Vanmorgen werd ik met een schok wakker omdat mijn wekker afliep. Niks bijzonders zul je misschien zeggen, maar voor mij wel want ik ben altijd wakker voordat de wekker afgaat. Niet echt een vlot begin dus van mijn eerste echte werkdag, en dat is het want tijdens mijn vorige korte shift heb ik zelf nog niet echt veel werk kunnen doen, dat was meer over de schouder van mijn maat meekijken.
Maar nu moest het dan gebeuren, en gelukkig wist ik al dat het een relatief rustige dag zou worden want het is weekend in Irak. Ik besloot na het ontbijt om niet de bus te nemen maar naar kantoor te wandelen, een wandeling van zo’n anderhalve kilometer die op dat tijdstip van de dag nog goed te doen is. Ik kwam zelfs nog net iets eerder dan de bus aan bij het gebouw waar de IT afdeling (waar ik ook bij hoor) is gevestigd.
Op kantoor stapte ik naar binnen net voor een Nigeriaanse collega die me vroeg of ik soms iemand zocht. “Nee,” zei ik, “ik kom hier werken…”. Er druppelden nog een paar collega’s binnen die ik op een na allemaal nog niet kende, en dat komt omdat degenen die ik al wel heb ontmoet meestal nog op rotatie-verlof zijn (behalve de Iraki’s natuurlijk want die hebben gewoon weekend).
Er is iedere vrijdag een vergadering van alle expats in het IT-gebouw en daarna gingen we (het was ondertussen rond half twaalf) gezamenlijk terug naar het kamp voor de lunch. Dat doen we tussen de middag maar met de bus want met de ruim 43 graden van vandaag en in de brandende zon is het niet echt verstandig om te gaan lopen.
Verder was het zoals verwacht een rustige dag met veel oriëntatie en uitzoekwerk, mails en rapporten doorlezen en proberen overal kaas van te maken, wat trouwens niet altijd meeviel. Het zal nog wel een paar dagen voordat ik echt wat zinnigs kan gaan doen, maar het begin is er…