Een ernstig geval van jetlag

Het is niks dat je de avond ervoor zo vroeg gaat slapen, maar het gevolg is natuurlijk dat je dan ook erg vroeg wakker wordt. In mijn geval was dat om een uur of drie vannacht en omdat ik er op dat moment al zeven en een half uur op had zitten was ik dus soort van uitgeslapen. Ik ben af en toe nog wel weggedommeld maar tot het daadwerkelijke moment van opstaan om een uur of zes heb ik mijn boek uitgelezen en een Netflix film afgekeken.

Ik heb van andere mensen ook gehoord dat ze, net als ik dus, meer moeite met de jetlag hebben bij reizen van oost naar west dan andersom. Ook is het zinloos om te proberen er iets aan te doen, je moet het gewoon ondergaan en hoe lang je er last van hebt is bijna altijd verschillend. En al die zogenaamde remedies waar mensen mee komen, neem nou maar van mij aan dat die geen ene moer helpen. Gewoon op tijd proberen te gaan slapen is aan te raden, maar als dat niet lukt: jammer dan, gewoon gaan pitten en dan word je maar veel te vroeg wakker.

De werkdag verliep rustig en is grotendeels opgegaan aan de eerste aanzet voor mijn uiteindelijke rapport, gebaseerd op de bevindingen van gisteren, en een paar online meetings. Tussendoor heb ik nog even met Riet gebeld, want vanwege het tijdsverschil (het is in Nederland acht uur later) kan ik daarmee niet wachten tot na het werk.

 

Bij terugkeer in het hotel zag ik dat de lobby langzaamaan wordt omgetoverd in Western stijl. Voor de deur was een houten stellage opgericht met de begroeting “Howdy!” erop, en alle ramen zijn beschilderd met Western taferelen (cowboys en paarden). Dat is gedaan ter voorbereiding op de Calgary Stampede, een feestdag die als ik het goed begrijp de overtreffende trap is van de Rijnsburgse Paardenmarkt. Die dag ga ik helaas missen want dan ben ik alweer thuis.

Net als gisteren heb ik vanavond wat gegeten in het restaurant van het hotel met de merkwaardige naam “Flower and Wolf”. Het eten is er goed en het bier (Coors Light) smaakt ook best…