Sleutelpech…

Sinds een paar dagen ben ik weer officiële sleuteldrager van de hoofdingang van het pand waar ik werk. Dat ben ik de eerste maanden toen ik hier was ook al geweest, samen met mijn toenmalige back-to-back, en de reden was omdat wij tweeën altijd als eerste ’s morgens begonnen en ook meestal zo’n beetje de laatsten waren die weggingen. Een maandje of wat geleden konden we onze sleutel inleveren want de hoofdingang was inmiddels aangesloten op het algemene beveiligingssysteem waardoor toegang simpel werd geregeld door middel van onze ID-cards. 

Totdat iemand ontdekte dat de beveiliging helemaal niet werkte want het systeem was wel geïnstalleerd maar nog niet actief omdat het nog niet was goedgekeurd door de beveiliging. Dat betekende dat de deur in feite gewoon open was en dat kan natuurlijk niet. Het bleek bovendien dat de deur niet zoals werd gedacht door de beveiliging ’s nachts werd afgesloten en dat betekende dat de sleutel opnieuw gebruikt moest gaan worden. Daarvoor moest iemand weer de sleuteldrager worden en de keus viel, begrijpelijk, weer op mij.

Omdat ik gistermiddag de wijk had genomen naar het kamp vanwege de takkenherrie van de renovatie had ik de sleutel aan iemand gegeven die wel was gebleven. Die persoon zou de sleutel ’s avonds dan aan mij teruggeven in het restaurant of anders onder mijn kamerdeur schuiven. Het werd het eerste want ik zag Akram in het restaurant, ik kreeg van hem keurig de sleutel terug en stopte die in mijn broekzak.

Vanmorgen wandelde ik naar kantoor en daar aangekomen ontdekte ik dat de sleutel niet in mijn rugzak zat. En dat klopte natuurlijk, die sleutel zat namelijk nog steeds in mijn broekzak. Alleen niet van de broek die ik aanhad maar in de zak van de korte broek die ik ’s avonds draag. Ik moest dus terug naar het kamp om de sleutel op te halen, en het is niet eens de eerste keer dat me dit overkomt. Gelukkig stond de pendelbus net op het punt van vertrekken en met mij als enige passagier ging het terug naar het kamp. Daar haalde ik snel de sleutel op in mijn kamer en ik was zelfs nog op tijd terug bij de stopplaats om met dezelfde bus als waarmee ik gekomen was terug te rijden naar het fabrieksterrein. Mijn eigenlijke werkdag begon dus dik een half uur later dan ik had gepland.

De rest van de dag heb ik vrijwel helemaal achter mijn bureau gezeten met mijn oortelefoons in en harde muziek op. Dat was de enige manier om geen last te hebben van het lawaai van de renovatie wat bij vlagen weer oorverdovend was. Oh ja, en die vervelende sprinkhanen zijn er ook nog steeds iedere morgen…