Internationaal rijbewijs

Hoewel onze vakantie naar Australië pas volgende maand is zijn we uiteraard al begonnen met wat voorbereidingen,  zoals het regelen van een visum voor Riet (mijn visum wat ik had aangevraagd voor mijn trip naar Perth in maart is nog steeds geldig). Twee dagen geleden schrok ik om kwart over zes ’s morgens opeens wakker en de eerste gedachte in mijn hoofd was “Internationaal rijbewijs!”. Heel gek, want daar had ik nog geen seconde aan gedacht maar blijkbaar heb ik een beschermengel die het nodig vond om me er eens aan te herinneren.

De vorige keer dat we naar Australie gingen hadden we, net als voor onze aanstaande vakantie, een huurauto geregeld maar daar moet je dus een Internationaal rijbewijs voor kunnen laten zien. Dat lijkt logisch, want hoewel het Nederlandse rijbewijs in veel landen hoog staat aangeschreven is het kaartje zelf alleen in het Nederlands en dat kunnen ze in het buitenland nu eenmaal niet lezen. Soms nemen ze simpelweg genoegen met het kaartje, ervan uitgaande dat het wel goed zal zitten, maar bij de meeste autoverhuurbedrijven doen ze dat niet.

Een Internationaal rijbewijs is gelukkig makkelijk te krijgen, bijvoorbeeld bij de ANWB, en daarom reden Riet en ik vandaag even naar Den Haag waar een groot en gemakkelijk bereikbaar kantoor zit. Het document is in feite niet meer dan een vertaling van het Nederlandse rijbewijs en moet dus altijd samen met het eigenlijke rijbewijs worden overlegd.

Gelukkig is dat nu dus geregeld en daarmee zou al het papierwerk voor de vakantie nu  rond moeten zijn, op de reispapieren van het reisbureau na want die ontvangen we pas twee weken voor vertrek.