2018 Curaçao, Bonaire

Toen ik in mei 2018 begon aan mijn nieuwe functie in de Basrah Gas Company in Irak werd mijn werkschema vier weken op, vier weken af. Dat betekende dus om de vier weken vier weken vrij, maar het betekende ook dat ik eventuele vakanties moest plannen in die vier vrije weken, zonder uitzondering.

Riet en ik besloten dat november een mooie maand was om Nederland te ontvluchten en de zon op te zoeken, en de keus viel deze keer op de Nederlandse Antillen want daar waren we nog nooit geweest. We boekten voor acht dagen op Curaçao en daarna nog vijf dagen op Bonaire. We deden dat via reisagent Marco Vonck in Amsterdam, die door Robin was aanbevolen omdat hij daar voor soortgelijke vakanties goede ervaringen mee had. Hoewel we alles al snel rond hadden kregen we half september een verontrustend berichtje van onze reisagent dat er een probleem was met de vluchten, en wel zodanig dat we onze vakantie zouden moeten omzetten naar of een paar dagen eerder of een paar dagen later.

Gelukkig kon dat zonder al te veel problemen binnen mijn vier weken verlof. We besloten te kiezen voor een paar dagen later, omdat een eerder vertrek wel heel dicht na mijn terugkeer vanuit Irak zou zijn. Het wachten was op de gewijzigde reisdocumenten, en daar stond een foutje in met betrekking tot onze thuisvlucht. Onze eindbestemming vanaf Bonaire is namelijk niet Curaçao maar Amsterdam, maar gelukkig bleek dat een tikfoutje te zijn want de vluchtgegevens klopten op zich wel. Daarmee was alles rond en begon het uitkijken naar onze vakantie.

15 november – Inchecken voor vakantie

Morgen is het zover, dan vertrekken we naar Curaçao. Het betekent wel weer een lange vliegreis want die duurt bijna tien uur. We vertrekken morgenmiddag om één uur en dan landen we rond zes uur ’s avonds plaatselijke tijd op de luchthaven HATO van Curaçao.

We vliegen met KLM en dat betekent dat je vanaf dertig uur voor vertrek gelegenheid hebt om thuis in te checken en je boarding passen alvast uit te printen. Vanmorgen vroeg werd ik dan ook om vijf over zeven wakker van een piepje op mijn Apple iWatch, met de boodschap dat er ingecheckt kon worden. Ik maak er altijd een vaste gewoonte van om dat vroegtijdig te doen want als je dan beroerde plaatsen toebedeeld hebt gekregen is er meestal nog wel gelegenheid om dat te veranderen.

Dat was nu ook het geval want onze plaatsen waren ergens achteraan in het midden, op een rij van vier. Wel naast elkaar, dat dan wel weer, maar ik vond verder vooraan een rij van drie waar nog niemand zat en daarvan heb ik twee zitplaatsen naast elkaar geselecteerd. Misschien hebben we mazzel en blijft de derde stoel leeg en dan hebben we drie stoelen voor zijn tweeën. Ja, dat kan toch? We hebben die mazzel wel meer gehad dus wie weet…

Het lukte overigens niet om tegen bijbetaling stoelen te regelen met meer beenruimte want er was nog maar één zo’n plek vrij. Voor de terugweg heb ik dat gelukkig wel kunnen regelen, dat is een nachtvlucht en een beetje meer beenruimte en een stoel die wat verder naar achteren kan is dan hopelijk voldoende voor wat nachtrust onderweg. Het is wel een beetje een kostbare gok maar het is het proberen waard vind ik. Werkt het niet dan is dat een goeie leer voor de volgende keer, nietwaar.

16 november – Aankomst op Curaçao

De taxi was vijf minuten te laat (waarvoor de chauffeur keurig opbelde) en vanwege de mist vertrok het vliegtuig ruim een half uur te laat. Bij de gate had Riet nog geprobeerd om betere plekken te regelen met wat meer beenruimte maar helaas, zoals verwacht waren die allemaal bezet.

De vlucht van ruim tien uur was een lange zit, vooral omdat er iemand in de buurt zat die vrijwel de gehele vlucht scheten heeft zitten laten. Erg prettig, en we zaten ook nog eens in de “kinderhoek”, waar we overigens veel minder last van hadden, tot ruim een uur voor de landing toen verscheidene kinderen het welletjes vonden en gingen zitten janken. Volkomen begrijpelijk, wij waren het al zat laat staan hele kleine kinderen. 

Aangekomen op de luchthaven HATO konden we snel door de paspoortcontrole omdat ik thuis het immigratieformulier al electronisch had ingevuld waardoor we gebruik konden maken van de electronische poortjes. Het leverde ons verder geen tijdwinst op want bij de bagagebanden kwamen onze koffers zo’n beetje als laatste aanrollen en halverwege stond de band ook nog door vastlopende koffers ruim een kwartier stil. Ook bij de koffercontrole was het druk omdat iedereen door een enkel poortje moest en alle koffers door een scanner moesten. Nee, de luchthaven van Curaçao is duidelijk nog niet ingericht op grote vliegtuigen met veel passagiers…

In de aankomsthal was een stand van TUI waar een taxi voor ons werd gebeld. Het was ondertussen al donker geworden en we hebben tijdens de rit naar het hotel weinig van de omgeving kunnen zien. Er moest nog iemand anders mee die bij een ander hotel werd afgezet maar uiteindelijk waren we tegen acht uur dan eindelijk in het Kontiki Beach Resort.

Het resort bestond uit houten cabins en wij hadden uiteraard weer degene in de verste hoek. Gelukkig was alles makkelijk aan te lopen en om half negen zaten we dan eindelijk aan een Caipirina (Riet) en een Corona (ik). We bestelden nog een schotel met allemaal heerlijke vishapjes en een tweede ronde drankjes, want dat hadden we wel verdiend vonden we. Laat werd het niet want vanwege het tijdverschil (het is hier vijf uur vroeger) zakten we om tien uur ‘s avonds zachtjes in…

17 november – Eerste echte vakantiedag

We hadden allebei redelijk goed geslapen vannacht maar we waren vanwege de jetlag wel vroeg wakker. Het ontbijt aan het strand bleek prima, waarna we een verkennend wandelingetje maakten langs het boulevardje van Mambo Beach.

We waren met name op zoek naar een winkel waar we muggenspul met Deet konden kopen want sinds we hier waren aangekomen werden we letterlijk opgevreten door de muggen. We zaten dan ook allebei onder de bulten, wat bij mij in eerste instantie wel meeviel maar dat werd onder het ontbijt aan mijn voeten en enkels ruimschoots goedgemaakt. Waar we wel aan gedacht hadden was tijgerbalsem, dat doet gelukkig goed werk als je het op de muggenbulten smeert. We vonden een kleine drogist die gelukkig had wat we nodig hadden, en jawel, er was vlak naast het resort een Starbucks! 

Om kwart over twaalf hadden we een ontmoeting met een jongedame van TUI die ons het een en ander kwam vertellen over Curaçao en ze had ook nog wat interessante tips voor dingen die we konden doen. Ze kwam daarna met een aanbod van drie excursies waarbij we de goedkoopste (een stadswandeling) gratis kregen en van dat aanbod maakten we dan ook gebruik. Dat betekende dat we de komende drie dagen onder de pannen waren, beginnend met een boottocht naar een onbewoond eilandje genaamd Klein Curaçao.

’s Middags hebben we wat geshopt op de boulevard van Mambo Beach. Het enige wat we eigenlijk niet konden vinden was water, daarvoor moesten we naar een op anderhalve kilometer van het resort gelegen supermarkt. Riet kocht daar ook nog een fles rosé om terug in het resort tot de ontdekking te komen dat de fles een kurk had en wij geen kurkentrekker. Gelukkig konden we die bij de receptie lenen…

’s Avonds was het feest in ons resort, het bestond dit weekend tien jaar. Er was een groot feest georganiseerd met talloze artiesten uit de regio en ook rapper Boef uit Nederland. Wij waren als hotelgasten uitgenodigd maar we besloten de optredens maar te laten schieten. “Boef”, serieus?…

Wel wilde Riet in het restaurant van het hotel, Cabana Beach geheten, wat eten want ze had geen zin meer om nog naar Mambo Boulevard te gaan. Op zich geen probleem, maar er bleek in het restaurant een dj te staan die een keiharde monotone doffe dreun produceerde die ervoor zorgde dat niemand elkaar kon verstaan. We hadden het dus al gauw gezien en verkasten naar het naastgelegen restaurant Mood, wat veel chiquer maar dus een stuk prijziger was. Lekker was het allemaal wel, en een stuk rustiger ook…

18 november – Klein Curaçao

We moesten vandaag vroeg op want al om tien voor half zeven zouden we bij de receptie worden opgehaald voor onze eerste excursie, de boottocht naar het eiland Klein Curaçao.

De mini-bus was (naar goed Curaçao’s gebruik weten we inmiddels) dik een kwartier te laat. Hij was al ruim voor de helft gevuld en na ons werden er nog meer passagiers opgepikt zodat we met een overvolle bus arriveerden bij het vertrekpunt. We waren in eerste instantie teleurgesteld want de boot die daar klaarlag was duidelijk niet van de klasse die de folder had beloofd. Gelukkig was het die boot ook niet, de echte arriveerde wat later en we moesten met weer een andere boot worden overgezet want ons schip kon niet aanmeren bij de aanlegplaats.

De tocht naar Klein Curaçao duurde bijna vijf kwartier en ging (ondanks de verzekering van de schipper dat dit een normale overtocht was) over behoorlijk ruig water en verscheidene passagiers werden dan ook flink zeeziek. Aangekomen op het eiland troffen we een soort van kampement aan met ruim voldoende ligbedden met voldoende schaduw, en we kregen ook gelijk een ontbijt geserveerd dus het leek een mooie dag te gaan worden.

En dat werd het ook. Riet en ik wandelden over het totaal vlakke eiland naar de vuurtoren en het wrak van een tanker aan de andere kant van het eiland, er was een heerlijke lunch en daarna was er een snorkeltocht (waar Riet overigens niet aan meedeed, die had al gesnorkeld op eigen houtje) waarbij we behalve veel vissen ook een paar zeeschildpadden zagen.

De terugtocht verliep een stuk soepeler dan de heenreis want we hadden nu de wind en de stroming mee. We werden tegen zes uur weer keurig bij het resort afgeleverd na een lange maar erg leuke dag. Na het avondeten (Mexicaans) gingen we maar weer vroeg naar bed want de volgende dag was het weer vroeg op voor excursie nummer twee, een stadswandeling door het centrum van Willemstad.

19 november – Stadswandeling door Punda

Het Kontiki Beach resort had één vervelende eigenschap en dat was dat je pas vanaf half acht ‘s ochtends kon ontbijten. Dat was lastig aangezien de meeste excursies al vroeg begonnen en dan was er dus geen gelegenheid om te ontbijten in het resort. Dat was de vorige dag het geval (al gaf dat toen niks want er was ontbijt bij de excursie inbegrepen) en vandaag ook weer. We moesten de bus van acht uur hebben om naar de stad te gaan want onze excursie van vandaag, een stadswandeling door de wijk Punda, begon om kwart voor negen.

Gelukkig was de bus op tijd en waren we ruim op tijd aanwezig bij het vertrekpunt van de wandeling. Bovendien waren er aan het plein waar we moesten verzamelen een paar leuke terrasjes dus Riet en ik hebben daar gauw nog even heerlijk zitten ontbijten. We hadden zelfs nog veel meer tijd gehad want de wandeling vertrok dik twintig minuten te laat door een paar laatkomers en twee die helemaal niet op kwamen dagen.

De wandeling was op zich wel leuk maar onze gids, die best wel leuke verhalen had, was niet iemand die smakelijk kon vertellen en humor had ze al helemaal niet waardoor sommige op zich best grappige verhalen helemaal niet als zodanig overkwamen. Het laatste deel van de wandeling was een bezoek aan de plaatselijke synagoge en bijbehorend museum. De uitgebreide verhalen over de Joodse gemeenschap in Willemstad kwamen jammer genoeg over als pure propaganda, te meer daar het wel een heel grote plaats innam in het geheel en er verder nauwelijks over de cultuur van Curacao werd gesproken. Zelf had ik veel liever meer tijd doorgebracht bij de markten en rond de beroemde pontonbrug, maar helaas.

Riet en ik bleven nog een tijdje in de stad hangen en belandden uiteindelijk op een terras aan de Handelskade langs de Anna Baai, met schitterend uitzicht op de pontonbrug en de enorme Koningin Juliana brug. Na wat gedronken en gegeten te hebben namen we een minibus terug naar het resort. Dat was enorm leuk omdat die busjes ook door de lokale bevolking gebruikt worden, en hoewel ze een aantal vaste stops aangaven was volgens ons de route flexibel en zetten ze iedereen onderweg af waar ze moesten zijn.

Ondanks dat we ons hier prima vermaakten was er toch iets wat de pret vergalde en dat waren de muggen. We werden met name op onze kamer letterlijk opgevreten door de muggen, iedere ochtend werden we wakker met nieuwe jeukende bulten en soms was dat al midden in de nacht. Het resort waar we verbleven bestond uit houten cabins in een omgeving die ze hadden opgezet om een beetje op een jungle te lijken, en het zag er ook inderdaad prachtig uit met veel groen en schaduw, maar een vervelend neveneffect daarvan was dus de grote hoeveelheid muggen.

We hebben van alles geprobeerd: DEET zowel als lokaal spul, niks hielp want die krengen vonden telkens weer plekjes waar ze konden bijten. Erg vervelend en af en toe werden we gek van de jeuk…

20 november – Bustocht over het eiland

Voor deze excursie werden we ’s morgens pas om kwart voor negen opgehaald dus hadden we zowaar tijd voor een uitgebreid ontbijt. En we hadden achteraf tijd zat want zoals de gewoonte schijnt te zijn hier kwam de bus dik een kwartier te laat. Er moest nog een flink aantal mensen worden opgehaald bij verderop gelegen resorts en hotels dus uiteindelijk gingen we pas om half tien op weg voor de eigenlijke bustocht. We waren ‘s middags rond vijf uur weer terug in het hotel na een tocht die toch wat was tegengevallen.

Allereerst was de minibus stampvol en zaten we behoorlijk krap de hele dag. De eerste stop onderweg was bij een likeur-fabriekje waar ze onder andere Blue Curaçao maken, en dat leek leuk maar behalve onze bus werden er tegelijk nog een groot aantal busladingen met toeristen gedropt en was het dus hartstikke vol met door elkaar schreeuwende gidsen. Daarna volgde een rit door Punda, waar we gisteren ook al waren geweest, en daar schoven we aan in een lange rij bussen met toeristen die door de smalle straatjes schuifelden.

Een lange rit volgde naar de westpunt van het eiland waar we stopten bij de rotsachtige kust om te kijken naar de golven die op de rotsen sloegen. Een mooi gezicht maar niet iets om lang naar te kijken en we gingen dus al snel door naar de volgende stop, een landhuis waar nu een museum over de slavernij was gevestigd. Dit was interessant maar het museum was erg klein met veel gebruiksartikelen die onze eigen grootouders ook hadden dus afgezien van de verhalen over de slavernij was het matig interessant.

Verder weer naar wat een hoogtepunt moest worden, een prachtig strand aan een azuurblauwe baai waar we heerlijk zouden kunnen zwemmen en zonnen op ligbedden. Aangekomen bleek het een gigantisch druk strand te zijn met uiteraard om deze tijd (het was nu twee uur in de middag) alle ligbedden bezet. Alleen de toegang bleek betaald dus de lunch en drankjes waren voor eigen kosten (Riet had patat met twee kroketten…) en toen we eindelijk twee ligbedden hadden bemachtigd moesten we voor het uurtje dat we ze zouden gebruiken toch het volle dagtarief betalen. Nou ja, we maakten er het beste maar van met een beetje zwemmen en nog een lekker uurtje liggen in de zon.

Het laatste hoogtepunt was ook al weer een tegenvaller want toen we bij het meertje kwamen waar we rose Flamingo’s hoopten te zien bleken die er inderdaad te zijn, maar we mochten de bus niet uit en moesten dus van grote afstand toekijken en fotograferen vanuit onze propvolle bus…

De cocktails (Riet) en de Corona’s (ik) aan de bar van het resort en het eten erna in het restaurant aan het strand maakten gelukkig veel goed.

21 november – Lekker relaxed dagje

Na drie dagen excursies was het tijd voor een lekker relaxed dagje aan het strand. Dat was heel erg makkelijk omdat ons resort aan het strand ligt en we als hotelgasten gebruik mochten maken van de strandstoelen op het Cabana Beach.

We installeerden ons al om half negen want het was om die tijd al gewoon dertig graden. Het was overigens niet echt heet aan het strand want er stond een heerlijk verfrissend windje en de zon ging regelmatig schuil achter passerende wolken. Al met al dus een lekker rustig dagje, en daarvoor waren we tenslotte op vakantie, nietwaar.

Hoogtepunt van de dag was overigens ’s middags het doodmeppen van de mug die hoogstwaarschijnlijk verantwoordelijk was voor het terroriseren van onze kamer. We hadden tenminste daarna geen last meer van muggenbeten binnen…

22 november – Koopavond in Willemstad

Riet en ik hadden na het ontbijt een verschillende tijdsbesteding. Riet besloot op het terras bij onze cabin te blijven om haar boek uit te lezen terwijl ik naar het strand ging.

Rond een uur of half vier in de middag gingen we naar Willemstad omdat ons was verteld dat de donderdagavond koopavond was en dat het dan heel erg gezellig in de stad zou zijn met overal live muziek en een groot vuurwerk. Op weg naar de bushalte net buiten het resort stopte er al meteen een minibus, de chauffeuse had ons gezien en aangenomen dat we naar de stad gingen, dus dat was snel geregeld.

Aangekomen in de stad wandelden we naar de pontonbrug, beter bekent als de Koningin Emma brug, die we overstaken naar de wijk Otrabanda wat letterlijk betekent “de andere kant”. Daar wilde Riet wat winkelen want ze had daar een Mango gezien, en inderdaad wist ze daar (eindelijk!) een witte blouse te scoren.

Daarna wandelden we ook weer via de pontonbrug terug naar het centrum waar we ons installeerden op het terras van Cafe de Buren om wat te drinken en te eten. Het was druk en gezellig in het centrum met inderdaad veel live muziek maar het meeste niet om erg vrolijk van de worden, behalve dan de Caribische band op de hoek van de Handelskade.

Voor het vuurwerk, wat we verwachtten aan de overkant van de Handelskade, zochten en vonden we een tafeltje aan de waterkant bij Cafe Iguana. Het vuurwerk begon niet zoals Riet verwachtte om half acht, en ook niet om acht uur zoals ik dacht gehoord of gelezen te hebben. We hadden wel de pontonbrug open zien gaan voor het binnenvaren van een groot containerschip wat dus vlak voor onze neus Willemstad binnen kwam varen. Maar tegen half negen hadden we geen zin meer om nog te wachten op het vuurwerk en wandelden we naar de bushalte terug en pikten daar een mini-bus terug naar het resort.

23 november – Laatste dag op Curaçao

Ons laatste dagje op Curaçao brachten we ‘s morgens door aan het strand. Omdat we al om élf uur uit onze cabin moesten uitchecken hadden we gevraagd of we konden verlengen tot onze vertrektijd (we zouden om kwart voor vijf worden opgehaald), maar dat bleek niet mogelijk. Wel konden we verlengen tot één uur, met de mogelijkheid om van vier tot half vijf gebruik te maken van de mogelijkheid om te douchen in speciaal daarvoor beschikbare badkamers.

We kregen voor de rest van de middag een bon die ons nog toegang gaf tot het strand waar we uitgebreid hebben gelunchd met een paar drankjes erbij om de tijd door te komen. Onze koffers konden we gelukkig laten opslaan zodat we daar in ieder geval geen omkijken naar hadden. Het douchen gaf ons de gelegenheid om op te frissen en ook om ons te verkleden voor de reis naar Bonaire, en we hoefden daarna niet lang te wachten want de bus kwam zowaar precies op tijd.

Aan het formaat van de bus (die ook nog eens een aanhangwagen had voor alle bagage) zagen we al dat we waarschijnlijk niet de enigen zouden zijn die werden opgepikt, en dat klopte. De rit naar de luchthaven duurde ruim vijf kwartier omdat er bij verschillende resorts en hotels, ook in de stad, mensen moesten worden opgepikt, en uiteindelijk arriveerden we dus pas rond zes uur bij de luchthaven HATO.

Daar stond een enorme wachtrij voor de twee vluchten naar Amsterdam (KLM en Tui) die gelijktijdig zouden vertrekken maar daar hadden wij geen last van want bij de balie voor onze vlucht met WinAir naar Bonaire stond geen mens. Het wachten op ons vertrek duurde wel een stuk langer dan verwacht want toen ons toestel eigenlijk al had moeten vertrekken (om kwart voor acht) was het nog niet eens op de luchthaven aangekomen. De vertraging was uiteindelijk maar iets van een half uur maar door een totaal gebrek aan informatie wisten we dat pas toen we uiteindelijk om kwart over acht het sein kregen om te gaan boarden.

Op het platform bleek dat het toestel niet van WinAir was maar een ATR-42 van de Franse maatschappij Air Antilles. Hoe dan ook, de vlucht naar Bonaire was beslist de kortste vlucht die we ooit hebben gemaakt. We zijn minder dan een kwartier in de lucht geweest gerekend vanaf het moment van opstijgen tot het moment dat de wielen de grond raakten op Flamingo International Airport. Daar moesten we door een heuse paspoortcontrole wat nog idioot lang duurde ook (we zijn toch verdikkeme nog steeds in ons eigen Koninkrijk!), en we kregen ook nog een stempel in ons paspoort…

De koffers kwamen vlot en buiten stond onze chauffeur ook al klaar. Met een veel te grote bus voor alleen ons tweeën bracht hij ons met tien minuten naar de Belmar Oceanfront Apartments. Het was ondertussen al over half tien en de balie bleek al gesloten, dus een nachtportier bracht ons naar ons appartement. En toen was er nog een ander probleem want het Belmar had geen bar of restaurant, en volgens de nachtportier was het dichtstbijzijnde restaurant in de stad…

Gelukkig schoot hem nog net te binnen dat er vijftig meter verderop aan de overkant nog een restaurantje zat. El Elcanto bleek onze redding want weliswaar was de keuken al dicht, ze wilden toch nog wel een bord patat met een frikandel voor ons regelen. Daarnaast was de bar heel gezellig en raakten we al snel aan de praat met een paar andere Nederlanders die ook aan de bar zaten. Zo werd het toch nog een stuk later dan we hadden verwacht op onze eerste avond op Bonaire, maar we waren in ieder geval gearriveerd!

24 november – Een dag met misverstanden

Het restauarant El Elcanto waar we gisteravond nog wat hadden kunnen eten loste ook het probleem op dat het Belmar geen restaurant en dus geen ontbijt had. El Elcanto had een klein maar goed ontbijtbuffetje en de cheffin, een goedlachse en praatgrage Antilliaanse, maakte ons attent op de Caribiaanse maaltijd die zij dinsdagavond zou verzorgen. We reserveerden meteen maar dat was achteraf een beetje voorbarig want we waren effe vergeten dat we dinsdagavond vertrekken, en we moesten dit etentje dus helaas weer afzeggen.

De balie bij het Belmar was nu wel open dus konden we ons officieel aanmelden. We hadden ook nog een aantal vragen, met name over winkels en vervoer. Het bleek dat Bonaire geen enkele vorm van openbaar vervoer heeft en heel weinig taxi’s. Het hotel bleek wel een eigen taxi te hebben en de bedrijfsleidster bood ons spontaan een gratis rit aan heen en terug naar de Albert Heijn of naar Kralendijk, de grootste en dichtstbijzijnde plaats. We kozen voor het laatste.

We arriveerden rond half elf in Klarendijk, wandelden wat rond, kochten een verschrikkelijk lekker ijsje bij een tentje genaamd Gio, dronken wat op een terrasje op een kleine pier aan de boulevard en lunchten in restauarant El Mundo, vlak bij de plek waar de taxi ons om één uur weer oppikte.

Om twee uur hadden we een afspraak met een mevrouw van Tui die ons net als op Curaçao wegwijs zou maken op Bonaire. We zaten met smart op deze afspraak te wachten want behalve een of meer excursies wilden we ook een huurauto regelen, maar al wie er kwam, geen mevrouw van Tui. De receptioniste van het Belmar belde om te vragen hoe dat zat, en het bleek dat de mevrouw niet was gekomen omdat ze dacht dat er niemand in het Belmar zat via Tui. Gelukkig was ze bereid om alsnog te komen en ze was er dus in plaats van om twee uur om kwart voor drie.

We regelden bij haar een snorkeltocht met een luxe zeiljacht, een jeepsafari door het Washington Natuurpark en een huurauto voor twee dagen. Toen ze weg was spraken we met de bedrijfsleidster over hoe laat we op onze vertrekdag van onze kamer af moesten, en toen kwamen we tot de ontdekking dat de Tui mevrouw ons op de 28e had geboekt voor de snorkeltocht, en dat kan helemaal niet want we vertrekken de 27e! Dit was er tijdens ons gesprek ongemerkt ingeslopen omdat we in eerste instantie een huurauto voor een dag wilden boeken. Maar omdat we vanwege het tijdstip van inleveren toch voor twee dagen moesten betalen besloten we de auto de twee volle dagen te gebruiken. Daardoor kwamen we ongemerkt een dag te kort, wat op zich jammer was want de snorkeltocht gaat nu uiteraard niet door.

De rest van de middag besteedden we op het riante terras van ons apartement, met uitzicht op de baai van Bonaire, met zicht op het andere eiland Klein Bonaire.

25 November – Huurauto

Het apartement waar we zaten in het Belmar Oceanfront was prachtig, het was groot en van alle gemakken voorzien, maar zoals gezegd had het Belmar behalve een receptie en een winkeltje met alleen watersportartikelen geen enkele andere voorziening, dus geen bar of restaurant. Er was ook geen strand maar het terras met zwembad had een steiger dus er kon van daaraf wel in zee worden gezwommen. We misten overigens een strand niet echt want ons apartement had een heel groot terras aan de zeekant, met ligbedden en een zithoek.

’s Morgens zouden we om tien uur worden opgehaald door het autoverhuurbedrijf waar de mevrouw van Tui de vorige dag een huurauto voor ons had geboekt. We werden naar het terrein van het verhuurbedrijf gebracht wat net buiten de stad ligt aan een brede straat met veel supermarkten. Nadat de formaliteiten waren afgehandeld kregen we de sleutels van een witte pickup van een voor mij onbekend merk, en het eerste wat we deden was rijden naar de tweehonderd meter verderop gelegen Albert Heijn.

Het zag er van buiten niet helemaal uit als een Albert Heijn en het heette ook anders (Van den Tweel) maar het was wel degelijk een Albert Heijn filiaal. Binnengekomen zag het er precies zo uit als een Albert Heijn en het rook er zelfs hetzelfde! We hadden niet veel boodschappen nodig maar het was gewoon leuk om rond te neuzen en te kijken naar de verschillen en overeenkomsten met onze eigen AH’s in Nederland.

Nadat we de boodschappen hadden afgeleverd in ons apartement gingen we op pad voor onze eerste autorit. Het was de bedoeling om de weg te volgen die rondom de zuidelijke helft van het eiland liep. Onderweg stopten we overal waar het leuk was om rond te kijken en om foto’s te maken, bijvoorbeeld bij twee locaties waar we de beroemde slavenhuisjes bekeken en de vuurtoren. Ook zagen we onderweg nog de binnenmeren waar zoutwinning plaatsvindt, een meer met roze Flamingo’s en een mangrovebos.

Bonaire is niet groot en dat bleek ook wel want ondanks onze vele stops onderweg duurde de hele rit, waarbij we dus het hele zuidelijke eiland zijn rondgereden, netaan twee uur…

Aan het eind van de middag reden we naar Kralendijk om daar weer wat rond te kijken, maar het bleek er een ontzettende dooie boel. Omdat het zondag was waren alle winkels dicht en de meeste restauarants ook, dus meer dan rondwandelen viel er niet te doen. Mazzel was wel dat het enige wat wel open was de ijswinkel Gio was zodat we in ieder geval weer een heerlijk ijsje konden eten.

Na vijven kwam er toch wat in beweging bij sommige restaurants en vlak bij de douanekantoor aan de haven streken we neer op het terras van het restaurant Cuba Compagnie. Dat klinkt heel Cubaans maar het menu bevatte vrijwel alleen maar de gebruikelijke toeristische gerechten zoals saté met patat. Riet en ik gingen voor zo’n beetje het meest exotische wat er op het menu stond, en dat was chicken teriyaki. Het moet gezegd, het eten was prima, vooral de coconut-curry soep die ik vooraf had genomen.

In de avond hadden we geen zin meer om nog even over te steken naar El Elcanto voor een biertje aan de bar, en dat had alles te maken met het feit dat we er eergisteravond opgevreten werden door de muggen. Dat is hier vrijwel net zo erg als op Curaçao, ook vanavond was het weer regelmatig raak en dat begon zo langzamerhand knap vervelend te worden…

26 november – Nog een dagje toeren

We hadden de huurauto in principe twee volle dagen tot onze beschikking, maar omdat we de volgende dag al vroeg op pad moesten voor een excursie die we hadden geboekt was er de volgende morgen geen tijd om de auto voor tien uur in te leveren en planden we daarom vandaag aan het eind van de middag.

We hadden een rondrit gepland over de noordelijke helft van het eiland, via Kralendijk richting de oude hoofdstad Rincon en dan langs het Washington Slagbaai Natuurpark (waar je alleen met een goeie four-wheel drive kunt rijden en waar we morgen met een excursie naartoe gaan), en dan richting de kust en langs de kustweg terug naar Kralendijk.

Het was effe zoeken in de buitenwijken naar de weg naar Rincon wat bemoeilijkt werd door een gebrek aan richtingsborden maar uiteindelijk kwamen we op de weg dankzij een kaart van de stad en het aflezen van de straatnamen om te zien waar we precies waren. De weg ging richting de oostkust waar we de ruwe zee op de rotsen zagen beuken, om vlak voor het natuurpark landinwaarts te buigen richting Rincon.

Rincon bleek nauwelijks meer dan een dorp, met de inmiddels bekende kleurige huizen en als bijzonderheid loslopende ezels en in menige voortuin een begroeid autowrak. Na Rincon namen we de weg door de heuvels naar de kust die eerst steil opliep en ook weer stijl naar beneden naar de kustweg. Daar aangekomen wilden we de weg volgen naar Kralendijk maar al na een paar honderd meter werden we gedwongen om te keren want de weg bleek eenrichtingsverkeer te zijn vanuit de andere richting. Dat stond vooraf en ook op de kaart nergens aangegeven, maar er zat niets anders op dan om te keren.

Terug bij het punt waar we de kustweg hadden bereikt vanaf de weg vanuit Rincon zagen we dat we de weg ook konden volgen richting de olieterminals van BOPEC en dan richting het Goto meer. We volgden de smalle weg waarbij we halverwege een stopplaats tegenkwamen van waaraf we een prachtig uitzicht hadden over het meer. We zagen de nodige groepen roze Flamingo’s, die we van dichtbij konden bekijken toen de weg omlaag liep naar de oever van het meer. Daarna ging het weer omhoog totdat we weer uitkwamen in Rincon en vandaar dezelfde weg terug richting Kralendijk volgden als die we gekomen waren.

De afstanden die we aflegden waren niet echt groot dus we waren al vroeg in de middag weer terug in Kralendijk waar we weer een ijsje aten bij Gio en lunchten in een restaurant aan de boulevard. Er lag een gigantisch cruiseschip aangemeerd waar we even een kijke hadden genomen, en we verbaasden ons erover dat met zoveel toeristen veel restaurants nog steeds gesloten waren. Later hoorden we dat die cruises vrijwel allemaal all-inclusive zijn en dat de cruise-gasten dus alleen maar aan land komen om rond te kijken en souvenirs te kopen en nauwelijks gebruik maken van de horeca-gelegenheden. Zelfs de drukte in Kralendijk viel erg mee als je in aanmerking neemt dat er toch duizenden mensen aan boord van zo’n cruise-gigant zijn.

Het was halverwege de middag toen we terugreden naar ons appartement, waar we al snel besloten dat het geen zin had om de auto op het laatste moment terug te brengen omdat we toch geen plannen meer hadden om nog ergens naartoe te gaan. We reden dus terug naar het verhuurbedrijf waar we de auto inleverden en door een medewerkster (met dezelfde auto) werden teruggebracht naar ons appartement.

We aten ’s avonds bij wijze van avondeten alles op wat we nog in de koelkast hadden (brood met kaas en yoghurt met banaan) waarna we nog even naar El Elcanto gingen aan de overkant voor een afzakkertje. Tenslotte zijn we alvast begonnen met het pakken van onze koffers want morgenavond vertrekken we alweer terug naar Nederland…

27 november – Washington Slagbaai Natuurpark

Hoewel vandaag onze vertrekdag was hadden we de hele dag nog te besteden want onze vlucht naar Nederland vertrok pas om negen uur vanavond en we zouden om kwart voor zeven pas bij ons appartement worden opgehaald. We hadden daarom voor vandaag nog een excursie geboekt, naar het Washington Slagbaai Natuurpark, het oudste natuurpark van Nederland wat het grootste gedeelte van het noorden van Bonaire in beslag neemt.

Om kwart voor acht vanmorgen werden we opgehaald door onze gids Ger, een voormalig politieagent uit Den Haag, met een Jeep Discovery. Onderweg naar het natuurpark pikten we nog twee mensen op die logeerden in een resort vlak bij het vliegveld en met zijn vijven reden we naar het Washington Slagbaai Natuurpark, langs dezelfde weg als die wij gisteren met onze huurauto hadden gereden.

Vooraf hadden we een soort penning gekocht in de shop bij ons appartement. Die penning vertegenwoordigd een soort verplichte bijdrage aan het behoud van de natuur op Bonaire en moet eenmalig voor vrijwel alle excursies en duikactiviteiten worden aangeschaft. Bij de ingang van het natuurpark was er een korte stop om ons in te laten schrijven en om een klein museum te bezoeken, waarna we met drie jeeps het park inreden.

De natuur in het park was schitterend met de vele cactussen en de rotsen van koraal (die laatste met name aan de oostkust), en onderweg vermaakte Ger ons met boeiende en grappige verhalen. Er waren verscheidene stops, onder andere bij een zogenaamd blowhole (waar de golven uit een uitgesleten grot fonteinen spoten), de vuurtoren en een plek waar we gelegenheid hadden om te snorkelen. De lunch werd gebruikt op een locatie waar vroeger een plantage was geweest (op de foto hieronder) en daarna reden we terug naar de ingang van het park.

De onverharde weg door het park was voor het grootste gedeelte uitstekend te berijden, tot groot genoegen van Ger. Dat kwam omdat prinses Beatrix de volgende dag op bezoek zou komen in het park en speciaal daarvoor waren de wegen grotendeels geëgaliseerd. Pas vanaf Slagbaai werd de staat van de wegen minder, maar volgens Ger was de hele route tot voor kort zo geweest. Al met al was deze excursie, die met 75 dollar per persoon niet echt goedkoop te noemen was, toch ruimschoots de moeite waard.

We waren om een uur of drie weer terug bij ons appartement, ruim op tijd dus om ons gemak de koffers te pakken, nog wat te relaxen op het terras en een laatste douche te nemen. Om kwart voor zeven stonden we voor de ingang te wachten, maar al wat er kwam, geen taxi. Ik was al een beetje bang geweest dat er iets mis zou gaan want de beloofde bevestiging van de taxi via een text-bericht hadden we ’s middags ook niet gehad. Omdat de receptie van ons resort om zes uur gesloten was kon ik daar geen hulp gaan vragen dus rende ik snel naar El Elcanto aan de overkant om te vragen of die misschien een taxi voor ons konden bellen.

Het personeel van El Elcanto was erg behulpzaam en konden zelfs regelen dat de eigenaar ons met haar auto naar het vliegveld zouden rijden, maar net op het moment dat die voor kwam rijden kwam aan de overkant ook de taxibus net aan. De chauffeur verontschuldigde zich, zijn collega die ons had moeten oppikken niet was komen opdagen omdat hij het Belmar resort niet kon vinden. Een raar verhaal, maar we waren in ieder geval op weg.

Aangekomen op het vliegveld ging alles verder vlot. Ik had alleen vooraf niet kunnen inchecken want we hadden gisteren een raar bericht gehad van KLM over het toekennen van onze stoelen wat blijkbaar ook onmogelijk maakte  om online vooraf te checken. Ik had bijbetaald voor stoelen met meer beenruimte en een rugleuning die wat verder naar achteren kon en ik was al bang dat dat achteraf door KLM geannuleerd zou zijn, maar gelukkig kregen we wel die stoelen, alleen andere dan de twee die ik vooraf had geselecteerd. 

De vlucht vertrok op tijd en de volgende dag zouden we als alles goed ging aankomen aan op Schiphol.

28 november – Aankomst met hindernissen

De vlucht terug van Bonaire was een stuk aangenamer dan die van de heenreis naar Curacao, wat hoofdzakelijk kwam doordat we stoelen hadden geboekt met net wat meer comfort dan de standaard stoelen. We zaten net effe ruimer en de rugleuning kon net effe verder naar achteren waardoor het wat makkelijker was om te slapen en af en toe te gaan verzitten.

Na de voorspoedige vlucht, die ook nog eens ruim een half uur voor de geplande aankomsttijd landde op Schiphol, hadden we toch nog de nodige problemen. Het begon na de landing toen het toestel tijdens het taxiën naar de gate opeens stopte. We kregen te horen dat de gate nog bezet was door een ander toestel en dat we tien tot vijftien minuten moesten wachten. Na tien minuten werd er omgeroepen dat het toestel wat de gate bezet hield een defect had en dat er een andere gate moest worden gezocht, wat een minuut of veertig zou kunnen gaan duren.

Toen we na dik een half uur eindelijk verder konden op weg naar een andere gate stopte het toestel vlak voor de nieuwe gate opnieuw. Weer moesten we tien minuten wachten want nu was de gate nog niet klaar. Meteen bij het uitkomen van het vliegtuig was er al een paspoortcontrole aan het einde van de slurf, pas daarna konden we door naar de gewone paspoortcontrole en de bagagebanden.

Het duurde even voordat onze koffers kwamen en jawel, bij de douane werden we eruit gepikt voor controle. Dat was tijdrovend, in eerste instantie omdat alle bagage helemaal werd doorgespit, maar bovendien had Riet veel te veel sigaretten bij zich. Behalve de twee sloffen die we op Bonaire voor vertrek hadden gekocht bleek ze verspreid over een koffer en twee tassen nog negen losse pakjes te hebben die ze even was vergeten. Gelukkig was de douanebeambte erg coulant en mocht ze zonder boete toch door.

Onze taxi had ons al gebeld waar we bleven toen we nog in het vliegtuig zaten, maar omdat we op dat moment nog niet wisten hoe lang het oponthoud zou gaan duren spraken we af dat wij terug zouden bellen op het moment dat we buiten zouden staan. Dat deden we, maar na veertig minuten was er nog steeds geen taxi. Na nog een keer bellen hoorden we dat hij nog steeds onderweg was en het duurde nog bijna een kwartier voordat de taxi uiteindelijk voor kwam rijden.

Om drie uur ’s middags stapten we eindelijk ons huis weer binnen…