Gelukkig Nieuwjaar!
Happy New Year!
Selamat Tahun Baru!
S Novim Godom!
Nog iets wat we hier in Nederland moeten aanschaffen omdat het in Kuala Lumpur niet te koop schijnt te zijn is Deet. Je zou zeggen dat een land met een klimaat waarin muggen heel best gedijen toch wel rijkelijk voorzien zou zijn van anti-muggen middelen, en Deet in het bijzonder, maar dat valt tegen.
We hebben wel wat gevonden tegen de muggen maar dat was geen onverdeeld succes. Het eerste was een spray die zo verschrikkelijk stonk dat niet alleen de muggen maar zelfs ook Riet weigerde bij me in de buurt te komen. De tweede variant rook beter, maar nog wel heel sterk en wel naar citroen. Het schijnt dat muggen er een hekel aan hebben maar eerdere ervaringen leren dat dat blijkbaar niet voor alle muggen geldt.
Om te voorkomen dat we een fortuin in KL gaan uitgeven aan het uitproberen van alle anti-mug middeltjes gaan we voor de zekerste weg: we hebben een vracht Deet in de container gestopt, en we nemen gewoon iedere keer dat we in Nederland zijn een paar extra flesjes mee.
Is er dan in KL helemaal geen Deet te krijgen? Geen idee, we hebben het nog nergens gevonden. En het is misschien wel tekenend dat heel veel middeltjes juist het opschrift “Bevat geen Deet” hebben…
We hebben ons boodschappenlijstje bijna rond, er is wel nog een “last minute” toevoeging in de vorm van een Senseo koffie apparaat. We hebben er al een in Kuala Lumpur maar dat is een beetje een bejaard apparaat wat heel lang niet was gebruikt en niet helemaal meer goed werkt.
Een nieuw Senseo apparaat dus, iets wat we ook hier zullen moeten kopen want het hele Senseo gebeuren is tot nu toe nog niet aangeslagen in Maleisië. Er zijn dus geen Senseo apparaten te koop daar, en ook geen pads. Dat laatste moeten we dus oplossen door een grote voorraad in de container en aanvulling wanneer we weer eens in Nederland zijn.
Wat wel heel erg in trek is in Maleisië is Nescafé, dat vind je overal en wordt volgens mij ook het meest gedronken. In de supermarkten vind je nauwelijks “echte” koffie, in de vorm van bonen of gemalen, maar wel heel veel oploskoffie in alle soorten en maten. En Senseo pads dus helemaal niet…
Nee, dit is geen referentie naar het nummer van de Golden Earring, ik wil alleen maar zeggen dat we weer thuis zijn in Kuala Lumpur.
De reis was zeer voorspoedig, we vertrokken vrijwel op tijd van Schiphol en kwamen zelfs een half uur voor de geplande aankomsttijd aan op de luchthaven van Kuala Lumpur. Zelfs de taxi was vlot en zo waren we nog voor vijven in de middag (plaatselijke tijd) al weer in ons appartement.
Riet zit er een beetje doorheen want die heeft onderweg bijna niet geslapen, terwijl ikzelf naar bleek veel meer heb geslapen dan ik zelf wel in de gaten had. Aan één stuk door slapen doen we vrijwel nooit maar bij elkaar opgeteld heb ik toch een redelijk flinke tuk gedaan voor mijn doen. Ik heb maar twee films gekeken (voor de liefhebbers: “Mao’s Last Dancer” en de klassieker “In Bruges”) en zelfs het ijsje halverwege heb ik gemist…
Het was vanwege de tamelijk lege koelkast nodig dat we vandaag eens wat boodschappen gingen doen, en omdat we toch in de buurt waren besloten we ook gelijk eens te gaan kijken in de straat Jalan Alor, bekend vanwege zijn vele Chinese restaurantjes.
Mijn broer Nico had me een tip aan de hand gedaan om daar eens te gaan eten bij een restaurant genaamd Hup Kee (makkelijk te onthouden zei-die, denk maar aan “Hupsakee”…). We hadden al eerder een kijkje genomen in Jalan Alor maar niet specifiek naar een restaurant gezocht, maar we vonden het al snel. En inderdaad, je zou je hond er nog uitschoppen, maar zoals we inmiddels wel weten zegt dat helemaal niks over het eten.
Op de terugweg naar het station van de Monorail deden we echter nog wel een andere belangrijke ontdekking, namelijk een Outback Steackhouse. Sinds Korea zijn we nogal een fan van deze Australische restaurantketen vanwege de superlekkere steaks en het beste toetje van de wereld, de Chocolat Thunder from Down Under. We besloten meteen om daar vanavond te gaan eten, en het was zo’n succes dat we meteen een voordeelpas hebben besteld voor volgende bezoeken.
Overigens hebben de Chinese restaurants in Jalan Alor kleurrijke namen, kijk maar eens op de foto van vandaag… Iemand interesse in het menu?
De eerste werkdag na de vakantie zit er al weer op en het viel niet mee. Niet zozeer vanwege het werk maar door de jetlag waren zowel Riet als ikzelf vrijwel de hele nacht klaarwakker. Niet echt uitgeslapen dus toen ik vanmorgen achter mijn bureau schoof, maar gelukkig waren er nog de nodige collega’s die een zelfde soort reis hadden gemaakt met de feestdagen als wij en ik was dus niet de enige die af en toe zat te zeilen…
Nog steeds geen nieuws van onze container, die als het goed is de vorige week al zou zijn aangekomen. Wel een telefoontje vanochtend dat onze auto afgeleverd kon worden en dat hebben we gelijk maar vanmiddag geregeld.
Om half zes stond de splinternieuwe Perodua Myvi voor de deur, met het plastic nog om de stoelen. Het is een lekker stadsautootje, met een zuinige 1.3 liter motor en automatische transmissie. Behalve naar de parkeergarage hebben we er nog niet mee gereden want vanwege de hoosbuien van vanmiddag was het verkeer in het centrum een complete chaos.
De jetlag zit er nog steeds goed in, want ondanks dat ik vannacht hel redelijk heb doorgeslapen had ik aan het begin van de middag een enorme wegtrekker. Ik zat zo verschrikkelijk te geeuwen dat ik me er gewoon voor geneerde, maar gelukkig viel het blijkbaar toch niet zo heel erg op. Of mijn collega’s waren gewoon beleefd toen ze zeiden dat ze er niks van merkten…
En vanmiddag kwam dan eindelijk het verlossende telefoontje dat onze container niet alleen was aangekomen maar zelfs al door de douane was ingeklaard. Ik heb gelijk een afspraak kunnen maken dat alles morgen wordt afgeleverd dus Riet is helemaal in haar nopjes.
Riet heeft gisteren een hele drukke dag gehad. Om even over negenen stonden de verhuizers al op de stoep met alle spullen, en dat was op zich wel heel fijn, maar onderdeel van de service is dat ze alles ook uitpakken voor je en neerzetten waar het hoort.
En dat betekende dat Riet dus een uur of vier lang verkeersagent moest spelen in eigen huis. Eigenlijk had ze liever gehad dat de dozen gewoon waren neergezet en dat ze op haar gemak alles dan kon uitpakken, maar dat ging niet door. De heren stonden er op om alles uit te pakken, te controleren en neer te zetten op de aangewezen plaats.
Pas in de middag slaagde Riet er in om het gezelschap de deur uit te werken en kon ze zelf aan de slag. Met mooi resultaat, dat wel, want nu hebben we volle boekenplanken en in alle kamers liggen nu mooie overtrekken op de bedden. Uiteraard waren er de nodige discussies toen ik thuis kwam, want ik vond dat niet alles even logisch was neergezet. Maar vrouwenlogica bleek eens te meer niet te begrijpen. En sterker nog, welke malloot gaat er na meer dan negenentwintig jaar nou nog met zijn vrouw in discussie!
Gelukkig realiseerde ik me dat tijdig en is alles opgelost. Het staat nu gewoon allemaal zoals Riet dat wil.
Het gebouw waar wij wonen is gebouwd door een Chinese aannemer, of is in ieder geval van een Chinese investeerder. Dat weet ik omdat we geen verdiepingen hebben waarvan het nummer eindigt op het getal 4. We krijgen na de derde verdieping een verdieping met het nummer 3A, gevolgd door verdieping 5. We hebben wel een dertiende verdieping (gelukkig maar want daar wonen wij) maar geen veertiende, dat is verdieping 13A.
Ik heb dat eens even opgezocht op Wikipedia en inderdaad blijkt dan dat het ongeluksgetal in China het getal 4 is. En vandaar dus dat ik dat weet van die Chinese connectie van ons gebouw. Grappig genoeg hebben we wel een 40e, 41e en 42e verdieping, dus dat is blijkbaar geen probleem.
Onze verdieping is dus de dertiende en dat zou voor ons als Westerlingen weer een probleem moeten zijn want in het Westen geldt 13 als het ongeluksgetal. Zo zul je met name in de Verenigde Staten zelden een gebouw vinden met een dertiende verdieping, en er is vrijwel geen enkel vliegtuig met een stoelrij met nummer 13. Alleen is er dan nooit een 13A, op twaalf volgt gewoon veertien.
Het gebouw waar ik werk heeft daar allemaal geen last van, daar zijn gewoon verdiepingen eindigend op een 4 (ikzelf werk op de 24e) en er is ook een dertiende verdieping. En waarom ook niet, want zelfs al nummer je hem 3A dan is het toch nog steeds de vierde verdieping, of ben ik nou gek?
We hadden nog niet echt gebruik gemaakt van onze Myvi de afgelopen week, en dat had hoofdzakelijk te maken met het arriveren van onze container met spullen en het feit dat je ‘s avonds tussen vijf en half negen nauwelijks kunt voortbewegen in de stad vanwege de avondspits.
Vandaag gingen we dus voor het eerst op pad met de auto, allereerst om boodschappen te doen. Nu konden we eindelijk weer eens naar de Chinese supermarkt die buiten bereik ligt van het openbaar vervoer en te ver is om te lopen. Boven de supermarkt is een soort Chinese Blokker (voor de ouderen onder ons: een Winkel van Sinkel), en ernaast is ook nog eens een hele goede groentewinkel, dus de moeite waard om even rond te snuffelen en eindelijk weer eens groot in te slaan.
‘s Avonds gingen we op bezoek bij vrienden die in Damansara Heights wonen, een heuvelachtige buitenwijk van Kuala Lumpur op een half uur rijden bij ons vandaan. Op de heenweg ging Riet achter het stuur, wat een hele ervaring was aangezien ze nog nooit “links” had gereden. Het ging haar prima af al was er even spanning omdat we een aanwijzing van de routeplanner misten en midden in de drukke wijk Little India terecht kwamen.
Na de visite hebben we wat gegeten in een restaurant in Damansara Heights waarbij we door een enorme onweersbui letterlijk van het terras af regenden. We moesten midden onder het eten van tafel verkassen om droog te blijven…
We hebben vandaag voor het eerst getankt met onze Myvi want de tank was bij aflevering maar ongeveer voor een derde vol en bovendien wilden we eens kijken hoe dat hier gaat.
Er is een Shell station redelijk vlakbij en dat was dus de logische keus. Bij aankomst stond er een taxi chauffeur zelf te tanken dus ik dacht, “Zelfbediening”. Foutje, er kwam meteen een pompbediende aanrennen die het van me overnam.
De grootste verrassing was het bedrag wat ik moest betalen, namelijk twee en vijftig Ringgit voor bijna zevenentwintig en een halve liter. Omgerekend naar de huidige koers komt dat neer op dertien Euro, dus nog geen vijftig Eurocent voor een liter Euro Fuelsave 95.
Kijk, dan kun je nog eens een blokje om met de auto…
Deze week heb ik niet veel op mijn log kunnen schrijven omdat ik voor mijn werk in Manila zat.
Afgelopen maandag ben ik vanuit Kuala Lumpur vertrokken en aan het eind van de middag zat ik na een voorspoedige reis in het Bellevue Hotel in de wijk Alabang in Manila.
Dit hotel is zoals je op de foto kunt zien gelegen op loopafstand van het kantoor waar Shell Philippines Exploration (kortweg SPEX) is gehuisvest. Links op de foto zie je het Vivere Hotel waar ik de vorige keer heb gezeten, en zoals je kunt zien is dat nog dichterbij het kantoor gelegen.
Het was voor het werk een goede week, zei het dat er weinig over te vertellen valt. Veel vergaderingen en lange dagen, en omdat de wijk Alabang een buitenwijk is ben ik ook niet veel weg geweest. Alleen op donderdagavond ben ik met twee collegaatjes op pad geweest, ze namen me mee naar Tagaytay, een plaatsje gelegen op zo’n vijftig kilometer ten zuiden van Manila, gelegen aan een kratermeer met daarin een werkende vulkaan.
Jammer genoeg waren we door wat vertragingen later ter plekke dan verwacht dus het was al vroeg in de avond, en omdat er ook nog eens een enorme regenbui los barstte was het al te donker toen we er aankwamen om nog van het uitzicht te genieten. Later, na gegeten te hebben bij een restaurant met Filipijnse specialiteiten, werd het weer helder en kon ik dankzij een heldere maan toch nog iets zien. Jammer van het uitzicht maar het was toch een heel gezellige avond.
En de plannen voor de volgende keer dat ik naar Manila kom zijn al gemaakt…
De werkweek in Manila zat er vandaag al weer op dus om drie uur vanmiddag werd ik door een auto opgehaald bij het kantoor om naar de luchthaven te worden gebracht. Dat ging in tegenstelling tot de vorige keer heel vlot, weinig files en ik stapte dus klokslag vier uur de vertrekhal van Ninoy Aquino International Airport binnen.
Daar stond voor de balie van Malaysia Airlines al een flinke wachtrij en ik schoof dus maar achteraan. Ik raakte daar in gesprek met een Nederlander die met zijn twee zoons op vakantie was geweest op de Filippijnen. Hij kwam er al dertig jaar en wist me te vertellen dat er op de luchthaven in al die dertig jaar nog niets was verbeterd…
Toen ik eindelijk aan de beurt was voor het inchecken kreeg ik meteen te horen dat er een uur vertraging was. Lekker dan, niks aan te doen, en bovendien moest ik het hele ritueel nog afwerken om binnen te komen. Dat betekent eerst langs de loketten waar je de 750 pesos luchthaven belasting contant moet voldoen, dan langs de immigratie waar je in de enorme wachtrijen ruim de tijd hebt om je uitreis formulier onderweg in de vullen, en tenslotte de veiligheidscontrole waarbij je je net niet helemaal hoeft uit te kleden.
Op de borden stond inmiddels tien voor half negen als vertrektijd, anderhalf uur te laat dus. Om kwart voor zeven ging ik naar de gate waar nog geen vliegtuig te zien was. We kregen een broodje voor het ongemak en toen begon het wachten.
Om kwart over acht zagen we bliksemflitsen in de lucht en om half negen barstte er een enorm onweer los. Om een uur of negen was het onweer opgehouden maar kregen we te horen dat het vliegtuig vanwege het onweer was omgeleid naar een andere luchthaven. Wanneer het zou aankomen op NAIA wisten ze niet te vertellen, maar we konden weer iets te eten gaan halen.
Na weer meer dan een uur wachten zonder nieuws werd dan eindelijk omgeroepen dat het vliegtuig om vijf over half elf zou landen. Ik rekende snel uit dat ik dan zeker niet voor vieren maar hoogstwaarschijnlijk nog later pas thuis zou zijn. Ik had Riet op MSN toen het vliegtuig inderdaad voor kwam taxiën om half elf maar terwijl ik aan haar doorgaf dat het een latertje zou worden werd er omgeroepen dat de bemanning niet verder mocht vliegen.
De internationale regels geven aan dat na een bepaalde periode een vliegtuigbemanning verplicht twaalf uur moet rusten. Bij veel passagiers brak nu lichte paniek uit, want zelfs degenen die nog een kleine hoop hadden dat ze hun vervolgvlucht nog zouden kunnen realiseerden zich dat ze dat nu definitief konden vergeten.
We zouden allemaal naar een hotel gebracht worden met bussen, maar het bericht dat we naar de bussen konden kwam pas om twaalf uur. We moesten alle honderdvijftig weer naar buiten, maar gelukkig wel via een speciale route langs de immigratie. Buiten was het een chaos van jewelste want we verzeilden natuurlijk tussen de andere aankomende passagiers en de honderden wachtenden.
Iedereen bereikte uiteindelijk toch de plek waar de bussen zouden aankomen, en toen die eindelijk voor kwamen rijden reden we naar het Manila Hotel, gelegen aan de Bayview Boulevard van de stad. Om één uur kwamen we daar aan waar we weer in de rij moesten om in te checken.
Toen ik eindelijk om over half twee in mijn hotelkamer zat probeerde ik Riet te bellen wat mislukte omdat ik geen verbinding kon krijgen. Na een sms-je stortte ik uiteindelijk bekaf tegen mijn kussen. Het was ondertussen bijna twee uur ‘s nachts…
Gisteravond was er nog geen enkel nieuws over de nieuwe vertrektijd. Na amper vier uur geslapen te hebben ging vanmorgen om zes uur de telefoon, een wake-up call. Toen ik nog half gammel uit bed stapte zag ik een brief onder de deur met daarin een aantal tijden vermeld: van half zeven tot half acht gelegenheid voor ontbijt, tussen half acht en half negen uitchecken en verzamelen in de hal voor vertrek naar de luchthaven, en onze vlucht zou vandaag om kwart over twaalf vertrekken.
Half negen zat vrijwel iedereen in de vertrekhal, maar nog geen bussen of mensen van Malaysia Airlines te bekennen. Weer wachten dus, en het duurde nog tot half tien voordat uiteindelijk de bussen aankwamen. Het instappen ging weer net zo chaotisch als gisteren en mede door de drukte op de weg arriveerden we pas om half elf op de luchthaven.
En jawel, we moesten allemaal opnieuw in de rij voor de balie om weer in te checken, wat extra lang duurde omdat er voor veel passagiers passende vervangende vluchten moesten worden geregeld. Ik was om tien over half twaalf aan de beurt en toen ik mijn nieuwe boarding pass kreeg, met uiteraard een ander stoelnummer, kreeg ik te horen dat het boarden om kwart voor twaalf zou beginnen. Die mededeling veroorzaakte nogal wat hilariteit want achter mij stonden nog heel wat mensen in de rij.
Iedereen ging wel weer keurig om de immigratie heen dus dat verliep vrij vlot, en aangekomen bij de gate duurde het inderdaad niet lang voor het boarden begon. Klein detail was wel dat een redelijk groot deel van de passagiers nog helemaal niet was aangekomen bij de gate en dus waarschijnlijk nog voor de veiligheidscontrole, of erger nog, bij de balie stonden. En uiteindelijk vertrokken we toch om kwart voor een, dus maar een half uur later dan gepland richting Kuala Lumpur.
Ik was pas tegen zessen in de middag thuis, en dat was dus mijn vrije zaterdag…
Omdat ik gisteravond pas thuis was hebben we vandaag rustig aan gedaan en zijn we alleen weg geweest om wat boodschappen te doen.
We gingen daarvoor maar weer eens naar een ander winkelcentrum wat gelegen is in een van de buitenwijken. Tenslotte hebben we nu niet voor niks een auto. Dit winkelcentrum heeft net als de meeste een grote supermarkt waarvan er in KL verscheidene zijn, maar deze grootgrutter is heel Westers georiënteerd en daarom heel populair bij de allochtonen (wij dus). Ze hebben er namelijk onder andere Hollandse aardappelen, Maggi, en tot groot genoegen van Riet ook Old Amsterdam kaas.
Nou is Maleisië een moslim land, en dat merk je ook in de supermarkten. Al het vlees is er namelijk Halal, en dat betekent alle soorten behalve varkensvlees. Dat is er dan vaak wel, maar in een apart gedeelte wat speciaal staat aangegeven met het opschrift “Non Halal”, als een soort waarschuwing voor de Moslims. Het is in feite gewoon een aparte slagerswinkel in de supermarkt, waar je ook alles wat je daar koopt daar ter plekke afrekent en dus niet bij de gewone kassa’s.
Lijkt een heel gedoe maar ik heb het er voor over want ik heb nou tenminste lekkere ham voor op mijn brood…
Riet heeft altijd maar één probleem met wonen in het buitenland en dat is het ontbreken van Kapsalon Willem Peursum. Meestal probeert ze het te rekken van thuisreis naar thuisreis maar omdat er nu toch echt dringend een kleurbehandeling nodig was kon ze er niet onderuit om toch maar eens op zoek te gaan naar een lokale kapsalon.
Ze had uiteraard al wel wat tips gekregen. Zo hadden we tijdens de rondleiding een kapperszaak aanbevolen gekregen maar voor Riet was één blik op de gevel van het pand al voldoende. Afgekeurd dus, maar gelukkig had ze tijdens de koffieochtend voor expat vrouwen die ze had bezocht nog een tip gekregen, er zou een goede kapperszaak in het KLCC zitten. Er zitten er daar meer maar de juiste was makkelijk te herkennen, zeiden ze, ze moest gewoon uitkijken naar een kapsalon met daarin een “Engelse homo”. Ik weet het, niet echt politiek verantwoord maar het werkte wel.
Riet ging om een uur of half elf op zoek, vond de betreffende kapperszaak dus zonder problemen en werd gelijk geholpen. De hele behandeling duurde ruim drie uur maar het was dan ook heel uitgebreid, met manicure en al. En het resultaat stemde tot tevredenheid, dus het lijkt erop dat het kappersprobleem is opgelost.
En omdat ze de smaak te pakken had ging ze ook gelijk maar voor een schoonheidsbehandeling naar de Spa van het Renaissance Hotel vanavond. Kortom, een prijzig dagje. Ik ging ook naar het Renaissance trouwens, maar dan om voor het eerst in zes weken weer te gaan fitnessen. Auw…
Er is hier in Kuala Lumpur een Nederlandse Vereniging, voor alle Nederlanders die hier wonen en dus niet speciaal voor mensen van Shell. We zijn daar inmiddels lid van geworden zodat we een beetje contacten kunnen leggen maar ook omdat er het nodige wordt georganiseerd.
We hebben door de omstandigheden nog geen gelegenheid gehad om een evenement te bezoeken maar afgelopen zaterdag waren we vast van plan om naar de Nieuwjaarsborrel te gaan. Die zou worden gehouden in het huis van de Nederlandse Ambassadeur, en veel belangrijker, er zouden bitterballen zijn.
Natuurlijk gooide het hele gebeuren van mijn terugreis vanuit Manila roet in het eten want ik had toen ik eindelijk thuis was geen puf meer om nog naar een feestavond te gaan, zelfs niet als er bitterballen zouden zijn.
Afgelopen zondag was er een schaatsfeest (ja, dat kan hier ook echt), maar er werd door een kennis van ons al gezegd dat dat eigenlijk meer voor de kinderen bedoeld was. Het ijs was, zo werd ons verteld, een schaatsbaantje in een groot winkelcentrum wat gedurende de dag langzaam in een meertje verandert. Dit hebben we dus ook maar aan ons voorbij laten gaan, al was het wel weer jammer van de snert met rookworst. Zou het echte Unox geweest zijn?
Ik las vandaag in de Nederlandse kranten op het Internet een artikeltje over Maleisië. Het bericht meldde dat ongeveer zesduizend genetisch gemanipuleerde muggen hier de strijd hebben aangebonden met Knokkelkoorts, of zoals de ziekte hier heet, Dengue.
Blijkbaar zijn de mannetjesmuggen zodanig gemanipuleerd dat hun nakomelingen snel sterven. Het is het vrouwtje van de muggensoort (altijd weer die vrouwen) dat de knokkelkoorts overbrengt, en wanneer de gemanipuleerde muggen zich met de gewone muggen mengen zou de populatie daarvan door de sterfte moeten gaan afnemen.
Overigens, wat Riet betreft zou dat voor alle muggen moeten gelden want die heeft vrijwel iedere dag wel een paar beten te pakken terwijl ze zich helemaal wezenloos spuit aan de DEET. En tot haar grote ergernis heb ik er bovendien nauwelijks (meer) last van…
Maar alle gekheid op een stokje, Dengue is een levensgevaarlijke ziekte en er wordt dan ook flink voor gewaarschuwd. De symptomen zijn variërend van grieperig bij een milde besmetting tot hele hoge koorts wanneer het menens is, en dat laatste heeft het afgelopen jaar meer dan honderd dodelijke slachtoffers veroorzaakt.
Gelukkig komen de weinige muggensoorten die het veroorzaken vrijwel niet in Kuala Lumpur voor maar dat wil niet zeggen dat je hier geen Dengue kunt oplopen. Blijven spuiten en smeren dus met die DEET, en uitkijken voor muggen met gestreepte pootjes.
Om bij mijn werk te komen moet ik twee drukke straten oversteken. Dat lijkt niet zo’n probleem maar in Kuala Lumpur is oversteken per definitie een levensgevaarlijke missie. Zelfs wanneer er een zebrapad ligt of voetgangerslichten staan…
De eerste oversteek is een van de drukste straten, Jalan Ampang. Het kruispunt waar ik dat moet doen is bovendien met Jalan Sultan Ismail, een van de andere drukste straten. Er staat een voetgangerslicht maar dat werkt niet echt efficiënt. Op het moment dat je op de knop drukt gaat het pas op groen nadat er een hele cyclus is doorlopen.
Daar wil je meestal niet op wachten, en veel verschil maakt het niet. Je moet je sowieso meestal door een school motorfietsjes heen werken want die gaan allemaal vooraan in de rij staan. Precies, op de zebra dus. Maar goed, je probeert over te steken wanneer er een richting gaat rijden die het zebrapad niet kruist, en de vluchtheuvel in het midden helpt daarbij.
De term “vluchtheuvel” is trouwens nergens zo van toepassing als in hier. Een rood licht betekent namelijk helemaal niks, als er ook maar de geringste gelegenheid is gaan ze rijden, stoplicht of niet, voetgangers voor je bumper of niet. En dan is het zaak dat je hard kunt lopen anders ben je er geweest, want stoppen doen ze dus echt niet, hooguit zullen ze proberen je te ontwijken.
Zou je daarom zo weinig oude mensen zien oversteken?
Er was vanavond om zes uur weer een borrel georganiseerd door Outpost, de “buitenlanders” vereniging van Shell. Tenminste, dat dachten we, wat toen we in restaurant Santini achter het KLCC aankwamen was er geen mens te bekennen. Nou ja, wel een heleboel mensen natuurlijk maar niet van Outpost.
Een beetje verbaasd schoven we toch maar aan een tafeltje aan en vroegen ons af hoe dat nou weer kon. Riet dacht aan een ander restaurant wat ook Santini heette, zelf dacht ik dat we er gewoon een week naast zaten.
Het maakte niet veel uit, we hadden toch een gezellige avond want we besloten dus maar naar onze min of meer vaste “hangout” op vrijdagavond te gaan, de bar 7AteNine, waar een vast clubje collega’s al of niet met vrouwen altijd uithangt om die tijd.
Thuis gekomen checkten we eerst het mailtje van Outpost om te zien waar we de fout in waren gegaan, de borrel bleek gisteren te zijn geweest. Maar toch goed dat we zijn gaan kijken want onderweg liepen we door het KLCC waar ik mooi nog even een foto kon maken van de Formule 1 auto van het Red Bull team die daar stond.
Na een ochtendje bij het zwembad van het Renaissance gingen we met de auto naar Chinatown om een paar dingetjes te kopen die we al lang op ons lijstje hadden staan. Riet had de kussens voor de tuinstoelen, die nu op ons balkon staan, in Nederland al weg geflikkerd en daar moest dus vervanging voor komen.
Na met enige moeite een parkeerplek gevonden te hebben in een wat achteraf verstopte parkeergarage (van het smoezelige soort) was onze eerste stop een winkel waar ze namaak tassen verkopen maar dan van een betere kwaliteit als het straatspul in Chinatown zelf.
Ook dit kostte weer enige moeite omdat de winkel zelf op een bovenverdieping zit en de voordeur nogal verstopt zit maar we vonden het.
Het aanbod was nogal teleurstellend. Wat we zochten was niet aanwezig maar kon wel geleverd worden, alleen tegen een belachelijk hoge prijs. Er moest wel even voor gebeld worden en toen bleek dat er alleen nog maar een nog duurdere versie geleverd kon worden waarvoor je een heel aardige originele tas kon kopen. Het woord “rijke buitenlander” stond blijkbaar in grote Chinese letters op onze smoelen geschreven maar we kennen dat. Nee bedankt dus.
De winkel van meneer Peter Hoe, een soort Chinese Xenos maar dan heel luxe, had gelukkig wel wat we zochten en we kunnen dus weer zacht op onze tuinstoelen zitten.
Dat hebben we nog niet meegemaakt in Kuala Lumpur. Het regende vanmorgen vroeg al en het is de hele dag blijven regenen en ook in de avond werd het niet droog. Niet echt een dag om erop uit te gaan, we zijn nog wel even de stad in geweest voor wat boodschappen op Berjaya Times Square, een van de grootste winkelcentra in Zuid-Oost Azië met inpandig zelfs een compleet pretpark met een complete achtbaan (inclusief looping).
Het regenachtige weer leverde in de avond toen het dan eindelijk droog werd wel een prachtig gezicht op. De wolken hingen zo laag dat ze letterlijk tussen de gebouwen hingen.
Minder dan anderhalf jaar geleden heb ik een klein laptopje gekocht, een zogenaamde Netbook, een Asus EEE. Lekker handig om mee te nemen die dingen, wel een beetje klein scherm en voorzien van Windows XP maar toch handig om onderweg films op te kijken en mobiel te Internetten. Riet gebruikte hem nog vrijwel iedere dag, gezeten op het balkon.
Ik zeg expres “gebruikte”, want het kreng doet het niet meer. Dat wil zeggen, de software werkt nog wel maar het toetsenbord is in een week tijd compleet afgestorven. Vorige week werkte de Backspace toets opeens niet mee, daarna begaven de numerieke toetsen het en nu heeft dan uiteindelijk de rest het ook begeven. En uiteraard een paar maanden na het verstrijken van de garantie termijn.
Speurwerk op het Internet leverde genoeg hits op die deze problemen bespraken om te kunnen constateren dat het blijkbaar een gangbaar probleem is met Asus Netbooks. Eerst ga ik nog even kijken of het apparaat nog voor een redelijke prijs te repareren is, en zo niet dan flikker ik hem van dertien hoog naar beneden en koop een iPad. Van Apple.
Een vrije dag vandaag vanwege de viering van Federal Territory’s Day. Op deze dag wordt de stichting van de Federal Territory (zeg maar Provincie) Kuala Lumpur herdacht. Voor ons een prima gelegenheid om op zoek te gaan naar een reparateur voor onze kapotte Netbook, en waar zou die beter gezocht kunnen worden dan in Low Yat, het winkelcentrum waar alles digitaal en elektronisch is.
Na enig zoeken vonden we op de derde verdieping een niet al te grote zaak die zo te zien gespecialiseerd was in alles wat met laptops te maken had inclusief reparatie. Een van de mannen achter de balie keek naar de Netbook en zei, “Give me five minutes”, waarna hij ergens naar achteren verdween. De vijf minuten werden er dik tien, maar toen hij terug kwam zei hij dat hij de reparatie kon uitvoeren, inclusief montage van een origineel Asus toetsenbord.
Uiteraard moest er wel even over de prijs onderhandeld worden, maar we werden het eens over wat ik een schappelijk bedrag vond (ik had op het Internet opgezocht wat zo’n toetsenbord kost).
Toen ik vroeg hoe lang ik de Netbook kwijt zo zijn rekende ik op minstens een week, misschien wel twee, maar tot mijn stomme verbazing zei hij, “Give me twenty minutes”…
We gingen dus een bakkie doen bij Starbucks en even neuzen bij de Apple Store, en toen we na een half uur terugkwamen lag de laptop al klaar.
De reparateur liet zien dat alles nu werkte, gaf het oude toetsenbord erbij, samen met zijn kaartje met zijn telefoonnummer en de rekening waarop stond dat ik ook nog een maand garantie op de reparatie heb. Vergeleken met alle ellende die ik in Nederland heb gehad met reparaties kon ik alleen maar denken, “Schiet mij maar lek…”.
Een beetje een merkwaardige dag vandaag. Eigenlijk een hele gewone werkdag waarop niks bijzonders te melden valt, ware het niet dat deze dag valt tussen de vrije dag gisteren en de twee vrije dagen morgen en overmorgen vanwege Chinees Nieuwjaar. Dat zorgde voor een ongewoon rustige dag, er was veel minder verkeer dan normaal en op het werk was zeker tweederde van de mensen afwezig omdat ze vrij hadden genomen.
Erg productief was de dag denk ik ook niet want de meeste mensen gingen ook vroeg naar huis. Ik had pech, twee telefoon conferenties aan het einde van de middag en dat betekende zelfs een langere dag dan normaal.
Riet was vandaag helemaal de deur niet uit geweest omdat er geen boodschappen nodig waren. Niks mis mee, want het was heerlijk in het zonnetje op het balkon vandaag en ze heeft weer een boek wat ze niet neer kan leggen. Zelf ben ik vanavond nog even gaan zwemmen en naar de sauna geweest, maar dat was dan ook alles.
Kortom, een hele gewone dag waarop niks bijzonders is gebeurd. Ik denk dat ik vandaag dan ook maar niks schrijf…
Het was vandaag de eerste dag van de viering van het Chinese Nieuwjaar en we gingen dus de stad in op zoek naar de festiviteiten. We waren al gewaarschuwd dat dat wel eens een beetje tegen kon vallen want de Chinezen vieren hun Nieuwjaar hoofdzakelijk in de familiekring.
De beste kans om wat te zien was in de buurt van de grote winkelcentra waar de traditionele Chinese drakendans zou worden opgevoerd. Bij de eerste stop, winkelcentrum Pavilion, hadden we de pech dat we alleen nog het allerlaatste stukje van de voorstelling konden zien.
Binnen was daar gelukkig wel het een en ander te beleven, onder andere een kleine markt met Chinese kunst. Het mooist was wel een vrouw die glazen vaasjes en theepotjes zat te beschilderen met traditionele Chinese motieven, via de hals aan de binnenkant van het glas.
De tweede stop leverde precies dezelfde teleurstelling op, we zagen de dansers nog net door het doek verdwijnen. Ook daar zagen dus wel veel versieringen maar geen traditionele drakendans. En bij onze derde stop, het KLCC aan het begin van de avond, zagen we zelfs geen aftocht meer, daar was het podium zelfs al helemaal verlaten.
Pech dus, maar morgen is er nog een kans en deze keer hebben we wat tijden genoteerd…
Chinezen zijn ontzettend bijgelovig. Zo is het bij de viering van het Chinese Nieuwjaar de gewoonte dat er mandarijnen worden gegeten. Je moet er twee opeten voor geluk, want als je er maar een opeet brengt dat ongeluk. En overal staan veelkleurige draken of leeuwen met trommels, daar moet je op slaan voor een goede gezondheid.
Het nieuwe Chinese jaar is het jaar van het Konijn. Volgens de Chinese astrologie wordt iemands karakter bepaald door het jaar waarin hij of zij geboren wordt. Zo ben ik geboren in het jaar van de aap en Riet in het jaar van de os…
Een van mijn Chinese collegaatjes vertelde ons de legende van het Chinese Nieuwjaar:
In het oude China werd elk jaar op dezelfde dag een dorp geterroriseerd door een monster genaamd de Nian. De Nian woonde onder de zee of in de bergen, en als hij naar het dorp kwam drong hij ongemerkt huizen binnen en at mensen op. Na een paar jaar wisten de mensen wanneer het monster zou komen en vluchten de bergen in want ze wisten niet hoe ze het monster konden verslaan. Tot op een keer een oude man zei dat hij wist hoe het monster verslagen kon worden.
De mensen geloofden hem niet en vluchten weer de bergen in terwijl de oude man in de bergen achterbleef. Toen de mensen weer terugkeerden naar het dorp bleek de oude man, die overigens de god Xi bleek te zijn, inderdaad het monster te hebben verjaagd. Toen de mensen vroegen hoe hij dat had gedaan zei hij dat de Nian een hekel had aan lawaai en de kleur rood. Vanaf dat moment werd ieder jaar op de dag dat het monster zou terugkeren rood papier op de ramen en deuren geplakt en werd er vuurwerk afgestoken en op trommels geslagen. Het monster liet zich dan niet zien en er was een nieuw jaar aangebroken waarin het dorp veilig was.
We waren vandaag toevallig toch getuige van de traditionele Leeuwendans ter gelegenheid van het Chinese Nieuwjaar.
We waren “gewoon” boodschappen aan het doen toen we in winkelcentrum Pavilion zagen dat alles gereed stond voor de voorstelling. Er zat op de trap in de hal al een hele menigte maar we wisten een verdieping hoger toch een prima plekje vooraan te vinden vanwaar we de voorstelling heel goed konden volgen.
Het monster Nian wordt in deze dansen soms als een draak en soms als een leeuw uitgebeeld, en deze keer was het dus een leeuw. Een groep muzikanten begeleidde de “leeuw” met een grote trommel en een aantal cimbalen. De Leeuw zelf werd “gedragen” door twee jongemannen die balanceerden op een rij palen.
Het was een geweldig gezicht hoe de twee jonge dansers zich schijnbaar moeiteloos en met een ongelofelijke onderlinge coördinatie over de palen bewogen. Het was een fraai staaltje acrobatiek gecombineerd met een echte “katachtige” choreografie.
Vooraf hadden we ook nog even het stalletje bezocht met het handgeschilderde glas en Riet heeft nu toch haar Chinese theeserviesje…
Ik heb het al gehad over de gevaren van het oversteken en het openbaar vervoer, maar nog niet over het verkeer in het algemeen. Daarover is iedere buitenlander het wel zo’n beetje eens: Maleisiërs zijn hele aardige en gemoedelijke mensen, totdat je ze aan het verkeer laat deelnemen.
De motorfietsjes zijn een verhaal apart, daar ga ik het ook vast nog wel eens over hebben, maar nu beperk ik me tot de automobilisten. Toen ik hier acht jaar geleden voor het eerst was waren er meer motorfietsjes dan auto’s maar door de Maleise auto industrie die relatief goedkope auto’s maakt is er een flinke inhaalslag gemaakt. De straten zitten nu in zowel de ochtendspits als de avondspits urenlang verstopt met Proton’s en Perodua’s.
Die verstoppingen hebben voornamelijk te maken met de manier van rijden. De eerste regel in het verkeer is dat je je bestemming moet bereiken voor de auto die voor je rijdt. Er wordt dus links en rechts ingehaald, invoegen is hier meer een zaak van doordouwen en het is van groot belang vooral niemand ertussen te laten. Hoe die laatste twee te combineren is eenvoudig, niet dus, er moet gewoon iemand toegeven en dat gebeurt uitsluitend op het allerlaatste moment.
Stoplichten betekenen helemaal niets, je rijdt door totdat het echt niet meer kan. Dat houdt dus ook in dat je op kruisingen net zo lang aansluit tot het niet meer kan. Het komt dus regelmatig voor dat kruisingen in een totale patstelling staan waarbij niemand meer voor of achteruit kan.
Er wordt voortdurend met grote campagnes op televisie op gehamerd dat mensen zich moeten gedragen in het verkeer. Of het helpt? Dacht het niet…
Iedere taal heeft wel zijn stopwoordjes. Zo zeggen veel Nederlanders altijd vragend “hè?” achter een zin. Alsof ze extra willen benadrukken hoe belangrijk het wel niet is wat ze zeggen, en ik vind het eerlijk gezegd altijd een beetje badinerend klinken. Erg grappig wordt het als ze dat ook in het buitenland doen als ze Engels spreken. Dan hoor je in plaats van “You have done that, right?” (zoals het hoort) iemand zeggen, “You have done that, he?”, en dan weet je meteen dat het een Cloggie is.
Dat soort dingen is blijkbaar hardnekkig, want de Maleisiërs doen precies hetzelfde. Hun stopwoordje is “Lah”, en dat zeggen ze te pas en te onpas overal achteraan. Alleen gebruiken ze het minder met de bedoeling iets te benadrukken, het komt er gewoon achteraan. En inderdaad net als de meeste Nederlanders doen ze dat ook wanneer ze Engels spreken. Dan zegt iemand tegen je “You have done that, lah!”, of zoiets als dit als antwoord op de vraag of iemand je vijf ringgit wil lenen, “Sorry I can’t lah, I need money to pay for my cab and lunch, lah”…
Helemaal grappig is dat ze soms meerdere talen door elkaar heen spreken, dan krijg je een zin met Engels, Steenkolen Engels, Maleis, Tamil, Hokkien, Cantonees en Mandarijns, zoals deze: “Sei Lah, your ang mo fren kena so much tunny he totally mabuk mah, lah!”. Inderdaad, niet te volgen, maar voor veel Maleisiërs geen enkel probleem…
Op weg van en naar het werk loop ik meestal een vaste route, maar soms neem ik een binnendoortje en dan kom ik door een achteraf straatje wat vol staat met eetkraampjes, de zogenaamde Hawker Stalls.
Nu kun je in Maleisië te kust en te keur eten in elke prijsklasse en vrijwel alle internationale cuisines. De grote vier en vijf sterren hotels zoals het Renaissance Hotel bij ons aan de overkant hebben dure restaurants, meestal Japanse en Italiaanse, waar je flink in de buidel moet tasten. Maar vergeleken met Nederland zijn zelfs die prijzen nog redelijk vriendelijk en goede kwaliteit is uiteraard gegarandeerd.
Toch is het eten in de goedkopere restaurantjes en eettentjes aan te bevelen want de kwaliteit is gewoon prima en het scheelt enorm in prijs. Gangbare vragen zijn altijd “Word ik er niet ziek van?” en “Is het wel betrouwbaar?”. Dat is in Maleisië geen probleem want de restaurants, zelfs de Hawker Stalls, staan onder controle van het Ministerie van Volksgezondheid. Je ziet dan ook vaak boven een restaurant een bordje hangen met daarop de tekst “Goedgekeurd door het ministerie van Volksgezondheid”.
Je moet je er natuurlijk wel even overheen zetten dat je aan plastic tafels zit, van plastic borden eet, en als bestek stokjes krijgt en alleen als je er om vraagt een vork en een lepel. Een mes is ongebruikelijk, ook vaak in de betere restaurants, maar daar moet je gewoon een beetje creatief mee om gaan..
Ons gebouw heeft een permanente bewaking van soms wel een man of vijf, zes. Bij de poort staat een wachthuisje met daarin altijd minstens twee man en er staat er altijd minstens een bij de deur naar de hal. De rest loopt door de parkeergarage en het gebouw, hoogstwaarschijnlijk op controle maar dat moet je soms met een korreltje zout nemen want laatst toen we gingen zwemmen lag er een op een ligbed achter een pilaar te snurken…
De eerste die ik ‘s morgens altijd tegen kom als ik naar buiten stap is dus een van de bewakers. Ze groeten me meestal met “Goodmorning, Boss!”, en ze salueren daarbij altijd. Dat “Boss” vond ik in eerste instantie een beetje gênant, maar het is blijkbaar heel normaal, want als ik in de straat werkers tegen kom op weg naar de bouwplaats naast ons gebouw, of werksters op weg naar hun betrekking in ons gebouw, dan groeten de meesten me ook met “Goodmorning, Boss!”…
De eigenlijke aanspreektitel in het Maleis is “Tuan”, maar dat heb ik nog nooit iemand tegen me horen zeggen. En bovendien spreken alle Maleisiërs je als buitenlander meteen in het Engels aan. Alleen in de winkels zeggen ze dan “Sir”, op straat zeggen ze gewoon “Boss”…
Ik probeer altijd wel een bijpassende foto bij mijn verhaaltjes te plaatsen, maar deze keer probeer ik eens wat nieuws.
Toen we tijdens het Chinees Nieuwjaar getuige waren van de opvoering van de traditionele Leeuwendans heb ik mijn mijn fotocamera voor het eerst een filmpje gemaakt. Niet erg lang, maar net lang genoeg om een beetje een indruk te krijgen van hoe dat er uit ziet. Het was even uitproberen want het was niet alleen het eerste filmpje wat ik maakte met mijn “gewone” camera maar ook het eerste filmpje wat ik heb bewerkt met het programma iMovie van Apple.
Het resultaat staat hier, ik hoop dat jullie het leuk vinden:
Het wordt een spannende tijd de komende weken voor ons project, of ik moet eigenlijk zeggen projecten want het zijn er twee. En allebei komen in maart in een kritieke fase want dan moet de huidige fase voltooid zijn. Een project van een dergelijke grootte als Malampaya, wat behoort tot de top 70 projecten van Shell, loopt altijd over een paar jaar en gedurende die tijd worden er verscheidene fases doorlopen volgens een vast patroon. Er wordt niet zomaar lukraak begonnen met het bouwen van een boorplatform of een fabriek, daar gaat een soms jaren durende fase van selectie, ontwikkeling en ontwerp aan vooraf.
Onze beide deelprojecten zitten nu in de fase waarbij overgegaan kan worden tot het nemen van de beslissingen die de volgende fase, het gedetailleerde ontwerp van de gekozen oplossingen, moet gaan starten. Voor die beslissingen moeten er allerlei zaken geregeld, uitgezocht en gedocumenteerd zijn en dat moet dus in maart klaar zijn.
Reden voor de baas in ieder geval om iedereen te verzoeken in ieder geval voor april geen vakanties te bespreken…
De Formule 1 op het circuit Sepang, gelegen op zo’n vijftig kilometer buiten Kuala Lumpur vlak bij het vliegveld, vindt pas in april plaats, maar in de stad beginnen de voorbereidingen al zichtbaar te worden.
Petronas, een van de grote sponsors en uiteraard gevestigd in de beroemde Petronas Twin Towers, is alvast begonnen met het plaatsen van een paar Formule 1 wagens uit vorige seizoenen.
De eerste stond al een week of wat in de hal, deze week is er een tweede geplaatst op het plein voor het gebouw. Er zal vast de komende weken nog heel wat meer te zien zijn, als het er tenminste net zo aan toe gaat als met de Moto GP afgelopen oktober. En dat verwacht ik wel want Formule 1 is hier nog populairder dan de Moto GP en daarvan waren de voorafgaande weken al een groot feest rond het KLCC, met stands van de teams en natuurlijk de bezoeken van de rijders.
En de afgelopen week kwam ook via email de bevestiging binnen dat we vanaf begin volgende maand onze kaarten voor de race per post kunnen verwachten, dus bij mijzelf en ongetwijfeld meer nog bij Robin begint het nu ook al te kriebelen…
Aan het eind van een overigens prachtige dag waarbij we tot bij vieren bij het zwembad hebben gelegen brak er een hevig onweer los, het ergste wat we tot nu toe in Maleisië hebben meegemaakt. De regen kwam met bakken uit de lucht en het grootste deel van ons uitzicht werd belemmerd door een grijs gordijn waar niet doorheen te kijken viel. De klappen waren zo hard dat het binnen voelbaar was, want het onweer hing zo’n beetje recht boven ons.
Het is eigenlijk wel fijn als er regelmatig regen valt in Kuala Lumpur omdat de lucht hierdoor schoner wordt. Het vele verkeer en met name de vele oude auto’s en bussen zorgen voor een flinke luchtverontreiniging en een fikse regenbui aan het eind van de dag zorgt ervoor dat alle verontreiniging neerslaat.
In het centrum levert zo’n zware bui overigens grote problemen op voor het verkeer want op sommige plekken rijden ze door een twintig tot dertig centimeter hoge laag water.
Regenbuien komen in Kuala Lumpur heel vaak voor maar ze zijn best te voorspellen. Je ziet de lucht veranderen in een soort groenig grijs, en dan weet je het al. Het begint dan meestal met lichtflitsen die niet zelden in de grond inslaan, meestal direct gevolgd door een enorme hoosbui. Het goede nieuws is dat zo’n bui zelden langer dan een uurtje duurt.
En als je er vanaf je balkon naar kunt kijken dan is het best een mooi gezicht…
Het moet gezegd, de televisie is niet veel soeps hier. We hebben een kabelabonnement bij de grootste provider in Maleisië, Astro, maar voor ons Westerlingen zitten er in het basispakket weinig interessante zenders. Ik mis vooral de Engelstalige nieuwszenders waarvan we er in Rusland vijf hadden. Zoveel hebben we er hier ook wel maar ik spreek daarvoor net te weinig Maleis of Mandarijns…
Ja, we hebben dan wel drie filmnetten, maar die zenden wekenlang dezelfde films uit, en het merendeel ervan is het aankijken niet waard dus daar ben je gauw op uitgekeken. In het begin volgden we de series waar we in Nederland ook naar keken zoals Bones, maar daar zenden ze dan alle afleveringen van uit in een paar weken en dan houdt het weer op. Dan begint er een andere serie en dat waren tot nu toe series die we niet zo leuk vonden.
We hebben het pragmatisch opgelost. Riet heeft de eerste twee seizoenen van NCIS meegenomen uit Nederland in oktober en daar hebben we een flink aantal weken plezier van gehad.
Jammer genoeg zit het er op, en we denken er dan ook over om maar eens een bezoekje aan Chinatown te gaan brengen om de volgende seizoenen aan te schaffen. Of misschien zelfs wel gewoon de legale versies te kopen, want die kosten hier maar de helft van wat ze in Nederland kosten. Alleen dan wel met Engelse ondertiteling natuurlijk. So what…
En alweer een Nationale Feestdag vandaag, en dus vrij. Het was vandaag de herdenking van de geboortedag van de Profeet Mohammed, en dat is een een Moslimland als Maleisië uiteraard een feestdag. Van de viering hebben we weinig gemerkt, het schijnt hoofdzakelijk in en rond de Moskeeën plaats te vinden.
De Profeet Mohammed werd geboren in Mekka, in het huidige Saudi-Arabië, op de twaalfde dag van de maand Rabiulawal, de derde maand van de Islamitische kalender. Hij werd geboren in het jaar van de Olifant, oftewel het jaar 570.
Merkwaardig genoeg is er zelfs op het Internet verder weinig informatie over te vinden. Wel over de betekenis van de dag zelf, en dat er blijkbaar in de Moslimwereld verdeeldheid is over het vieren ervan, maar van festiviteiten in de stad hebben we niets gemerkt. Er was een hele enkele winkel dicht maar verder was het zelfs ongewoon rustig op straat.
Maar een dag vrij is een dag vrij, nietwaar…
Kuala Lumpur is een redelijk veilige stad en je kunt je er als buitenlander zonder problemen over straat. Zeker in het centrum, waar het tot laat in de avond nog druk is op straat heb je geen problemen, tenzij je ze zoekt natuurlijk maar dat is overal.
Toch is er een groot probleem waar je heel erg vaak voor gewaarschuwd wordt, van de voorlichting op het werk tot het mededelingenbord in de liften van ons gebouw, en dat zijn de Snatch Thieves oftewel de Snaaiers.
Kijk, zakkenrollers heb je overal in het openbaar vervoer en op plaatsen waar veel toeristen zijn, dus ook in Kuala Lumpur, maar de Snaaiers vormen hier een bijna onuitroeibaar probleem. Ze opereren met zijn tweeën, gezeten op een motorfietsje, waarbij degene die achterop zit handtassen uit de handen van vrouwen trekt en fotocamera’s uit de handen van mannen (ja, erg rolbevestigend, ik weet het, maar zo is het nu eenmaal). Dit gebeurt zelfs als het erg druk op straat is en op klaarlichte dag.
Een vriendin van ons stond op de stoep voor ons kantoor toen het haar overkwam, en meestal mag het slachtoffer van geluk spreken als het bij de diefstal blijft. Heel vaak laat een tas bijvoorbeeld niet meteen los, of het slachtoffer probeert vast te houden en wordt dan soms meters over de straat meegesleurd met alle gevolgen van dien.
En het resultaat is toch hetzelfde, je bent je spullen kwijt en de daders ontkomen in de drukte. Heel af en toe worden er wel eens een paar gepakt maar dat gebeurt zo weinig dat het als lucratieve business wordt beschouwd.
Het enige wat er aan te doen valt is niet langs de stoep lopen, in plaats van een handtas een rugzakje dragen en als je toch een tas draagt die niet dragen aan de straatkant. Riet stoort zich hier helemaal niet aan want iets wat nog niet gebeurd is bestaat niet. Diepe zucht…
Gisteravond kwam Riet aanlopen met mijn werktelefoon want ze had gezien dat ik een gesprek had gemist. Ik dacht aan een telefoontje van een collega maar ik herkende het nummer helemaal niet. En als ik zeg “helemaal niet” dan bedoel ik dat ik zelfs niet kon zien waar het telefoontje vandaan kwam.
Het makkelijkst is om gewoon hetzelfde nummer terug te bellen, wat ik dus deed, maar toen ik verbinding kreeg en vroeg “Who is this?” werd er meteen opgehangen. Via wat speurwerk op het Internet dacht ik te concluderen dat het uit Mongolië kwam. Nou heb ik daar bar weinig kennissen, en bovendien bleek het niet juist. Riet vond waar het telefoonnummer wel vandaan kwam en dat was niet minder merkwaardig, namelijk uit Nepal!
Ook daar heb ik weinig kennissen maar even later werd er weer gebeld door hetzelfde nummer. Ik kreeg een vrouwspersoon aan de lijn, met op de achtergrond huiselijke geluiden en kleine kinderen. Weer vroeg ik “Who is this?” maar wat er van de andere kant kwam was veelal onverstaanbaar. Er ontstond toch een soort van gesprek toen ik vroeg waar vandaan er nu eigenlijk werd gebeld, en het antwoord was “Kathmandu”. Inderdaad, de hoofdstad van Nepal…
Ik probeerde verscheidene keren duidelijk te maken dat de beller hoogst- waarschijnlijk een verkeerd nummer had, maar dat drong niet erg door. Er werd gevraagd “Is this Malaysia?”, en daar antwoordde ik dus ja op. Vervolgens werd er iets gevraagd, wat na enige keren herhalen volgens mij de vraag was of een persoon wiens naam ik niet kon verstaan aanwezig was. Toen ik zei van niet werd er alleen nog gezegd, “When you see him let him call back” en vervolgens werd er opgehangen.
Je maakt nog eens wat mee hier in Maleisië…
Vanmorgen had ik een training die werd gegeven op het Shell kantoor in Damansara, gelegen aan de andere kant van de stad. Voor mij was eigenlijk het meest interessante of dat kantoor voor mij een beetje makkelijk bereikbaar is want in juni gaan we daar naar toe verhuizen.
Openbaar vervoer is uitgesloten, dat is er niet in de buurt van het kantoor want het is gelegen in de buitenwijk Damansara. Ik heb dus maar de auto genomen, en wat bleek, ondanks de drukte van de ochtendspits was het een half uurtje en dat is heel redelijk. Parkeergelegenheid is er ook dus dat moet goed gaan komen.
De auto werd trouwens toch intensief gebruikt vandaag want ik had ook nog een ritje naar het vliegveld. Vanmiddag arriveerde namelijk ons eerste bezoek vanuit Nederland, onze vrienden Nico en Anja. Toen we in Rusland woonden wilden ze al langs komen, dat ging niet door omdat we een half jaar eerder terug kwamen dan verwacht maar hopelijk gaan ze het de komende veertien dagen naar hun zin hebben in Maleisië.
Bezoek betekent uiteraard sightseeing en het eerste punt op de agenda vandaag was een bezoek aan Bukit Bintang. Dat had hoofdzakelijk te maken met het feit dat ik wel weer eens toe was aan een lekkere Cappuccino bij Starbucks en dat de dames op tassenjacht wilden.
Gezien de normale drukte op zaterdagochtend besloten we met de Monorail te gaan in plaats van met de auto. Tenslotte is de Monorail op zich ook wel een soortement van attractie, en dat pakten we dus gelijk even mee.
Nu is er naast het winkelcentrum Sugei Wang in Bukit Bintang een parkeer- terrein en dat was helemaal leeg. Verbazend, want normaal gesproken staat dat op zaterdagmorgen stampvol. Nou ja, helemaal leeg was het ook niet, er stond alleen zegge en schrijve één auto. En “stond” is misschien ook niet helemaal accuraat want hij stond niet maar hij hing. Aan de muur van het aangrenzende gebouw wel te verstaan.
En nee, dit is geen trucfoto…
Het was vandaag een prachtige dag om naar het park te gaan, het KL Vogelpark wel te verstaan. Het “KL Bird Park” zoals het officieel heet is het grootste vogelpark ter wereld waar de vogels vrij rond vliegen. Het is voor het grootste gedeelte overdekt met netten, bevestigd aan hoge masten, waardoor de vogels zich vrij kunnen bewegen.
Riet en ik waren er in 2004 ook al geweest, en hoewel er weinig was veranderd was het een bezoek meer dan waard. De hele wandeling door het park duurde bijna drie uur, met inbegrip weliswaar van een korte lunchpauze halverwege.
Om een uur of vijf ging vanmorgen de mobiele telefoon van Riet af, en dat zorgt er altijd voor dat iedereen meteen recht overeind in zijn bed zit. Meestal is het een verkeerd ingesteld alarm, maar deze keer niet. De oudste dochter van Nico en Anja was aan de telefoon en toen wisten we eigenlijk al meteen wat er aan de hand was.
De moeder van Nico was al een tijdje ernstig ziek, maar de laatste week ging het toch weer zo goed dat Nico en Anja eigenlijk op het laatste moment pas besloten om de reis naar Maleisië te gaan maken. Uiteindelijk kwam het slechte nieuws dus nog onverwacht, maar er zat voor hen niks anders op dan vandaag zo snel mogelijk de terugreis te boeken.
Na het nodige heen en weer getelefoneer naar Nederland werd er uiteindelijk via de reisverzekering geregeld dat ze vanavond nog terug konden vliegen naar Nederland. Riet en ik hebben ze vanavond naar het vliegveld gebracht, en na drie dagen zitten we dus al weer met z’n tweetjes…
Wat onze gasten het meest verbaasde in de korte tijd dat ze hier waren was het verkeer. Nou heb ik daar al het nodige over geschreven want daar is inderdaad wel het nodige over te melden. En niet alleen over het rijdende verkeer, maar ook voor voetgangers is Kuala Lumpur een verhaal apart.
Laat ik beginnen met te zeggen dat de voorzieningen voor voetgangers niet zijn zoals ze in Nederland zijn. Voetgangers oversteekplaatsen zijn per definitie levensgevaarlijk, zelfs als ze door een voetgangerslicht beveiligd zijn. De stoepen zijn ook niet zo best, veelal smal en voorzien van een heel onregelmatig oppervlak. Geen stoeptegels zoals bij ons maar meer een soort badkamertegeltjes, dus spekglad bij een regenbui.
En het meest bijzondere is wel de functie van de stoepen. Ik noem ze expres geen voetpaden want dat zijn het niet, ze hebben heel andere functies. Allereerst is daar natuurlijk het parkeren van auto’s, die worden meestal zodanig op de stoep neergezet dat je met gevaar voor je leven over de straat moet om er langs te komen.
En dan natuurlijk de hoofdfunctie, de inhaalstrook voor de motorfietsjes. Omdat de straten regelmatig vol staan met auto’s gebruiken de brommertjes de stoepen om de rijen auto’s voorbij te komen. Dat er op die stoepen ook nog mensen lopen, dat is een detail waar weinig rekening mee wordt gehouden.
Geen wonder heb ik al gezegd dat je zo weinig oude mensen ziet in Kuala Lumpur, er komt een moment dat je te oud wordt om op tijd opzij te springen…
We hadden onze gasten vooraf gewaarschuwd dat er om deze tijd van het jaar elke middag een flinke bui valt, meestal gepaard gaand met een stevig onweer. En wat denk je, in de drie en een halve dag dat ze hier zijn geweest geen druppel regen!
We zagen wel af en toe donkere luchten en we hebben ook heel wat bliksemflitsen gezien maar het was telkens op een behoorlijke afstand. Er werd dan ook al wat lacherig gedaan over onze voorspellingen, want het viel allemaal best mee…
Nou, niet dus! ze waren nog niet weg of de volgende dag was het al weer raak, en ook gisteren was ik nog net op tijd thuis van het werk. Maar vanmiddag was het helemaal raak, om half vier was al aardedonker en het water spoelde letterlijk door de straten. Het uitzicht was dusdanig verminderd door de regen dat dichtbij staande gebouwen nog net vaag te zien waren maar wat iets verder weg stond al helemaal niet meer.
Ik heb op het werk de bui maar even afgewacht, naar huis lopen vind ik niet erg maar volledig gekleed zwemmen vind ik niks..
Eigenlijk hadden we vandaag samen met onze gasten Nico en Anja moeten vertrekken voor een lang weekend op Penang, een eiland gelegen aan de Noordwest kust van Maleisië op zo’n vijf uur rijden van Kuala Lumpur. Door de omstandigheden hebben we dat dus af moeten zeggen en was vandaag dus een “gewone” dag.
Omdat we onze vrienden Mirko en Danielle al weer een weekje of wat niet hadden gezien besloten we vanavond met zijn vieren uit eten te gaan, en Mirko stelde voor om daarvoor naar “The Curve” te gaan. Riet en ik waren daar nog niet geweest maar het schijnt een winkelcentrum te zijn met een groot aantal gezellige restaurants. “The Curve” ligt in de buitenwijk Damansara, een kilometertje of twaalf (volgens de TomTom) van het centrum van KL.
En daar zat hem de Grote Fout, want het was vandaag wel vrijdag. Dat betekent dat het verkeer in de stad, wat normaal al behoorlijk druk is in de avondspits, verandert in totale chaos, die nog eens verergerd werd doordat er een flinke stortbui losbarstte net op het moment dat we vertrokken.
We verlieten Cendana om kwart over zes, en om zeven uur stonden we nog steeds in de rij op zo’n driehonderd meter afstand (en dit is geen grap) van ons huis… Ik heb Mirko maar gebeld en gezegd dat het niks ging worden, want alles stond muur- en muurvast.
In plaats van rechtsaf richting Damansara zijn we dus maar linksaf gegaan en tegen half acht hadden we de vijfhonderd meter naar het KLCC afgelegd. We zijn de parkeergarage in gevlucht, hebben in het KLCC maar wat gegeten en na de ergste drukte zijn we weer naar huis gegaan. Waar we overigens met de auto ook nog dik een half uur over deden, terwijl het lopend nog geen kwartier is. Deze Grote Fout maken we nu dus echt niet meer, voortaan gaan we op vrijdagavond gewoon weer naar de “7AteNin9”. Lopend…
Een van onze favoriete eetgelegenheden is het Chinese restaurant “Hakka”. Het ligt midden in het centrum tussen de hoge gebouwen in en het eerste woord wat je te binnen schiet als je het ziet liggen is “vreetschuur”…
Hakka ligt op een groot parkeerterrein en bestaat eigenlijk hoofdzakelijk uit een grote open ruimte die wordt omsloten door een stalen frame met daarop een schuifdak. Eigenlijk meer een opslagplaats dan een restaurant zou je denken, en om het geheel af te maken zijn alle tafels en stoelen van plastic…
Desondanks is het ondanks de grootte iedere avond afgeladen. Dat het er zo druk is heeft overigens alles te maken met het eten, dat is er geweldig, en bovendien is het er relatief goedkoop.
De hele entourage op zich is een verhaal apart. De bediening loopt zich de benen uit het lijf, voortdurend aangespoord door de Chinese dame die er blijkbaar de leiding heeft. Tussen het bedienend personeel lopen een aantal goed uitziende jongedames in jurkjes van het biermerk “Tiger” (de “Tiger Ladies”), die uitsluitend tot taak hebben om iedereen van bier te voorzien en constant je glas bij te schenken.
Een bijzonderheid is een bepaald menu waarvoor je een pan met een soort bouillon op je tafel krijgt waar dan al het vlees en de groente in gaar gekookt worden.
Om deze pan warm te houden staat er een gasbrander onder die aangesloten wordt een de grote butagas fles die naast je tafel wordt gesleept. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets in een Nederlands restaurant zou kunnen…
Hèhè, we hebben eindelijk een huisdier! En daarmee bedoel ik niet de muggen die ons nog steeds regelmatig met een bezoek vereren. Nee, we hebben een Gekko! Vanmorgen stapte ik door de schuifdeur van de hal bij de slaapkamers de woonkamer in en toen zag ik iets bij mijn voeten wegschieten. “Het” schoot achter het televisie meubel, en jawel, daar zat hij (of zij).
Een Gekko is een klein hagedisje van een centimeter of vier, vijf lang, en ze zitten normaal gesproken overal aan deze kant van de wereld. Het wordt hier ook als een zegen beschouwd als je ze in huis hebt, en dat is het ook want ze zijn ontzettend nuttig: ze vreten muggen.
We maakten ons al zorgen omdat wij ze helemaal nog niet hadden. Toen we hier kwamen wonen lag er wel eentje in de badkamer naast de kamer van de meid (die hebben we niet maar zo heet dat nou eenmaal), maar die was al een tijdje morsdood want het lijkje (het was nog een heel kleintje ook) was al helemaal verdroogd.
Maar nu hebben we er dan ook eindelijk een. Riet was er helemaal verguld mee, ze wilde al schoteltjes met melk neer gaan zetten en dat soort dingen. Slecht plan, laat ze maar hongerig blijven, des te meer muggen eten ze…
Zoals ik al eerder vertelde verspillen we onze televisietijd niet met het afspeuren naar de zenders die we hier hebben. Ik kijk af en toe wel een film maar met de series zijn we gestopt omdat Riet het lastig te volgen vindt zonder ondertitels.
Dat gat hadden we opgevuld door vanuit Nederland een paar series mee te nemen, zoals de eerste twee seizoenen van NCIS. Maar aan alles komt een end (behalve een worst want die heeft er twee), dus een week of wat geleden waren we daar doorheen. Toen vonden we een winkel waar ze alle bekende series op DVD verkopen en dus ook NCIS seizoen drie. En nee, dit was nou eens geen illegale Chinatown kopie maar een “echte”, voor de helft van wat ze in Nederland kosten.
Weliswaar alleen met Engelse ondertitels (naast Chinees en Maleis), maar we vonden het toch het proberen waard. Mij maakt het sowieso niks uit en Riet zag er zelfs het voordeel in dat ze haar Engels er mee kon ophalen.
Het beviel prima en we zijn gauw terug gegaan voor nog twee seizoenen. En de overige seizoenen hebben we daar ook al gezien dus we kunnen een maandje of wat vooruit…