De bovenstaande uitsprak komt van mijn oma en ze gebruikte die altijd voor wat zij zag als uit de hand gelopen confrontaties en onnodige uitbarstingen van geweld. Vandaag moest ik weer eens aan deze uitspraak denken toen ik het laatste nieuws hoorde uit Irak.
Blijkbaar is er gisteren op het fabrieksterrein een demonstratie geweest van onze Irakese collega’s die massaal het administratie-gebouw hebben belaagd. De aanleiding voor hun woede was het feit dat ze geen salaris uitbetaald hadden gekregen vanwege een financieel conflict tussen ons bedrijf BGC en hun eigen moederbedrijf, het Iraakse staats-gas bedrijf. Het Iraakse staats-gas bedrijf had BGC aangewezen als de schuldige voor het door hen niet uitbetalen van de salarissen en dus kwam het personeel massaal verhaal halen.
De weinige mensen van het BGC management die aanwezig waren werden door de beveiliging snel geëvacueerd naar het KAZ kamp maar toen de verzamelde menigte dat ontdekte haastten ze zich naar het kamp, haalden de hekken bij de ingang neer en drongen het kamp binnen. Vervolgens drongen ze het restaurant binnen (het eerste grote gebouw wat ze tegenkwamen), richtten daar vernielingen aan en trachten volgens berichten van insiders zelfs om het in brand te steken.
De situatie kon worden gesust doordat de Managing Director van BGC beloofde dat de salarissen niet alleen zouden worden betaald maar dat ook de uitbetaling voor de komende maanden zou worden gegarandeerd.
Het lijkt dus met een sisser te zijn afgelopen maar het voorval heeft er wel toe geleid dat er nog zestig expats zijn geëvacueerd uit voorzorg. De vraag is dus in hoeverre dit van invloed zal zijn op de toch al wankele situatie waarin het bedrijf zich bevindt en wat de gevolgen zijn voor de relatie met de aandeelhoudende bedrijven, waarvan mijn eigen baas er natuurlijk ook een is…