Het was vandaag de verjaardag van mijn schoonmoeder, maar dat weerhield Riet er niet van om bij ons thuis in een vlaag van onverwachte werklust wat kasten te gaan opruimen. Toegegeven, we bewaren een heleboel troep omdat we er simpelweg de ruimte voor hebben en er nog niet toe gekomen zijn om het weg te gooien, simpelweg omdat het niet in de weg ligt.
Deze keer moest de grote kast in de logeerkamer eraan geloven. Daarin staan een paar dozen die we in ons vorige huis ooit hebben ingeruimd met van alles, die we meeverhuisd hebben naar dit huis en ze vervolgens in die kast hebben gezet zonder er verder nog naar om te kijken. Ik kreeg een doos op mijn bureau geplempt met de vraag wat er met de inhoud moest gebeuren. Die inhoud bleek te bestaan uit oude gegevens van vorige werkgevers, papieren die al lang al verjaard en geen betekenis meer hadden. Ik zette me over mijn gevoelens van nostalgie heen en gaf alles vrij voor het oud papier.
Behalve een klein fragment uit “De Katwijksche Post” van een paar jaar geleden. Dat fragment mocht ook weg maar niet nadat ik er eerst een digitale kopie van had gemaakt. Het was een artikel, geschreven door mijn ouwe maat Gijs, over een reünie-optreden van mijn ouwe band, de Bokkumband. Die band had bestaan van pakweg 1978 tot 1981 en had in Katwijk enige bekendheid genoten met nummers die we zelf hadden geschreven in het Katteks.
Het artikel geeft de geschiedenis in het kort, de hele geschiedenis staat op deze website.