Sinds begin deze maand zit ik als ik op kantoor ben, en dat is normaal gesproken twee dagen in de week, in het net gerenoveerde pand tegenover het hoofdkantoor in Den Haag, bekend in bedrijfskringen als C5. Voor mij is dat een aangename ervaring na de ronduit spartaanse kantoren in Irak en Rijswijk. Rijswijk was zo’n typisch kantoorgebouw met grote gezamenlijke en bijzonder ongezellige ruimtes, maar dat was nog alles beter dan Irak waar we al blij waren als er geen ratten en kameelspinnen rondliepen.
Het nieuwe kantoor is een heel stuk comfortabeler met gezellige kleine ruimtes, veel groen en comfortabel meubilair. Toch zijn er nog collega’s die op andere plekken in de Haagse kantoren hebben gewerkt en die flink wat commentaar hebben op het resultaat van de renovatie. Persoonlijk snap ik daar niks van, maar zoals gezegd ben ik niet zoveel gewend in de laatste twintig jaar en ik vind dan ook het nieuwe kantoor erg leuk.
Neem nou alleen de koffieshop met allemaal comfortabele zitplekken in de hal beneden (waar in de buurt ook een biljart staat trouwens), het vele groen en de comfortabele “vergaderzalen”. Ik bedoel, kijk nou zelf, dit is zo’n vergaderzaal, niks mis mee toch?




Er waren duidelijk sporen van lekkage, al weten we eigenlijk niet of dat nieuw is of nog van de laatste keer dat we lekkage hadden. Desondanks lijkt de lekkage iets structureels als meerdere buren last hebben van exact hetzelfde probleem, dus hebben we het in navolging van de andere buren weer bij de bouwmaatschappij gemeld.
Gelukkig hadden we een prijsopgave gevraagd van de geschatte reparatiekosten want dat bleek na inspectie in de fabriek niet minder dan driehonderdzestig euro te zijn! Daar schrokken we behoorlijk van en besloten dat we dan net zo goed een nieuwe lamp konden kopen. De zaak in Cruquius bleek niks van onze gading te hebben (tenminste, niet in onze prijsklasse), maar we zagen dat er daar nog een andere lampenwinkel was en daar slaagden we wel. Het enige probleem was dat de levering en installatie (er moest natuurlijk wel een monteur beschikbaar zijn) bij elkaar meer dan een maand zouden duren en al die tijd zaten we dus zonder lamp boven de eettafel, uitgerekend in het donkerste deel van het jaar.
De hamburgers waren voortreffelijk maar de film viel ons een beetje tegen. We vonden het alledrie eigenlijk meer van hetzelfde, en eigenlijk kwam het weer neer op een typisch Amerikaanse oorlogsfilm geplaatst in een buitenaardse setting. Ordinaire schietwapens, hebberige mensen en een complete minachting voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners, waar hebben we dat meer gehoord.
