naar het Alabang Town Center waar bijna alles verrassend bij het oude was gebleven. De meeste winkels en restaurants waren er nog en het voelde ontzettend vertrouwd, alsof ik gisteren pas was weggegaan. En het was woensdag vandaag, dus ik drong aan op een bezoek aan het Italiaanse restaurant Italianni’s. En daar was een verrassing voor mij want niet alleen herkende ik Kim, het meisje bij de deur, maar zij herkende mij ook! Ze had me een tijd niet gezien zei ze en meteen daarop vroeg ze, “Where is Ma’am?”. Geen twijfel mogelijk dus dat ze me echt had herkend!

Het eten bestond voor mij als vanouds uit de Penne met Italiaanse worst en een San Mig Light bier. En ja, ook dit smaakte nog als vanouds…

Nieuwe biertent

Weer een belazerde nacht, ik heb er geen andere woorden voor want mijn slaappatroon was vrijwel gelijk aan dat van gisteren. Veel te kort dus, en ik hoopte maar dat me dat gedurende de workshop niet zou opbreken. Ik waarschuwde iedereen dus maar vooraf dat als ik na de lunch ernstig zou beginnen te gapen of te knikkebollen dat dat niet lag aan hun zou liggen. Gelukkig is een van de Fluor-mensen in de workshop ingevlogen uit Houston en die heeft dus dezelfde problemen.

We kwamen de workshop met hangen en wurgen door (met name de middag was afzien door onze vermoeidheid) en Susan besloot het avondeten voor gezien te houden. De Amerikaanse Fluor-collega, Omeid, was echter vastbesloten te gaan eten bij een restaurant annex bar die mij onbekend was en ik besloot mee te gaan.

De tent heette “The Perfect Pint” en serveerde behalve prima gerechten ook nog eens ruim twintig soorten ambachtelijk bier van het vat. En dat ik deze tent niet kende klopte ook wel want toen wij nog in Manila woonden zat er op deze plek een Franse bakkerij met eetgelegenheid. En volgens mij werd ik weer herkend door een van de obers al kon ik me zelf niet voor de geest halen van welk restaurant ik hem kende. Het bier smaakte overigens heel best, het eten was uitstekend, en Omeid en ik konden het uitstekend met elkaar vinden dus het werd voor ons doen zelfs nog redelijk laat want we waren pas tegen halftien terug in het hotel.

En er was vandaag een verrassing voor me bij de balie van het hotel want twee oud-collegaatjes hadden een tasje afgegeven met daarin allemaal lekkere Filipijnse dingen zoals gedroogde mango’s. Erg lief, ik hoop ze dan ook volgende week persoonlijk te kunnen bedanken.

Ik heb ondertussen ook contact gehad met mijn huidige baas en mijn toekomstige baas en we zijn overeengekomen dat mijn overgangsdatum naar de Basrah Gas Company de 28e april zal zijn. Dit in verband met het feit dat de collega waarmee ik samen deze positie moet gaan vervullen dan aan het eind van zijn rotatie zit, maar het is nog wel afhankelijk van het op tijd verkrijgen van een visum.

Tapas bij Barcino

Het wil met de nachtrust maar niet lukken, weer werd ik ergens rond de klok van halftwee wakker en kon de slaap niet meer vatten tot bij vijven. Niks aan te doen, gewoon wat lezen en een beetje Netflixen en hopen dat ik de werkdag een beetje fatsoenlijk door kan komen zonder te veel te geeuwen tijdens presentaties en discussies.

Dat lukte gelukkig redelijk goed en konden we de workshop vandaag met een goed gevoel afsluiten. Niet dat het werk er hiermee op zit, we blijven nog twee dagen volgende week om te kijken in hoeverre we de naar voren gebrachte knelpunten hier al kunnen oplossen.

Tussen de middag was een lunch met een oud-collegaatje misgelopen door een misverstand, maar vanavond was er weer een bezoek aan een restaurant waar Riet en ik altijd graag kwamen. Deze keer was dat het Spaanse Tapas restaurant “Barcino”. Ook hier was weinig veranderd, of het moest de saus op de patatas bravas zijn…

Vrije zaterdag

Een vrij weekend in Manila! Er zijn wel wat dingetjes die ik voor mijn werk nog even moet doen omdat dat maandag klaar moet zijn maar dat zal me niet zoveel tijd kosten en ik kan dus het merendeel van de tijd besteden aan het verkennen van het nog steeds vertrouwde en ik durf rustig te zeggen dierbare Alabang.

Mijn eerste gang was vanmorgen naar het Alabang Town Center (oftewel het ATC) waar ik van plan was om als vanouds een bakkie te gaan doen bij de Coffee Bean & Tea Leaf, waar ik vrijwel iedere zaterdag- en zondagochtend te vinden was. Lekker een bakkie met wat lekkers erbij en dan een uurtje of zo de kranten of een boek lezen op mijn iPad.

Eenmaal in het ATC veranderde ik van gedachten want mijn nieuwsgierigheid was te groot, ik wandelde eerst naar de Ayala Alabang Village waar we hadden gewoond om naar ons voormalige huis te gaan kijken. Alsof ik helemaal niet ben weggegaan liep ik met een “Goodmorning!” langs het kantoortje van de beveiliging die nauwelijks aandacht aan me schonken. Ik stak over naar Yakal Street, ondertussen om me heen kijkend en constaterend dat alles er nog precies hetzelfde uitzag. Dat gold ook voor “onze” straat, Molave Drive; het enige verschil wat ik kon zien was dat een huis wat wit was geweest nu lichtgeel was geschilderd. Verder was het alsof er geen twee en een half jaar waren verstreken, zelfs het beeld van de kerstman (waar ik in het donker een keer een arm had afgebroken) lag nog steeds op dezelfde plek in de struiken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ja, en toen kwam ik bij de plek waar ons huis stond. Of liever gezegd, had gestaan, want er stond een heel ander huis! Ik dacht eerst zelfs dat ik er nog niet was maar het was wel degelijk de juiste plek. Er stonden blauwe bouwschermen om het huis en er waren bouwvakkers druk bezig. Het leek erop of het karkas en het dak waren blijven staan maar verder was alles anders. Om te beginnen was het nu wit in plaats van beige maar de hele indeling van de ramen was totaal anders.

Het was een beetje een schok, maar achteraf gaf het me gek genoeg het gevoel dat ik onze Filipijnse periode nu toch wat beter kon afsluiten. Ik heb lange tijd echt heimwee gehad naar onze tijd daar, maar nu “ons huis” er niet meer staat, of in ieder geval zo grondig is verbouwd dat het niet meer als “ons huis” herkenbaar is, heb ik eindelijk meer het gevoel dat het mooi geweest is maar tijd om het af te sluiten. Ik wandelde via vertrouwde straatjes terug naar het ATC waar ik alsnog een bakkie deed bij de Coffee Bean. Een bakkie troost, inderdaad…

In de middag wandelde ik naar de Festival Mall want ik had nog een paar boodschappen op mijn lijstje staan en niet alles had ik kunnen vinden in het ATC. Ook dit grote winkelcentrum zag er vertrouwd uit met de gezellige en rumoerige zaterdag-drukte, maar hier was wel degelijk veel veranderd. Er is een enorm stuk aan de achterkant bijgebouwd en de Mall is dus nu nog veel groter dan hij al was. Mijn boodschap, inktpatronen voor mijn printer, kon ik echter ook daar niet vinden…

Ik had met mijn collegaatje Susan afgesproken om ’s avonds naar Outback te gaan. De nieuwe Outback welteverstaan, aan de andere kant van het ATC, want de oude vertrouwde locatie is helemaal weg. En dan bedoel ik niet dat Outback daar weg is maar het hele deel van het gebouw waar Outback zat en ook de Chinees daarnaast bleek afgebroken, zag ik tot mijn grote schrik toen we er woensdagavond langs liepen.

Maar nieuw of niet, er was nog steeds een afzonderlijk bar-gedeelte achterin het nieuwe restaurant (waar nu overigens niet meer gerookt mag worden) en er liepen wat oude bekenden rond. En jawel, ik werd weer herkend! De New York steak smaakte nog net als vroeger en toen ik de rekening kreeg stond er op geschreven “Welcome back!”, is dat leuk of niet!

Op de terugweg kon ik het niet laten om een lekker ijsje te kopen bij de Cold Stone Creamery, jammer dat we die in Nederland niet hebben…

Voordeeltje in de Apple Store

Omdat ik gisteren eigenlijk niks had gedaan aan mijn werk moest ik dat vandaag doen, maar desondanks bleef er genoeg tijd over om alweer naar het ATC te wandelen en weer bij de Coffee Bean neer te strijken voor een lekkere koffie. Daarna maakte ik weer een uitgebreide wandeling door het winkelcentrum waarbij ik plotseling zag dat er nu ook een Gold’s Gym is gevestigd. Ik keek nog even naar binnen maar zag er geen bekenden.

Daarna wandelde ik terug naar het hotel om mijn werk af te maken, waarna ik weer overstak naar de Festival Mall. Daar ging ik alsnog de iPad Pro kopen die ik gistermiddag al opzij het laten leggen.

Ik was namelijk gistermiddag weer eens in de Apple-winkel verzeilt geraakt (hoe komt dat toch iedere keer), voornamelijk om even te kijken want de winkel was verplaatst naar het nieuwe gedeelte van de Mall. Tot mijn verbazing (en genoegen!) zag ik dat alles daar vanwege de gunstige koers van de Filipijnse Peso ten opzichte van de Dollar nu heel erg goedkoop was! Zo was de iPad die ik pas voor Riet had gekocht hier maar liefst honderd Euro goedkoper, en op de door mij al een tijdje begeerde iPad Pro scheelde het maar liefst honderdvijftig Euro.

Ik besloot ter plekke om mijn toch al geplande aanschaf daarom een paar maanden te vervroegen, maar de koop kon niet doorgaan omdat ik voor betaling met mijn creditcard een geldig legitimatiebewijs nodig had. En dat had ik effe niet want mijn paspoort lag in het hotel in de kluis. Gelukkig wilden ze de iPad Pro wel apart leggen (er was er nog maar één dus ik moest wel genoegen nemen met het exemplaar met de goudkleurige achterkant),en vandaag kon ik dus alsnog de koop sluiten.

Vanavond belandden Susan en ik bij restaurant Mary Grace in het ATC, wat altijd een favoriete lunch-gelegenheid was van Riet en de andere dames. Het eten was prima (lekker pastaatje), waarna we op ons gemak terug wandelden naar het hotel.

Weerzien met oude vrienden

Geen vast schema voor vandaag en morgen op het kantoor van Fluor, dus we konden rustig werken aan een aantal zaken die uitstonden na de workshop van vorige week.

Het belangrijkste van vandaag wat werk betreft was voor mij de e-mail van Personeelszaken met daarin de officiele aanbieding voor mijn nieuwe baan. Ik hoefde alleen nog maar akkoord te gaan met de aanbieding en op “Ok” te klikken. Uiteraard heb ik dat meteen gedaan en hiermee is mijn nieuwe baan dus nu bevestigd!

Verder had had ik vandaag twee ontmoetingen op de agenda staan waar ik al dagen naar uit heb gekeken. Tussen de middag had ik afgesproken om te gaan lunchen met Gennie en Cleng, de twee meiden uit mijn ouwe team, waar ik al die tijd contact mee heb gehouden maar die ik dus twee en een half jaar niet heb gezien. Het weerzien ging gepaard met dikke knuffels en ik werd er zowaar een beetje sentimenteel van. Tijdens de lunch praten we honderduit bij en ik was dan ook veel later terug op kantoor dan ik had gepland, maar dat moest maar kunnen vond ik.

Vanavond ging ik weer uit eten met twee dames, deze keer met Lexie (wiens mentor ik ben geweest tijdens mijn tijd in Manila) en Lab (een van mijn oudste vriendinnen in Shell Philippines). Ook dit werd weer een hartelijk weerzien en er werd ook nu weer uitgebreid bijgekletst tijdens het eten in restaurant “The Black Pig”. Terwijl we terug wandelden richting het kantoorgebouw van Shell Philippines spraken we af dat we een volgende keer naar de film gaan. Of er een volgende keer komt weet ik nog net maar de eerste afspraken heb ik dus al!

Laatste dag alweer in Manila

Onze laatste dag in Manila, want vanavond vertrekken zowel Susan als ik weer terug naar respectievelijk Schotland en Nederland.

Onze gastvrouwen van Fluor namen ons tussen de middag mee naar een Filipijns restaurant genaamd de Kanin Club. Ik kende dat restaurant niet want toen wij hier woonden was het er nog niet. Nou ben ik op zich niet zo weg van de Filipijnse keuken maar gelukkig stonden er een paar gerechten op die ik wel kende en ook lekker vond. De dames besloten echter om meerdere gerechten te bestellen zodat we overal van konden proeven, en een van die gerechten kwam aardig in de buurt van het smerigste wat ik ooit heb gegeten. Het heette Crispy Dinuguan, dat is krokant gebakken varkensspek in een zwarte saus die gemaakt is van… bloed! Het smaakte bijna letterlijk naar modder, maar geloof het of niet, het is op de Filipijnen een delicatesse.

Op de foto zie je behalve mijn collega Susan van Shell Aberdeen (helemaal links) en mijzelf onze gastvrouwen van Fluor, Kate-Ann Bayot-Astillero,  Alma Dar en Marygyn Urriza-Coronado.

Aan het eind van de middag gingen Susan en ik terug naar het hotel want we moesten voor zes uur uitchecken. Omdat we allebei pas later in de avond opgehaald zouden worden om naar de luchthaven te worden gebracht aten we eerst nog wat in het restaurant van het hotel waarna we op ons vervoer wachten. Mijn taxi arriveerde een kwartier te vroeg, maar onderweg naar de luchthaven verloren we de nodige tijd omdat mijn chauffeuse naar de verkeerde terminal reed. Het stond verkeerd op het briefje wat ze had gekregen, maar desondanks kostte het me toch nog de nodige moeite om haar te overtuigen dat ik toch echt naar Terminal 3 moest en niet naar Terminal 1…

Ik was ondanks het oponthoud ruim op tijd op de luchthaven waar vlucht EK335 van Emirates om tien voor twaalf, een kwartier voor de geplande vertrektijd, vertrok naar Dubai.

Het is begonnen…

Bij het openen van mijn mailbox op het werk vanochtend werd ik meteen geconfronteerd met een fors aantal mailtjes die allemaal betrekking hadden op mijn toekomstige baan in Irak, en dat betekent dat het circus nu is begonnen.

Uiteraard bevatten de eerste mailtjes hoofdzakelijk informatie maar ook meteen al een paar praktische dingen zoals een checklist voor wat er allemaal geregeld moet gaan worden, een lijst met afspraken die ik meteen moet gaan maken (voor een medische keuring bijvoorbeeld) en een formulier voor het aanvragen van een visum. Met name dat laatste is erg urgent want de aanvraag voor een visum duurt normaal gesproken twee tot drie maanden en dat is dus van belang voor mijn beoogde begindatum van 28 april.

Een ander belangrijk document gaat over het reizen naar Irak. Dat is blijkbaar niet zo gecompliceerd als het wel lijkt maar dat komt hoofdzakelijk omdat het allemaal heel strak geregeld is. Er zijn heel veel dingen waar je rekening mee moet houden, en dat ben ik nu allemaal aan het doorlezen. En ik ben daar nog wel even mee bezig want het is een document van zestien pagina’s…

Basrah Gas Company

Laat ik eens iets vertellen over het bedrijf waar ik voor ga werken, de Basrah Gas Company. Op de bovenstaande kaart kun je zien waar in Irak de stad Basra ligt, en dat is dus in de gelijknamige provincie Basra in het zuidoosten van het land, vlak bij de Perzische Golf en de grenzen met Iran en Koeweit.

De Basrah Gas Company (BGC) is opgericht in mei 2013 en is dus nog een vrij jong bedrijf. Het bedrijf is opgericht om gas te gaan produceren wat gebruikt moet gaan worden om het land van energy te voorzien. Net als overal in de wereld is er in Irak behoefte aan meer en meer energie en die wordt nu nog hoofdzakelijk geleverd door olie wat vervuilend en duur is. Het gas moet een schonere en vooral goedkopere oplossing gaan bieden.

Het merendeel van het gas is in feite een restproduct van de oliewinning wat tot voor kort tijdens de productie van de olie werd verbrand (geflared zoals het in vaktermen heet), en er is nu besloten om al dat gas nuttig te gaan besteden.

BGC is een samenwerkingsverband in de prive-sector, wat op zich al uniek is in Irak, met als belangrijkste aandeelhouder de South Gas Company, een staatsbedrijf wat zich al bezig hield met aardgasproductie in de provincie Basra. De andere aandeelhouders zijn Shell en het Japanse Mitsubishi. Het is zeker geen klein bedrijf want er werken nu al meer dan 5500 mensen, waaronder 5000 Iraki’s. Het hoofdkwartier van het bedrijf is overigens niet in de stad Basra zelf maar in Khor Al Zubair, en dat is ook de plaats waar ik gestationeerd ga worden.

Gijsje geboren!

Vanavond om negen minuten over acht is in het LUMC onze kleindochter Gijsje geboren. Ze woog bij de geboorte bijna zeven pond. Het ging met moeder en dochter zo goed dat ze vanavond om half elf al thuis waren in Rijnsburg.

Nieuwbouw aan de overkant

Een tijdje geleden zijn de bouwactiviteiten begonnen voor de nieuwe wijk “De Horn”, bij ons aan de overkant van het Oegstgeester Kanaal. Het is de bedoeling dat er daar huizen worden gaan gebouwd en een park.

De nieuwe wijk ligt niet recht aan de overkant van ons huis maar een beetje naar links, zeg maar tussen ons en de oude rand van het dorp achter de Collegiantenstraat. We kijken er dus vanuit onze huiskamer niet tegenaan, bij ons aan de overkant is nog steeds een groot grasveld wat te boek staat als honden-uitren gebied. Voorlopig blijven wij dus verzekerd van ons weidse uitzicht al is de vraag natuurlijk hoe lang het nog gaat duren voordat ook dat stuk grond bebouwd gaat worden.

Op de impressie hierboven van hoe De Horn eruit moet gaan zien zie je in het rode cirkeltje links ons huis, dus je kunt mooi zien hoe de nieuwe wijk ligt ten opzichte van waar wij wonen. De foto hieronder is gemaakt vanuit mijn kamer en je ziet dat de bouw al aardig begint op te schieten. Voor de huizen in aanbouw zie je een stuk met opgehoogde grond, dat is waar het park komt. Het kan dus best zijn dat we de huizen niet eens kunnen zien staan als er inderdaad een park komt met bomen…

Contract

Hoewel de meeste formaliteiten al zijn afgehandeld voor mijn nieuwe baan bij de Basrah Gas Company zit ik al weken te wachten op mijn contract zodat ik dat kan tekenen. Al in begin februari had ik een berichtje gekregen dat het onderweg was maar al wat er in de brievenbus viel, geen contract. Uiteraard had ik hier regelmatig contact over met mijn Transfer Coordinator, die overigens in Kuala Lumpur zit, maar die kon me ook niet veel meer vertellen omdat het contract moet worden opgestuurd direct van het bedrijf  zelf naar mijn huisadres en dus niet via mijn Transfer Coordinator.

Uiteindelijk kreeg ik eind februari bericht dat het contract per koerier verstuurd zou worden in de laatste week van februari, en dat ik het uiterlijk twee februari thuis afgeleverd zou moeten krijgen. Het werd toch iets later, maar gisteren was het dan eindelijk zover. Gelezen had ik het contract al dus de inhoud was al bekend, maar het moest nu ondertekend worden en ook weer per koerier worden teruggestuurd naar het Shell kantoor in Dubai vanwaar het contract oorspronkelijk was verzonden.

Dat is vandaag gebeurd en met het getekende contract onderweg betekent dit dus dat mijn nieuwe baan nu definitief is. Voor zover het dat nog niet was natuurlijk want eigenlijk is dit natuurlijk gewoon een formaliteit, maar wel een noodzakelijke. Hopelijk komt mijn medische goedkeuring ook een dezer dagen, zodat ik ook dat kan afmelden. Daarna is het wachten in principe alleen nog op mijn visum, zo gauw dat binnen is kan er een definitieve startdatum worden bepaald.

Winterweer

Uiteindelijk heb ik mijn winterbanden toch niet voor niets onder mijn auto laten zetten deze winter. Het leek er lange tijd op dat het na het winterse begin december toch weer een kwakkelwinter zou worden, met regen en wind en temperaturen die niet onder het vriespunt komen, maar dat is toch niet het geval gebleken.

De afgelopen dagen ging de temperatuur omlaag tot soms ver onder nul en de grootste optimisten zijn al weer over de mogelijkheid van een elfstedentocht begonnen. Daar ziet het niet naar uit want de verwachting is dat dit winterse weer, met af en toe barre koude, niet lang meer zal aanhouden. Maar de schaatsliefhebbers zijn met name de afgelopen week toch vrijwel overal in het land wel aan hun trekken gekomen.

Bij ons leek het er aan het begin van de week zelfs even op dat het kanaal dicht zou vriezen maar daar stak de dagelijks voorbij varende zandboot een stokje voor. Inmiddels is wel duidelijk dat er in ieder geval op het kanaal niet gaat worden geschaatst dit jaar, want de harde oostenwind zorgt voor behoorlijk wat golfslag en dat bevordert het bevriezingsproces niet bepaald. Jammer, want dan had ik zo vanuit de tuin op het ijs kunnen stappen…

Vannacht heeft het weer eens een beetje gesneeuwd, als eerste teken dat de temperatuur alweer omhoog gaat. Het leverde dit winterse plaatje op aan de Bankijkerweg:

Hoge bloeddruk…

Op 23 februari had ik mijn medische keuring voor mijn transfer naar Iraq en dat kon bij de medische dienst op ons kantoor in Rijswijk, die toevallig een verdieping lager zit in dezelfde vleugel van het gebouw waar ik normaal gesproken zit. 

De eerste afspraak was met een verpleegster die de gebruikelijke dingen naliep en bloed afnam. Alles was prima in orde, behalve dan mijn bloeddruk die weer eens aan de hoge kant was. Dat verbaasde me want sinds ik medicijnen slik is mijn bloeddruk eigenlijk al een paar jaar redelijk onder controle, en dat vertelde ik ook. Het zou worden doorgegeven aan de arts met wie ik daarna een afspraak zou hebben en die zou mijn bloeddruk dan nog een keertje meten.

De arts liep mijn ingevulde vragenlijst door en zag ook nergens een probleem, maar ook bleek bij meting mijn bloeddruk nog steeds aan de hoge kant, zij het wel iets lager dan een half uur daarvoor. De arts vond het op zich geen reden voor verdere actie en ik word er ook zeker niet op afgekeurd, maar hij raadde me aan om toch even langs de huisarts te gaan want misschien moest mijn medicatie worden aangepast.

Uiteraard heb ik meteen een afspraak gemaakt bij de huisarts, en om eerlijk te zijn was ik behoorlijk pissig. Toen ik net terug was van de Filipijnen in 2015 is mijn hoge bloeddruk medicatie door de huisarts een aantal keren aangepast , en naar het zich nu laat aanzien slik ik die huidige pillen dus voor de kat zijn je-weet-wel!

Vanmorgen vroeg zat ik dus bij de assistente van de huisarts en wat denk je, meerdere meetingen en een prima bloeddruk! Geen enkel probleem dus met die medicatie en hoe het nou kwam dat bij de Medische Dienst van mijn werk mijn bloeedruk zo hoog was, geen idee. Misschien toch dat de spanning rond mijn aanstaande transfer naar Iraq er iets mee te maken heeft, zei ze…

Medisch fit

Er was dus weer wat gedoe met mijn hoge bloeddruk maar verder was ik zoals gezegd in prima conditie volgens de Medische Dienst op mijn werk. Het wachten was alleen nog op de uitslag van het bloedonderzoek en vandaag kreeg ik de uitslag daarvan, geen bijzonderheden en alles was dus in orde.

Dat betekent dat ik nu officieel medisch fit ben verklaard voor mijn aanstaande transfer naar Iraq en als bewijs daarvan heb ik dan ook mijn “Fitness to Work” certificaat gekregen. Zonder dat certificaat kan mijn transfer niet doorgaan en dat houdt dus in dat er alweer een belangrijke horde is genomen.

Hoewel al mijn medische gegevens en dus ook deze “Fitness to Work” verklaring terug te vinden zijn in het centrale medische systeem van het bedrijf moest ik toch een kopie van het betreffende document opsturen naar mijn Transfer Coordinator, en meteen na ontvangst van het certificaat het ik dat dan ook gedaan. Gelukkig kan dit soort dingen tegenwoordig elektronisch en kreeg ik dus ook vandaag al een bericht van ontvangst.

Het is bijna helemaal rond met alle formaliteiten want mijn visum is nu dus het enige waar ik nog op zit te wachten…

Aankondiging

Mijn huidige baas Kenny, die overigens in Houston in de Verenigde Staten zit, had al een paar keer gevraagd of hij mijn vertrek naaar mijn nieuwe baan nou al kon gaan aankondigen. Voor zoiets wordt altijd intern een mailtje rondgestuurd zodat de mensen waar de vertrekkende persoon mee werkt op de hoogte worden gesteld, en dat wilde Kenny een beetje bijtijds doen.

Ik vond het een beetje voorbarig omdat ik mijn officiele contract nog niet had getekend en omdat mijn vertrekdatum nog niet helemaal vast stond. Maar gisteren besloot Kenny in overleg met mij en mijn toekomstige baas om niet langer te wachten en vandaag heeft hij het volgende mailtje uitgestuurd:


Colleagues,

I am pleased to announce that Willem van den Kerkhoff has been selected to a new role as Data Control Lead in Basara Gas.   Willem brings a wealth of Capital Projects experience, knowledge and capability to this role, which will bring great value to the project team and Shell. 

Willem started working for Shell as a contract database consultant in 1990 and joined Shell in 1998.  Initially, he worked in database management and data warehousing, later moving into the Information Management area.  He worked in various Capital Projects IM roles for over twelve years, working in projects in Sakhalin, Malaysia and the Philippines.  Upon transferring back to Rijswijk in 2015, he has been working as a Business Analyst and IT Advisor for Engineering and Capital Projects.

The planned start date for Willem into his new role is April 28th, subject to completing all transfer documentation. The resourcing of his current job will be done in due course.

We will miss having Willem on our team and I want to sincerely thank him for all of the value he’s delivered in execution of the IM/KM Standards rollout across PTE, the framing of multiple value generating engineering automation activities, and the support to key stakeholders using the various IM/KM tools within some of the Capital Projects and across the Projects & Engineering organization.

Please join me in wishing Willem every success in his new role.


Ik had het gebruikelijke formele bericht verwacht maar ik moet zeggen, toen ik het las ging ik er bijna van blozen…

Nieuwbouw De Horn vordert gestaag

Aan de overkant van het kanaal vordert de nieuwbouw van project “De Horn” gestaag en we kunnen inmiddels al een aardig idee krijgen van hoe het er uit gaat zien. Ons uitzicht wordt er niet door beinvloed omdat de huizen meer rechts liggen van het gebied aan de overkant waar wij op kijken, en bovendien moet het park wat komt te liggen tussen de huizen en het kanaal nog worden aangelegd.

Op dit moment is het nog duidelijk een bouwplaats met hoge kranen, vrachtwagens en bestelwagens, maar het moet gezegd dat we er behalve wanneer we op onze bovenverdiepingen uit het raam kijken helemaal niets van merken.

Wat we wel zien is dat er werkzaamheden zijn gestart langs het kanaalpad aan de overkant die niets met het in aanbouw zijnde project te maken lijken te hebben. Er worden geulen gegraven en er gaan kabels in de grond, zou dat dan toch een voorbode zijn dat er direct aan de overkant bij ons ook in de toekomst het een en ander staat te gebeuren?

Er is op dit moment nog niets over zulke plannen bekend, maar we wachten het af…

Tuin na de winter…

Onze tuin ziet er, nu de winter over is en het voorjaar is aangebroken, uit als een slaatje. Alles is uiteraard allang uitgebloeid, sommige planten hebben de winter niet overleefd en overal liggen nog de afgewaaide bladeren van de platanen die achterin staan.

Het begint nu langzamerhand tijd te worden er iets aan te doen maar het probleem is dat met name Riet weliswaar van goeie wil is om de tuin aan te pakken, maar we weten van veel planten en struiken en bomen simpelweg niet hoe we ze moeten aanpakken. Bovendien zijn die platanen nog een verhaal apart want daarvan moeten de takken nog in een rooster worden gevlecht zodat ze naar elkaar toe gaan groeien en zo een soortement van patio gaan vormen.

Het plan is dus nu om gewoon de tuinman maar te bellen en die de eerste opknapbeurt van de tuin te laten verzorgen…

Visum

Hehe, het was vandaag eindelijk zover, vanmiddag kreeg ik het langverwachte mailtje met daarin de goedkeuring voor mijn Iraakse visum en het document waarmee ik Iraq binnen kan komen. Dat document is overigens nog niet het echte visum, maar dat krijg ik bij aankomst in het land op vertoon van dit document.

De afgelopen drie weken heb ik behoorlijk in spanning gezeten want zonder dat visum is het uiteraard niet mogelijk om naar Iraq te reizen en mijn startdatum in mijn nieuwe baan is daar dan ook volledig van afhankelijk. De voorgesteld startdatum was 28 april en hoe dichter die datum naderde hoe zenuwachtiger ik werd. Het verkrijgen van een visum is ook voor Iraq weer een tijdrovende kwestie en de aangegeven wachttijd was twee tot drie maanden. Er was gezegd dat het verstrekken van een visum tegenwoordig wat sneller verloopt en dat twee maanden haalbaar kon zijn maar die deadline was vorige week al verstreken.

Nu is het dus zover en daarmee is in feite al het voorbereidende werk voor mijn definitieve vertrek gedaan. Wat nu moet gebeuren is dat mijn huidige baas en mijn nieuwe baas overeenstemming bereiken over een startdatum voor mijn nieuwe baan en dan kan mijn Transfer Coordinator mijn reis gaan boeken en verder formaliteiten regelen.

De komende dagen worden dus weer spannend…

Startdatum

De datum waarop ik ga beginnen in mijn nieuwe baan in Iraq is vastgesteld. Mijn huidige en mijn toekomstige baas hebben overeenstemming bereikt en het wordt de 19e mei. Dat is dus ruim drie weken na de voorgestelde datum maar dat kon helaas niet meer anders en dat komt door het volgende.

Alle nieuwe expats van de Basrah Gas Company moeten voordat ze naar Iraq vertrekken een introductie-cursus volgen in Dubai. Tijdens die cursus wordt het bedrijf geintroduceerd maar wordt er ook uitleg geven over de locatie, het land en zijn bewoners. Op zich niets bijzonders, dat soort introductie-cursussen heb ik ook op Sakhalin en op de Filipijnen gehad, het enige wat wel bijzonder is is dat de cursus deze keer niet in het land zelf wordt gegeven.

Die cursus wordt maar twee keer per maand gegeven in Dubai, en dat houdt in feite in dat er per maand maar twee gelegenheden zijn voor nieuwkomers om hun nieuwe baan te beginnen. Voor een cursus in April was het al te laat en naar bleek zat ook de cursus die gegeven wordt op 5 mei al vol. De eerste gelegenheid voor mij is dus de tweede cursus in mei, en die wordt gegeven op 19 mei.

Die cursusdag zal tegelijk ook mijn eerste werkdag zijn, maar het wordt nog even afwachten wanneer ik nu precies uit Nederland vertrek. Gegeven de cursusdatum moet ik de 19e aanwezig zijn in Dubai, en het lijkt er dus op dat ik uiterlijk de 18e mei uit Nederland vertrek. Ik wacht het allemaal af.

Eerste werkschema

Mijn nieuwe baan wordt in zoverre afwijkend van mijn vorige banen in het buitenalnd dat ik deze keer niet echt ga verhuizen. In plaats daarvan ga ik werken op basis van vier weken op en vier weken af, oftewel achtentwintig aaneengesloten dagen werken (dus geen weekenden en geen feestdagen) afgewisseld met vier weken vrij.

Eigenlijk wordt mijn nieuwe functie ingevuld door twee personen, ikzelf en nog iemand die er die vier weken is als ik vrij ben en omgekeerd. Zo iemand noemen we je “back-to-back”, en het allereerste wat dus van belang is in mijn  nieuwe baan is dat ik mijn werkschema moet afstemmen op mijn back-to-back, die er overigens al is.

Mijn collega Sachin is een Indiër die al twintig jaar in Calgary in Canada woont, en ik heb hem inmiddels al een paar keer gesproken. Zijn werkschema houdt in dat hij op de 24e mei aankomt in Iraq voor zijn “shift” van vier weken. Ikzelf ga zoals gezegd op de 19e naar cursus in Dubai en ik verwacht op de 23e mei aan te komen in Iraq. Dat zou in feite dus betekenen dat we er allebei tegelijk zijn en dat kan dus niet.

Daarom heeft mijn nieuwe baas het volgende voorgesteld: ik blijf na mijn eerste aankomst in Iraq tot de 2e juni, da vertrek ik naar huis voor twee weken vrij en ik begin dan op de 21e juni voor mij eerste volle shift. Zo heb ik anderhalve week met mijn collega Sachin die mij dan kan inwerken en wanneer ik mijn eerste echte shift begin lopen we gelijk in de pas voor wat betreft onze werkschema’s.

Een prima plan wat mij betreft, maar het is op zich nog wel onder voorbehoud omdat mijn Transfer Coordinator alles rond mijn geplande startdatum nog officieel moet regelen. Vliegtickets, hotel in Dubai, huisvesting in Iraq, ik noem maar een paar dingen…

Oma met kleinzoons en achterkleinkinderen

In februari werd mijn moeder in een week tijd twee keer Overgrootmoeder toen op de 25e februari onze kleindochter Gijsje werd geboren en nog in dezelfde week zoon Sil van mijn neef Tom.

Oma moest natuurlijk op de foto met haar beide achterkleinkinderen, geflankeerd door de beide trotse vaders:

Nog steeds geen bericht…

Het is gebruikelijk dat je uiterlijk twee weken voor vertrek je reisinformatie krijgt en aangezien de planning voor het begin van mijn dienstverband bij de Basrah Gas Company op 19 mei had ik dus al bericht gehad moeten hebben. Dat is dus niet het geval en ik maak me een beetje zorgen omdat het allemaal wel kort dag begint te worden.

Toen ik dinsdag nog geen bericht had gekregen heb ik contact opgenomen met mijn Transfer Coordinator in Kuala Lumpur en die verzekerde mij dat ikzelf niets hoefde te doen behalve afwachten, er zou contact met me worden opgenomen. Zelf stuurde ze meteen een mailtje naar de afdeling die mijn reis zou moeten regelen met daarin het verzoek om mijn reis te gaan boeken.

Mijn eerste reactie toen ik dat mailtje zag was, “He? Is dat nu pas de aanvraag? Had dat allang niet gedaan moeten zijn?”. Ik werd dus nog ongeruster en heb zelf geprobeerd contact op te nemen met de reisafdeling. Tot vandaag hebben die nog steeds geen antwoord gegeven en ik heb dus zojuist maar eens een mailtje gestuurd naar mijn toekomstige baas met de vraag of die misschien van zijn kant iets kan doen. Een bijkomende complicatie is namelijk dat het morgen en zaterdag weekend is in het Midden-Oosten en ikzelf ben vrij tot aanstaande maandag…

Verkeerde tickets

Jawel, er is bericht vanuit Irak over mijn aanstaande vertrek! Vanmorgen kreeg ik een berichtje met daarin een aantal geplande vluchten en de vraag of ik kon bevsteigen want dan konden de tickets definitief worden geboekt. Op zich goed nieuws, maar helaas, de datums van de geplande vluchten kloppen niet met mijn eigen informatie.

De heenvlucht naar Dubai staat namelijk gepland voor zaterdag de 19e mei, en volgens mijn informatie moet ik dan al in Dubai zijn voor de introductie-training die verplicht is voor vertrek naar Iraq. Tijdens die training wordt ons uitgelegd wat we kunnen verwachten van onze nieuwe baan, onze nieuwe werkplek, het land en de bevolking. Als die datum van de 19e klopt dan moet ik minstens een dag van tevoren naar Dubai reizen om bij die training aanwezig te kunnen zijn en zou ik dus uiterlijk de 18e moeten vliegen.

Ook de datum voor de terugvlucht vanuit Basrah klopt niet want volgens de tickets zou ik de 14e juni vertrekken. Dat klopt niet met de afspraak die ik heb gemaakt met mijn nieuwe baas om op de 2e juni te vertrekken. Het zou wel erg sneu zijn als dat niet doorgaat want dan zou ik de verjaardag van mijn moeder op 3 juni missen.

Ik heb mijn bezwaren dus maar snel teruggemaild en nu maar hopen dat alles alsnog op tijd goed gaat komen. Het zou erg vervelend zijn als het niet lukt om de reis te regelen zoals verwacht want dan zou ik op de volgende introductie-training moeten wachten. En aangezien dat ergens in de eerste week van juni zal zijn zou ik weer minstens twee weken vertraging oplopen…

Vertrek geregeld!

Hehe, het is toch nog gelukt. Gisteren kreeg ik een mailtje waarin vermeld stond dat de 19e wel degelijk mijn beoogde vertrekdatum zal zijn want die introductie-training is pas de volgende dag. Dat is achteraf ook wel logisch want zaterdag is het weekend in Dubai en dan wordt er uiteraard geen training gegeven.

Ik kreeg een nieuw reisvoorstel, met zelfs twee mogelijkheden voor vluchten waaruit ik kon kiezen. Het verschil tussen de twee was dat ik met de ene optie wat eerder in Dubai zal zijn en tijdens de terugvlucht minder wachttijd heb tijdens de overstap in Dubai. Die optie leek me te preferen, al betekent dat wel dat ik met KLM moet vliegen in plaats van met Emirates, maar dat moet dan maar.

Ik heb gelijk deze voorkeur doorgegeven en heb vanmorgen de bevestiging gekregen dat de tickets geboekt zijn. Ook een hotel is geboekt want ik zal dus een paar dagen in Dubai verblijven. Ik moet namelijk behalve die verplichte training ook meteen op de dag na aankomst ’s morgens om acht uur bloed af laten nemen voor een bloedonderzoek. Ik moet in Dubai wachten op de resultaten van dit onderzoek want de uitslag heb ik nodig voor het verkrijgen van mijn visum als ik Irak aankom.

Mijn vertrek vanuit Dubai naar Basrah staat vervolgens gepland voor woensdag de 23e. Ik vertrek, zoals afgesproken met mijn nieuwe baas, op de 2e juni vanuit Basrah naar huis voor mijn eerste (korte) verlof. Ik kan dus nu eindelijk de voorbereidingen gaan treffen, zaterdag de 19e mei wordt mijn eerste officiële werkdag in mijn nieuwe baan!

Afscheidslunch

Mijn baas in Houston had me een tijdje geleden al aangegeven dat er een afscheidsfeestje voor me geregeld zou worden. Hij had zelf een afscheidsborrel in gedachten in een bar vlak bij het kantoor in Rijswijk, en hij had zelfs al een van de administratieve medewerksters opgedragen dit voor me te regelen.

Op zich leek een afscheidsfeestje me wel leuk maar dan wat kleinschaliger dan wat mijn baas in gedachten had en ik dacht daarom zelf ook meer aan een lunch met een paar naaste collega’s in plaats van een borrel. Dat idee heb ik ook naar voren gebracht maar mijn collega’s waren het daar niet zo mee eens. Wel met die lunch maar dat kleinschalig is toch wat uit de hand gelopen. Er werd namelijk een uitnodiging uitgestuurd voor een lunch in restaurant “De Halve Maan” in Rijswijk en wel naar zo’n vijfentwintig mensen…

Nou moet ik zeggen dat ik het hartstikke leuk vond dat ze allemaal toezegden te komen en dat er maar een enkele afzegger was. De lunch was vandaag en het werd hartstikke gezellig, mede doordat we vanwege het prachtige weer lekker buiten op het terras konden zitten.

Ik kreeg twee korte toespraakjes en een aantal kado’s waarvan het leukste zonder meer de graafmachine van Lego was die ik van collega’s Dennie en Pieter kreeg (om in het zand mee te spelen in Irak…).

Dennie en Pieter zijn de collega’s waar ik de afgelopen twee jaar het meest mee heb gewerkt en die zal ik met hun humor gaan missen, maar aangezien ik toch regelmatig terug ben in Nederland hebben we al besloten om regelmatig uit lunchen te gaan om weer eens bij te praten.

Laatste werkdag in Rijswijk

Het was best een raar gevoel vanmorgen om voor de laatste keer voor een werkdag naar het kantoor in Rijswijk te rijden. Hoewel ik zaterdag pas vertrek heb ik de komende twee dagen vrij genomen om nog wat laatste dingen te regelen en daarmee was vandaag dus mijn laatste werkdag in mijn huidige job.

Erg veel was er qua werk natuurlijk niet meer te doen, alles is overgedragen of afgerond, maar er moesten nog wel wat formaliteiten worden afgehandeld. Daarna was het natuurlijk afscheid nemen van mijn collega’s, voor zover ik dat gisteren nog niet had gedaan.

En dit werd echt mijn laatste werkdag in Rijswijk, want mocht ik naar het avontuur bij de Basrah Gas Company weer een baan krijgen bij Shell in Nederland dan zal dat zeker niet in Rijswijk zijn. Dit gebouw is namelijk verkocht en wordt voor het eind van dit jaar door Shell verlaten. En hoewel ik verwacht dat ik er de komende maanden nog wel af en toe zal komen zal dat alleen nog voor sociale bezoekjes zijn en niet meer voor werk.

En daarmee wordt er weer een periode definitief afgesloten…

Naar mijn werk…

Vandaag was mijn eerste werkdag voor de Basrah Gas Company en zoals dat altijd gaat met buitenland-postings is de eerste werkdag de dag dat je naar je bestemming vertrekt. En dat was ook dit keer het geval want om half drie vanmiddag vertrok ik vanaf Schiphol naar Dubai waar ik de komende dagen zal doorbrengen. Woensdag vertrek ik vandaar als alles volgens plan verloopt door naar Basrah.

Riet bracht me even na elven naar Schiphol waar ik eerst wat Dirhams heb gewisseld want ik wilde toch wel wat contant geld hebben als ik in Dubai aankwam. Daarna nam ik er mijn gemak van in de business lounge van KLM, want inderdaad, ik vloog deze keer niet met Emirates maar met KLM. Op zich had ik wel met Emirates kunnen vliegen want hoewel ik zelf mijn tickets niet meer mag boeken bood het reisbureau van het bedrijf me twee opties aan, waaronder ook Emirates. Het probleem was echter dat die vlucht pas om middernacht in Dubai zou aankomen en daarom besloot ik toch maar te kiezen voor de KLM-vlucht omdat die een uur eerder zou arriveren en me dus simpelweg wat meer nachtrust zou geven.

In de praktijk viel dat behoorlijk tegen. Met de vlucht zelf was niks mis (KLM heeft zijn toestellen qua inrichting behoorlijk geüpgrade, het cabine-personeel doet tegenwoordig zijn best om sympathiek over te komen en het eten was zonder meer uitstekend) maar het bij KLM bestelde vervoer van de luchthaven naar het hotel was er mooi niet toen ik aankwam. Het was ondertussen al aardig laat omdat ik erg lang op mijn koffer had moeten wachten, en nu moest ik dus ook nog eens aansluiten in de lange rij wachtenden voor een taxi.

Gelukkig bleek de wachttijd mee te vallen maar vervolgens zette de taxi-chauffeur (die overigens onderweg nog een keer stevig zijdelings tegen een stoeprand bonkte) me vervolgens voor het verkeerde Ibis-hotel af waardoor ik met mijn koffer slepend moest lopen naar het Ibis-hotel waar ik wel moest zijn, om de hoek…

Uiteindelijk lag ik pas rond een uur of een in bed…

Kliniek en kantoor

Niet alleen lag ik vannacht erg laat op bed, vanmorgen moest ik er ook nog eens vroeg uit. We moesten met de hele groep nieuwkomers van een man of tien namelijk om acht uur bij een medische kliniek zijn aan de andere kant van Dubai.

Een van die andere nieuwkomers is Chobie, een ouwe collega die ik ken van het project op de Filipijnen en bovendien zaten we daar ook nog korte tijd samen in een band. Met hem had ik al gecommuniceerd en afgesproken om samen een taxi te nemen naar de kliniek. Om half acht vertrokken we, samen met nog een Maleise collega die Chobie weer kende, om bij aankomst in de kliniek te horen dat we pas om negen uur zouden worden geholpen. Aangepaste werktijden in verband met de Ramadan…

Nou ja, niks aan te doen, er stonden prima bankstellen in de hal van de afdeling waar we moesten zijn en bovendien werd het nog gezellig toen de rest ook kwam binnendruppelen. Ik was als eerste aan de beurt en het verbaasde me dat ik in plaats van alleen bloed aftappen weer de hele riedel moest doorlopen van bloeddruk, gewicht, lengte, polsslag, zuurstof in het bloed, controle van mijn medicijnen, enzovoort, enzovoort. Zelfs een kort gesprek met een dokter stond weer op het programma, waarbij ik weer te horen kreeg dat mijn bloeddruk aan de hoge kant was, en bla-bla-bla-bla… ja, dat weet ik nou wel! In ieder geval zeggen alle dokters hetzelfde, en ook van deze aardige dame met hoofddoek kreeg ik hetzelfde verhaal als altijd. Dieet, minder zout, bla-bla-bla…

Uiteindelijk konden we ons dus pas veel later dan verwacht laten afzetten bij ons kantoor, gevestigd in een gebouw vlak om de hoek bij ons hotel. De taxi-chauffeur had ons zo bleek bij vergelijking met de andere collega’s een flinke poot uitgedraaid (zoals ik al vermoedde) maar de baas betaalt dus heb ik er maar geen drukte over gemaakt.

Op kantoor kregen we een introductiecursus over met name wat ons allemaal procedureel en administratief te wachten staat bij aankomst in Basrah. Dat hele verhaal duurde tot een uur of drie, waarna ik nog een kort kennismakingsgesprek had met Amit, mijn nieuwe baas. Hij was me overigens al even de hand komen schudden toen we net op kantoor aangekomen waren en bij de receptie zaten te wachten totdat de rest van de collega’s uit de kliniek zou arriveren. We spraken af dat we morgenmiddag nog even een diepgaander gesprek zouden hebben.

Vanavond ben ik met mijn collega’s Chobie en Munzir naar de Dubai Mall geweest om te kijken of we ergens een hapje konden eten. We namen de metro vlak bij het hotel, en het was maar goed dat we de tickets met onze credit cards konden betalen want geld tappen bleek een probleem. Het probleem was waarschijnlijk dat onze bankpassen niet geactiveerd waren voor in ieder geval het Midden-Oosten, wat bij mij achteraf inderdaad het geval bleek.

De Dubai Mall is gelegen recht onder de Burj Khalifa, met 829 het hoogste gebouw ter wereld. Nou ben ik wel wat gewend met het Suria Shopping Centre en het Pavilion in Kuala Lumpur maar dit was helemaal het toppunt van luxe. We vonden een visrestaurant waar we prima hebben gegeten en na nog wat rondgelopen te hebben binnen en buiten gingen we weer met de metro terug naar het hotel.

 

 

 

 

 

 

 

En ik heb zowaar bij de Dubai Fountain een selfie gemaakt met mijn ouwe maat Chobie:

Ramadan

Woensdag vertrekken we naar Basrah maar tot dan hebben we geen verplichtingen, wacht betekent dat we twee dagen kunnen doorbrengen zoals we dat zelf willen. Dat klinkt misschien raar maar het punt is dat we hier eigenlijk alleen maar moeten verblijven om de verplichte door de Iraakse Ambassade goedgekeurde bloedtest te ondergaan en te wachten op de uitslag daarvan. Die bloedtest hebben we dus gisteren gedaan en de schriftelijke uitslag komt pas morgen, dus mogen we twee dagen “naar eigen inzicht besteden”.

Vrijwel niemand heeft meer een laptop, de nieuwe krijgen we pas in Basrah, en een tijdelijke laptop heeft ook niet veel zin omdat van iedereen op dit moment alle gegevens worden overgezet van oude baan naar nieuwe baan en tijdens dat proces (wat twee tot drie dagen duurt, als je geluk hebt) kun je niet inloggen en dus niet werken.

Goed, twee min of meer vrije dagen dus, en de eerste begon met uitslapen wat wel nodig was na de zeer korte vorige nacht. Het eerste wat ik deed na het ontbijt was kijken of het probleem met mijn niet werkende bankpas was opgelost en dat bleek het geval, ik heb weer contant geld. De rest van de ochtend heb ik een beetje in en rond het hotel rondgehangen, me bezig houdend met mijn laptop terwijl ik luisterde naar muziek.

Mijn enige verplichting vandaag was een tweede gesprek met mijn baas en dat was vroeg in de middag. Dat liep wat uit dus vanuit kantoor ging ik rechtstreeks naar de Dubai Mall, achter mijn twee Maleise collega’s aan die alvast vooruit waren gegaan. We vonden elkaar daar vlot dankzij WhatsApp, waarna we een tijd rondwandelden door het gigantische winkelcentrum.

Wat me opviel was dat alle eetgelegenheden, tot aan Starbucks aan toe, allemaal gesloten waren. Natuurlijk, bedacht ik, de Ramadan is vorige week begonnen. Dat leek in eerste instantie geen probleem maar het begon knap irritant te worden toen ik dorst kreeg. Ik was dan ook heel blij toen ik een Starbucks vond die open leek maar die vreugde was van korte duur toen bleek dat ik wel iets kon kopen maar alleen “to go”, oftewel ik mocht het er niet opdrinken! Er mag tijdens de Ramadan namelijk niet in het openbaar worden gegeten en gedronken, dus zelfs als je iets te eten of drinken hebt bemachtigd dan kun je het nog nergens opeten of opdrinken, behalve misschien achter een gesloten deur van het openbare toilet…

Ik heb het nog een tijdje geprobeerd uit te zingen maar toen was ik het zat, ik had geen zin om te wachten tot zonsondergang om zeven uur. Ik heb mijn Maleise makkers gedag gezegd en wilde eigenlijk terug naar het hotel gaan toen ik een zijgang zag met een afzetting, met daarin een doorgang met daarnaast het bericht dat “hierachter gekochte etenswaren ook alleen achter deze afzetting mochten worden genuttigd”.

Ik liep snel naar binnen en kreeg spontaan het gevoel wat Alice moet hebben gehad toen ze Wonderland binnenging. Ik bevond mij in een gigantisch Food Court vol met buitenlanders, van Europeanen tot Filipino’s, met een KFC, ijstentjes, pizza-tentjes en jawel, een McDonalds! Het leek mij volkomen gepast om bij wijze van protest een Big Mac naar binnen te werken met een grote Milkshake, en dat is dan ook precies wat ik heb gedaan…

Dubai

Weer een vrije dag vandaag, want hoewel we eigenlijk moeten wachten op het document met de uitslagen van onze bloedtesten hebben we een collega die toch naar kantoor zou gaan bereid gevonden om alle documenten voor ons op te halen.

Dat gaf ons de gelegenheid om nog een dagje rond te neuzen in Dubai. We wilden eigenlijk naar het oude gedeelte van de stad maar dat werd ons afgeraden om verschillende redenen. Allereerst is het een flinke wandeling er naar toe vanaf het dichtstbijzijnde metrostation en dat is midden op de dag met de huidige temperaturen niet aan te raden, en verder is vrijwel zeker alles dicht vanwege de Ramadan. We besloten over te gaan naar Plan B en dat was een bezoek aan het Aquarium in de Dubai Mall en daarna een kijkje te nemen bij het strand bij de jachthaven, gelegen vlakbij het beroemde Palm Eiland. We begonnen in de Dubai Mall met een bezoek aan het Aquarium.

We waren met zijn vieren, mijn Maleise collega’s Chobie en Munzir met wie ik gisteren ook op stap ben geweest, en onze Egyptische collega Akram die een prima gids bleek want hij heeft vijf jaar in Dubai gewoond. We hebben een uurtje of twee doorgebracht op het strand om daarna per taxi naar Madinat Jumeira te gaan, een soort van souk (een Arabische kruising tussen een markt en een winkelcentrum) waar volgens Akram een restaurant was gevestigd met de beste steaks van Dubai.

We vonden het restaurant genaamd Meat Company waar we plaats namen op het terras met uitzicht op het ook al beroemde zeven-sterren hotel Burj Al Arab. De steaks bleken inderdaad subliem, dit was de lekkerste rib-eye die ik heb gegeten sinds Australië vorig jaar november…

We reden met de metro terug naar het World Trade Center aan de andere kant van de stad waar ons hotel is gevestigd. Terug in het hotel haalden we onze documenten op met de uitslag van onze bloedtest, de door de ambassade van Irak gecertificeerde verklaringen dat we geen infectieziekten onder de leden hebben.

Dit was de laatste dag van ons onverwacht aangename verblijf in Dubai, morgen begint het pas echt want dan vertrekken we naar Irak!

Aankomst in Irak

Vandaag was het dan eindelijk zover, onze groep van tien nieuwelingen die zich in Dubai had verzameld ging vertrekken naar Irak. Om elf uur vanmorgen verzamelden we in de hal van het Ibis One Central hotel en vertrokken vandaar in groepjes met taxi’s naar de luchthaven. Chobie, Munzir en ik waren de afgelopen dagen al meest met elkaar opgetrokken en vandaag deelden wij drieën dan ook een taxi.

We waren als eersten op de luchthaven waar het opvallend rustig was. Chobie had overbagage en moest dus apart inchecken, Munzir en ik hadden al online ingecheckt en wij hoefden dus alleen nog maar onze koffers af te geven. Even dacht ik nog dat het daar misging want de jongedame achter de balie vroeg na het bekijken van mijn paspoort om mijn visum. En ja, dat had ik nog niet, ik had alleen nog een brief die moest garanderen dat ik meteen bij aankomst in Irak een visum zou krijgen. De jongedame was niet overtuigd, zeker niet meer toen ik zei dat de brief niet het origineel was maar een geprinte kopie. Ze ging navragen bij collega’s en die verzekerden haar dat het in orde was.

Ons toestel vertrok om tien voor twee Dubai tijd en was half leeg dus we hadden allemaal, ondanks dat we dit stuk Economy reisden, ruimte zat. Er zaten trouwens vrijwel geen Arabieren in het toestel, zo te zien waren het vrijwel allemaal werknemers van de Basrah Gas Company of een ander Irakees olie- of gasproject. Bij aankomst om even over half drie (het is in Irak een uur eerder dan in Dubai) was er een aangename verrassing want het vliegveld zag er een stuk beter uit dan we hadden verwacht. Er waren gewoon slurven voor het in- en uitstappen en het was weliswaar niet groot maar redelijk netjes. 

Onze eerste stop was een visumloket waar we op vertoon van ons paspoort en de visumbrief een formulier kregen om in te vullen. Nadat dat was gedaan leverden we alles weer in bij hetzelfde loket en begaven ons naar het tegenover gelegen visumkantoor, een soort grote wachtruimte met loketten. we moesten daar wachten totdat onze namen (of iets wat daarop leek) werden omgeroepen en dan konden we tegen betaling van tweehonderd en twee dollar ons paspoort ophalen met daarin het visum. Dat ging eigenlijk veel vlotter dan we hadden verwacht want na iets meer dan een uur had iedereen zijn paspoort met visum (er was gesproken over mogelijke wachttijden tot drie uur). Mijn naam werd overigens afgeroepen als “Van Den”…

Helemaal goed bleek het overigens nog niet want toen ons ontvangstcomité in de hal onze visa bekeek bleken er nogal wat (ook die van mij) te zijn waarin de naam van Shell niet werd genoemd als sponsor, terwijl dat wel moest. Gelukkig werd dat snel opgelost, een van onze begeleiders ging terug naar het visumkantoor waar het er gewoon even bij werd geschreven.

Het was inmiddels bijna kwart voor vijf toen we klaar voor vertrek waren en wat er vanaf dat moment gebeurde was ronduit bizar, maar ik zal proberen een verslag te doen van onze rit naar het kamp.

Buiten werden we overvallen door de hitte, het was zinderend heet met zo’n tweeënveertig graden. Er stond een rij taxi’s voor ons klaar en we stapten in groepjes van drie allemaal in een Toyota Prado. We reden weg van het stationsgebouw over een kale weg met langszij dorstig ogende palmbomen tot aan de grens van het vliegveld waar onze chauffeurs tussen betonnen versperringen moesten laveren. Even verderop draaiden de taxi’s echter weer om en volgden een hobbelige weg naar een kale vlakte net buiten de grens van het vliegveld waar een paar auto’s en een paar minibusjes klaar stonden.

Op deze plek, de “Dust Bowl” genaamd, stapten we uit de taxi’s, onze namen werden gecheckt en vervolgens kregen we een minibus toegewezen om in te stappen. Deze minibusjes waren van precies hetzelfde model als de busjes waarmee we toentertijd op Sakhalin werden vervoerd maar ze zagen er van binnen heel anders uit. Wat van buiten door het donkere glas niet te zien was waren de hele kleine raampjes, die meer op vierkante patrijspoorten leken. De rest van de wanden was afgeschermd met een kogelvrij materiaal wat (zo hoorden we) bestand zou moeten zijn tegen de 51mm kogels van sluipschutters. En op de stoelen lagen tamelijk zware kogelvrije vesten die we moesten aandoen.

We kregen allemaal een fles heerlijk koud water en we werden gerustgesteld, alles was uit voorzorg en er was eigenlijk nog nooit wat gebeurd. Desondanks kregen we een aantal waarschuwingen zoals wat te doen in geval van een lekke band (uitstappen wanneer dat wordt aangegeven en dan snel de andere bus in). Nadat de zware ijzeren deur was gesloten vertrok ons kleine konvooi van twee minibusjes met voorop een gepantserde Toyota Landcruiser, richting het KAZ Camp.

KAZ staat voor Khor Al Zubair en dat is de plek waar ons kamp zich bevindt. Er zijn nog meer kampen waar personeel verblijft maar KAZ is het dichtst bij de fabriek, vijf minuutjes per bus of een kwartier lopen, maar dat laatste werd ons met de huidige temperaturen ernstig afgeraden.

Onderweg naar het kamp keken we door de kleine en tamelijk vuile raampjes naar het landschap wat aan ons voorbijrende, en ik moet zeggen dat ik nog nooit zoiets heb gezien. Het land is helemaal vlak en het is vrijwel allemaal zand met hier en daar een verdwaalde struik of boom. Huizen waren er maar sporadisch, militair ogende kampen met hoge betonnen muren en stompe, eveneens betonnen wachttorens des te meer. We passeerden verscheidene checkpoints zonder overigens te hoeven stoppen.

Verder zagen we onderweg aan de horizon eigenlijk alleen maar olieraffinaderijen, allemaal herkenbaar door de torens met de branden vlam. Deze torens, die het restgas van de oliewinning verbranden (dat heet op z’n Engels “flaren”) zorgden ervoor dat er overal dikke wolken zwarte rook te zien waren. Af en toe zagen we bij huizen kuddes geiten lopen op veldjes met spaarzaam gelig gras, en we zagen zelfs een paar keer mannen lopen waarbij we ons afvroegen waar ze vandaan kwamen en vooral waar ze naar toe gingen. Want zoals gezegd, behalve heel veel zand was er vrijwel niks.

Gelukkig werden de wegen, die vanaf de “Dustbowl” verschrikkelijk slecht waren (mijn kronen rammelden zowat uit mijn mond), gaandeweg beter maar het was nog steeds een tamelijk lawaaiige rit doordat de bepantsering behoorlijk rammelde. De rit duurde iets meer dan een uur en toen kwamen we aan bij de fabriek en het KAZ Camp. Weer veel slagbomen, barricades en hoge muren, maar eenmaal binnen zag het er gelukkig allemaal wat gemoedelijker uit. Het kamp is niet groot en omvat hoofdzakelijk blokken die eruit zien als barakken en hier en daar containers.

We werden naar het administratiekantoortje gebracht waar we allemaal een sleutel kregen van een appartement in een van de barakken. Onderweg kwam ik zowaar mijn ouwe collega Jet tegen die ik ken van onze tijd op de Filipijnen, wat een hartelijk weerzien was na bijna drie jaar. Meteen nadat we onze sleutels hadden gekregen werden we naar een wat groter gebouw gebracht waar we in een vergaderzaal met hele fraaie stoelen onze eerste briefings kregen, hoofdzakelijk over onze appartementen en de inrichting van het kamp. Onze foto’s werden genomen voor een toegangspas waarna nog een korte wandeling over het kamp volgde, en daarna waren we vrij.

Het was inmiddels al bijna zes uur en dus de hoogste tijd om te gaan eten. We waren erg nieuwsgierig want we hadden goeie verhalen gehoord over het eten in het kamp, en er was geen woord teveel gezegd. En niet alleen het eten was meer dan prima, er staat ook een softijs-machine!

Na het eten regelde Jet voor mij en mijn twee Maleise collega’s een wachtwoord voor de Internetverbinding, waarna ik ook zoek ging naar mijn appartement. Morgen wordt het vroeg op want het ontbijt is tot zeven uur…

Introductiedag

Vandaag was een dag met verscheidene introductiesessies en de eerste daarvan was de HEAT training. HEAT is een afkorting en staat voor “Hostile Environment Assessment Training”, wat een training is waarbij je leert hoe je moet omgaan met werken en leven in een “vijandige” omgeving. En allemachtig, wat we daar allemaal te horen kregen is niet bepaald misselijk, er is in dit land veel meer aan de hand dan wij in Nederland in de kranten lezen!

Het komt er in het kort op neer dat er over de hele wereld bij bedrijven een standaard wordt gehanteerd voor de situatie, aangeduid met kleuren. Groen betekent veilig, oranje is zorgwekkend, rood is ernstig en bij zwart wordt alles en iedereen meteen het land uit geëvacueerd. Voor Irak wordt hetzelfde kleurenschema gehanteerd maar wat overal elders diepzwart zou zijn, daar begint hier het groen pas. Ik bedoel maar. Gelukkig hoeven wij als werknemers hier niet wakker van te liggen, er werd zelfs verteld dat we ook aan onze families thuis moesten doorgeven dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. Bij deze dus.

Gelukkig ging de training ook in op de culturele aspecten van de Iraakse samenleving, en dat was ook heel interessant. Het is weer een totaal andere samenleving met hele sterke familiebanden maar ook met stammen en soms voor ons merkwaardige gewoontes. Zo moet je bijvoorbeeld nooit tegen een Iraqi zeggen dat je zijn horloge mooi vindt want dan biedt hij het je gelijk aan, en sterker nog hij is beledigd als je het dan niet aanpakt. Helaas werkt dit systeem twee kanten op en ons werd dus aangeraden om onze Rolexen, IWC’s en Tag Heuers vooral thuis te laten…

De tweede sessie vandaag ging over ons werkvisum. Dat hebben we gisteren op het vliegveld gekregen dacht ik, maar dat blijkt maar de helft van het verhaal. Op basis van het resultaat van het bloedonderzoek wat we in Dubai moesten laten doen moet ons visum namelijk nog worden uitgebreid met een uitreisvisum, wat erg handig is als je land uit wilt. Er komt ook een bloedtest-stempel in je paspoort te staan en dat is weer nodig om van het Ministerie wat daar over gaat een toegangspas te krijgen om de olievelden te mogen bezoeken. En die pas is ook erg nodig aangezien onze locatie midden in zo’n olieveld staat. Nu hebben we nog een tijdelijke vergunning maar die verloopt na 21 dagen, en dat betekent dat er dit weekend nog wat administratieve rompslomp staat te gebeuren.

De laatste sessie was er ook weer een waar je wakker van zou kunnen liggen als je daar gevoelig voor bent, die ging namelijk over explosieven die overal in dit land verspreid liggen en die niet ontploft zijn. Het stikt hier van die troep en er zijn nog steeds complete mijnenvelden die nog niet opgeruimd zijn. We hebben zelfs een speciale afdeling die zich met dit soort zaken bezig houdt. En weer ter geruststelling, waar wij werken en wonen is alles allang opgeruimd, het is meer dat je leert dat je hier niks moet oprapen als je toevallig ergens buiten het kamp bent.

Er was nog tijd vanmiddag om naar de sportzaal te gaan, en dat werd tijd ook want ik ben sinds vorige week woensdag niet meer wezen sporten. Het bleek een kleine zaal te zijn met niet heel erg moderne spullen, maar ik ga het er wel mee redden. Het zwembad is wel erg mooi heb ik gehoord dus daar ga ik ook vandaag of morgen gebruik van maken.

Om af te sluiten vandaag maar even twee foto’s van het kamp. Op de eerste foto zie je de recreatieruimte met daarin de sportzaal. Erachter liggen het zwembad en een tennisbaan annex basketbalveld. De twee gebouwen helemaal achteraan zijn de nieuwste appartementen:

Op de foto hieronder zie je ons restaurant. Nou ja, eetzaal dan, maar het eten is echt geweldig! In die containers rechts ervan woont beveiligingspersoneel:

En had ik al gezegd dat de WiFi hier prima is? Beter zelfs dan in Dubai! Er kan dus ge-netflixt worden…

 

Eerste echte werkdag

Gistermiddag is Sachin, mijn back-to-back aangekomen in het KAZ camp na zijn vier weken verlof. Voor degenen die niet weten wat dat is, een back-to-back is de persoon die hetzelfde werk doet als jij in de vier weken dat jij er niet bent. In feite vervul je dus samen een volledige baan van driehonderdvijfenzestig dagen per jaar en het merkwaardigste daarvan is dat je elkaar vrijwel nooit ziet want op de dag dat de een komt vertrekt de ander.

Ik had hem gistermiddag al een mailtje gestuurd om te vragen of en waar we elkaar konden ontmoeten en vanmorgen vroeg kreeg ik als antwoord dat hij op kantoor zou zitten “in het witte gebouw”. Nou zei me dat niks maar aangezien ik al met een paar collega’s had afgesproken had om hoe dan ook naar kantoor te gaan was het geen probleem om het te vinden dacht ik.

Er rijden shuttlebussen tussen het kamp en de fabriek (wij gebruiken de Engelse term “plant”) waar de kantoren zijn. Deze shuttlebussen zijn van exact hetzelfde type als de bus waarmee we van het vliegveld werden opgehaald maar dan de normale versie, dus niet gepantserd.

Toen de bus het kamp verliet was er bij de hoofdingang een merkwaardige ceremonie. Iedereen had bij het instappen zijn badge in een plastic bak naast de chauffeur gegooid, en aangekomen voor de eerste slagboom deed de chauffeur het raampje open en haalde niet alleen zijn eigen badge maar ook alle badges uit de bak langs de scanner naast de slagboom. Vervolgens werd de bak naar achteren doorgegeven en pakte iedereen zijn eigen badge weer terug. Het waarom van dit tafereel is eigenlijk heel simpel: iedereen is verplicht uit te scannen als je het kamp verlaat, en als de chauffeur het doet voor iedereen gaat dat veel sneller dan wanneer iedereen de bus uit gaat om langs die scanner te lopen…

Bij het “witte gebouw” stapte ik met nog een paar collega’s uit en we gingen samen naar binnen. Maar waar mijn collega’s al snel hun plek vonden kon niemand mij vertellen waar Sachin uithing. Sterker nog, de meesten kenden die naam niet. Bleek dat er achter het witte gebouw nog een wit gebouw staat, en jawel, daar moest ik zijn. Gelukkig vond ik Sachin meteen en kon ik ook kennis maken met collega Ali die ik al kende van regelmatig email contact maar die ik nog nooit persoonlijk had ontmoet.

De lange werkdag werd doorgebracht met het doorspitten van het werk wat er de komende maanden allemaal gedaan moet worden en ik kreeg al gelijk een aantal aardige problemen in mijn schoot geworpen om de komende tijd op te lossen. De enige onderbreking was de lunch waarvoor we met de shuttlebus heen en weer reden naar het restaurant in het KAZ kamp. Met uiteraard bij de hoofdingang op zowel de heenweg als de terugweg het ritueel met de badges. Het was overigens bijzonder rustig op kantoor want voor alle Irakese collega’s is het vandaag en morgen weekend.

En laat werd het vandaag ook niet want er zijn aangepaste werktijden vanwege de Ramadan en daarom vertrok de laatste bus niet om kwart voor zeven maar al om tien voor vijf…

Uitreisvisum

De tweede werkdag en hoewel het zaterdag is hier ook de tweede dag van het weekend. Zoals gewoonlijk zat ik rond kwart over zes aan het ontbijt in het restaurant en nam ik de shuttlebus van zeven uur naar het kantoor. Op de bovenstaande foto zie je de bushalte vanuit het naastgelegen rokershok annex zithoek.

De meeste tijd ging weer op aan het vertrouwd raken met de manier van werken hier bij Basrah Gas, wat een beetje lastig was omdat ik nog steeds geen eigen laptop heb. De reden daarvoor is dat het hier weekend is, dan is de IT afdeling gesloten. Wat in ieder geval duidelijk is is dat er genoeg werk ligt om ons een aardig tijdje bezig te houden. 

Er was een onverwachte onderbreking om bij elven, toen ik van een van mijn collega’s die gelijk met mij was aangekomen een berichtje kreeg dat we niet zoals afgesproken om één uur maar al om elf uur onze paspoorten moesten inleveren bij de administratie. Dat leek me een probleem gezien het feit dat ik op kantoor zat op het fabrieksterrein en het administratiegebouw in het KAZ kamp is. Om daar tenminste nog een beetje op tijd te komen moest ik dus snel de bus van elf uur terug naar het kamp zien te halen.

Ik ging dus zo snel mogelijk naar de bushalte die gelukkig vlak bij het kantoorgebouw is, maar al wat er kwam om elf uur, geen bus. Het was ondertussen een aardige 43 graden geworden en daarbij stond ik toch al peentjes te zweten omdat ik te laat zou aankomen, dus je kunt wel nagaan hoe warm ik het had. De bus kwam om tien voor half twaalf aan en gelukkig zaten mijn collega’s er ook in, wat betekende dat er om elf uur hoogstwaarschijnlijk helemaal geen bus was geweest. Hier zie je overigens het uitzicht vanaf de bushalte bij het kantoor waar ik vandaag zat, dat is het witte gebouw rechts:

Aangekomen bij het administratiekantoor bleek alle haast ook nog een voor niks want ze dachten daar alleen maar dat we onze afspraak vergeten waren en daarom hadden ze maar een berichtje gestuurd. Met een andere tijd dan oorspronkelijk afgesproken, en vandaar de verwarring. Ik dacht in deze eerste paar dagen dat alles hier in ieder geval aan de kant van het bedrijf beter georganiseerd zou zijn dan op de Filipijnen, en hoewel het daar echt op leek begin ik er nu toch langzamerhand een beetje aan te twijfelen…

Vanmiddag na het werk ben ik weer naar de fitnesszaal geweest en daarna heb ik voor het eerst gebruik gemaakt van het zwembad. Dat is een buitenbad wat weliswaar aan de smalle kant is maar wel vijfentwintig meter lang en dus prima geschikt om baantjes te zwemmen. Geen kleedhokken, alleen een kast met schone handdoeken, maar er staan ook wel weer ligbedden. Kun je met de oventemperaturen hier lekker gaan liggen bakken.

Vanavond was er de finale van de Champions League en die heb ik gekeken in het recreatiegebouw op een groot scherm. Dat wil zeggen, alleen de eerste helft, want het aanvangstijdstip van de wedstrijd was vanwege het tijdsverschil aan de late kant. De tweede helft heb ik dus voor gezien gehouden want morgen loopt om kwart voor zes de wekker weer af.

Paspoort terug

Vanmorgen kwam ik bij het ontbijt Sachin tegen en we besloten om samen naar het kantoor te lopen in plaats van de shuttlebus te nemen. Dat is qua afstand prima te doen want het is maar een kwartiertje lopen, maar het is tussen zeven uur in de ochtend en vijf uur in de middag vanwege de hitte niet meer te doen. Zelfs Chobie, die afkomstig is uit Maleisie en toch wel wat gewend zou moeten zijn, gaf het bij een poging na honderd meter al op…

Maar in de vroege ochtend als het nog niet op zijn heetst is is het een mooie wandeling waarbij je langs de eigenlijke fabriek komt zoals je op de foto kunt zien:

Het eerste wat ik vandaag deed was regelen dat ik een tijdelijke laptop kreeg zodat ik eindelijk eens wat werk kon gaan doen. Dat lukte op zich wel, maar de eerste laptop bleek al snel raar te gaan doen dus werd er een andere voor me opgetuigd. Die begaf het al tijdens het optuigen dus laptop nummer drie kwam tevoorschijn. Dat was op zich een flinke verbetering want niet alleen was dit een nieuwer (en dus sneller) model maar deze deed het ook.

Het enige probleem wat ik nog had dat ik nog niet bij mijn gegevens kon. Omdat ik verhuisd ben van Europa naar het Midden-Oosten moeten mijn gegevens ook worden meeverhuisd, en dat was nog niet helemaal afgerond. Ik zal moeten wachten tot morgen want dan is volgens de afdeling die daarover gaat alles pas klaar.

Veel werk heb ik dus ook vandaag weer niet kunnen doen maar omdat dit de eerste dag was dat mijn Irakese collega’s weer op kantoor waren na hun weekend heb ik met een heleboel mensen kennis gemaakt. Mijn Irakese baas pootte me meteen in een stoel bij zijn bureau en begon een heel gesprek, wat af en toe wat moeizaam verliep vanwege zijn gebrekkige Engels. Af en toe was er een andere Irakese collega nodig om een en ander te vertalen en zo kwamen we toch tot een leuk gesprek. In de loop van de ochtend sleepte hij me ook mee het gebouw rond, overigens samen met mijn collega Sachin want die is ook nog betrekkelijk nieuw hier en kende ook nog niet iedereen. 

Verder was het wachten op het bericht dat onze paspoorten terug zouden zijn met ons uiteindelijk visum en het stempel wat aangeeft dat het bloedonderzoek geen enge ziektes heeft aangetoond.

Dat bericht kwam in de loop van de middag en aan het eind van de middag konden we onze paspoorten afhalen op het administratiekantoor. Het papierwerk gaat dus weliswaar niet allemaal even vlot maar vergeleken met de Filipijnen is het absoluut een verademing!

Dat we nu ons paspoort terug hebben betekent dat ik samen met een paar andere collega’s morgen ga verkassen naar een ander kamp waar ik de rest van de week zal verblijven, en dus heb ik vanavond mijn koffer weer gepakt. Ik ben klaar voor verhuizing nummer drie, na Dubai en het KAZ kamp nu naar het AMBP kamp.

Op de foto nog gauw even een kijkje in de gang van de barak waar mijn appartementje is, de eerste deur rechts.

Nieuw tijdelijk onderkomen

Ik en nog een paar collega’s zaten de afgelopen dagen in tijdelijke onderkomens in het KAZ kamp. Dat komt voor mijn collega’s omdat er gebrek is aan woonruimte doordat er een behoorlijke toeloop is van nieuwe werknemers, voor mij ligt dat anders want Sachin, mijn back-to-back, is er ook en dat betekent dat hij nu in het appartement zit wat aan ons samen is toebedeeld. In principe zouden wij hier natuurlijk nooit tegelijk aanwezig moeten zijn, dit is een eenmalige zaak om mij in te werken.

Er is nog een probleem wat gebrek aan woonruimte veroorzaakt en dat is het drie-maandelijkse verplichte bloedonderzoek. Dat kan alleen maar in het KAZ kamp gedaan worden en collega’s van andere kampen moeten dan dus voor een kort bezoek overkomen en die moeten dan natuurlijk ergens kunnen overnachten. Om deze reden moesten ik en een paar collega’s ruimte maken in het KAZ kamp en werden we vandaag overgebracht naar een ander kamp, het Al Majal Business Park of kortweg het AMBP kamp.

Het werd daarom voor ons een korte werkdag want ons transport naar dit kamp, wat op drie kwartier rijden van de fabriek ligt, vertrok al om één uur vanuit het KAZ kamp.

Gelukkig was er nog tijd voor de lunch in het KAZ kamp waarbij ik nog even op de foto ging met Chobie en Jet waar ik ook op de Filipijnen mee heb gewerkt.

Uiteraard was de reis weer met een zwaar gepantserde shuttlebus en dat op het heetst van de dag (43 graden buiten) en met een zwaar kogelvrij vest aan, je kunt je wel voorstellen hoe mijn overhemd eruit zag toen we aankwamen.

De rit zelf was behalve dat toch al niet plezierig door het bar slechte wegdek onderweg en van het landschap onderweg wordt je ook niet echt vrolijk zoals je op de foto kunt zien:

Aangekomen in het ook weer dik ommuurde kamp met uitgebreide veiligheidsmaatregelen was er een behoorlijke verrassing, want achter de muren had het kamp meer weg van een resort. De kamers bleken buitengewoon gerieflijk, er is een mooie grote fitness ruimte, een koffiebar, een terras met een gigantisch projectiescherm en een soort Winkel van Sinkel die letterlijk alles verkoopt wat je nodig hebt als je je koffer zou verliezen (het schijnt zelfs in maten voor mensen die groter zijn dan een meter zestig).

Maar eerst kregen we een veiligheidspraatje, en dat nam maar liefst drie kwartier in beslag. Daarna heb ik een behoorlijke tijd in de fitnessruimte doorgebracht, en dat gaat toch wel goed hier want ik sport nu geen drie keer in de week maar maar om de dag (goed bezig, dacht ik). Vanavond bleek dat we er wat het eten betreft ook beslist niet op achteruit zijn gegaan. Alleen de WiFi is duidelijk minder dan in het KAZ kamp, dat bleek tijdens mijn dagelijkse gesprekje met Riet want een fatsoenlijk gesprek was door de slechte verbinding nauwelijks te voeren.

Het wordt hier wel elke avond vroeg naar bed want de bus naar het KAZ kamp vertrekt ’s morgens al om kwart over vijf…

Woonwerk verkeer

De wekker loopt om half vijf af maar eigenlijk ben ik al een minuut of tien wakker. Ik maak me snel gereed, pak mijn spullen en loop naar buiten waar het al licht is, op weg naar de DFAC. DFAC is een term die uit het Amerikaanse leger is overgenomen en het betekent “Dining Facility” oftewel eetgelegenheid. Bij de DFAC aangekomen staat mijn collega Paul al buiten te wachten. In principe gaat de DFAC pas om vijf uur open en dat betekent dat we maar een krap kwartiertje hebben totdat we naar het KAZ kamp vertrekken. Gelukkig blijkt de deur om tien voor vijf al open en we lopen naar binnen.

De buffetten worden nog gereed gemaakt en er brandt nog geen licht in de eetzaal maar omdat het buiten al licht is  is dat geen probleem. We scharrelen ons ontbijt bij elkaar, voor mij “porridge” oftewel havermoutpap en een bak met stukken meloen. Geen koffie, in dit klimaat drink ik liever water, ondanks dat het buiten nog niet echt heet is, hooguit een graad of twintig. 

Door de ramen zien we de twee shuttlebussen met onze begeleiders al aankomen. Het zijn deze keer weer de zwaar gepantserde Toyota Coasters want de rit naar het KAZ kamp gaat, afhankelijk van eventueel oponthoud bij checkpoints, ongeveer drie kwartier duren.

We melden ons, samen met de rest van ons gezelschap wat inmiddels is gearriveerd, bij de man met het clipboard. We geven onze naam op, leveren onze badges in en krijgen een van de twee bussen toegewezen op plaats in te nemen. We groeten de Irakese chauffeur met “Salaam Aleikum” en kiezen een stoel uit. Op alle stoelen ligt een kogelvrij vest maar om de een of andere reden zijn ze allemaal maat XXL, dus te groot voor eigenlijk iedereen in ons groepje. Ik vind gelukkig een L die eigenlijk aan de kleine kant is maar wel strak om mijn bovenlijf kan worden getrokken. Dat is belangrijk is ons verteld want het schijnt dat als je een kogel opvangt dan kun je blijkbaar beter geen loszittend vest aan hebben…

Het is nog lekker koel als we vertrekken, mede doordat de airco al volop draait. Onze groepsleider, een veteraan uit het Britse leger die in de golfoorlog heeft meegevochten, neemt plaats op de stoel naast de chauffeur en meldt via de walkie-talkie aan de centrale dat we klaar zijn voor vertrek. We rijden weg maar voordat we het kamp verlaten stapt de groepsleider met de plastic bak met al onze badges uit bij een meldpaal waar hij alle badges langs de scanner haalt zodat ze weten dat we het Al Majal Business Park hebben verlaten.

De bus rijdt vervolgens door de enorme stalen toegangsdeur van het kamp een soort van geul in met aan weerskanten hoge betonnen muren. Daarin moeten we na een bocht twee slagbomen passeren voordat we buiten het resort komen.

We stoppen nog een keer naast de auto van ons escorte van waaruit twee machinegeweren naar binnen worden doorgegeven aan onze groepsleider. Nu kunnen we eindelijk op pad, de eveneens zwaar gepantserde Toyota Landcruiser van ons escorte gaat voorop en de twee shuttlebussen sluiten aan in het kleine konvooi.

Onderweg is er weinig te zien. De kleine raampjes van de bus lijken erg vuil maar dat is niet zo, er zit een soort camouflagemateriaal op waardoor we van buiten niet zichtbaar zijn. Het zorgt er ook wel voor dat het zicht naar buiten niet optimaal is maar zoals gezegd, er is toch niet veel te zien: het landschap is vlak met heel veel zand, betonnen muren en af en toe een stukje begroeiing. We zien alleen een zwart gesluierde vrouw die een kudde geiten hoedt. Waar ze vandaan komt of waar ze naar toe gaat is ons een raadsel want we zien alleen maar huizen of wat daarvoor doorgaat in de verte. Ook wat de geiten eten is niet duidelijk want we zien alleen maar zand.

De weg is verschrikkelijk slecht en de auto’s zwabberen heen en weer over de weg om de grootste kuilen te ontwijken. Veel helpt het niet want er is toch nog wel wat verkeer op dit vroege uur en er zijn ook om de haverklap verkeersdrempels waar de loodzware bus langzaam overheen moet. Hard gaat het toch niet want de bus mag niet harder dan tachtig kilometer per uur en zelfs dat is maar zelden mogelijk.

We hebben geluk bij het checkpoint want we mogen doorrijden zonder te worden aangehouden. Als dat wel gebeurd zou zijn dan hadden we allemaal ons paspoort moeten laten zien en onze “Oil Field Pass” die nodig is om toegang te krijgen tot de olievelden. Na het checkpoint zien we steeds meer fabrieken verschijnen, wat logisch is nu we in het oliegebied zijn aangeland. We zien ook vlammen in de lucht en soms op de grond waar het restgas van de oliewinning wordt afgefakkeld. Al die fakkels veroorzaken grote wolken zwarte rook die door de woestijnwind worden meegevoerd en dus mijlenver te zien zijn.

Na veertig minuten bereiken we de KAZ fabriek. De eerste toegangspoort staat aan het begin van een lange weg naar de fabriek en het kamp. Als we stoppen voor de eerste slagboom stopt ons escorte weer naast ons en geeft de groepsleider de machinegeweren terug door het raam naast de chauffeur. Onze badges worden weer gescand (deze keer door de chauffeur vanuit de bus nadat hij zijn deur heeft geopend) zodat ze weten dat we op het terrein zijn gearriveerd. De slagboom gaat open en we rijden naar de toegang van het KAZ kamp waar we zullen worden afgezet.

Daar is weer een betonnen sluis met slagbomen en weer worden onze badges gescand, nu om te laten weten dat we in het KAZ kamp zijn. De bus rijdt ons naar het parkeerterreintje achter de DFAC van het KAZ kamp waar we uit de bus mogen. Nu mogen de kogelvrije vesten pas uit, want in de beperkte ruimte van de bus nog een kleine worsteling is. Nadat we uitgestapt zijn krijgen we van de groepsleider onze badges terug. We zijn gearriveerd op ons werk…

Back in business…

De reden dat we in het Al Majal Business Park zo vroeg moeten opstaan is de Ramadan. Tijdens deze periode is er voor iedereen, dus ook voor ons, een aangepast werkschema met kortere werkdagen. We vertrekken dan wel extreem vroeg vanuit het AMBP naar het Kaz kamp, een uur eerder dan normaal, maar we houden ook vroeg op want de bus terug vertrekt ’s middags om een uur al.

Voor ons betekent dat dat we al zo rond half een in het restaurant van het KAZ kamp zitten voor de lunch. We zouden ook wel kunnen lunchen na aankomst in het AMBP, maar dat kan daar maar tot twee uur en je weet nooit of je dat haalt. Vandaar dus de lunch voor vertrek en dat maakt alles bij elkaar dat het toch een betrekkelijk korte werkdag is.

Op kantoor was er vanmorgen zowaar goed nieuws, het probleem met mijn email werd opgelost en dat niet alleen, ook de verbinding van mijn iPad met mijn werk-email is hersteld zodat ik daarop ook mijn emails van het werk kan ontvangen. Dat is misschien niet altijd even handig maar daar kunnen berichten tussen zitten die van belang zijn voor mijn volgende shift terwijl ik in Nederland ben, en dat wil ik natuurlijk wel op tijd kunnen lezen. Het enige wat ik nu nog niet heb zijn al mijn bestanden maar ik heb nu wel een hoopje dat ook dat snel wordt opgelost. Ik heb weer email en ik kan dus eindelijk eens aan het werk.

Vanavond kreeg ik op mijn iPad trouwens zo’n mailtje wat je ook buiten werktijd wel wilt lezen. Het ging over mijn verblijf hier in het AMBP, dat wordt met een dag bekort. Vanwege mijn vertrek naar Nederland aanstaande zaterdag verhuis ik aanstaande vrijdag terug naar het KAZ kamp. Dat maakt de zaak voor mij wel een stuk makkelijker want nu heb ik meer tijd om alvast mijn kast in te ruimen in het appartement wat Sachin en ik moeten gaan delen. Ik was namelijk van plan om weinig bagage mee terug te nemen naar huis…

Vandaag maar even wat foto’s die ik onderweg heb gemaakt:

 

Laatste dag in AMBP?

Laat ik beginnen met even iets recht te zetten. Ik had verteld dat we onderweg van het Al Majal Business Park naar het KAZ kamp alleen maar zand tegenkwamen onderweg. Vanmorgen hadden we een shuttlebus waarvan de ramen een iets beter zicht naar buiten gaven en ik kon constateren onderweg dat er wel degelijk het een en ander groeit. Wat me met name opviel was dat er tussen de armetierige struikjes en boompjes wel degelijk gras groeit, een gelige sort die wel op stro lijkt en die dus nauwelijks opvalt in het zand. Maar dat is dus wat de geiten eten.

Op kantoor aangekomen vandaag bleek al snel dat we nauwelijks met onze computers konden werken. Het internet was zo traag dat we niet eens konden inloggen op de systemen die we nodig hebben om te kunnen werken en het was dus het grootste deel van de dag duimen draaien en praten met collega’s. Voor mij was met name dat laatste wel leuk want ik ben hier tenslotte net en zo leer ik ze een beetje kennen.

De oorzaak van het internet probleem is tamelijk bizar. Er zijn deze week in Irak namelijk staatsexamens, en zoals overall werd er in het verleden uitgebreid mee gefraudeerd via het internet. Examenformulieren werden doorgemaild en antwoorden online opgezocht via smartphones en tablets. De regering heeft besloten om daar nogal drastisch een einde aan te maken, gedurende de examenweek wordt in het hele land simpelweg het internet afgesloten. Nu hebben we voor ons bedrijf wel een backup system wat we kunnen gebruiken als het internet uitvalt en dat was vandaag ook actief, maar dat system is niet berekend op de normale dagelijkse hoeveelheid werk. Het enige lichtpuntje was dat ik al mijn gegevens eindelijk weer terug heb en ik dus weer op volle oorlogssterkte ben, vervelend alleen dat ik er vandaag geen moer aan had…

Wat betreft het AMBP kamp, zoals gezegd is het eten daar ook prima al is de keus niet zo groot als in het KAZ kamp. Vanavond was er een verrassing, het vlees kwam deze keer van de barbecue, die vanmiddag al stond op te warmen toen ik naar de fitnesszaal ging. Dat was trouwens de zesde dag op rij dat ik ging sporten. Niet dat ik het opens veel leuker ben gaan vinden, maar er is nou eenmaal niet veel anders te doen hier. 

Zoals gezegd was vandaag als het goed is mijn laatste dag in het AMBP want morgen overnacht ik in principe in het KAZ kamp. Tenminste, dat is de bedoeling, maar zeker weten die ik dat nog niet helemaal. Tijdens het eten vanavond attendeerde een van mijn collega’s me er namelijk op dat ik voor morgen ook geboekt sta voor de terugreis naar het AMBP kamp, en dat zou niet moeten want ik blijf in het KAZ kamp.

Om zeker te weten dat er morgen een kamer voor me vrij is in het KAZ kamp ben ik maar wat telefoontjes gaan plegen met een geleende werktelefoon van een collega. De eerste twee nummers gaven geen gehoor, het derde was van de central receptie en die verzekerden me dat er accomodatie voor me geregeld was in het KAZ kamp. We zullen het dus morgen wel zien.

Dat betekende wel dat ik vanavond mijn koffer moest pakken, voor de vierde keer in twee weken. Gelukkig zal dit de laatste keer zijn want als ik weer terugkom eind juni voor mijn eerste volle rotatie heb ik mijn eigen appartementje en hoef ik niet meer te verkassen. Inshallah…

Terug naar KAZ

Nou, dat begon al goed vanmorgen. Ik stond om half vijf in de badkamer, draaide de kraan open en kreeg vervolgens een zielig straaltje wat na een minuut helemaal ophield. Ik had nog net genoeg water om mijn tanden te poetsen maar wassen en scheren ging niet meer. Niks aan te doen, ik maakte snel mijn bagage klaar en wilde net de deur uitlopen toen ik gerochel in de badkamer hoorde en jawel, het water was terug. Ik had nog net tijd voor een snelle was- en scheerbeurt dus ik kwam alsnog fris met mijn koffer aan bij de bus.

Ik leverde mijn kamp-pas en sleutel in want ik verwachtte hier tenslotte niet meer terug te keren. Aangekomen in het KAZ kamp liep ik met twee andere collega’s (die ook vandaag verkasten) naar de receptie voor de sleutel van een kamer in het kamp en wat denk je, mijn naam stond niet op de lijst! Helemaal onverwacht was dat niet want de informatie die ik gisteravond had gekregen gaf aan dat er ergens iets fout was gegaan, en ondanks de verzekering van de man die ik had gebeld dat alles in orde was vermoedde ik al dat dat niet waar was.

Ik liep snel naar het administratiegebouw waar de persoon die ik moest hebben zowaar al aanwezig was (het was net zes uur). en die hielp me alsnog aan een kamer. Hij regelde ook meteen dat mijn busreis in de middag naar het AMBP kamp werd gecanceld, dus alles is gelukkig toch goed gekomen alleen met wat meer rompslomp.

Nadat ik mijn koffer had gedumpt in de mij toegewezen kamer wandelde ik naar het restaurant om te gaan ontbijten toen ik een bekende tegenkwam: mijn ouwe maat John waar ik samen mee op Sakhalin had gezeten en die ik sindsdien niet meer had gezien. We hadden wel contact gehouden, dus hij wist dat ik zou komen en het was geweldig elkaar weer te zien. We hebben op kantoor uitgebreid bijgepraat want hij bleek in hetzelfde gebouw te werken als ik, en dat gesprek hebben we tijdens de lunch, tijdens het diner en ook daarna in een van de zitplekken op het kamp nog voortgezet.

Inmiddels staat mijn koffer weer gepakt, maar die hoeft niet ver. Morgenochtend breng ik die naar het appartement waar nu mijn collega Sachin nog in zit, daar kan ik alvast mijn kast inruimen. De koffer laat ik ook meteen daar dus ik reis morgen met weinig bagage terug naar Nederland.

Voor alle zekerheid heb ik wel even gecontroleerd of het vervoer naar het vliegveld gelijk goed geregeld is en dat bleek het geval. De bus vertrekt om twaalf uur en ik sta op de lijst…

Terug naar Nederland

En alweer liep de wekker vroeg af want ik had met Sachin afgesproken dat ik om half zes mijn kast zou komen inruimen in ons gezamenlijke appartement. Dat ging allemaal probleemloos, ik heb wat kleren uit mijn koffer gehaald en in de kast opgehangen en neergelegd, en er was zelfs nog ruimte over voor mijn koffer. Ik kon overigens nog maar de helft van mijn kast gebruiken want van de andere helft is de sleutel weg. De deuren hebben namelijk verschillende sloten, niet erg handig, maar dat probleem los ik wel op als ik weer terug ben.

We liepen het korte stukje naar het restaurant voor het ontbijt waarna we naar de kantoorgebouwen wandelden, langs de fabriek. Het is op dat moment van de dag nog niet zo erg heet dus het was prima te doen. De ochtend hebben we nog zo goed mogelijk besteed want dit was waarschijnlijk onze laatste gelegenheid samen. In de toekomst vertrekt de een op dezelfde dag dat de ander aankomt en de kans bestaat dus dat we elkaar helemaal niet meer gaan zien. Een raar idee wel…

Overigens zagen we toen we langs de fabriek liepen nog een aardig fikkie, waarvan we niet konden zien wat er nu precies aan de hand was. Het kon een lek zijn ergens, maar het rook naar verbrande autobanden. We zijn er ook niet achter gekomen maar bij kantoor aangekomen bedekte de zwarte rook zowat de hele lucht. Wat het ook was, twee uur later was het uit.

Ik was van plan om om elf uur de shuttlebus terug naar het kamp te nemen zodat ik tijd had om mijn spullen op te halen uit mijn kamer, de sleutel in te leveren bij de receptie en dan nog een snelle lunch te nemen voordat om twaalf uur de bus naar de luchthaven vertrekt. Maar al wat er kwam, geen bus om elf uur en ook in het daaropvolgende kwartier niet. De eerstvolgende bus kwam pas om kwart over elf en dat betekende dat ik de lunch moest laten schieten.

De rit naar het vliegveld met de gepantserde bus duurde ruim vijf kwartier, een nogal ongemakkelijke rit over het slechte wegdek en iedereen zat te puffen in zijn kogelvrije vest. Vlak buiten de luchthaven werden we overgezet in taxi’s die ons verder naar de vertrekhal zouden brengen, maar dat ging niet zonder oponthoud. Bij de eerste controlepost moesten we onze paspoorten en tickets laten zien, en niet te geloven, twintig meter verderop bij een andere wachtpost weer!

Meteen daarna moesten we met tassen en koffers de taxi uit en een soort container in waarin een bagageband met röntgenapparaat bleek te staan. Mijn tas moest open maar de soldaat deed niet moeilijk, hij graaide wat rond (voor zover ik kon zien werd er niks gepikt, wat niet vanzelfsprekend schijnt te zijn) en ik mocht door. Aan de andere kant stonden de taxi’s weer te wachten en konden we weer verder.

Aangekomen bij de vertrekhal was er bij de deur weer een bagagecheck met een röntgenapparaat (“Laptop out! laptop out!”) voordat we konden inchecken bij de balie. Er stonden maar vier vluchten gepland dus het was overal erg rustig maar voor de incheckbalie (je gelooft het niet), was er weer een bagagecheck met een röntgenapparaat, nog geen twintig meter na de vorige! En het wordt nog gekker, want toen we na het inchecken doorliepen naar de paspoortcontrole was er weer een bagagecheck met een röntgenapparaat…

Daarna konden we dan toch zonder verder oponthoud doorlopen naar de gates, maar omdat we nog wat tijd hadden hebben we nog een uurtje doorgebracht in de business lounge. Terug bij de gate voor het instappen, je houdt het niet voor mogelijk, weer een bagagecheck met een röntgenapparaat! Gelukkig was dit de laatste en vlak daarna konden we het vliegtuig in.

De vlucht met FlyDubai duurde iets minder dan anderhalf uur. We kwamen aan bij Terminal 2, de thuisbasis van FlyDubai, maar voor ons heel ongunstig gelegen aan de andere kant van het vliegveld. Gelukkig bleek er een shuttlebus te rijden naar Terminal 1 waar ik moest zijn, en bij het vertrekpunt aangekomen kon ik gelijk instappen. Ik was toen alleen nog met Chobie die een andere bus moest hebben, dus ik moest snel afscheid nemen.

De bus reed helemaal rond het vliegveld en zette me zo rond half zeven plaatselijke tijd af bij Terminal 1 vanwaar mijn KLM vlucht om kwart voor een vannacht zal vertrekken. Het wordt dus nog een hele zit, en omdat ik niet met Emirates vlieg maar met KLM moet ik genoegen nemen met de KLM business lounge. Jaja, ik hou al op…

Graafmachine

Ik ben al weer een paar dagen terug in Nederland en op dit moment probeer ik te wennen aan het idee dat ik de hele dag thuis ben en toch niet echt vakantie heb. Dat lijkt allemaal erg prettig maar ik heb ineens een heleboel vrije tijd te spenderen en dat is, hoe stom dat ook mag klinken, toch niet zo eenvoudig als het lijkt.

Het eerste waar ik aan ben begonnen is het afwerken van mijn boodschappenlijstje. Hoewel ik al een flinke koffer met al mijn benodigdheden heb meegenomen naar Irak zijn er toch nog wel een paar dingen die ik nodig heb. Het gaat hoofdzakelijk om praktische kleren, want ik was in eerste instantie een beetje op het verkeerde been gezet voor wat betreft de “dress code” op kantoor. Ik had namelijk gelezen dat dat “smart casual” was, dus een overhemd, nette broek en nette goed gepoetste schoenen, maar dat bleek dus niet het geval. Ik kreeg zelfs de vraag of ik niet een beetje moest “down-adressen”…

Dat betekent dus meer spijkerbroeken en polo-shirts en overhemden met korte mouwen. Met name van die laatste twee heb ik wel het een en ander hangen maar die zijn allemaal een kilo of twaalf geleden gekocht en dus vrijwel allemaal veel te groot. Ook wat schoenen betreft, er moesten minstens twee paar sneakers bij komen want mijn nette schoenen bleken in het stoffige klimaat van Irak niet erg praktisch. Ik was met een paar bruine en een paar zwarte schoenen begonnen maar na een week had ik alleen nog maar grijze…

Er is dus nog wel het een en ander te doen aan boodschappen maar ondertussen had ik ook nog een ander karweitje om af te ronden. Het afscheidskado wat ik had gekregen van mijn collega’s in Rijswijk was een graafmachine van Technisch Lego, want waar ik naar toe zou gaan is tenslotte een heleboel zand. Het in elkaar zetten bleek weer een ontzettend leuk klusje, en misschien ga ik nog wel meer aan de slag met dat technische spul van Lego…

Pergola

De tuinman is een week of wat geleden al bezig geweest om onze tijd op te knappen voor de zomer, maar dat was nog niet helemaal klaar. Er bleek nogal wat plantenspul dood te zijn of aan vervanging toe, en er moest nog steeds een rek geplaatst worden om onze vier platanen naar elkaar toe te laten groeien zodat er in de toekomst een schaduwrijk plekje ontstaat op het achterste terras. Met name dat laatste klusje kon pas gedaan worden als de platanen weer waren uitgegroeid en de takken weer soepel waren geworden.

Deze week werd al dit werk aangepakt, waarbij het voor ons toch wel een verrassing was dat het rek voor de platanen er anders uit kwam te zien dan we hadden verwacht. Wat we verwachtten was namelijk een simpel rek wat de vier boomtoppen met elkaar verbond waarover de takken zouden worden gevlochten, maar in plaats daarvan werd er een stalen rek om de bomen geplaatst met draden waarlangs de takken werden gevlochten.

Het ziet er nu dus wat massaler uit dan we hadden verwacht maar het effect is dat het nu een soort van pergola gaat worden. En dat vinden we wel weer erg leuk, want Riet heeft al besloten dat dit uitermate geschikt is voor extra tuinverlichting en er kunnen klimplanten geplaatst worden tegen de vier poten. En hoewel het nog wel een tijdje zal gaan duren voordat het “dak” van de pergola helemaal is dichtgegroeid ziet het er nu al een stuk leuker uit en zal het uiteindelijk volgens ons erg mooi gaan worden.

Ziekenfonds perikelen…

De afgelopen dagen heb ik heel wat tijd moeten besteden aan de nasleep van mijn transfer van Rijswijk naar mijn nieuwe job. In principe was alles goed geregeld, behalve een niet onbelangrijk onderdeel, de overgang naar een nieuwe ziektekostenverzekering.

Omdat ik nu een job heb in het buitenland moet ik verplicht over naar een internationale ziektekostenverzekering. Daarvoor wordt sinds kort een ander bedrijf gebruikt dan bij mijn vorige buitenlandse assignments, maar de overeenkomst is dat zowel het vorige als het huidige bedrijf niet in Nederland zijn gevestigd. Dat levert een probleem op, want als Nederlander ben ik verplicht om in Nederland een ziektekostenverzekering te hebben en daar zit hem waarschijnlijk in dit geval de kneep.

Tot voor kort werd hiervoor namelijk onze “gewone” ziektekostenverzekering bij het Zilveren Kruis, die we hebben via een collectieve verzekering van ons bedrijf, omgezet naar een zogenaamde slapende verzekering. Die bleef dan bestaan naast onze internationale ziektekostenverzekering en op die manier beleven we toch voldoen aan de Nederlandse wet. Het nieuwe bedrijf waar we die internationale ziektekostenverzekering nu hebben lopen maakt echter gebruik van het Nederlandse CZ als partner voor deze constructie, en onze lopende verzekering bij het Zilveren Kruis had dus moeten worden opgezegd.

Dat was blijkbaar niet gebeurd want vorige week werd er keurig weer een maand ziektekostenpremie afgeschreven van onze bankrekening, en bij navraag bij het Zilveren Kruis bleken ze van niks te weten. Uiteraard wisten de dames van de helpdesk van het Zilveren Kruis ook niks af van de speciale constructie in combinatie met een internationale verzekering en bleek opzeggen door mijzelf niet mogelijk.

Ik ben dus langdurig aan het bellen en e-mailen geweest met het Zilveren Kruis en onze eigen afdeling Personeelszaken om dit opgelost te krijgen, en zoals alles wat niet gelijk goed gaat leverde dit flinke problemen op. Met name het te pakken krijgen van de juiste persoon of personen bleek een haast onmogelijke klus, vooral omdat er weinig tot geen reacties terug kwamen op mijn vragen, en mijn transfer coordinator in Maleisië (die hier eigenlijk voor had moeten zorgen) was het Suikerfeest aan het vieren…

Het leek er dus op dat ik in een soort patstelling terecht gekomen was maar vandaag kwam er dan eindelijk licht in de duisternis. Het bedrijf waar onze nieuwe internationale ziektekostenverzekering is afgesloten had contact op moeten nemen met CZ in Nederland om daar alles te laten regelen wat nodig was om aan de Nederlandse wetgeving te voldoen, inclusief het opzeggen van onze lopende verzekering bij het Zilveren Kruis.

Het is dus nu eindelijk in beweging, en hopelijk wordt het nu snel opgelost want alle ziekenhuizen, dokters en apotheken in Nederland gebruiken een centraal systeem waarin staat waar je bent verzekerd voor je ziektekosten en bij ons staat daar dus nog steeds het Zilveren Kruis. Terwijl dat in principe al sinds 19 mei niet meer het geval is…

Einde van mijn eerste verlof

Mijn eerste korte verlofperiode van toe en een halve week zitten er vandaag al weer op. Vanavond vertrek ik vanaf Schiphol naar Dubai om vandaar morgenmiddag door te reizen naar Basrah.

De reis was al geregeld tijdens mijn eerste twee weken in Irak. Ik vlieg deze keer weer met Emirates in plaats van met KLM en dat betekent dat ik weer van een paar voordeeltjes gebruik kan maken. Emirates heeft namelijk voor Business Class passagiers een limousine service om je thuis op te halen, en voor langere overstaptijden wordt er in Dubai een hotelkamer geregeld. Voor Riet betekent dit dat ze me vanavond niet weg hoefde te brengen en na aankomst morgenochtend in Dubai hoef ik niet tot morgenmiddag op de luchthaven rond te gaan hangen in afwachting van de vlucht naar Basrah.

Vanmiddag was er nog even lichte paniek want via e-mail kreeg ik een overzicht van de beveiligingsdienst van Basrah Gas met de namen van de personen die morgen worden verwacht op de luchthaven van Basrah en daar stond mijn naam niet bij. In verband met de extreem hoge beveiligingseisen betekende dat dat ik niet vanuit Dubai naar Basrah zou mogen vertrekken want er werd blijkbaar niet op mij gerekend met het transport van de luchthaven naar het KAZ kamp. Via een snel e-mailtje en een WhatsApp berichtje naar mijn collega in het KAZ kamp kon dit gelukkig snel worden opgelost en op de nieuwe lijst die ik vlak daarna kreeg toegestuurd stond mijn naam gelukkig wel.

De limousine stond om even over half zes (ruim een kwartier te vroeg) al voor de deur in de Bankijkerweg en om even over half acht zat ik al in de Business Lounge op Schiphol met een bakkie koffie. En nu maar wachten op het moment van vertrek..

Terug in het KAZ kamp

Nou, met dat hotel in Dubai is het niet helemaal goed gegaan. Na een voorspoedige vlucht was ik even voor zevenen vanochtend in terminal A op de luchthaven waar ik op zoek ging naar het hotel waar ik bij het inchecken gisteren een voucher voor had gekregen. Ik volgde de borden met “Hotel” en via een lift kwam ik op de 6e verdieping uit waar het hotel was, maar bij het tonen van mijn voucher bij de receptie bleek dit niet het hotel te zijn waar ik moest zijn. Ik kreeg te horen dat ik door de douane de luchthaven uit moest en met een taxi naar het “Le Meridien”.

Dat was niet helemaal wat ik had verwacht, want zo lang was mij overstap nou ook weer niet en ik rekende snel uit dat ik dan misschien drie uurtjes in het hotel door kon brengen. Dat leek me erg veel moeite en ik besloot daarom maar naar de Business Lounge te gaan van Emirates waar ik op een lounge-bank nog een tijdje heb liggen pitten, want veel slaap had ik tijdens de vlucht naar Dubai niet gehad. Eenmaal weer wakker besloot ik toch maar even te kijken waar dat “Le Meridien” nou precies was en kwam tot de ontdekking dat het met die taxi-rit wel meeviel. Het hotel bleek tegenover de uitgang van de luchthaven te liggen en misschien had ik dus toch de moeite maar moeten nemen. Nou ja, weet ik dat voor de volgende keer…

De vlucht naar Basrah verliep ook zonder problemen en bij aankomst was ik dankzij mijn visum een heel stuk vlotter door de controles en de douane dan de vorige keer. Het ontvangstcomité stond ook al klaar en na een korte wachttijd, waarin ik kennis maakte met twee Nederlanders die in hetzelfde kamp zitten, vertrokken we per taxi van de luchthaven.

Zoals gebruikelijk brachten de taxi’s ons naar het terrein net buiten de luchthaven waar de busjes stonden te wachten om ons naar het KAZ kamp te brengen. In de busjes hesen we ons in de kogelvrije vesten en tot mijn opluchting kreeg ik daar ook mijn nieuwe Oil Field Pass, een document wat nodig is om de olievelden te mogen betreden. Mijn vorige pas was een tijdelijke die inmiddels was verlopen en zonder nieuwe pas zou ik niet naar het KAZ kamp kunnen reizen. Maar gelukkig was ook dit weer prima geregeld, en zo kwamen we na een rit van iets meer dan een uur aan in het KAZ kamp.

Bij de receptie haalde ik de sleutel op van kamer 116-33, het onderkomen van zowel mijn back-to-back Sachin als mijzelf. In het appartement aangekomen heb ik mijn koffers uitgepakt en mijn eigen kasten ingeruimd, zodat ik nu ben gesetteld voor de komende vier weken. Of eigenlijk moet ik zeggen, voor de komende drie jaar…