Snoepdag

Ik probeer hier zo gezond mogelijk te eten en dat is al een hele uitdaging als je bij iedere maaltijd het aanbod ziet in het restaurant. Toch lukt het me vrij aardig, rijst in plaats van aardappelen, veel groente en fruit en weinig vlees, en als ik vlees eet hoofdzakelijk kip en af en toe vis. En tussendoor wordt er absoluut niet gesnoept en gesnackt, simpelweg omdat er niks voorhanden is.

Vandaag ging dat toch helemaal mis, en het begon al vroeg in de ochtend op kantoor. Mijn Irakese baas Haider had het tijdens ons tripje naar Dubai voortdurend over het feit dat hij falafel miste want dat at hij iedere dag bij het ontbijt. En jawel, vanmorgen kwam hij binnen met een schaaltje falafel en uiteraard moest ik het proberen. Het zag er aan de buitenkant een beetje uit als een Hollands borrelhapje, maar de binnenkant was heel anders en ik moet toegeven dat het heerlijk smaakte. Wel een gefrituurd hapje, dus niet erg gezond.

Nog geen uur later kwam er een andere Irakese collega binnen met een schaal vol zoetigheid en uiteraard moest ik ook deze Irakese specialiteit (ik ben de naam alweer kwijt) proberen. Ik pakte het aan met de bedoeling het weg te moffelen zo gauw hij weg was maar ik kon het niet weerstaan om toch een klein hapje te proberen. Het was zoet, niet te geloven, maar echt ongelofelijk lekker. Zo lekker dat ik twee minuten later de pest in had dat het al op was.

s’ Middags ging het feest weer door, mijn collega Safaa deelde een soort frou-frou’tjes uit en ook daarvan moest ik er beslist twee nemen. De lunch was al weer een tijdje geleden (daarbij heb ik me wel weer ingehouden) dus vooruit maar. Het geheel werd vanavond in stijl besloten met een dikke hamburger met patat, want het is woensdag en dat is hier geen gehaktdag maar hamburger-dag.

Ik ben nog wel naar de sportzaal geweest, maar of dat genoeg heeft gecompenseerd…

“Single Digits”

Vandaag is het de herdenking van Arba’een en dat wordt met name in de Sjiitische gemeenschap groots gevierd. Het is dan ook een nationale feestdag en heeft iedereen een vrije dag, behalve natuurlijk wij rotators want wij hebben geen vrije dagen. Het was op kantoor dan ook extreem rustig, want zelfs de huishoudelijke staf die er in de weekenden nog wel is was er vandaag niet. Op de foto zie je de uitgestorven hal van ons gebouw, ik zit in het kantoor achter de eerste deur links:

Verder is het voor mij een bijzondere dag want vanaf vandaag mag ik gaan aftellen tot mijn vertrekdag volgende week donderdag. Er is namelijk een onofficiële kampregel dat je pas mag gaan aftellen als je in de “single digits” (enkele cijfers) zit. Dat houdt dus in dat je pas mag gaan aftellen als je nog minder dan tien dagen te gaan hebt en omdat volgende week woensdag mijn laatste werkdag is van deze shift mag ik vanaf vandaag gaan aftellen.

Eigenlijk is dit de tweede mijlpaal want als je over de helft bent dan wordt je al van alle kanten gefeliciteerd want je bent “over the hill”. Vandaar af gaat het alleen nog maar bergafwaarts en dat is in dit verband positief. Niet dat iedereen er de hele dag mee bezig is, maar in vrijwel ieder gesprek komt wel ter sprake hoe lang je nog te gaan hebt en degenen die in “single digits” zitten laten nooit na dat iedereen luid en duidelijk in te wrijven…

Tenslotte was er aan het thuisfront ook nog een mijlpaal want onze jongste zoon is vandaag dertig jaar geworden. Riet en ik moeten er allebei toch wel even aan wennen dat onze jongste nu dus ook een dertiger is. In ieder geval vanuit Irak ook van harte gefeliciteerd, Martin!

Rustige kantoordag

Het was ondanks dat het een gewone werkdag was buitengewoon rustig op kantoor en dat heeft alles te maken met de heilige dag Arba’een die morgen wordt gevierd. Heel veel Iraakse collega’s hebben vandaag alvast een voorproefje genomen op de nationale feestdag van morgen, en sommige deden dat gisteren ook al hoewel dat er veel minder waren dan we hadden verwacht.

De verwachting was eigenlijk dat de Irakezen vrijwel de hele week niet op kantoor zouden verschijnen en eerlijk gezegd hadden we daar ook wel een beetje naar uitgekeken. Het is dan namelijk lekker rustig op kantoor en net als in het weekend kun je dan een heleboel werk wat doordeweeks om een of andere reden blijft liggen wat makkelijker wegwerken.

Het viel in dat opzicht een beetje tegen toen bleek dat de meerderheid van de Irakezen toch gewoon gisteren was op komen draven, maar goed, op zich is het wel weer gezelliger natuurlijk. En vandaag waren de meesten er dus zoals verwacht niet, mogelijk omdat ze ook naar de herdenkingsplechtigheid in Karbala gaan. Dat wordt dan wel een flinke rit want er is me verteld dat het ruim vijf uur rijden naar het noorden is. Ze hebben er in ieder geval mooi weer bij want het zonnetje is weer gewoon terug.

Mist…

En alweer een flinke hoeveelheid regen vannacht en alweer merkte ik dat vanmorgen pas toen ik naar het restaurant liep. De lucht was behoorlijk grijs en als ik in Nederland zo’n lucht zie neem ik regenkleding of een paraplu mee, maar omdat het op zich droog was dacht ik het kantoor wel te halen zonder een nat pak te krijgen. Dat lukte inderdaad, maar veel speling had ik niet want ik was pas een paar minuten binnen toen het begon te plenzen.

Lang duurde de bui niet maar de lucht bleef grijs, en toen we rond half twaalf op weg wilden gaan voor de lunch zagen we tot onze verbazing dat het mistig was. En dat niet alleen, er stond ook een straffe wind die er in combinatie met al dat vocht in de lucht voor zorgde dat het in een overhemd gewoon ronduit koud was.

Desondanks wandelden we naar het restaurant in het kamp en ook weer terug na de lunch. Weer kwam ik droog over maar mijn maat Ian, die wat later was gevolgd, regende zeiknat. Het klaarde de rest van de dag ook niet echt meer op en de koude wind in de avond deed me besloten om de voorgenomen baantjes in het zwembad maar voor gezien te houden.

Veel tijd om te zwemmen had ik waarschijnlijk toch niet gehad want ik had nog een akkefietje toen we van het kantoor vertrokken. Omdat ik ’s morgens altijd een van de eersten ben heb ik een sleutel van het gebouw en ik ben ook meestal degene die ’s avonds afsluit.  Vanavond lukte het afsluiten niet want de sleutel wilde niet in het slot.

Dat slot gaat al weken erg stroef en ik had al vaak opgemerkt dat een druppeltje olie geen kwaad zou kunnen, maar het was nu dus al te laat. Ik kon niet afsluiten en moest dat uiteraard melden, maar de vraag was bij wie. Na een paar keer te zijn doorverwezen en in het kamp van gebouw naar gebouw te zijn gestuurd vond ik uiteindelijk iemand die zo vriendelijk om de Beveiliging te bellen. Die beloofden extra te patrouilleren want aan dat slot kon vanavond niks meer worden gedaan.

Morgen moet ik dit dus nog even melden bij onze eigen Iraakse beheerder van het gebouw. Als die er is tenminste want vanwege de viering van Arba’een zou het wel eens erg rustig op kantoor kunnen worden de komende dagen…

Nog meer nattigheid

Het heeft vannacht alweer fiks geregend, en hoewel dat blijkbaar een behoorlijke herrie maakt op het dak ben ik overal weer gewoon doorheen geslapen. Ik merkte het dus vanochtend pas toen ik de natte paden en de grote plassen zag. Het was op dat moment ook nog bewolkt maar toen ik onderweg was naar het kantoor brak de lucht helemaal open en dat leverde deze plaatjes op:

Voor vanavond had ik weer een hardloopsessie gepland en daarvoor ging ik dus meteen na het werk naar de portocabin die nu nog dient als onze cardio-fitness. Er was helemaal niemand toen ik binnenkwam dus ik haalde een fles water en een handdoekje, koos een loopband en begon mijn run.

Na een minuut of acht begon het zweet al over mijn hoofd te lopen en toen pas realiseerde ik me dat alle airco’s uit stonden. Ik had voordat ik begon wel de tv aan de wand aangezet maar niet de airco’s, en de temperatuur in de cabin was dan ook aardig tropisch aan het worden. Nu had ik twee opties, ik kon even stoppen met hardlopen en zelf de airco’s aanzetten of wachten tot er nog iemand binnenkwam die het zou doen.

Ik koos voor de laatste optie want normaal gesproken komen er rond die tijd altijd wel een paar mensen voor hun work-out. Maar vanavond, wat denk je, de hele dertig minuten geen mens, dus hoewel het de hele dag niet heeft geregend was ik uiteindelijk toch nog zeiknat…

En het zijn al barre tijden hier de laatste dagen. Eergisteren deed de ijsmachine het niet in het restaurant, en toen ik in plaats daarvan een koekje wou nemen waren de koekjes op. En gisteravond waren de koekjes alweer op, het moet toch niet gekker worden…

Over de helft

Over de dag van gisteren valt niet zoveel te vertellen, behalve dat het de laatste werkdag was van mijn tweede week van deze shift. En dat betekent dat ik vandaag over de helft ben, het gaat nu weer “downhill” zoals we het hier in het kamp noemen, oftewel bergafwaarts. Ik zou de dagen al weer kunnen gaan aftellen dat is verboden: we hebben een kampregel die zegt dat je pas mag gaan aftellen als je in de “single digits” zit, dus minder dan tien dagen te gaan.

Onzin natuurlijk, want iedereen is altijd aan het aftellen. Nieuwkomers worden meewarig aangekeken want die hebben de lange weg nog helemaal voor zich, terwijl naar de vertrekkers afgunstig wordt gekeken. Die zijn trouwens altijd makkelijk te herkennen want als het resterende aantal dagen ter sprake komt (en het komt in vrijwel ieder gesprek wel een keer ter sprake) dan krijgen ze een vette grijns op hun gezicht.

Ach, iedereen gunt iedereen zijn welverdiende verlof want we komen toch allemaal weer aan de beurt. En vertrekkende collega’s vormen ook voor de achterblijvers een soort van mijlpaal want we meten eraan af hoe lang we zelf nog hebben te gaan. Zo weet ik dat als mijn collega’s Steve en Aziz vertrekken dat ik op de helft ben en daar wordt je vanzelf weer vrolijker van.

Niet dat het er sowieso sacherijnig aan toe gaat hier, we hebben lol zat onder het werk en onder het eten. Er worden bijvoorbeeld al weer grappen gemaakt over het volgende vertrek van mijn collega Ian en mijzelf, want de afgelopen twee keer dat wij hier vertrokken waren precies die periodes met hevige onlusten. En verder gaat de tijd toch al snel genoeg, met name de eerste drie weken vliegen iedere keer om. Het zijn de laatste paar dagen die niet op schijnen te schieten maar dat is logisch want dan ben je al bezig met naar huis gaan en dat kan na bijna vier weken in de woestijn dan toch niet snel genoeg gebeuren.

Maar goed, de laatste twee weken van mijn huidige shift zijn dus vandaag ingegaan…

Nieuwe fitnessruimte

Afgelopen zondag is onze nieuwe fitnessruimte geopend, en vanavond ben ik er voor het eerst geweest. Ik heb wel zondagavond even snel naar binnen gekeken maar omdat de loopbanden er nog niet stonden moest ik voor mijn hardloop-training nog even uitwijken naar een van de oude fitnessruimtes.

We hadden namelijk al twee fitnessruimtes. De eerste, met hoofdzakelijk apparatuur voor krachtsport, was in een klein zaaltje in hetzelfde gebouw als de recreatiezaal. Er komt een apart recreatiegebouw en de nieuwe fitnessruimte zit nu in de (omgebouwde) oude recreatiezaal. We hadden in het naast het KAZ-kamp gelegen ABB-kamp (een kamp wat bestaat uit wooncontainers) ook nog een fitnessruimte, met alleen cardio-apparatuur en daar moest ik dus naar toe als ik ging hardlopen. 

Het is de bedoeling dat de ouwe fitnessruimte wordt opgeknapt en dat daar dan alle cardio-apparatuur naartoe wordt verplaatst. Dat is natuurlijk een stuk makkelijker want dan zit alle fitness in één gebouw, en omdat het zwembad, de tennisbaan en het voetbalveldje daarachter liggen zitten alle sportfaciliteiten dan mooi bij elkaar. Het enige wat ik jammer vind is dat er in de nieuwe fitnessruimte weinig nieuwe apparaten zijn bijgekomen, maar goed, we hebben nu wel veel meer ruimte. We zijn er de laatste tijd dus flink op vooruitgegaan met al die nieuwe sportfaciliteiten.

Vanmorgen bleek ook nog eens dat de temperatuur weer een stuk aangenamer was in de ochtend dan gisteren. Het leverde dit plaatje op:

Fikse bui

Ergens vannacht werd ik half en half wakker toen ik geluiden hoorde alsof er een hevige regenbui viel, maar met het idee dat het de airco wel zou zijn die was aangeslagen viel ik meteen weer in slaap. Maar toen ik vanmorgen naar het restaurant liep voor het ontbijt zag ik meteen dat het wel degelijk een regenbui was geweest, en aan de omvang van de plassen te zien nog een flinke ook.

Het was de afgelopen dagen al erg vochtig want de wind zit weer in de zuid-hoek, en dat betekent dat vochtige lucht wordt aangevoerd van de Perzische Golf. Dat zorgt voor een klam gevoel overdag maar ook voor koelte in de ochtend en avond. Vanmorgen voelde het zelfs mede dankzij de stevige wind zelfs behoorlijk fris aan, het kon nog net met een overhemd met korte mouwen maar dan ook maar net.

Volgens onze Irakese collega’s houden we dit weer nog wel een weekje of wat, maar het levert wel aardige plaatsjes op. Op de eerste foto ben ik onderweg naar het restaurant als ik langs het fitness-gebouw kom (erachter zie je de “kooi” met ons splinternieuwe voetbalveldje) en de tweede is gemaakt bij aankomst vanmorgen bij het kantoorgebouw:

Veiligheidsvest

In de morgen als ik opsta om kwart over vijf dan komt net zo’n beetje de zon op dus ik wandel nog steeds met daglicht naar kantoor. Terug in de avond is een ander verhaal want op dit moment gaat de zon al om half zes onder en dat betekent dat als we ’s avonds terug wandelen naar het kamp dat we dat in het donker moeten doen.

Er staan weliswaar overal straatlantaarns maar de lange weg langs de fabriek is toch behoorlijk donker en dat kan voor wandelaars problemen opleveren met achteropkomend werkverkeer. Nu is de maximum snelheid maar 20 kilometer per uur (en daar houdt iedereen zich ook strikt aan) maar toch kan een ongeluk in een klein hoekje zitten en er is dan ook gevraagd om te proberen zo zichtbaar mogelijk te zijn.

Sommige doen dat met de verlichting van hun mobieltje, anderen hebben een fietslicht aan hun rugzak geklemd (wat geen gek idee is want daar hebben we er thuis nog een paar van liggen) maar iemand hier in het gebouw had een nog beter idee. Op de lijst van bedrijfskleding die we kunnen aanvragen staan van die geel/groene veiligheidsvesten met van die oplichtende strepen en hij heeft een exemplaar besteld voor iedereen die gewoonlijk vanuit ons gebouw ’s avonds naar het kamp wandelt .

Vandaag werden ze afgeleverd en we kunnen dus vanaf vanavond veilig op pad.

Arba’een

Ik zou even uitzoeken hoe het nou zit met al die Iraniërs in het vliegtuig gisteren en ik heb het gevonden. Ieder jaar wordt Arba’een gevierd, een Sjiitische gedenkdag. Deze dag, die dit jaar op 30 oktober valt, wordt gevierd veertig dagen na Asjoera wat de dag is dat het martelaarschap van Hussein wordt herdacht.

Arba’een is met name in Iran een belangrijke feestdag, maar de link met Irak is de stad Karbala. Daar werd in het jaar 680 Hussein, de kleinzoon van Mohammed, samen met zijn gezelschap wat hoofdzakelijk bestond uit vrouwen en kinderen en slechts een paar soldaten, vermoord door troepen van de heersende kalief die Hussein als een bedreiging voor zijn positie zag. Er is ieder jaar een pelgrimstocht naar Karbala die een belangrijk onderdeel uitmaakt van de Sjiitische geloofsbelijdenis. Op de vlakte bij de stad verzamelen zich ieder jaar tussen de tien en twintig miljoen mensen voor de herdenking, waarmee het een van de grootste bijeenkomsten ter wereld is. Veel pelgrims maken de tocht naar Karbala te voet.

Het grootste deel van de pelgrims uit het buitenland komt uit Iran. Dat verklaart dus de aanwezigheid van die groep in het vliegtuig gisteren. Een ander aspect van de periode tussen Asjoera en Arba’een is de aanwezigheid van zwarte vlaggen, al zie je ook wel groene en rode. De zwarte vlaggen hebben meestal een tekst, de rode en groene hebben vaak een afbeelding van (denk ik) Hussein. En je ziet die vlaggen letterlijk overal, zelfs bij ons in het kamp:

Merkwaardige terugvlucht

Het was uitslapen vanochtend want we zouden pas om een uur of elf per taxi richting de luchthaven vertrekken, onze vlucht zou om vijf voor twee vertrekken. We waren ruim op tijd op de luchthaven, er was nog ruim tijd voor wat shopping voordat we aan board gingen. Drie kwartier voor vertrek meldden we ons bij de gate waar we meteen konden doorlopen en zo zaten we meer dan een half uur voor vertrek al in het vliegtuig.

Wat meteen opviel was dat het vliegtuig veel voller zat dan anders, met een groot aantal vrouwen in chador (zwarte tenten die allen het gezicht vrijlaten) en traditioneel geklede mannen (waarvan de meeste met een behoorlijk overgewicht). Die groep passagiers was ook blijkbaar niet gewend aan vliegen want er werd flink van stoelen gewisseld en de stewardessen moesten voor de start veelvuldig manen de gordel om te doen en de rugleuning van de stoel rechtop te zetten. Achter me zaten trouwens twee van die traditionele heren die de gordel niet eens dicht konden maken, er moest een verlengstuk worden gehaald…

Tot zover nog niks aan de hand, maar toen het vliegtuig afgeduwd werd begon er een van die rare passagiers opeens luidkeels te roepen. Het werd overgenomen door een groot deel van die groep, en het was blijkbaar een soort van gebed want het eindigde met “Allah Akbar!”. Ik denk dat dit op veel westerse en zeker alle Amerikaanse luchthavens voldoende was geweest om het vliegtuig meteen terug te rijden naar de gate maar de bemanning had dit blijkbaar al meer meegemaakt en reageerde niet.

Het toestel taxiede naar de startbaan en op het moment van opstijgen begon dit ritueel opnieuw: een luide langgerekte kreet schalde door de cabine en weer antwoordde de groep met een paar luidkeels geroepen zinnen. Tijdens de vlucht was het verder rustig maar het toestel raakte nog niet de grond of daar begon het hele circus voor de derde keer. Nou ja, hier moet ik eigenlijk niks van zeggen want bij een Nederlandse vakantievlucht zou het gros na de landing gaan zitten applaudisseren en waarschijnlijk is dit hetzelfde…

Nog voordat het toestel helemaal stilstond was het dringen in het gangpad om eruit te komen. Gelukkig voor ons ging de groep niet met de rest door de paspoortcontrole, ze verdwenen allemaal in de naastgelegen ruimte voor het ophalen van een visum. Ik denk daarom dat het Iraanse bedevaartgangers zijn die op weg zijn naar de Iraakse stad Karbala. Daar is binnenkort iets groots aan de hand, ik ga dat eens uitzoeken en dan schrijf ik er wel wat meer over.

Uiteindelijk hadden we toch nog oponthoud door de groep want er waren twee collega’s die een nieuw visum moesten ophalen en die zaten dus in dezelfde ruimte als die groep. Ik was daarom vanmiddag net als vorige week pas even voor vijven weer terug in het KAZ-kamp na een rit van meer dan een uur door het troosteloze landschap…

Avondje stappen in Dubai

Vandaag hadden we een makkie, we hoefden pas om een uur of negen in het Arenco gebouw te zijn waar de firma Wood is gevestigd. Ik was vorige maand nog in dat gebouw en ik wist dus dat het maar een kwartiertje rijden met de taxi was vanaf ons hotel. De besprekingen die we hadden verliepen ook wat makkelijker dan die van gisteren en uiteindelijk waren we om vier uur al weer terug in het hotel. 

We hadden afgesproken dat onze collega Salim ons om half zes op zou halen om naar de Dubai Mall te gaan maar om mij niet helemaal duidelijke redenen (de discussie tussen mijn drie reisgenoten ging in het Arabisch) veranderde het eerste reisdoel in de Mercator Mall. Het bleek een klein maar erg gezellig winkelcentrum te zijn waar de mannen de meeste tijd doorbrachten met het doen van inkopen bij (je gelooft het niet) H&M, cadeautjes voor vrouwen en moeders…

De foto hiernaast is wel klein maar wordt groter weergegeven als erop klikt.

Daarna gingen we weer niet naar de Dubai Mall maar in plaats daarvan naar de Mall of the Emirates, veel groter dan de Mercator Mall maar wel kleiner dan de Dubai Mall die in vrijwel alles de overtreffende trap is. Na nog wat winkelen (overhemden, snoep voor het thuisfront) namen we in de Mall een kijkje bij de skipiste met echte sneeuw en ski-liften. Ongelofelijk, sneeuw en mensen met winterjassen, terwijl het buiten zesendertig graden is…

We besloten ook wat te eten in de Mall of the Emirates en dat werd deze keer Libanees, wat vast niks te maken heeft met het feit dat onze “gids” Saleem zelf Libanees is. Ik moet zeggen, de Shawarma-wrap (met rundvlees) die ik had was een van de lekkerste wraps die ik ooit heb gegeten. Onthouden dus als je in Dubai bent: “Zataar w Zeit”.

De bedoeling was volgens mij om daarna naar het hotel terug te rijden want het was ondertussen al over tienen, maar onderweg veranderde weer het reisdoel: we gingen alsnog naar de Dubai Mall. Daar kwamen we twintig minuten te laat aan omdat Saleem een verkeerde afslag nam en we op de snelweg de stad uit terecht kwamen, maar we waren nog net op tijd bij de beroemde fontein onderaan de Burj Khalifa voor de voorstelling van half elf.

Na wat te hebben rondgewandeld keken we ook nog naar de voorstelling van elf uur, maar toen had ik het wel zo’n beetje gehad. Mijn beide Irakese collega’s nog niet, die wilden nog verder, maar ik nam een taxi terug naar het hotel.

Wat je noemt een geslaagde avond!

Sharjah

Mijn baas Amit had een taxi geregeld die ons naar het bedrijf Exterran bracht voor een bespreking met onze collega’s van dat bedrijf. Exterran is gelegen op een groot bedrijventerrein wat de Free Zone heet en wat tot mijn verrassing niet gelegen is in Dubai.

Dubai maakt deel uit van de Verenigde Emiraten, en dat zijn er in totaal zeven. Het emiraat waar de Free Zone is gelegen heet Sharjah, wat grenst aan de oostkant van Dubai. Sharjah is veel traditioneler dan Dubai en je ziet er dan ook niet alleen maar eindeloze rijen glimmende wolkenkrabbers. De reis duurde meer dan een uur want vanwege de verkeersdrukte op de veel kortere route namen we een omweg die helemaal om de gigantische luchthaven van Dubai heen ging.

De meeting bij Exterran verliep zoals verwacht. Onze tegenhangers waren verbijsterd over de eisen die wij als bedrijf stellen aan de informatie die ze contractueel moeten opleveren, iets wat we vrijwel altijd zien bij contractors.

Deze contractor verbijsterde ons echter doordat ze toegaven eigenlijk helemaal geen specifieke computer-programma’s te gebruiken maar vrijwel alles te doen met spreadsheets, zo’n beetje de meest ongelukkige keuze die je kunt maken als bedrijf. Het vervolg zal nog wel wat voeten in aarde gaan hebben…

Terug in Dubai aan het eind van de middag (na alweer een lange rit waarbij Haider naast de chauffeur vrijwel de hele tijd heeft zitten slapen) besloten mijn beide Irakese collega’s weer met Salim de stad in te gaan maar ik besloot in het hotel te blijven en de fitness te bezoeken.

De foto hierboven is genomen toen we terugreden naar Dubai. Dit is de oostkant van de stad waar nog niet zoveel te zien is van de imposant skyline met de boven alles uittorenende Burj Khalifa. Op de foto hieronder is rechts het gebouw te zien waar de kantoren zijn van Shell in Dubai. Daar zijn we overigens tijdens dit bezoek niet geweest.

’s Avonds in de fitness in het hotel liep ik een soepele vijf kilometer in iets meer dan een half uur, iets waar ik behoorlijk trots op was. De rest van de avond bracht ik door in de business lounge van het hotel, waar ik als enige van ons gezelschap toegang toe had gekregen, al heb ik geen idee waarom. Pogingen om voor het slapen gaan nog even contact op te nemen met Riet via Facetime en Whatsapp hadden pas na vele pogingen succes want de WiFi in het hotel is niet om over naar huis te schrijven. Inderdaad, toch een minpuntje…

Regenspetters!

Vanmorgen had ik voor vertrek nog ruim de tijd voor het gebruikelijke ontbijt, en op weg daarnaartoe merkte ik al dat er nog steeds erg veel vocht in de lucht zat. Het was zowaar een beetje heiig en er was bewolking, maar de verrassing kwam toen ik uit het restaurant kwam want ik voelde spetters! In Nederland zou dit absoluut geen naam mogen hebben want het waren er maar een paar en ook nog hele kleintjes maar toch…

Om half acht zou het konvooi richting de luchthaven vertrekken. Dat vonden we aan de krappe kant, mede omdat  er onderweg nog een oponthoud zou zijn want er moest iemand opgepikt worden in het AMBP-kamp. Het konvooi, wat gestart was in de havenplaats Umm Qasr, kwam te laat aan in het KAZ-kamp vanwege zandstormen onderweg en dat zorgde voor een nog krapper schema. Bovendien hoorden we dat het in Basrah (en dus in de buurt van de luchthaven) wel degelijk flink had geregend, maar daar merkten we bij aankomst tegen een uur of negen weinig meer van

Na alle security-checks zat ik uiteindelijk om kwart voor tien bij de gate waar vrijwel meteen daarna het boarden al begon want de vertrektijd van mijn Emirates vlucht was tien over half elf. Ik reisde vandaag niet alleen want ik ben met twee Irakese collega’s in Dubai de komende dagen, mijn Iraakse baas Haider en Mustafa uit mijn team zijn mee. Ik ontmoette ze op de luchthaven want zij waren gewoon met een taxi vanuit Basrah gekomen.

Na een voorspoedige reis waren we om een uur of vier in ons hotel in Dubai, deze keer het Crown Plaza, gelegen vlak bij het centrum van de stad. We hadden daar afgesproken met onze collega Salim die in Dubai woont, hij zou ons ‘s avonds wat van de stad laten zien.

Hij pikte ons om een uur of half zes op en bracht ons allereerst naar het Palm Island want mijn Irakese collega’s wilden het Atlantis The Palm Hotel zien. We parkeerden voor het hotel langs de boulevard waar uiteraard een groot aantal foto’s moesten worden gemaakt, en ik ontkwam er ook niet aan om veelvuldig met mijn baas en de rest op de foto te gaan. Van het hotel ging het daarna naar het strand waar ik een paar maanden geleden aan het begin van mijn Iraakse avontuur ook was geweest. Daar ontmoetten we mijn baas Amit, die ook gebaseerd is in Dubai. Hij nam ons mee naar een prima Italiaans waar we heerlijk hebben gegeten.

We gingen vanavond redelijk vroeg terug naar het hotel want we moeten morgen redelijk vroeg op om op tijd te zijn voor ons bezoek aan de firma Exterran. Nou ja, vroeg, voor mij is half zeven op natuurlijk gewoon uitslapen…

Morgen naar Dubai

Het was vanmorgen nog steeds erg vochtig wat goed te zien was toen het zonnetje opkwam toen ik naar kantoor wandelde:

Anderhalve week geleden kreeg ik een mailtje van mijn maat Sachin dat er mogelijk een business-trip in het vat zat tijdens mijn volgende rotatie. Bij navraag bij onze baas bleek dat inderdaad het geval, er zouden twee workshops plaatsvinden bij twee verschillende contractors (zeg maar aannemers) die werk gaan doen voor ons bedrijf. Die workshops zouden plaatsvinden op 16 en 17 oktober, en dat betekende dat ik nog tijdens mijn verlof moest gaan regelen dat ik op de 15e naar Dubai zou reizen en terug naar Basrah op de 18e. Dat is allemaal gelukt en dat betekent dat ik morgen al weer vertrek voor een korte trip naar Dubai.

Voor vandaag was de belangrijkste activiteit dan ook te controleren of mijn naam vermeld stond op de lijst voor morgen met het transport naar de luchthaven. Doordat mijn aandacht op andere zaken gericht was vanmiddag vergat ik om half vijf op de eerste lijst te kijken. Sta je niet op die lijst dan moet je dan meteen melden want om zes uur komt de tweede lijst en die is definitief. 

Het schoot me pas te binnen dat ik vergeten was te kijken toen ik terug wandelde naar het kamp. Niks aan de hand, dacht ik nog, want ik had al bericht gehad dat ik op de lijst geplaatst zou worden. Maar grote schrik, toen ik om kwart over zes de definitieve lijst controleerde op mijn iPad zag ik mijn naam niet staan. Ik rende dus naar het administratie-kantoor waar ik nog net de verantwoordelijke persoon tegen het lijf liep die net wou vertrekken. Hij stelde me ook meteen gerust, ik stond wel degelijk op de lijst (wat hij ook liet zien), ik stond alleen op en heel andere plek dan waar ik mezelf verwachte, en ik had dus gewoon niet goed gekeken.

Niks aan de hand dus, ik moet me morgenochtend om half acht melden bij het vertrekpunt van het konvooi en ik heb dus zelfs nog tijd voor een ontbijt…

Wandelen tussen de middag

De lagere temperaturen en het feit dat een andere collega vroeg wie er met hem meeliep deden me vanmiddag besluiten om niet met de bus maar lopend naar het restaurant in het KAZ-kamp te gaan.

Dat leek in eerste instantie een goed idee want de wandeling ernaartoe was prima te doen en het zorgde tenslotte voor de nodige extra lichaamsbeweging. Voor de terugweg twijfelde ik even of ik toch maar niet de bus zou nemen maar besloot om ook terug toch maar te gaan lopen. En dat leverde toch wat problemen op. 

Niet conditioneel want dat was goed te doen, maar om de een of andere reden liep, in tegenstelling tot de heenweg, het zweet over mijn rug. Ik probeerde dit probleem op te lossen door mijn tempo drastisch te verlagen maar het hielp niks, toen ik bij het kantoor aankwam kon je me zowat uitwringen. Ik ga er dus nog maar eens over nadenken of ik tussen de middag toch maar niet weer de bus moet nemen totdat de temperaturen nog meer zijn gedaald.

Bij het avondeten kwam op de een of andere manier weer eens ter sprake dat ik na mijn tweede shift begin juli in Dubai mijn vlucht naar Amsterdam heb gemist. Mijn maat John met wie ik ook op Sakhalin heb gewerkt kende het verhaal nog niet en uiteraard moest ik het opnieuw vertellen. John zat te hikken van het lachen en sleepte me na het eten mee omdat er nog iemand was die volgens hem dit verhaal beslist moest horen. Die iemand was Gemke, nog een voormalige collega van Sakhalin en uiteraard lag ook die in een deuk.

Het werd allemaal goed gemaakt doordat John ons op een ijsje trakteerde, dus uiteindelijk leverde het verhaal nog wat op ook. Ik hoorde alleen wel dat John om negen uur ’s avonds toen hij ergens anders aanschoof nog steeds zat te lachen…

Weinig veranderd

De eerste maaltijd na aankomst in het KAZ-kamp is altijd weer leuk omdat je in het restaurant altijd verwelkomd wordt door je collega’s. Het is dan ook veel handen schudden en alle gesprekken beginnen steevast met dezelfde vraag, “Hoe was je verlof?”.

Daarna gaat het altijd over wat er is veranderd in het kamp, het land en in het bedrijf, en dat was deze keer relatief goed nieuws. De fitness-ruimte in het kamp wordt fors uitgebreid en er komt nieuwe apparatuur, de situatie rond Basrah is weer redelijk stabiel en de zaken gaan in het algemeen goed vanwege de hogere olie- en gasprijzen. Goed nieuws is ook dat de vliegenplaag van mijn vorige rotatie over is, op een enkel hardnekkig exemplaar na, en dat betekent dat we weer rustig kunnen eten zonder voortdurend met een hand te wapperen om de vliegen van je eten en jezelf weg te houden.

Wat ook veranderd is is dat de zon nog maar net op is in de ochtend als ik naar het restaurant loop voor het ontbijt. Bij mijn volgende rotatie zal het waarschijnlijk ’s morgens net zo donker zijn als nu ’s avonds al wanneer mijn werkdag erop zit, want dan is de zon al ruim onder. Ondanks de aanwezige verlichting is het dan knap donker en er wordt ons dan ook geadviseerd om als we buiten het kamp lopen altijd een licht te dragen of iets wat oplicht in het donker, hoofdzakelijk vanwege het werkverkeer wat je kunt tegenkomen.

Dat de dagen korter worden in de winter is weer even wennen. In Nederland is dat uiteraard ook het geval maar in Maleisië en op de Filipijnen was dat het verschil in daglicht tussen zomer en winter maar iets van een half uur en dus niet echt opvallend. Hier is dat verschil dus wel duidelijk merkbaar, ik loop zoals gezegd ’s avonds al in het donker van kantoor terug naar het kamp.

Met het korter worden van de dagen zijn ook de temperaturen merkbaar lager. Was het tijdens mijn vorige rotatie nog veelal 48 graden midden op de dag, nu wordt het niet warmer dan 43 graden. Dat voelt, geloof het of niet, gelijk een stuk comfortabeler en ik zag vandaag dan ook dat veel meer mensen tussen de middag lopend naar het kamp gingen voor de lunch in plaats van met de bus. Ik ga dat denk ik ook maar doen vanaf morgen…

Terug naar KAZ

Gisteravond stond om even voor zevenen de limousine van Emirates voor de deur om me naar Schiphol te brengen voor mijn vlucht naar Dubai. Daar aangekomen bleek het voor Terminal 3 een zootje te zijn vanwege verbouwingen buiten, en hoewel dat er vast niks mee te maken heeft was het binnen ook nogal chaotisch. Mijn rolkoffer kon ik vrij snel kwijt bij de balie van Emirates maar daarna begon het gelazer.

Met mijn business class ticket kan ik normaal gesproken gebruik maken van de “priority lane” voor de security-check zodat ik daar snel doorheen zou zijn. Nou die lane was wel open maar aan het einde ervan moest iedereen die ervan gebruik maakte gewoon in de drukte aanschuiven want de speciale “priority check” was dicht. Het probleem met die nieuwe geavanceerde security-systemen is dat alles veel sneller zou moeten gaan maar dat dat meestal niet het geval is. “Moet mijn laptop er ook uit?”, “Oh, moet mijn riem ook af?”, “Mobiele telefoon ook?”, “Moeten mijn schoenen uit?”, allemaal logische vragen van mensen die weinig vliegen maar het houdt wel ontzettend op.

Na de security-check kwam de paspoortcontrole en ook daar stond een gigantische rij. Het vervangen van de Marechaussees door machines werkt misschien wel efficiënter maar sneller gaat het ook hier zeker niet. Gelukkig kwam er net toen ik aansloot in de rij iemand die iedereen met een Nederlands paspoort naar een aparte rij dirigeerde. Al met al was ik dus toch sneller binnen dan verwacht en zat ik even later met een lekker bakkie in de lounge.

Daarna begon de lange periode van wachten, instappen, vliegen naar Dubai, daar weer wachten (zeven uur!) en doorvliegen naar Basra waar we om kwart voor drie in de middag landden. Het hele proces van paspoortcontrole en bagage ophalen ging onverwacht vlot en aangekomen in de aankomsthal (ik was in gesprek met de Nederlandse collega die op hetzelfde reisschema zit als ik) konden we ook vrijwel meteen doorlopen naar de gereed staande taxi’s.

We hadden dit nog niet eerder zo vlot meegemaakt maar het was waarschijnlijk omdat we maar met zijn zessen waren en er geen collega’s bij zaten die op een nieuw visum moesten wachten. Ondanks deze meevaller arriveerden we toch pas tegen vijven in het KAZ-kamp omdat het konvooi onderweg moest stoppen bij het AMBP-kamp om een van mijn medepassagiers daar af te leveren. Daarbij kwam ook nog eens extra oponthoud toen bij het laatste checkpoint al onze papieren gecontroleerd moesten worden.

Vandaag was officieel al mijn eerste werkdag dus nog zevenentwintig te gaan…