2007 Japan

route_2007

Er was een kleine complicatie geweest bij het boeken van deze rondreis door Japan. We wilden namelijk boeken bij ons vertrouwde reisbureau Fox, maar dat betekende natuurlijk wel dat het vertrekpunt van de rondreis in Nederland was. Riet was toevallig in Nederland na een verblijf van vier weken maar ik zat op Sakhalin, en bovendien was het de bedoeling dat Riet en ik na de vakantie samen zouden terugvliegen naar Sakhalin en niet naar Nederland.

Na wat e-mailen met het reisbureau Fox konden we de reis boeken zonder de vluchten, waar we overigens een niet al te grote korting voor kregen, maar dat namen we dan maar op de koop toe. Wel moesten we natuurlijk nu zelf alle vluchten regelen, ook de binnenlandse vlucht op de laatste dag van Fukuoka terug naar Narita, maar ook hier bood het Internet weer uitkomst.

Voor Riet boekten we de heenvlucht naar Tokio vanuit Amsterdam met Singapore Airlines, met een overstap in Singapore, en ikzelf zou vanaf Sakhalin naar Tokio vliegen met de charter van Vladivostok Air. En voor na de vakantie boekten we bij All Nippon Airlines de terugvlucht van Fukuoka naar Narita waar we zouden overnachten, en dan de volgende dag zouden we samen met Vladivostok Air terug naar Sakhalin vliegen.

Hier is het reisverslag:

16 oktober – Aankomst in Tokio

Japan_0021

Riet was op zondag vertrokken vanaf Schiphol en was gistermiddag al aangekomen op het vliegveld Narita bij Tokio. Ze overnachtte daar in een hotel op het vliegveld waar ik haar bij aankomst zou ontmoeten. Mijn vlucht, mijn eerste met een Russische Tupolev TU-154, vertrekt ’s morgens om half tien van het vliegveld van Yuzhno en we landen door het tijdsverschil van een uur om half elf op het vliegveld Narita. Na alle faciliteiten (mijn koffer moest open bij de douane en die werd grondig doorzocht) wandel ik naar het hotel waar ik Riet al zie zitten voor het raam van het restaurant achter een bakje koffie.

We hebben alle tijd, want het reisgezelschap uit Nederland landt pas om half drie ’s middags. Tegen twaalven gaan we al naar het vliegveld om te kijken of we daar geld kunnen pinnen en eventueel een hapje eten. Dat pinnen lukt zonder problemen en we slaan flink in omdat ons was verteld dat pinautomaten in Japan niet overal makkelijk te vinden zouden zijn. Onzin zo blijkt achteraf, als je maar weet waar je moet zoeken. Dit is overigens niet het laatste verhaal wat we hadden gehoord wat achteraf niet blijkt te kloppen.

We wandelen rond op het vliegveld waar weinig te doen is, en ondertussen kijken we rond of we al een teken zien van onze gids. Tegen half drie gaan we zitten bij de uitgang waar de passagiers van de vlucht uit Nederland naar buiten zouden moeten komen. Ondertussen hadden we al een man met een Europees uiterlijk zenuwachtig zien lopen, en hij stopte ook een keer om heel nadrukkelijk onze bagage te bekijken, maar hij liep na de inspectie weer door. Even later zien we hem samen met iemand met een Aziatisch uiterlijk een bordje ophouden met daarop het woord “Fox”. Dus toch onze gids, hij heet Olivier, komt uit België maar woont nu in China.

Als de vlucht uit Nederland arriveert verzamelt zich het gezelschap, bestaande uit 27 personen inclusief onszelf. Na de eerste kennismaking stappen we in de bus die ons na een bijna twee uur durende rit bij het Grand Palace Hotel in het centrum van Tokio brengt. We krijgen maar kort om ons op te frissen want het eerste programma onderdeel staat al op de agenda, een typisch Japans welkomstdiner in een restaurant in de wijk Shijuku.

Het restaurant is een Shabu-Shabu restaurant, dat is een soort fondue maar dan op een gaspit die vast in de tafel zit waarop een soort wok wordt geplaatst met kokende bouillon. Op de tafel staan schalen met dunne plakjes vlees en verschillende soorten groenten, nog wat onduidelijke zaken (zeewier?) en schaaltjes met sesamolie en sojasaus. Met de stokjes gooi je allemaal plakjes vlees en wat groente in de wok, waar het snel gaar wordt. Daarna vis je je portie er weer uit en eet het op. Erg lekker, vooral met ons eerste Japanse Asahi biertje erbij.

Dankzij de grijze geluidsschermen naast alle doorgaande wegen hebben we vandaag nog weinig van de stad gezien. Het is al donker tijdens de rit en de korte wandeling naar het restaurant en na het diner gaan we weer snel terug naar het hotel want de jetlag slaat toch wel toe bij degenen die uit Nederland zijn gekomen…

17 oktober – Eerste dag in Tokio

Japan_0190

Onze eerste dag in Tokio is een stadstoer met de hele groep. De eerste stop van de bus is het Meiji Jingu heiligdom, een Shinto tempelcomplex gelegen in een groot park wat gewijd is aan de heilige keizer Meiji en zijn echtgenote. Shinto is de oorspronkelijke godsdienst van Japan en was vroeger ook de staatsgodsdienst. Het is er ontzettend rustig en het is niet te geloven dat dit park gelegen is midden in een stad met meer dan dertig miljoen inwoners.

Via een grote poort, die Tori’s worden genoemd komen we bij de ingang van het complex waar we ons eerst ritueel moeten reinigen. Dat gebeurt door om de beurt water op je beide handen te gieten met een soort schepje en daarna je mond te spoelen. Het tempelcomplex is het eerste wat we bezoeken in Japan, maar er zullen er nog heel veel volgen. Daarna gaan we met de bus naar de wijk Shinjuku, waar we het Metropolitan Government gebouw oftewel het stadhuis gaan bezoeken. We nemen de lift naar het observatiedek op de 43e verdieping vanwaar we een fantastisch uitzicht hebben op de gigantische stad om ons heen. Het is jammer genoeg aan de horizon net niet helder genoeg om Mount Fuji te zien.

Na een bakje koffie gaan we naar de wijk Ginza, de duurste wijk van Tokio. In de winkelstraten hier kom je alle grote en dure merken tegen, en het schijnt zelfs zo belangrijk te zijn om hier een winkel te hebben dat het niet eens uitmaakt of er wel winst wordt gemaakt. Het restaurant is weer Japans, maar iets anders dan gisteravond. Nu is er een groot buffet waar je van alles kunt halen, maar weer moet je het vlees zelf braden. Deze keer zit er daarvoor een soort grillrooster in het midden van de tafel.

Na de lunch gaan we weer verder, de bus brengt ons naar een park vanwaar we wandelen naar de Edo poort van de tuin van het Keizerlijk Paleis. We mogen niet naar binnen; het blijkt dat dat wel kan maar dan had dat een week van tevoren aangevraagd moeten worden. Nu zien we dus het paleis vanachter de poort van een afstandje.

De volgende stop is de wijk Asakusa waar we wandelen naar de Asakusa Kannon tempel, een prachtig boeddhistisch tempelcomplex. We zien hoe de Japanners wierook opsteken en de rook naar zich toewuiven en de geur opsnuiven, allemaal onderdeel van het boeddhistisch ritueel. En ook hier wordt er het reinigingsritueel uitgevoerd van handen en mond. We hebben een klein uurtje om rond te kijken en dat is de moeite waard want vlakbij de tempel zijn een paar hele leuke winkelstraatjes.

Het is inmiddels het eind van de middag en onze laatste stop is ‘Electrical City’  in de wijk Akihabara. Daar kan wie dat wil shoppen voor camera’s, computers, spellen, DVD’s, mobieltjes, kortom het allernieuwste op het gebied van elektronica. Riet en ik besluiten samen met onze reisgenote Diana dat we niks nodig hebben en we vinden al snel een gezellig barretje waar we een biertje drinken. Hierna gaan we met z’n allen weer terug naar het hotel, waar we die avond kennis maken met een merkwaardig Japans gebruik. Als je in een bar wat gaat drinken wordt er vaak al een bedrag in rekening gebracht voor het gebruik van de plaatsen, wat je hoe dan ook moet betalen ook al bestel je niets. En in ons hotel was dat meer dan tien euro, al was dat dan wel voor z’n tweeën….

18 – Vrije dag in Tokio

Japan_0279

Vandaag is een vrij te besteden dag en we gaan in gezelschap van Diana de stad in. We kopen op het nabij het hotel gelegen metrostation een dagticket waarmee we onbeperkt door de stad kunnen crossen.

Diana heeft in haar reisgids een paar leuke plekken gevonden en en de eerste is de Ameyako markt. Deze markt is vlak na de Tweede Wereldoorlog gestart als een soort illegale markt waar van alles werd verhandeld maar heeft inmiddels een officiële status. We wandelen rond in de nog redelijk rustige straatjes en belanden uiteindelijk na wat zoeken bij een Starbucks voor een bakkie koffie. Het viel een beetje tegen, het waren toch meer winkeltjes dan een echte markt, en het leek in niets op bijvoorbeeld de Nam Dae Mun markt in Seoul zoals we hadden verwacht.

Gisteren waren we al in de wijk Asakusa maar we hadden maar krap drie kwartier om daar rond te neuzen, en het zag er toch allemaal wel zo gezellig uit dat we besloten om daar nog maar eens rond te gaan kijken en deze keer wat uitgebreider. Na de koffie gaan we met de metro dus richting Asakusa waar we behalve leuke winkeltjes ook riksja’s zien, de Sumida Rivier en aan de overkant daarvan het gebouw van de Asahi bierbrouwerij wat eruit ziet als een glas bier met  schuimkraag.

In de loop van de middag gaan we helemaal naar de andere kant van de stad naar de wijk Harajuku, een artiestenwijk waar normaal gesproken de Japanse jeugd in buitenissige kledij rondhangt. Op zich is er zat opzichtige kledij te koop in de vele gezellige winkeltjes maar op straat valt het een beetje tegen. Maar wij hebben misschien een hele andere kijk op dat soort dingen en is wat wij zien voor de Japanners al behoorlijk apart.

Aan het eind van de middag belanden we op zoek naar een biertje in een café wat toevallig de naam “Zima” draagt. En ’s avonds ontdekken we dat er in Japan Big Macs te koop zijn met vier hamburgers ertussen….

19 oktober – Extra dag in Tokio

Japan_0323

Er is vandaag een groepsexcursie naar een buiten de stad gelegen park met veel bomen, een meer en een heleboel tempels. Riet en ik besluiten als enige van de groep om niet mee te gaan en nog een dagje lekker in Tokio rond te hangen. We doen weer hetzelfde als gisteren, we kopen een dagkaart voor de metro en gaan als eerste richting een station genaamd Ochanomizu.

Hier zou vlakbij een straat moeten zijn met allemaal muziekwinkels waar ik het aanbod aan Japanse gitaren eens wil gaan bekijken. Na eerst de verkeerde kant op gelopen te zijn (uiteraard) vinden we inderdaad die straat, en het aanbod is heel indrukwekkend, evenals de prijzen (in positieve zin). Ik ben op zoek naar een speciaal model Ibanez, wat ik niet vind, maar wel een andere Ibanez waar ik ter plekke smoorverliefd op word. Nadeel van onmiddellijke aanschaf is wel dat ik er dan de hele vakantie mee moet slepen en ik besluit te wachten tot de laatste dag wanneer we weer terug zijn in Tokio, op doorreis naar Sakhalin.

In de dure wijk Ginza waren we ook al geweest maar ook met weinig tijd om uitgebreid rond te kijken dus dat wordt onze volgende stop. We snuffelen wat rond, vinden niks wat Riet leuk vind als verjaardagscadeau, bezoeken het Sony gebouw waar we de nieuwste snufjes op elektronisch gebied bewonderen (Ik wil een nieuwe tv! En een nieuwe laptop!) en drinken tenslotte een peperduur biertje in wat in Tokio doorgaat voor een Engelse Pub.

De volgende stop is de wijk Ikeburu waar we de Toyota Showroom bezoeken, want Riet wil wel eens weten waar ze naar moet kijken als ze weer eens een nieuwe auto wil gaan kopen. En wat ze zoekt dat staat er hoor, een dikke Toyota Landcruiser, en ze moet er nog net niet van kwijlen. Ikeburu is verder een moderne wijk, druk maar niet ongezellig. Wat ons steeds meer opvalt in Tokio is dat er ondanks de drukte van mensen en verkeer nergens  geschreeuw is, geen getoeter, geen gedrang, en zelfs grote groepen schoolkinderen gedragen zich ordelijk en met weinig herrie. En iedereen is uitermate beleefd en winkelpersoneel is totaal niet opdringerig. We kijken er toch een beetje vreemd tegenaan, maar we vragen ons tegelijkertijd af, wat is hier eigenlijk mis mee?

Omdat het inmiddels al aan het eind van de middag is besluiten we op zoek te gaan naar het Hardrock café van Tokio. Dat wil zeggen, die in de wijk Roppongi want er zijn er zelfs twee. Er is geen metro station vlakbij dus het wordt een eindje lopen en uiteraard komen we na een kwartier tot de ontdekking dat we alweer precies de verkeerde kant op zijn gelopen. Helemaal terug dus naar het beginpunt en opnieuw beginnen.

Het blijkt dat de wijkkaarten die we onderweg tegenkomen niet allemaal hetzelfde ophangen, zeg maar noord-zuid, maar verschillend ten opzichte van elkaar. Uiteindelijk vinden we het Hardrock café en we strijken er neer om wat te eten en te drinken. Het eten is goed, de muziek nog beter, en na het kopen van een T-shirt voor mij gaan we terug naar het hotel.

20 oktober – Mount Fuji

Japan_0434

Meteen na het ontbijt vertrekt de bus richting Fuji-yama, de hoogste berg en het beroemdste symbool van Japan. Olivier, onze gids houdt het weer scherp in de gaten en besluit om het dagprogramma zodanig aan te passen dat we een bezoek aan de Mount Fuji uitstellen tot aan het eind  van de dag in verband met de rond de berg hangende bewolking.

We gaan dus eerst naar de Owakundani vallei, een gebied met zwavelbronnen in de nabij Mount Fuji gelegen heuvels. Onderweg hebben we al een schitterend uitzicht op de ruim 3800 meter hoge berg die boven het landschap uitsteekt. Mount Fuji is een slapende vulkaan en het kan nog steeds gebeuren dat hij uitbarst. In de buurt is nog veel vulkanische activiteit waarvan ook die zwavelbronnen afkomstig zijn.

Bij de bronnen is het uitzicht, ook met name weer op Mount Fuji, adembenemend net als overigens de lucht. Vanwege de zwavel stinkt het overal naar rotte eieren en soms is het zelfs bijna niet te harden. Ik krijg van de gids een zwart ei, gekookt in de zwavelbronnen waardoor de buitenkant echt pikzwart is. Van deze eieren wordt gezegd dat als je er een opeet dat je leven met zeven jaar wordt verlengd, en dat buitenkansje heb ik dus gelijk waargenomen.

We nemen vanaf de zwavelbronnen een kabelbaan naar beneden, naar het meer van Ashini-ko. Daar krijgen we eerst een traditionele Japanse lunch voorgeschoteld die er heel erg kleurrijk uitziet maar wel allemaal vreemde gerechten. Na de lunch lopen we naar een boot station waar we scheep gaan op een niet heel erg origineel piratenschip waarmee we in een half uurtje naar de overkant van het meer varen. Aan de overkant staat onze bus al klaar om ons dan toch naar de Mount Fuji te brengen.

Het is al laat in de middag als we uiteindelijk aankomen bij het vijfde en hoogste station, op ongeveer 2500 meter hoogte. Het is hier dan ook flink koud en er staat een gierende wind, maar het uitzicht is fenomenaal, we kijken op de door wolken gevulde valleien rond de berg. Er zijn uiteraard ook hier de nodige souvenir winkeltjes, maar de invallende avond maakt het nog kouder en we zijn dan ook blij als we dus bus weer in kunnen stappen voor het laatste stukje naar het hotel.

Dat laatste stukje was overigens slepend met ons rolkoffertje en de rugzak een steil pad op want de bus kon niet bij de ingang van het hotel komen. Dat hotel is heel bijzonder want het is een Ryokan, een traditionele Japanse herberg die is ingericht met Tatami matten op de vloer en om op te slapen. Tatami matten worden uitsluitend met de hand gemaakt van heel fijn riet en zijn daardoor heel erg duur, we mogen er alleen op blote voeten of met sokken op lopen. De Futons zijn flinterdunne matrassen en bij binnenkomst in de kamer is voor Riet één blik voldoende om een graai in de kast te doen er nog een extra Futon onder te leggen.

Voor het avondeten wordt ons verzocht om allemaal aan te treden gekleed in de kimono’s die op de kamers klaar liggen. Een groter probleem zijn de slippers waarvan de grootste beschikbare maat veertig is op zoiets, veel te klein dus voor mij en het geeft aan dat er weinig Europeanen overnachten in Ryokans. De traditionele maaltijd is ook nu weer meer kleurrijk dan smakelijk maar we doen ons best. Ryokans staan bekend om hun bijzondere baden, een soort sauna’s genaamd Onsen, en er wordt ons dan ook aangeraden die beslist te bezoeken. Maar na een ellenlang verhaal aangehoord te hebben over de gedragsregels en hoe vervelend het voor Japanners is als je toch iets fout doet, al is het onbedoeld, geloven we het wel.

We besluiten de avond met een klein deel van de groep in de hal van het hotel waar we, net als iedereen in dit hotel nog steeds gekleed in kimono’s, ons meegebrachte bier opdrinken. Er was namelijk vooraf gezegd dat er in een Ryokan vrijwel niets te koop zou zijn en een gewaarschuwd mens telt voor twee, nietwaar. Ik word die nacht om een uur of een wakker met een schreeuwende pijn in mijn rug, een probleem wat met drie extra Futons gelukkig kan worden verholpen…

21 oktober – Van Mount Fuji naar Takayama

Japan_0749

We staan alweer vroeg op want we hebben een lange rit voor de boeg vandaag. Het Japanse ontbijt was niet in kimono maar wel traditioneel en voor Riet en mij niet bepaald het ideale ontbijt. Vlak na het vertrek komt de bus langs het meer voor de Ryokan op een plek vanwaar het uitzicht op Mount Fuji werkelijk schitterend is en iedereen roept om een fotostop. De chauffeur rijdt echter door wat leidt tot een hevige discussie tussen Olivier en de Japanse gids Anna enerzijds en Anna en de chauffeur anderzijds. Het blijkt dat de chauffeur eerst toestemming moet vragen aan het hotel tegenover de parkeerplaats waar we wilden stoppen of we daar wel mochten staan. Het wordt geregeld en iedereen geniet nog even van het prachtige uitzicht op Mount Fuji.

De rit voert ons dwars door de bergen, door ons Europeanen de Japanse Alpen genoemd, waarbij we onderweg af en toe stoppen voor een pitstop of op een mooi plekje om foto’s te maken. Het verbaast ons iedere keer weer hoe schoon de toiletten zijn in zelfs de meest afgelegen benzinestations. De weg voert door ontelbare tunnels en tegen de middag stoppen we bij een enorme stuwdam, de Nagawado Dam, waar we even rondkijken.

In de loop van de middag komen we aan in Takayama waar we gelegenheid krijgen om op eigen houtje rond te kijken in dit kleine plaatsje met nog heel veel traditionele huizen. Weliswaar zijn de meeste daarvan inmiddels omgetoverd in toeristische winkeltjes en restaurantjes maar het is er toch heel gezellig. We bezoeken het oude centrum Sanmachi en als laatste terwijl de zon ondergaat de Sakurayama Hachimangu Schrijn.

We overnachten in een fantastisch mooi hotel net buiten het stadje. Bij aankomst is er een hele prettige verrassing want de hele groep krijgt hele luxe kamers toegewezen op een van de bovenste verdiepingen omdat alle normale kamers vol zaten. Het diner is alweer traditioneel Japans (en voor Riet dus alweer een beproeving), daarna zoeken we de bar op, want dit hotel heeft er zowaar een, maar die blijkt dicht. Gelukkig kunnen we ook een biertje krijgen in de lounge waar het zowaar nog gezellig wordt met een klein koppeltje van de groep. De rest is of zoals gewoonlijk vroeg naar bed gegaan of richting de ook in dit hotel aanwezige Onsen.

22 oktober – Van Takayama naar Kyoto

Japan_0899

We vertrekken vandaag alweer uit Takayama richting Kyoto, maar de ochtend brengen we nog een kort bezoek aan Takayama. We gaan naar de kleine markt en we gebruiken de rest van de vrij te besteden tijd aan een bezoek aan het gouverneurshuis wat nu als museum is ingericht. Erg leuk om zo’n Japans huis in originele staat van binnen te zien maar het zijn allemaal vrijwel lege kamers met Tatami matten op de vloer, zeg maar een kale boel. En dat is niet alleen nu zo maar dat was ook zo toen het nog in gebruik was, er was gewoon erg weinig meubilair.

Dan volgt de lange rit naar Kyoto, de vroegere hoofdstad van Japan die in tegenstelling tot Tokio, wat een hypermoderne stad is, nog heel veel traditionele tempels en gebouwen kent. Tegen de middag besluit onze gids om op advies van de chauffeur een eindje om te rijden om een klein plaatsje in de bergen aan te doen wat de moeite van het bekijken meer dan waard moet zijn. En daar blijkt geen woord van gelogen, want na eerst geluncht te hebben in een van de restaurantjes maken we een schitterende wandeling door een straat die van boven naar beneden door het dorpje loopt. Onze chauffeur wordt na afloop uitgebreid bedankt voor dit uitstekende voorstel.

Verder gaat het weer richting Kyoto waar we pas vroeg in de avond aankomen. Het Kyoto Plaza hotel ligt midden in het centrum, pal naast het treinstation, maar de kamers zijn wel wat minder groot en luxueus dan we inmiddels gewend zijn. Na het uitpakken van de koffers kijken we nog wat rond in de buurt van het station, vinden daar heel veel restaurantjes maar geen enkele bar, en besluiten dus om maar terug te gaan naar het hotel. En niet te geloven, ook daar is er geen bar maar alleen een lounge die om acht uur gesloten is. Er is alleen een soort cafetaria op de benedenverdieping en in de gezellige TL verlichting doen we dus daar maar een biertje.

23 oktober – Kyoto

Japan_0948

Er is een groepsexcursie naar bezienswaardigheden in Kyoto, maar we hebben met een paar reisgenoten aan de hand van de door hen meegebrachte reisboeken geconstateerd dat er heel veel mooie plekken niet worden aangedaan. En omdat er voor de andere twee dagen in Kyoto leuke excursies zijn gepland besloten we gisteren al om er met een kleine groep apart op uit te trekken.

We zijn met z’n zevenen, de broers Niek en Kees, de zussen Saskia en Linda, Diana en wij tweetjes. Het eerste wat we doen is een dagkaart kopen voor de bus en vervolgens vertrekken we vanaf het station per bus naar de wijk Oost-Gion. Na een rit van ruim een half uur stappen we uit en lopen het laatste stuk naar boven naar de Kiyomizu-dera tempel. Het is een prachtige dag en vanaf het tempelcomplex hebben we een schitterend uitzicht over de stad. Na rondgekeken te hebben lopen we dezelfde weg terug maar halverwege slaan we een zijstraatje in en volgen dat, door een mooie buitenwijk met prachtige Japanse houten huizen.

We komen onderweg langs de Yasaka Pagode en bezoeken het daar vlakbij gelegen Yasaka heiligdom met zijn opvallende poort. Daarna lopen we via een drukke straat verder en doen een bakkie in een koffiehuis met een voor Japanse begrippen een hele drukke maar wel een beetje Engels sprekende dame. We wandelen weer terug naar het gebied waar alle tempels zijn en langs een smal weggetje komen we langs de Konchi-in tempel waar we door de prachtige tuinen lopen, waaronder een Zen tuin, een stuk vlak grijs zand waar geometrische figuren in zijn geharkt. Verderop ligt de Nanzen-ji tempel waar Riet en de rest een tuinencomplex bezoeken en ik besluit Sanmonpoort te beklimmen want vanaf de omloop heb je een prachtig uitzicht over het complex en de omringende bossen.

We lopen daarna door naar het eigenlijke doel van onze tocht, het Filosofenpad, een anderhalve kilometer lang pad. De Japanse filosoof Kitaro Nishida sjokte rond 1900 elke ochtend over dat pad, een smal wandelpaadje ver buiten de drukte van het stadscentrum, langs een kanaaltje met kabbelend bergwater. Toch valt het een beetje tegen want het ligt nu tussen allemaal nieuwe huizen, het is er druk en zoals overal in Japan rijden er voortdurend auto’s over het smalle weggetje ernaast. We vinden er wel een Italiaans restaurant waar we lekker op het terras pasta eten.

Verder gaan we weer, naar de volgende tempel, de Ginkaku-ji oftewel het Zilveren paviljoen, met weer prachtige Zen tuinen en paadjes die tussen de bomen door tegen de heuvel op lopen. Daarna lopen we naar de dichtstbijzijnde bushalte vanwaar we de bus nemen. We steken per bus de stad aan de noordkant dwars over maar dit duurt langer dan verwacht, ruim drie kwartier en we komen dus pas ruim na vieren aan bij, jawel, weer een tempel. Maar dit is wel een van de mooiste die we tot nu toe hebben gezien, de Kinkaku-ji tempel uit de 14de eeuw, beter bekend als het Gouden paviljoen. We komen daar net aan als de ondergaande zon erop schijnt en dat is een fantastisch mooi gezicht.

Riet en ik hebben het nu wel gezien met de tempels, en terwijl de rest al weer in de sprint naar de volgende gaat wandelen wij samen terug naar de bushalte om daar de bus terug naar het Station vlak bij ons hotel te nemen. Kyoto is duidelijk groter dan we dachten want ook deze rit duurt dik drie kwartier. Eindelijk weer in het hotel zakken we in de stoelen in de lounge om onze vermoeide voeten rust te gunnen en we nemen lekker een afzakkertje. Tot we om acht uur te horen krijgen dat de bar dicht gaat…

24 oktober – Himeji

Japan_1418

Voor vandaag stond er een groepsexcursie gepland naar de stad Himeji waar we het Zilverreiger Kasteel zouden bezoeken, een van de mooiste en grootste kastelen van Japan. Er is echter een hoop geharrewar met de lokale agent en uiteindelijk besloot onze gids Olivier gisteren in overleg met ons om het zelf te gaan organiseren.

We vertrekken ’s ochtends vroeg met de trein, en dat wordt al een belevenis want we gaan met de Shinkansen, de snelle trein van Japan. De reis duurt een half uurtje waarbij de trein snelheden bereikt van driehonderd kilometer per uur, maar dat is niet het enige indrukwekkende eraan, het is ook nog eens ontzettend comfortabel. Vanaf het station zien we aan het eind van een brede boulevard de toren van het kasteel al liggen, en hoe dichterbij we komen hoe indrukwekkender het kasteel eruit ziet.

Maar voordat we naar binnen gaan bezoeken we eerst de naastgelegen Samurai tuinen, een oase van rust zoals vrijwel alle tuinen in Japan. Riet vindt het er helemaal geweldig, maar het hoogtepunt van de dag is toch wel het bezoek aan het kasteel. Het Zilverreiger Kasteel is een heel groot complex, we wandelen er meer dan twee uur rond en nog zijn we niet overal geweest. Het geeft een goed beeld van de macht en de rijkdom van de Shoguns in het oude Japan, alhoewel we ook hier weer tot de conclusie kwamen dat ze in die tijd niet echt gek op meubels waren.

In de middag bezoeken we een heuvel buiten Himeji, de Mount Shosha. Hier zijn heel veel grote en kleine tempels  en prachtige paadjes met Boeddha beeldjes, en we hoeven gelukkig niet de hele heuvel op te klimmen want er is een kabelbaan. Bovenaan gekomen vindt Riet het wel welletjes en besluit te wachten tot we terug komen. Als we aankomen horen we dat de laatste kabelbaan om vijf uur naar beneden gaat en dat betekent voor degenen die alle tempels willen zien een flinke sprint. Ik doe er ook niet aan mee en besluit te zien hoe ver ik kom.

Ik bereik halverwege  de Maniden schrijn waar ik op mijn gemak rondkijk, maar ik besluit het daarna voor gezien te houden en terug te lopen via een ander pad. Alhoewel, terug… dit klopt toch niet, volgens de kaart hoor ik hier niet langs te lopen. Waar zit ik nu? Shit, verkeerd gelopen, ik moet een flink eind terug. Op het eind breekt het zweet me uit want het pad wat ik terug volg is helemaal leeg en het wordt al aardig donker. Geen mens en geen tempel te zien, en ik vraag me net af of het niet verstandiger is om maar helemaal terug te rennen naar het laatste bekende punt als ik de ingang van het complex door de bomen zie opdoemen.

Iedereen is op tijd terug en sommigen hebben zelfs de verste tempels gehaald. We nemen de bus terug naar het station vanwaar we met de Shinkansen terugreizen naar Kyoto waar we vroeg in de avond aankomen.

25 oktober – Nara, Kyoto

Japan_1576

De groepsexcursie voor vandaag is naar Nara, een stadje wat ooit vijfenzeventig jaar lang de hoofdstad van Japan is geweest. Het stadje is door het grote aantal tempels en schrijnen populair bij toeristen, en heeft als bijzonderheid dat overal in de stad, maar met name rond de tempels, herten vrij rondlopen. Deze dieren worden als heilig beschouwd en zijn door het veelvuldig contact met mensen totaal niet schuw.

Ons eerste reisdoel in Nara na een bustocht van een uur of twee is de Todaj Ji tempel, oorspronkelijk gebouwd in de 8e eeuw, waar het grootste Boeddha beeld van Japan staat in wat het grootste houten gebouw in de wereld zou zijn. Meteen als we binnenkomen vallen ons twee dingen op, het is er ongelofelijk druk, met name door grote groepen scholieren, en er lopen overal herten rond die iedereen nieuwsgierig besnuffelen op zoek naar etenswaren. Riet kan het natuurlijk niet laten om meteen een zaak met een soort koekjes speciaal voor de herten te kopen en ze wordt meteen daarna belaagd door een troep herten. Een zet in zijn gulzigheid zijn tanden in Riet’s bovenbeen in plaats van in een koekje wat haar een flinke blauwe plek oplevert.

Het Boeddha beeld is inderdaad groot, zestien meter hoog, en er zijn nog meer grote beelden te bewonderen in de tempel. En net als bij vrijwel alle tempels die we tot nu toe hebben gezien kun je hier ook weer allerlei souvenirs kopen met daarop wensen of voorspellingen. We wandelen verder naar de Nigatsu-do, ten oosten van de tempel met de grote Boeddha gelegen tegen de helling van de berg Wakakusa. Het centrale gebouw, waar een elfkoppig beeld staat van de godin van het medelijden, is niet toegankelijk voor mensen, zelfs niet voor de priesters. Alleen monniken die uitgekozen zijn voor een bepaalde ceremonie mogen naar binnen en het beeld aanschouwen. Na rondgekeken te hebben wandelen we vandaar naar de Kasuga Taisha, in tegenstelling tot de andere tempels geen Boeddhistische maar een Shinto schrijn. Deze schrijn, gewijd aan de Fujiwara familie, is beroemd om zijn vele bronzen en stenen lantaarns.

Na een rondwandeling door deze schrijn en een paar pogingen om monniken te fotograferen (de meeste zijn er niet echt van gediend) lopen we door een bos naar onze volgende stop. Langs de paden staan honderden stenen lantaarns in alle soorten en maten en we zien overal weer herten lopen die alleen maar geïnteresseerd zijn als je wat te eten bij je hebt. Olivier stelt voor om het museum te bezoeken, maar wij geloven het wel, we lopen door naar het volgende en goddank ook laatste tempelcomplex voor vandaag, Kōfuku-ji.

We zien van verre al het meest imposante gebouw van dit complex, de vijf verdiepingen hoge Pagode. Op het plein van dit complex neemt (bijna) de hele groep er zijn gemak van om even lekker bij te komen van de marswandeling met volle bepakking. Na weer uitgerust te zijn wandelen we met z’n allen naar het centrum van Nara waar we gelegenheid krijgen om te lunchen. We vinden een Franse broodjeszaak met schandalig lekkere broodjes (allemaal ongezond) en heerlijke koffie. De bus pikt ons na de lunch op en brengt ons weer terug naar Kyoto.

Riet en ik gebruiken rest van de middag om een bezoek te brengen aan de Kyoto Tower, gelegen net aan de andere kant van het station. Na helemaal boven van het uitzicht te hebben genoten gaan we naar de bar waar we het duurste biertje drinken van de hele vakantie. En daarna is het al weer pakken geblazen want morgen vertrekken we naar Kurashiki.

26 oktober – Kobe, Kurashiki

Japan_1888

We vertrekken om half negen met de bus vanuit Kyoto, een half uurtje eerder dan normaal want het wordt een lange rit vandaag. Ons eerste reisdoel is Kobe, de stad die bekend is vanwege de verwoestende aardbeving in 1995 die enorme schade aanrichtte en het bijzondere rundvlees. Dat vlees komt van koeien die bier te drinken krijgen en gemasseerd worden, waardoor het ontzettend mals maar ook peperduur is. In Kobe brengen we een kort bezoek aan een Sake museum, waar aan de hand van een film en de gebruikte gereedschappen wordt uitgelegd hoe deze Japanse rijstwijn wordt gemaakt. En uiteraard krijgen we ook de gelegenheid om een paar soorten te proeven en gelegenheid om wat te kopen.

Vanuit Kobe rijdt de bus naar Kurashiki, met onderweg een enkele stop om even de benen te strekken en wat te eten. Het verbaast ons iedere keer weer hoe schoon en netjes die stopplaatsen zijn, en met name de toiletten. Eten en drinken is er altijd genoeg en er zijn meestal ook wel wat fast food restaurants maar dan wel Japanse stijl. Onderweg is er maar bij vlagen wat te zien want langs de meeste Japanse snelwegen staan grijze geluidsschermen die het uitzicht belemmeren.

Het is al halverwege de middag als we aankomen bij het Kurashiki Nikko Hotel, en ook deze keer blijken we het met het hotel heel goed getroffen te hebben. Het hotel zelf is meer dan uitstekend en het ligt vlak naast de oude handelswijk Bikan, en de rest van de middag besteden we dan ook aan een wandeling door deze prachtige wijk.

Riet en ik besluiten voor die avond maar eens uitgebreid te gaan dineren in het restaurant van het hotel, en we kiezen voor het speciale menu. Voor het eten krijgen we een soort miniatuur schildersezeltje op onze tafel met daarop aanzichtkaarten van beroemde schilderijen. We krijgen zeven gangen en bij iedere gang wordt er een aanzichtkaart omgedraaid zodat we kunnen zien dat het gerecht door dat speciale schilderij is geïnspireerd. Het klinkt bizar, maar we hebben in geen eeuwigheid zo lekker gegeten! En het was ook een verademing na al die “Japanse zooi” (Riet’s woorden).

27 oktober – Kurashiki, Hirosjima

Japan_2063

Het hele gezelschap gaat vandaag op de fiets voor een rit over het platteland rond Kurashiki, behalve Riet en ik want fietsen kunnen we thuis ook. Wij gaan liever nog wat wandelen in Kurashiki, en we bezoeken als eerste het Tsunogatayama park, gelegen op een heuvel vlak bij het hotel en achter de wijk Bikan.

We wandelen door het park waarbij Riet de aan de andere kant van de heuvel gelegen begraafplaatsen heel erg interessant vindt en komen zo bij een Shinto schrijn, genaamd Acni. Hier wil Riet even wachten want er is wat lijkt op een bruiloft aan de gang, maar als het na een kwartiertje nog niet niet afgelopen is gaan we toch maar verder. We lopen via trappen naar beneden en bevinden ons nu aan de andere kant van de wijk Bikan. Deze wijk staat vol met unieke 17e eeuwse houten pakhuizen, oftewel “kura”, wit geschilderd met traditionele zwarte tegels, gelegen langs een kanaal met aan weerskanten treurwilgen en gevuld met Koi karpers. Dit gebied wordt in tegenstelling tot veel andere authentieke wijken die we in andere steden hebben gezien niet ontsierd door elektriciteitsmasten en ziet daardoor nog uit zoals een paar eeuwen geleden.

Na nog wat rondgewandeld te hebben komen we tot de ontdekking dat we snel terug moeten naar het hotel want om twaalf uur vertrekt de bus. De vraag is alleen, hoe komen we het snelst terug? Uiteraard lopen we eerst een heel stuk verkeerd maar komen toch op de goeie weg weer uit en zijn toch nog ruim op tijd terug bij het hotel waar het fietsgezelschap net terug is.

We vertrekken naar de eindbestemming voor vandaag, Hiroshima. We komen vroeg in de middag aan in een hypermoderne stad met ruim 1,3 miljoen inwoners en veel hoge gebouwen. Midden in de stad is het Peace Memorial Park, wat op een steenworp afstand ligt van de plek waar meer dan zestig jaar geleden de eerste atoombom is neergekomen. Er zijn verscheidene monumenten en musea in dit park, zoals het monument van het meisje Samaka wat twee jaar was toen de bom viel en op twaalfjarige leeftijd aan leukemie is gestorven. Toen zij hoorde dat ze leukemie had begon ze met het vouwen van duizend papieren kraanvogels, het symbool voor een lang en gezond leven in Japan, en ze dacht dat als dat zou lukken dat ze beter zou worden.

Dagelijks komen er schoolkinderen naar haar monument om kraanvogels te vouwen en te zingen, en van overal in Japan en de rest van de wereld worden gevouwen kraanvogels opgestuurd die hier worden opgehangen. Er is ook een fontein met een eeuwige vlam, die pas gedoofd zal worden als alle kernwapens de wereld uit zijn.

We lopen langs de fontein naar de T-brug aan de andere kant van het park. De karakteristieke brug was het eigenlijke doel van de bom, omdat de vorm van de letter “T” goed herkenbaar was vanuit de lucht. We steken de brug over naar de Dome, het overblijfsel van wat een expositiegebouw was totdat de explosie het totaal vernielde en alleen overliet wat we nu nog zien en wat herinnerd aan de verschrikkelijke vernietigingskracht van een atoombom.

Het is een prachtige dag, net zo’n mooie dag als die verschrikkelijke dag toen tienduizenden mensen zo’n verschrikkelijk lot ondergingen. We zijn al diep onder de indruk om hier te staan op deze plek, maar het meest indrukwekkende komt nog als we het Memorial Peace Museum bezoeken. Daar zien we in het eerste deel op een vrij klinische manier aan de hand van foto’s en documenten de voorgeschiedenis van Hiroshima en de bom, en ook hoe daarna Hiroshima weer is opgebouwd. Het tweede deel van de tentoonstelling laat ons de directe gevolgen zien van wat er is gebeurd, beelden van de verbrande mensen, de ingebrande schaduw van een vrouw in de stenen stoep, gesmolten stenen en flessen, en foto’s van de verminkingen van mensen door de explosie maar ook door de ziektes die ze kregen als gevolg van de straling. Diep onder de indruk verlaten we deze plek en ik denk niet dat ik dit bezoek ooit zal vergeten.

In de bus horen we dat er problemen zijn met het hotel en dat we daarom naar een ander hotel gaan. Erg vervelend want dit hotel ligt drie kwartier rijden van Hiroshima, bij het vliegveld, maar er is ook een mazzeltje: er is een lounge met een bar en daar wordt het uiteindelijk toch nog gezellig als een deel van de groep aanschuift.

28 oktober – Miyajima, Fukuoka

Japan_2126

Ook nu staan we weer vroeger op dan normaal want we moeten de extra tijd goedmaken die we weer terug moeten rijden richting Hiroshima. We bezoeken niet de stad zelf meer maar rijden door naar de kust aan de zuidkant van het eiland Honshu, wat het grootste eiland van Japan is en ook het eiland waar we tot nu toe zijn geweest. Vandaar zullen we naar het eiland Miyajima, een eiland wat vooral bekend is door de Itsukushima Schrijn en de Tori ervoor (de grootste Tori in Japan) en net als in Nara lopen ook hier herten overal vrij rond.

Het boottochtje duurt een half uur en we komen aan in een dorpje waar we begroet worden door de eerste herten op zoek naar lekkers. We wandelen over de boulevard langs de binnenzee die de eilanden Honshu en Kyushu van elkaar scheidt in de richting van de schrijn, maar voordat we daar aankomen passeren we eerst de grote oranje Tori die een eindje verderop in het water staat. Ervoor staan grote groepen Japanse toeristen en scholieren die allemaal in kleine en grote groepen op de foto gaan met de Tori op de achtergrond.

De schrijn zelf is een serie lage aaneengeschakelde houten gebouwen, oranje geverfd en mooi om te zien. Weer buiten wandelen we door de straatjes van het dorpje waar het op zich gezellig druk is maar het is er wel heel erg toeristisch allemaal. We vinden een klein tentje waar ze lekkere koffie hebben die op een hele bijzonder manier wordt gezet met een toestel met wat lijkt op glazen destilleer bollen. We vinden ook nog een prachtige oranje met zwarte Pagode en een mooie schrijn met allemaal schilderingen op houten panelen.

Vlak na de middag brengt de bus ons weer terug naar Hiroshima vanwaar we met de Shinkansen, de snelle trein, door zullen reizen naar Fukuoka op het eiland Kyushu, maar eerst nemen we bij de ferry afscheid van de familie Feitsma, zij reizen niet verder met de groep mee want zij gaan hun zoon bezoeken die met zijn gezin in Hiroshima woont en werkt.

De reis met de Shinkansen duurt nog net geen uur en halverwege de middag komen we aan op het station Hakata in Fukuoka. We wandelen de tien minuutjes naar het Fukuoka Nikko hotel vlak achter het station waar we net op tijd binnenkomen om een bruiloft te zien. Jammer genoeg een bruiloft helemaal in westerse stijl want dat begint bij de jeugd in Japan heel populair te worden. Na het inchecken gaan we nog even de stad in en belanden in een groot warenhuis met daarin een enorme grote muziekafdeling met, jawel, een enorme collectie gitaren. Ik zie tot mijn verrassing een Ibanez, niet helemaal degene die ik in mijn hoofd had maar wel een hele mooie, en ik probeer hem een kwartiertje uit. Ik twijfel, maar besluit toch niet op mijn eerder genomen besluit terug te komen.

’s Avonds is onze laatste avond en de hele groep verzamelt in de bar voor een afscheidsdrankje. Riet en ik zijn de enige die niet op de tijd hoeven te letten want de rest van de groep moet de volgende ochtend om half vijf op om de vlucht naar Narita te halen. Wij tweetjes vertrekken pas met de vlucht van twaalf uur uur Narita want wij hoeven dezelfde dag geen vlucht meer te halen, onze vervolgvlucht naar Sakhalin vertrekt pas de dag daarop laat in de middag. We nemen dus vanavond al afscheid van iedereen want morgenvroeg zullen we ze niet meer zien.

29 oktober – Van Fukuoka naar Tokio

Japan_2278

Riet en ik staan niet al te vroeg op, en we kunnen rustig aan doen want onze vlucht naar Narita vertrekt pas om twaalf uur. Desondanks zitten we half tien al gepakt en gezakt en besluiten dus maar een taxi te nemen naar het vliegveld van Fukuoka. De taxirit duurt maar tien minuutjes en we gaan inchecken, maar dat gaat niet al te soepel.

Allereerst staan we bij de verkeerde balie, want de cijfers op de schermen blijken de gate nummers te zijn en niet de balienummers, en als we wel bij de goede balie staan beginnen ze moeilijk te doen over de fles Sake in mijn koffer. Die moet eruit en mag alleen als handbagage mee, dus koffer open en de fles eruit. Dat is niet zo’n lastig klusje aangezien ik altijd alles “gestructureerd” inpak, en de koffer gaat dus zonder al te veel rompslomp weer netjes dicht.

De vlucht zelf verloopt zonder problemen, met halverwege een schitterend uitzicht op Mount Fuji, en we zijn om een uur of twee terug op Narita, de Internationale luchthaven van Tokio. We hebben een kamer besproken in hetzelfde hotel als waar Riet heeft overnacht toen ze aankwam en ook dat ging allemaal vlot want we hoeven niet te zoeken.

Die avond gaan we naar het vlakbij gelegen Holiday Inn hotel waar mijn collega Jim met zijn vrouw Terry zitten, zij zijn ook vandaag aangekomen van hun vakantie in Thailand en gaan de volgende dag met dezelfde vlucht terug naar Sakhalin als wij.  Het werd niet laat maar wel erg gezellig, en met de airportbus gaan we terug naar de luchthaven en lopen het laatste stukje terug naar ons hotel.

30 oktober – Van Tokio terug naar Sakhalin

IbanezRGT320Q_03

Vanmiddag om half drie moeten we naar de luchthaven want onze vlucht naar Sakhalin vertrekt om half vijf, maar eerst heb ik nog een klusje. Ik moet nog terug naar het centrum van Tokio vandaag want het is zover, ik ga mijn nieuwe gitaar kopen! En ik mag dat helemaal alleen gaan doen want Riet gaat niet mee.

Om kwart over acht neem ik de airportbus vanaf het hotel naar Terminal 2 om daar voor de eerste etappe de trein te nemen naar de stad. Op zich gaat alles vlot, maar de trein doet er veel langer over dan ik had verwacht en ik moet voortdurend mijn berekening bijstellen voor het uiterste tijdstip om terug te gaan. Ik kom dik een half uur later dan verwacht aan op het station waar ik over moet stappen op een andere trein, en ook die schiet al niet erg op want het is een stoptrein. Voor de laatste etappe moet ik nog op de metro overstappen en die is op hetzelfde station als waar de trein stopt.

Maar waar? Ik loop rond en volg de aanwijzingen maar het spoor loopt iedere keer dood. Op een gegeven moment sta ik buiten en besluit het via een andere ingang te proberen. Via allerlei gangen kom ik uit op dezelfde plek, en weer vraag ik het maar weer eens. Ik volg de aanwijzingen weer op en ik kom nu uit op…hetzelfde perron als waar ik ben uitgestapt! Nog twintig minuten verloren, en ik  moet nu echt opschieten. Eindelijk stap ik uit de metro, het is inmiddels kwart voor elf, en loop snel het laatste stukje naar de winkel. De deur is open maar ik mag niet naar binnen want ze gaan pas om ellf uur open….

Ik loop het laatste kwartiertje rond in de buurt en om elf uur ben ik als eerste klant binnen. Gelukkig, hij hangt er nog, en even later zit ik op een krukje met een ingeplugde gitaar op schoot. Na tien minuten heb ik nog maar één vraag, kan ik hier betalen met een Credit Card? Dat kan en even later loop ik met een gitaarkoffer met daarin mijn nieuwe “Axe” snel naar het metrostation. Alles gaat weer tergend langzaam, maar ondanks dat ben ik toch tegen half twee weer terug op Narita.

Daar heb ik een onverwacht probleem, om de de luchthaven uit te komen moet ik door een security check en die vinden het heel raar dat ik geen ticket bij me heb. Tot overmaat van ramp ligt mijn paspoort ook nog in het hotel (dacht ik, want achteraf had ik het toch in mijn zak) en dus moet ik mee naar een kantoortje voor een “verhoor”. Gelukkig kan ik de beambten ervan overtuigen dat ik alleen de stad in geweest was om een gitaar te kopen, en die kan ik als bewijs ook laten zien.

Riet is opgelucht dat ik nog op tijd ben want ze begon zich al zorgen te maken. Later die middag op het vliegveld verwacht ik tijdens het inchecken problemen over het overgewicht van onze bagage door de gitaarkoffer, maar niks aan de hand. Sterker nog, er wordt een mannetje geroepen die de koffer helemaal in bolletjesplastic wikkelt tegen het beschadigen, is dat service of niet! De vlucht verloopt ook al weer soepel, de formaliteiten op Yuzhno Airport duren wel weer lang maar daar zijn we inmiddels aan gewend. En zo zitten we die avond om half negen weer in huis op Zima, na een geweldige vakantie.

Foto’s

De foto’s van onze vakantie in Japan kun je zien via albums op een andere website. Omdat het er zoveel zijn heb ik ze verdeeld over meerdere albums waar je automatisch naar toe gaat als je op een van deze titels klikt:

 

Zo kun je de foto’s bekijken:

Als je op een van de bovenstaande links hebt geklikt kom je op de eerste pagina met de foto’s van dat album. De foto’s worden getoond in klein formaat, rechts onderaan je scherm kun je door de pagina’s met foto’s bladeren door op de paginanummers te klikken:

CPG_Pic1

Als je een bepaalde foto in het groot wilt bekijken dan kan dat door er simpelweg op te klikken.

Als een foto groot in beeld is kun je vanaf die foto ook een diashow starten door middel van de meest rechtse van de drie buttons die zichtbaar zijn links bovenaan de foto:

CPG_Pic21

Als de diashow is gestart zie je rechts beneden de foto’s buttons waar je op kunt klikken om de diashow te (her)starten, te pauzeren en te stoppen.

Veel kijkplezier!