Einde van mijn eerste verlof

Mijn eerste korte verlofperiode van toe en een halve week zitten er vandaag al weer op. Vanavond vertrek ik vanaf Schiphol naar Dubai om vandaar morgenmiddag door te reizen naar Basrah.

De reis was al geregeld tijdens mijn eerste twee weken in Irak. Ik vlieg deze keer weer met Emirates in plaats van met KLM en dat betekent dat ik weer van een paar voordeeltjes gebruik kan maken. Emirates heeft namelijk voor Business Class passagiers een limousine service om je thuis op te halen, en voor langere overstaptijden wordt er in Dubai een hotelkamer geregeld. Voor Riet betekent dit dat ze me vanavond niet weg hoefde te brengen en na aankomst morgenochtend in Dubai hoef ik niet tot morgenmiddag op de luchthaven rond te gaan hangen in afwachting van de vlucht naar Basrah.

Vanmiddag was er nog even lichte paniek want via e-mail kreeg ik een overzicht van de beveiligingsdienst van Basrah Gas met de namen van de personen die morgen worden verwacht op de luchthaven van Basrah en daar stond mijn naam niet bij. In verband met de extreem hoge beveiligingseisen betekende dat dat ik niet vanuit Dubai naar Basrah zou mogen vertrekken want er werd blijkbaar niet op mij gerekend met het transport van de luchthaven naar het KAZ kamp. Via een snel e-mailtje en een WhatsApp berichtje naar mijn collega in het KAZ kamp kon dit gelukkig snel worden opgelost en op de nieuwe lijst die ik vlak daarna kreeg toegestuurd stond mijn naam gelukkig wel.

De limousine stond om even over half zes (ruim een kwartier te vroeg) al voor de deur in de Bankijkerweg en om even over half acht zat ik al in de Business Lounge op Schiphol met een bakkie koffie. En nu maar wachten op het moment van vertrek..

Terug in het KAZ kamp

Nou, met dat hotel in Dubai is het niet helemaal goed gegaan. Na een voorspoedige vlucht was ik even voor zevenen vanochtend in terminal A op de luchthaven waar ik op zoek ging naar het hotel waar ik bij het inchecken gisteren een voucher voor had gekregen. Ik volgde de borden met “Hotel” en via een lift kwam ik op de 6e verdieping uit waar het hotel was, maar bij het tonen van mijn voucher bij de receptie bleek dit niet het hotel te zijn waar ik moest zijn. Ik kreeg te horen dat ik door de douane de luchthaven uit moest en met een taxi naar het “Le Meridien”.

Dat was niet helemaal wat ik had verwacht, want zo lang was mij overstap nou ook weer niet en ik rekende snel uit dat ik dan misschien drie uurtjes in het hotel door kon brengen. Dat leek me erg veel moeite en ik besloot daarom maar naar de Business Lounge te gaan van Emirates waar ik op een lounge-bank nog een tijdje heb liggen pitten, want veel slaap had ik tijdens de vlucht naar Dubai niet gehad. Eenmaal weer wakker besloot ik toch maar even te kijken waar dat “Le Meridien” nou precies was en kwam tot de ontdekking dat het met die taxi-rit wel meeviel. Het hotel bleek tegenover de uitgang van de luchthaven te liggen en misschien had ik dus toch de moeite maar moeten nemen. Nou ja, weet ik dat voor de volgende keer…

De vlucht naar Basrah verliep ook zonder problemen en bij aankomst was ik dankzij mijn visum een heel stuk vlotter door de controles en de douane dan de vorige keer. Het ontvangstcomité stond ook al klaar en na een korte wachttijd, waarin ik kennis maakte met twee Nederlanders die in hetzelfde kamp zitten, vertrokken we per taxi van de luchthaven.

Zoals gebruikelijk brachten de taxi’s ons naar het terrein net buiten de luchthaven waar de busjes stonden te wachten om ons naar het KAZ kamp te brengen. In de busjes hesen we ons in de kogelvrije vesten en tot mijn opluchting kreeg ik daar ook mijn nieuwe Oil Field Pass, een document wat nodig is om de olievelden te mogen betreden. Mijn vorige pas was een tijdelijke die inmiddels was verlopen en zonder nieuwe pas zou ik niet naar het KAZ kamp kunnen reizen. Maar gelukkig was ook dit weer prima geregeld, en zo kwamen we na een rit van iets meer dan een uur aan in het KAZ kamp.

Bij de receptie haalde ik de sleutel op van kamer 116-33, het onderkomen van zowel mijn back-to-back Sachin als mijzelf. In het appartement aangekomen heb ik mijn koffers uitgepakt en mijn eigen kasten ingeruimd, zodat ik nu ben gesetteld voor de komende vier weken. Of eigenlijk moet ik zeggen, voor de komende drie jaar…

Eerste echte werkdag

Vanmorgen werd ik met een schok wakker omdat mijn wekker afliep. Niks bijzonders zul je misschien zeggen, maar voor mij wel want ik ben altijd wakker voordat de wekker afgaat. Niet echt een vlot begin dus van mijn eerste echte werkdag, en dat is het want tijdens mijn vorige korte shift heb ik zelf nog niet echt veel werk kunnen doen, dat was meer over de schouder van mijn maat meekijken.

Maar nu moest het dan gebeuren, en gelukkig wist ik al dat het een relatief rustige dag zou worden want het is weekend in Irak. Ik besloot na het ontbijt om niet de bus te nemen maar naar kantoor te wandelen, een wandeling van zo’n anderhalve kilometer die op dat tijdstip van de dag nog goed te doen is. Ik kwam zelfs nog net iets eerder dan de bus aan bij het gebouw waar de IT afdeling (waar ik ook bij hoor) is gevestigd.

Op kantoor stapte ik naar binnen net voor een Nigeriaanse collega die me vroeg of ik soms iemand zocht. “Nee,” zei ik, “ik kom hier werken…”. Er druppelden nog een paar collega’s binnen die ik op een na allemaal nog niet kende, en dat komt omdat degenen die ik al wel heb ontmoet meestal nog op rotatie-verlof zijn (behalve de Iraki’s natuurlijk want die hebben gewoon weekend).

Er is iedere vrijdag een vergadering van alle expats in het IT-gebouw en daarna gingen we (het was ondertussen rond half twaalf) gezamenlijk terug naar het kamp voor de lunch. Dat doen we tussen de middag maar met de bus want met de ruim 43 graden van vandaag en in de brandende zon is het niet echt verstandig om te gaan lopen.

Verder was het zoals verwacht een rustige dag met veel oriëntatie en uitzoekwerk, mails en rapporten doorlezen en proberen overal kaas van te maken, wat trouwens niet altijd meeviel. Het zal nog wel een paar dagen voordat ik echt wat zinnigs kan gaan doen, maar het begin is er…

Rommelige werkdag

Het begon vanmorgen veelbelovend want ik werd deze keer op tijd wakker, ondanks dat ik gisteravond nog de wedstrijd van Zwitserland tegen Servië had afgekeken. Tijdens de wandeling naar het kantoor stond er nog steeds een stevige wind, en dat was de afgelopen dagen ook al het geval geweest. Tijdens mijn vorige shift stond er ook altijd wel wind maar niet zo erg als nu. Niet dat het er frisser door wordt hoor, het voelt alleen aan alsof je geföhnd wordt…

Aangekomen op kantoor bleek al snel dat het een lastige dag zou worden. Ik was van plan om een begin te maken met wat werkzaamheden maar ik kwam er al snel achter dat dat lastiger zou worden dan ik had ingeschat want de laptop die ik gezamenlijk gebruik met mijn back-to-back was nog bijna maagdelijk leeg. Ik vermoed dat Sachin alle software en instellingen op zijn persoonlijke harde schijf heeft staan want op de laptop stond vrijwel niks. En dat betekende dat ik moest beginnen met het opnieuw installeren van vrijwel alles.

Het proces werd nog eens bemoeilijkt doordat ik nergens een lijstje kon vinden met onze gezamenlijke wachtwoorden en het ontbreken van hulp van onze IT afdeling, want dat zijn allemaal Iraki’s en die hebben dus weekend. Ik ben gelukkig wel wat opgeschoten maar al met al was het dus een rommelige en weinig productieve dag. Gelukkig is morgen iedereen er weer en dan kan ik hopelijk afronden wat ik vandaag heb gedaan en echt aan het werk.

Wat we hier doen

Ik krijg nogal eens de vraag van vrienden en bekenden wat ik nou precies doe in Irak, en laat ik daar eens een antwoord op proberen te geven. Daarvoor moet ik eerst uitleggen waar ik werk en wat we daar allemaal doen.

Het eerste plaatje laat zien waar we precies zitten in Irak. De rode cirkel geeft aan waar ik gestationeerd ben, in Khor Al Zubair, maar zoals je ziet heeft de Basrah Gas Company meerdere fabrieken.

Khor Al Zubair ligt op ongeveer dertig kilometer ten zuiden van Basrah en zoals je ook kunt zien relatief dicht bij de grens met Iran en de Perzische Golf.

Wat de Basrah Gas Company doet is het verwerken van het gas wat vrijkomt als restproduct bij de verwerking van ruwe olie. Dat gas werd vroeger gewoon afgefakkeld wat niet alleen zonde is maar ook schadelijk voor het milieu. 

 

 

Het proces om het gas te scheiden van de andere producten die ontstaan bij het verwerken van ruwe olie zie je op dit plaatje hier links.

Het “vuile” gas wordt in de fabrieken voor het grootste deel verwerkt tot aardgas wat verkocht wordt aan het nationale gasbedrijf DOMGAS wat er hun energiecentrales mee van brandstof voorziet. Er wordt verder ook nog LPG geproduceerd, en er zijn daarnaast nog andere producten zoals Propaan en Butaan die bestemd zijn voor de export. Het hele verhaal zie je op het volgende plaatje, wat wel een beetje technisch is maar het laat mooi het hele proces zien. En zoals jullie inmiddels wel weten, ik werk op de fabriek die in het plaatje wordt aangeduid als “KAZ”:

En wat ik nu precies doe? Nou, al die fabrieken bestaan uit heel veel onderdelen waarvan de specificaties, de tekeningen en de processen vastgelegd zijn in computerbestanden en documenten. Het probleem is dat al die gegevens nu overal verspreid zijn opgeslagen, en de taak van de afdeling waar ik toe behoor is het vastleggen van al die gegevens in centrale bestanden die al die gegevens aan elkaar koppelen zodat het makkelijk is om informatie op te zoeken.

Er zijn twee teams: het ene houdt zich bezig met het organiseren van alle documenten, het andere is verantwoordelijk voor het herstructureren en vastleggen van alle elektronische data. Samen met mijn back-to-back leid ik dat laatste team, en onze belangrijkste taak hierin is het opleiden van Iraki’s om dit werk te gaan doen.

Ben ik een beetje duidelijk zo? Zo niet dan hoor ik het wel.

Kastsleutel

Hoewel ik inmiddels helemaal geïnstalleerd ben in mijn kamer waren er nog twee kleine probleempjes. Allereerst is er een kluis onder het bureau maar die zit op slot en navraag bij mijn maat leverde op dat dat ook al zo was toen hij de kamer betrok, en er is geen sleutel en we hebben geen van beide de code.

Het andere probleem was met mijn kast. Sachin en ik hebben allebei een kast voor onze spullen die we in de kamer willen laten als we met verlof gaan, maar van een van de twee deuren van mijn kast ontbrak de sleutel en die kon dus niet op slot.

Voor beide probleempjes, die meer vervelend zijn dan onoverkomelijk, was ik vorige week vrijdag al naar de receptie geweest. Er zou iemand langs komen om een nieuw slot op de deur van mijn kast te monteren en de kluis open te maken. Er werd keurig een notitie gemaakt en alles wat ik hoefde te doen was een stickertje op de kastdeur plakken die niet op slot kon.

Nu is het meeste hier erg strak en efficiënt georganiseerd, maar blijkbaar toch niet alles want er kwam tot vandaag nog steeds niemand opdagen om die klusjes uit te voeren. Vandaar dat ik voordat ik naar het restaurant ging vanavond toch maar weer even langs de receptie ben gelopen om te vragen hoe het zat.

Er ontstond wat discussie in een taal die ik niet verstond en de beide medewerkers liepen naar achteren. Even later kwamen ze terug met een sleutelbosje en de mededeling dat een van hen met mij mee zou lopen om te checken of de reservesleutel van mijn kast soms aan dat bosje zat. Geen woord dus meer over vervanging van het slot…

Maar goed, George (uit Uganda) liep met mij mee naar mijn kamer en jawel, na een paar sleutels geprobeerd te hebben bleek de volgende te werken op het slot! Wat blijkt, dat bosje sleutels waren dus alle reservesleutels van alle sloten op mijn kamer, en het is me dus een raadsel waarom ze niet meteen met deze oplossing kwamen. Maar vier jaar Filipijnen hebben ervoor gezorgd dat ik niet meer verbaasd sta van dit soort voorvallen, het maakt niet uit hoe, mijn probleem is opgelost en mijn kast kan weer op slot.

De kluis was ik even vergeten, maar nu alle kasten gewoon op slot kunnen heeft dat niet meer zo’n haast. Daar begin ik volgende week of zo wel over…

Het wordt warmer…

Zoals gezegd is het ’s morgens heerlijk om naar kantoor te wandelen, een wandeling van iets van een kwartier, en ook ’s avonds terug is het goed te doen.

Voor wandelaars is er een apart pad het kamp uit waarbij je niet via de hoofdpoort het fabrieksterrein betreedt maar via een gebouwtje met een beveiligd draaihek en een zijuitgang in de betonnen muur rond het kamp. Dat beveiligde draaihek is trouwens zo krap dat ik me afvraag of het wel te gebruiken is door mensen met laat ik zeggen een wat ronder postuur…

Het eerste wat je ziet als je het kamp uitloopt richting de fabriek is een groot elektronisch bord waarop diverse standen worden bijgehouden.

In het bovenste gedeelte wordt bijgehouden hoelang het geleden is dat er een incident of een ongeval is geweest en hoeveel lekken er zijn geweest in die periode. In het onderste gedeelte wordt bijgehouden wat de dagelijkse productie is van gas, LPG en condensaat.

Tussen de middag is het op dit moment geen doen om voor de lunch heen en terug te lopen naar het kamp, waar het restaurant is. Je komt daar al vrij snel achter als je het toch probeert want de hitte is op dat moment van de dag zo erg dat het je gewoon de adem beneemt.

De vorige keer dat ik hier was, amper een maand geleden was het nog wel te doen maar op dit moment loopt de temperatuur rond het middaguur op tot bijna vijftig graden zoals je kunt zien op de weer-app op mijn telefoon.

 

Overigens, hoewel de app een maximale temperatuur aangaf van negenenveertig graden hoorde ik vanavond dat sommige thermometers in het kamp zelfs temperaturen tot eenenvijftig graden hadden aangegeven…

Er zat tussen de middag in het portaal van ons gebouw een zielig uitziend vogeltje wat het zo te zien ook moeilijk had met de hitte en misschien daarom ook wel de schaduw had opgezocht.

Wasdag

Hoewel het KAZ kamp beslist spartaans aandoet valt het met de dienstverlening reuze mee, het gaat er eigenlijk net zo aan toe als in een hotel. Onze kamers worden iedere dag schoongemaakt, heb je vuile handdoeken dan gooi je die op de grond van de badkamer en ze worden vervangen en je bed wordt iedere dag verschoond.

De was is een iets ander verhaal dan in een hotel omdat er nu eenmaal geen room-service is, maar ook dat is prima geregeld. In iedere kamer ligt een zak om je vuile wasgoed in te doen en die hoef je alleen maar ’s morgens voor je naar je werk gaat voor je deur op de gang te gooien en dan vind je diezelfde zak met alles gewassen en gestreken of opgevouwen als je ’s avonds terug komt hangend aan je deurknop terug.

Het is alleen wel even uitkijken met wat je wilt laten wassen want er is maar één wasprogramma. Ik was al gewaarschuwd door collega’s dat je kleren waar je erg zuinig op bent beter niet mee kunt nemen naar Irak of in ieder geval niet laat wassen, dus ik had bij Riet al advies gevraagd hiervoor.

Het lijkt er op dat het meeste wel goed gaat, mijn overhemden komen keurig gestreken en in goede staat terug, maar vanmiddag kwam er een paar sokken uit de zak die ik nu gelijk kan doorschuiven naar Gijsje…

Werkethiek…

Iets wat altijd heel serieus wordt genomen in deze business is veiligheid, en niet alleen veiligheid ten aanzien van de processen in de fabrieken maar ook persoonlijke veiligheid. De grootste afdeling binnen bedrijven is niet zelden de afdeling die toeziet op alle mogelijke aspecten van veiligheid, en die organiseert hier regelmatig bijeenkomsten om een bepaald onderwerp te bespreken. En dat kan dan van alles zijn, van het werken op steigers tot geestelijke gezondheid.

Gisteren hadden we zo’n bijeenkomst waarbij iedereen geacht wordt alles te laten vallen voor een half uur om de presentatie bij te wonen. Ik hoefde niet ver te lopen want het was in de hal net voor mijn deur, en het onderwerp was “vermoeidheid”. Het ging over de oorzaken en gevolgen, met name natuurlijk tijdens het werk, en wat eraan te doen is door jezelf en eventueel door collega’s. De presentatie werd gegeven in het Arabisch en in het Engels, het Arabische gedeelte werd gedaan door Mustafa die in mijn team zit, hij is op de foto de tweede van rechts.

Iets wat hier heel wat minder serieus wordt genomen is de werkethiek. De werkdagen zijn voor de lokale werknemers niet bepaald lang, ze komen rond een uur of acht en ze vertrekken alweer om twee uur ’s middags. Dat wil zeggen, als ze al op komen dagen, want de meesten komen wanneer het ze uitkomt. Dat klinkt voor ons Westerlingen ronduit bizar maar er is ons tijdens onze introductietrainingen op het hart gedrukt hier vooral niet moeilijk over te gaan doen. Dat levert totaal niets op, en als het al iets oplevert zijn het moeilijkheden voor jezelf.

Het punt is namelijk dat de meeste lokale werknemers onderdeel zijn van het oorspronkelijke Iraakse gasbedrijf wat nog steeds onderdeel uitmaakt van dit samenwerkingsverband, en dat is een overheidsbedrijf. Het zijn dus allemaal ambtenaren en die kunnen in dit land niet ontslagen worden (er zit nog veel meer achter maar daar kom ik nog wel eens uitgebreider op terug). In mijn team bijvoorbeeld heb ik op dit moment twee man: de ene is de hele week niet verschenen, de andere wel maar woensdag wenste hij me bij vertrek alvast een prettig weekend want “Morgen kom ik niet,” zei hij. Mijn collega van Document Control heeft zes man maar vertelde me dat er op een willekeurige dag hooguit twee verschijnen.

Soms is het plotseling druk op kantoor, maar dat heeft een praktische reden. De meesten hebben namelijk thuis geen air conditioning en op kantoor is het lekker koel…

Stoffige dag

Ik heb inmiddels al verscheidene sleutelbossen hier en in het weekend is dat er meestal nog een extra.

Zo heb ik voor mijn kamer al vier sleutels, een van de voordeur en drie voor de kasten die ik in gebruik heb. Daarnaast heb ik een bos met drie sleutels voor het kantoor waar ik zit, een van de deur, een van het ladeblok en een waarvan ik niet eens weet waar die voor dient. En in het weekend krijg ik, omdat ik dan meestal als eerste aanwezig ben, ook de sleutels van het hele IT-Gebouw.

Doordeweeks heeft iemand anders die sleutel maar dat is iemand die in het weekend in Dubai zit en dan moet iemand anders het pand dus ’s morgens ontsluiten. Gelukkig betekent het niet dat ik dan ook als laatste weg moet gaan (ook al is dat wel vaak zo), want er is een achterdeur die alleen van binnenuit open kan en eventuele laatblijvers kunnen via die deur naar buiten als de voordeur al op slot zit.

Het was vandaag wat het weer betreft een merkwaardige dag. Toen ik vanmorgen naar kantoor wandelde was er nog niets van te zien maar op weg naar de bus voor de lunch leek het wel mistig. En dat kan natuurlijk geen “gewone” mist zijn want daarvoor is waterdamp nodig en dat zit hier beslist niet in de lucht. Het was dan ook geen waterdamp maar stof.

Het werd zelfs aangegeven op de weer-app, iets wat ik nog nooit had gezien. Grappig wel natuurlijk: “Wat voor weer hebben jullie?”, “Wij hebben Stof…”. 

Ondanks de nog steeds stevige wind verwaaide het stof niet snel. Hoewel de weer-app aangaf dat het al vroeg in de middag weer helder zou zijn was dat niet het geval, het bleef de hele middag “mistig”. Pas in de loop van de avond leek het weer helderder te worden.

Het verbaast me trouwens dat we met die sterke wind van de afgelopen week niet veel meer last hebben gehad van zand en stof in de lucht. Rond het terrein van de fabriek en het kamp zijn alleen maar kale vlaktes met zand, maar toch schijnen zandstormen hier niet zo vaak voor te komen. Gelukkig maar, want zand en stof gaan dan overal inzitten, en buiten lopen is dan ook geen pretje.

Toch maar eens op zoek naar een doek die ik hier kan dragen als gezichtsbedekking, voor het geval dat. Dat had vandaag denk ik ook wel van pas gekomen want al dat stof in de lucht kan nooit gezond zijn.

Handen wassen…

De bovenstaande foto is gemaakt tijdens de wandeling naar kantoor in de vroege ochtend, rond een uur of half zeven. Eigenlijk is het een kijkje achterom want het kantoor is de andere kant op. 

Wat je ziet is het KAZ kamp waar onze onderkomens zijn. Achter de twee tanks zie je de muur waarachter het kamp zich bevindt en rechts zie je een van de wachttorens’ De ingang van het kamp is een beetje moeilijk te zien maar de is recht onder de communicatietoren die ongeveer midden in het kamp staat. Deze toren zorgt voor al onze communicatie met de buitenwereld dus ook onze Wifi.

Vlak naast de toren, op de foto overigens helemaal niet te zien, is de DFAC (Dining Facility) oftewel ons restaurant, of onze kantine, hoe je het noemen wilt. Als je daar naar door de deur stapt is de eerste ruimte waar je binnenkomt een wasruimte waar iedereen geacht wordt eerst zijn of haar handen te wassen voordat je de eigenlijke eetzaal betreedt. Daar zijn ze nogal panisch over want er staat zelfs een groot waarschuwingsbord recht tegenover de ingang waarop vermeld staat welke afgrijselijke ziektes je allemaal kunt krijgen als je je handen niet wast voor het eten.

Lijkt misschien wat overdreven maar aan de andere kant, het is eigenlijk toch wel een goeie gewoonte toch? 

En vandaag zat het weekend er voor ons al weer op. Het is toch wel even wennen dat het weekend hier op vrijdag en zaterdag is, het klopt voor je gevoel gewoon niet dat het morgen zondag is hier en geen maandag…

Op het matje komen…

Vertellen over Irak kan niet zonder ooit te praten over religie want dat speelt in dit land een hele grote rol. En het is ook een van de grootste problemen van dit land want hoewel het land vrijwel helemaal islamitisch is is er toch verdeeldheid. Het noorden van het land is soennitisch terwijl het zuiden van het land, dat gedeelte dus waar wij zitten, sjiitisch is. En deze beide groeperingen kunnen heel slecht door één deur…

Hoewel de soennieten in feite in de minderheid zijn (minder dan 32 procent van de bevolking) hebben ze in het verleden de macht gehad, en daar waren de sjiieten (bijna 65 procent van de bevolking) allesbehalve blij mee. Op dit moment ligt dat anders, de grootste partij in het parlement is sjiitisch, evenals de huidige Premier. Deze politieke tegenstelling werkt ook door in de relatie van het zuiden met Basrah als belangrijkste stad met de hoofdstad Bagdad, wat hier gezien wordt als het bolwerk van de soennieten.

Dat religie ook in het dagelijks leven een belangrijke rol speelt merk ik iedere dag tussen de middag. Mijn twee Irakese teamleden rollen op een gegeven moment hun matje uit op de grond, trekken hun sokken en schoenen uit en knielen dan op het matje om hun gebeden op te zeggen. Ik heb er geen enkel probleem mee maar de eerste keer dat ik het zag wist ik niet precies hoe ik hiermee moest omgaan. Ik merkte al snel dat de andere Iraki’s gewoon doorgingen met hun dagelijkse bezigheden, dus ik doet dat ook en probeer er verder zo respectvol mogelijk mee om te gaan door niet te gaan zitten praten of bellen.

Er liggen hier in een ladekast een aantal attributen waarvan ik tot vandaag geen idee had wat het waren: een verzameling ronde en achthoekige stenen, van rode klei gemaakt en met een versiering erin gegraveerd. Een collega vertelde me dat dit gebedsstenen zijn die ze op de mat kunnen leggen bij het bidden. Tijdens het buigen komt hun voorhoofd dan niet op de grond maar op de gebedssteen. Weer wat geleerd…

De onderstaande foto is gemaakt in het KAZ kamp, voor het gebouw waar ik verblijf, onderweg naar het restaurant:

Beveiligingsoefening

Zoals ik al had verteld wordt de beveiliging in het KAZ kamp heel serieus genomen en als onderdeel daarvan worden er regelmatig oefeningen gehouden. Soms worden die van tevoren aangekondigd, maar soms ook niet.

Zo’n onaangekondigde oefening was er dus vanavond. Ik was net terug in mijn kamer na het diner toen ik me de pleuris schrok omdat het alarm afging. Iedere kamer heeft zijn eigen luidspreker dus het geluid was oorverdovend. Er werd omgeroepen dat het om een beveiligingsoefening ging, iedereen moest onmiddellijk naar binnen gaan of binnen blijven en nadere berichten afwachten.

Het alarmsignaal bleef minutenlang oorverdovend afgaan totdat er werd omgeroepen dat alles veilig was, gevolgd door een boodschap dat iedereen zich moest melden op verzamelpunt 1, een groot vierkant plein van grint in het midden van het kamp. Ik verliet mijn kamer om er naar toe te gaan en voegde in in de stroom mensen die allemaal die kant op gingen. Op het plein zijn plekken aangeduid met nummers die corresponderen met het nummer van het gebouw waar je verblijft. Mijn gebouw is nummer zestien dus ik sloot aan in de rij achter nummer zestien.

 

En toen was het wachten. We zagen de mensen van de beveiliging rondlopen met bewapening en er stonden verscheidene gepantserde Toyota Landcruisers geparkeerd rond het plein. De sfeer in de rij was ontspannen en het werd nog soortement van gezellig ook want je raakte aan de praat met mensen die je nog niet kende. De meeste gesprekken begonnen met “Wat was jij aan het doen toen het alarm afging?”, en dat leverde de nodige hilariteit op want sommigen stonden net onder douche en anderen lagen al in bed.

We moesten bijna een half uur wachten op het plein waarbij ondertussen onze namen werden opgenomen. Het bleek dat er uit ons blok twee namen misten en die moesten door de beveiliging worden gecontroleerd. Een van de afwezigen, een Chinese, beweerde dat ze het alarm niet had gehoord, wat mij een raadsel is want volgens mij was het tot in Rijnsburg te horen…

Uiteindelijk kregen we van de beveiliging het sein veilig, met meer informatie over de oefening. Er was een aanval op de hoofdpoort gesimuleerd (vandaar het commando binnen blijven) en het resultaat van de oefening was succesvol geweest gezien de reactietijden van zowel de beveiliging als de bewoners.

En toen mochten we weer naar binnen, en dat was volgens de woordvoerder van de beveiliging precies op tijd want de voetbalwedstrijd België tegen Japan stond op het punt van beginnen…

Wind gedraaid

In de bijna twee weken dat ik hier nu ben heeft er iedere dag een stevige wind gestaan, soms wat sterker, soms wat minder, maar altijd uit het noorden. Tot vandaag, want de wind is blijkbaar gedraaid en waait nu uit het zuiden en dat is precies de andere kant op.

Wat maakt dat uit zul je zeggen, maar dat maakt hier behoorlijk wat uit. Hoe de wind staat zien we namelijk altijd aan de rook die veroorzaakt wordt door de flaring. Net buiten het kamp en achter het fabrieksterrein ligt een vlakte waarop vijf hoge pijpen staan waarmee de restproducten van de verwerking van het gas worden verbrand, en dat proces heet flaring, of met een goed Nederlands woord affakkelen.

Dat affakkelen veroorzaakt een dikke zwarte rook die tot nu toe van het KAZ kamp af werd geblazen door de wind. En dat is nu dus opeens niet meer zo, de rook wordt nu richting het kamp geblazen. Gelukkig niet er recht overheen want die rook stinkt niet alleen maar bevat ongetwijfeld ook dingen die je liever niet inademt. Die indruk kreeg ik tenminste toen ik vanmiddag na het werk met een collega terug wandelde naar het kamp en halverwege te maken kreeg met onaangenaam ruikende lucht, veroorzaakt door de flaring.

 

Maar wacht eens even, zul je misschien zeggen, die fabriek was er toch om juist die flaring te verminderen en dat gas te verwerken tot iets bruikbaars? Dat klopt, maar ook dat proces heeft weer restproducten die nu worden afgefakkeld. Er wordt gekeken of daar ook weer iets bruikbaars van gemaakt kan worden maar dat is “work in progress”…

Engelse les

Iets wat van mij hier verwacht wordt en wat ikzelf heel erg leuk vind is het helpen van mijn collega’s met hun Engels. Je zou verwachten dat dat gedaan zou worden door iemand die Engels als moedertaal heeft maar die spreken meestal te snel of hebben een dik accent (Schotten…), en dat maakt het voor de Iraki’s grappig genoeg moeilijker om ze te verstaan dan mij. Vandaar het speciale verzoek aan onder andere mij en mijn maat Sachin (die weliswaar uit India komt maar al twintig jaar in Canada woont) om te helpen met gesprekken en ook lessen.

De vorige keer dat ik hier was heb ik al zo’n les bijgewoond om eens te kijken hoe het gaat, en eerlijk gezegd schrok ik toen van het niveau van vrijwel alle Iraki’s. Sommige kunnen Engels sprekend redelijk uit de voeten maar een stuk tekst oplezen gaat bij de meesten heel erg moeizaam en het is vaak duidelijk dat ze het wel lezen maar absoluut niet begrijpen wat er nu eigenlijk staat. Mijn Iraakse baas is bijvoorbeeld een hele aardige man maar zijn Engels is heel erg slecht en als we met elkaar praten (wat hij graag en veel doet) moet mijn teammaat Mustafa regelmatig bijspringen om te vertalen.

Vandaag heb ik zelf mijn eerste les gegeven. Geen onverdeeld succes voor wat betreft de opkomst want van de drie genodigden was alleen Mustafa er, maar die was wel heel erg enthousiast en dat maakte een hoop goed. Ik probeerde vooral om hem veel te laten praten want hoewel hij een van de Iraki’s is die het beste Engels spreekt is het nog steeds tweede-klas-middelbare-school niveau met veel versprekingen.

Ons gesprek ging aan de hand van een plaatje uit een Engels lesboek waarop een winkelstraat te zien was en we raakten in een gesprek over winkels en straten in Basrah, en over de winkel van Mustafa’s eigen ouders, hoe een Iraakse familie allemaal samen eet en nog veel meer. Erg leuk, en ik heb zelf ook zo het nodige geleerd over het leven in Irak, zelfs een beetje over de periode na de laatste oorlog, iets waar in principe niet over gesproken wordt.

Mijn baas spreekt zoals gezegd ook graag Engels omdat hij het beter wil leren spreken maar hij heeft nog een lange weg te gaan. Vooral sommige woorden willen er maar niet goed uit komen ondanks onze voortdurende aanwijzingen. Zo heeft hij het nog steeds over “elekketrikketie” (electricity) en hij heeft ook een airco in de “chicken” (kitchen dus…).

Donkere luchten

Vanmorgen lopend onderweg naar kantoor had ik een merkwaardige gewaarwording. Ik was na de lange rechte weg van het kamp langs de fabriek linksaf geslagen richting de kantoorgebouwen, toen het aan het eind van het open stuk net leek of er een donkere wolk voor de zon schoof. En de eerste gedachte die bij me opkwam was “Het gaat regenen”. Volslagen idioot natuurlijk en ik realiseerde me dat ook meteen, maar blijkbaar zijn mijn Nederlandse hersens zo geconditioneerd dat ik een donkere lucht automatisch associeer met “Er is regen in aantocht”.

Natuurlijk ging het niet regenen, het waren ook geen gewone wolken die voor de zon waren geschoven maar het waren wolken rook afkomstig van de flares. Het bijzondere eraan was dat ze waren ontstaan omdat er vanmorgen vrijwel geen wind stond. De flares branden vrijwel continue en zoals ik al eerder had verteld zorgen die voor flinke zwarte rookpluimen, maar die worden wanneer er wind staat weggeblazen en verspreid. Maar vanmorgen dus niet, en het resultaat was dat er boven de fabriek donkere wolken hingen die eruit zagen als regenwolken na een zomerse dag in Nederland…

Bij navraag bij mijn collega’s  (want ik was er toch wel nieuwsgierig naar) kreeg ik te horen dat het hier wel degelijk kan regenen, maar dat is niet in deze tijd van het jaar. Als het al regent is dat in de wintermaanden, december en januari, en zelfs dan stelt het blijkbaar nog niet zoveel voor.

Nederland is op dit moment erg droog heb ik gehoord, maar geloof me, zonder het gezien te hebben durf ik rustig te stellen dat dat allemaal wel meevalt vergeleken bij hier…

Putlucht

De wind waait nog steeds vanuit het zuiden en dat betekent dat we nog steeds de rook over ons heen krijgen van de flares, en dat is te ruiken. Vaak valt het overigens wel mee, af en toe ruik je het wat sterker, de lucht van verbrande olieresten. Wat vervelender is is dat ik een stankprobleem in de badkamer heb, en ik ben niet de enige.

Ik woon in een van de nieuwste blokken in het kamp (op de foto het achterste van de twee gebouwen) en ik zit op de tweede verdieping. Op zich hebben we een prima kamer maar mijn maat Sachin, die de kamer bewoond als ik er niet ben, vertelde me tijdens mijn vorige bezoek al dat er wat problemen waren met de badkamer. Het schijnt dat daar een stevige rioollucht hing en dat is natuurlijk niet echt fris. Sachin vertelde me ook dat hij er niet achter kon komen waar die lucht vandaan kwam en dat de enige remedie was de badkamerdeur dicht houden en de lucht verder voor lief nemen.

Het bleek toen al dat onze kamer niet de enige was die er last van had, er bleken er meer te zijn maar om niet duidelijke redenen hebben sommige kamers er meer last van dan andere. Een collega die ons erover hoorde praten wist gelukkig raad, hij vertelde dat het door het afvoerputje tussen het toilet en de douchecabine kwam. Het schijnt dat daaronder geen zwanenhals is gemonteerd (wat natuurlijk gewoon standaard zou moeten zijn) en de oplossing was dan ook simpel, het afvoerputje afplakken met tape.

Toen ik hier aankwam was er dan ook geen enkel stankprobleem, totdat ik een paar dagen geleden ’s avonds terugkwam in mijn appartement. De schoonmaker had de badkamerdeur open laten staan en de putlucht kwam me meteen na het openen van de voordeur tegemoet. De schoonmaker had namelijk ook de tape van het putje verwijderd. Nou heb ik hier geen tape, en ik vermoedde al dat dit in opdracht was gebeurd dus voordat ikzelf iets ging doen deed ik eerst navraag. En inderdaad, er was een reden voor: blijkbaar is er in een kamer waar ook het putje was afgeplakt een gevalletje van overstroming geweest en nu mogen de putjes dus niet meer worden afgesloten.

Lekker dan, want de lucht was niet te harden. Een van de oplossingen was het regelmatig doorspuiten van het putje, wat wel hielp niet afdoende, en gelukkig kreeg ik een beter idee. Ik sneed een stuk af van een stuk zeep, propte dat in de pijp onder de vlotter van het afvoerputje zodat het net de pijp niet helemaal afsloot en voilà, het probleem was opgelost. Waarschijnlijk zal de zeep wel smelten op den duur maar we hebben een doorlopende aanvoer van zeep, en we hebben al een paar stukken op voorraad dus we kunnen voorlopig nog wel vooruit. In ieder geval totdat ze dit probleem structureel hebben aangepakt. Als dat tenminste gebeurt…

Kamer

Afgezien van het ongemak wat we hebben gehad met de stankoverlast in de badkamer hebben mijn maat Sachin en ik het redelijk getroffen met onze kamer. Het is allemaal wel wat basic maar ruim voldoende voor iemand alleen die per dag toch maar beperkt van die kamer gebruikt maakt en hem eigenlijk hoofdzakelijk gebruikt om te slapen en wat tv te kijken.

De kamers in het nieuwe blok waar wij zitten zijn ruimer dan in de oude barakken en uiteraard ook wat moderner, en ook niet onbelangrijk, de bedden zijn groter. De bedden zijn overigens in alle kamers goed, in ieder geval voor mij want ik slaap als een roos. De badkamers zijn niet al te groot maar hoeveel ruimte heb je nodig op je eentje, nietwaar. Er is voldoende kastruimte en de douchecabine is wel weer lekker groot met een gewone douchekop en een hemeldouche.

Het enige waar ik niet zo content mee ben is de leunstoel die in de kamer staat want die zit voor mij voor geen meter. De rugleuning is te recht en de zitting te kort, maar dat heb ik opgelost door een kussen als ruggensteun te gebruiken als ik in de stoel zit en dan gaat het wel. De bureaustoel zit wel weer erg lekker, misschien moet ik die maar gewoon meer gebruiken (waarom doe ik dat eigenlijk niet?).

De service die we krijgen in onze kamers is hetzelfde als een hotelkamer, misschien zelfs wel beter. We hebben altijd een voorraad met flessen water op onze kamer die wordt aangevuld wanneer nodig, en hetzelfde geldt voor zeep en toiletpapier. Ook een pot met oploskoffie en een doos theezakjes staat altijd klaar, met suiker en melkpoeder erbij. 

We hebben dus zeg maar dezelfde service als in een hotel met nog een paar extraatjes. Ik had al verteld over de was, waarbij het enige probleem is dat er in principe alleen heet gewassen wordt. Een collega gaf me de tip om een kaartje aan de waszak te hangen met daarop “Cold Wash” (koud wassen) en dat schijnt te helpen. Ik zal het morgen gaan zien want dan ga ik de eerste zak met dat kaartje eraan inleveren.

Kortom, we hebben alles wat we nodig hebben. Het enige wat misschien wel handig zou zijn is een magnetron, voor als je een keer geen tijd hebt gehad (of geen zin) om in het restaurant te eten, als je laat thuis komt bijvoorbeeld.

Maar goed, je moet altijd wat te wensen over hebben, toch? En als je zo nodig een magnetron wilt dan is er naast het gebouw waar ik zit een kleine witgoedwinkel waar je alles kunt kopen van wasmachines tot elektrische tandenborstels. Wat zo’n winkel in vredesnaam doet midden op een fabrieksterrein, ja dat weet ik ook niet…

Zwembad

Het KAZ kamp heeft verschillende faciliteiten om te sporten en ik maar daar best veel gebruik van. De afgelopen jaren had ik al de gewoonte om drie keer per week naar de sportschool te gaan en hier in het kamp ga ik zelfs vier tot vijf keer per week.

De fitnessruimte is overigens niet groot en het aantal toestellen is beperkt. Er staat voor training met gewichten maar één toestel aanwezig, al kun je daar wel verschillende oefeningen op doen. De meeste andere sporters hier doen allemaal aan gewichtheffen waarvoor meerder toestellen beschikbaar zijn en heel veel “losse” gewichten, en dat is dan weer mazzel voor mij want dat ene toestel wat ik gebruik is vrijwel altijd vrij. Meer goed nieuws is ook dat de fitnessruimte binnenkort uitgebreid gaat worden en hopelijk komen er dan ook meer toestellen. Insh Allah, zoals ze hier op alles zeggen.

Ook voor conditietraining is het aantal toestellen beperkt, alleen een cross-trainer en twee roeiapparaten. Nou schijnt er in het naastgelegen kamp ook een fitnessruimte te zijn met wat toestellen voor conditietraining maar daar ben ik nog niet geweest. In plaats daarvan ga ik liever naar het zwembad. Dat zwembad is weliswaar niet breed, je kunt met niet meer dan drie naast elkaar zwemmen, maar het is wel vijfentwintig meter lang. Heel geschikt dus voor het zwemmen van baantjes en dat doe ik dan ook regelmatig.

Het water in het zwembad is trouwens verrassend koud en behalve dat het goed voor je conditie is is een duik dus ook nog lekker verfrissend. Er moet wel een koelinstallatie aanwezig zijn om de watertemperatuur zo laag te houden want met een buitentemperatuur van tegen de vijftig graden overdag zou het water aan het begin van de avond zo’n beetje moeten koken…

Uit een ver verleden…

De dagen verlopen hier grotendeels hetzelfde. Ik sta rond half zes op, ga om zes uur naar het restaurant voor het ontbijt en wandel daarna naar kantoor. Aan het eind van de middag wandel ik terug en dan ga ik meestal nog even naar de sportschool of het zwembad, daarna even douchen en dan naar het restaurant voor het avondeten. Soms klets ik daarna buiten nog wat met collega’s maar omdat iedereen de volgende dag weer vroeg op moet gaan we allemaal al redelijk vroeg in de avond al weer “huiswaarts”.

Op mijn kamer kijk ik meestal nog wat tv en als er niks van mijn gading is kijk ik iets op Netflix of ik blader wat door Youtube. Vanavond had ik zo’n Youtube-avond en al bladerend vond ik een filmpje van een concert van Uriah Heep van 17 februari 1976, in de Jaap Eden Hal in Amsterdam. Dat filmpje wilde ik wel even zien want ik ben daar bij geweest!

Het bleek geen echt filmpje maar meer een gemonteerde collage van foto’s die gemaakt waren tijdens dat concert. Maar goed, ik startte het filmpje en wat er gebeurt, zo’n 52 seconden na het begin verschijnt er een foto van de eerste rijen van het publiek en wie zie ik daar zitten: mezelf!

Ik herkende mezelf meteen, en ook mijn toenmalige maat Simon van den Berg waarmee ik toen op de TH in Delft zat. Ik herinnerde me zelfs die bollige gozer voor me (die met zijn programmaboekje zit te zwaaien) en zijn maat met dat rooie haar waar we mee aan de praat waren geraakt en die de hele tijd dikke joints zaten te roken.

Een onverwachte glimp uit mijn verleden, meer dan tweeënveertig jaar na dato. Is dat leuk of niet!

Zonder opgaaf van redenen…

Vandaag hebben mijn maat Ali en ik als team-leads van respectievelijk het Document Control team en het Data Control team een vergadering gehad met onze Iraakse baas Haider. Het initiatief was uitgegaan van Haider want hij wil het een en ander gaan veranderen. Tijdens de vergadering zette hij zijn plannen uiteen en het komt er op neer dat wij als team-leads volledige verantwoordelijkheid krijgen voor onze teams.

Tot nu toe was het namelijk zo dat wij alleen verantwoordelijk waren voor het werk wat er gedaan moest worden en de opleiding van de Iraakse team-leden, maar nu worden we ook verantwoordelijk voor de rest van de dagelijkse gang van zaken, inclusief hun beoordeling. Wij krijgen dat nu allemaal in eigen hand en hoeven alleen nog maar onze Iraakse baas op de hoogte te houden.

De reden dat sommige zaken gescheiden zijn geweest heeft alles te maken met de houding van de Iraakse werknemers die eigenlijk niet willen dat er “buitenlanders” de baas over hen zijn, laat staan ze beoordelen. Logisch, want wij “buitenlanders” beoordelen ze natuurlijk veel meer op hun eigenlijke prestaties, en dus veel strenger. Wij worden niet gehinderd door subjectieve criteria zoals bij welke stam of familie ze horen en hoe belangrijk die allemaal wel niet zijn, en dat is nu juist wat de meeste Irakezen geen plezierig idee vinden. Onze baas realiseert zich dat, en misschien wel juist daarom krijgen wij die verantwoordelijkheid.

Het wordt nu ook zo dat onze Iraakse team-leden bij ons moeten melden wanneer ze niet op het werk gaan verschijnen. Nou, dat zal me een klap geven! Zo is Mohammed, een van mijn eigen team-leden, eergisteren en gisteren zonder opgaaf van redenen niet op komen dagen. Mijn andere team-lid Mustafa wist me te melden dat Mohammed weg gaat, terug naar zijn oude baan binnen het bedrijf en dat hij daarom mogelijk niet helemaal meer gemotiveerd is om nog te verschijnen.

Desondanks verscheen Mohammed vandaag weer gewoon op kantoor. In tegenstelling tot Mustafa overigens die ondanks zijn “Tot morgen” van gisteren vandaag zonder opgaaf van redenen verstek liet gaan…

Pendelbus

Ik had vanmiddag een privé bus terug naar het IT-gebouw want ik was de enige passagier van de kwart-over-twaalf-bus. Hoewel deze rit nooit veel passagiers heeft is dit toch de eerste keer dat ik helemaal alleen zat. Dit in tegenstelling tot de bus van half twaalf op weg naar de lunch, want die zit altijd bomvol. Zo vol zelfs dat ik een tegenwoordig een geniepige truuk uithaal om verzekerd te zijn van een plekje: ik stap een halte eerder in dan de halte bij ons gebouw.

Die eerdere halte is namelijk ook het startpunt van de busroute en is maar twee minuten lopen vanaf het IT-gebouw. Als ik daar om vijf voor half twaalf aankom dan is de bus nog vrijwel leeg want alle Indiërs die daar altijd instappen doen dat pas vlak voor vertrek. Het alternatief is gewoon een kwartiertje wachten, maar er is geen garantie dat die volgende bus ook niet vol zit. Iedereen gaat namelijk om dezelfde tijd naar de lunch en dat is vanwege de openingstijden van het restaurant.

Die pendelbussen rijden de hele dag, van de vroege ochtend tot aan het begin van de avond, en ze rijden een vaste route. Er is een vast opstappunt in het KAZ kamp vanwaar de bus in een ruk doorrijdt naar de kantoren achter de fabriek, en daar zijn dan drie haltes waarvan die bij ons IT-gebouw de middelste is. In de “spits uren”, ’s morgens vroeg, tussen de middag en aan het eind van de middag, rijdt er ieder kwartier een bus, daartussen om het half uur en in het weekend is de dienstregeling aangepast.

In de bus is er behalve het pasjesritueel wat ik al heb beschreven bij mijn eerste werkdag bijna twee maanden terug nog een ritueel en dat is het verplicht dragen van de gordel. Alle stoelen zijn uitgerust met een heupgordel en die moet beslist om want anders gaat de bus niet rijden, de chauffeur houdt dat via zijn binnenspiegel in de gaten. Nu is die gordel wel voor de veiligheid maar het is toch een beetje een wassen neus. Ten eerste trekt vrijwel niemand die gordel strak want de chauffeur controleert alleen maar of hij vastgeklikt zit. En ten tweede is de maximum snelheid van de bus op het hele terrein maar twintig kilometer per uur en zelfs dat wordt door de vele verkeershobbels onderweg amper gehaald.

Die bus is dan ook maar weinig sneller dan lopen. Dat doe ik ’s morgens en ’s avonds al en eigenlijk zou ik tussen de middag ook wel willen lopen, maar met de huidige temperaturen op dat tijdstip is dat niet echt verstandig: vandaag werd er voor het eerst deze maand vijftig graden geklokt…

Commuters en Rotators.

Toen dit bedrijf werd opgericht iets meer dan vijf jaar geleden was er dringend behoefte aan kennis en ervaring en daarom werden er al vanaf het begin buitenlandse werknemers ingehuurd. De situatie was toen in Irak alleen heel anders dan nu en vrijwel alle buitenlanders verbleven dan ook niet in Irak zelf maar in Dubai en bezochten de fabrieken alleen wanneer dat hoognodig was.

Gaandeweg verbeterde de situatie in Irak en kon er regelmatiger in Irak zelf worden gewerkt, maar veel van de buitenlanders werden op zondag (de eerste dag van de werkweek) ingevlogen en ze vlogen op de laatste werkdag van de week (donderdag) weer terug naar Dubai. Het werkschema van deze mensen is dus verschillend van mensen zoals ik. Omdat ik op een vier weken op, vier weken af schema werk ben ik een rotator, de mensen die iedere week vanuit Dubai worden ingevlogen zijn commuters.

Het leven van de commuters lijkt heel aantrekkelijk met een weekend in Dubai en een relatief korte werkweek, maar de meesten zijn er niet zo blij mee. Die korte werkweek is in feite helemaal niet zo kort als je de tijd benodigd om te reizen niet meerekent. En het reizen op zich is al niet aantrekkelijk: veel tijd op een vliegveld voor een relatief korte vlucht van anderhalf uur en dan nog eens de lange rit in de beveiligde bus naar het kamp.

Het bedrijf wil langzaamaan van die kostbare en tijdrovende cummuter-banen af. Als mensen met zo’n baan aan het eind van hun opdracht vertrekken dan wordt de opvolger een rotator. Dat is op den duur veel efficiënter en een stuk goedkoper.

In het kamp hebben we nog een nieuwtje want we hebben nu rond de recreatiezaal annex fitness grasstroken langs het voetpad. Het is weliswaar kunstgras maar het ziet er toch wel goed uit. Van een afstandje tenminste, want als je van dichtbij kijkt is het net slecht gelegde vloerbedekking. Ik heb met verbazing gezien hoe het werd uitgerold en vervolgens met enorme krammen werd vastgenageld. Ik weet niet hoe kunstgras normaal gesproken wordt vastgemaakt maar dit is de eerste keer dat ik gras zie dat op deze manier wordt vastgeniet…

Loos alarm

Zit ik gisteravond lekker te eten in het restaurant, gaat opeens het alarm af. Niet het brandalarm of het beveiligingsalarm maar het alarm wat aangeeft dat we allemaal naar de verzamelplekken in het kamp moeten gaan. Het duurde toch een paar tellen voordat iedereen zich realiseerde dat er geen oefening was aangekondigd dus besloten we toch maar naar buiten te gaan, met achterlating van de halfvolle en soms zelfs nog helemaal volle borden.

Nadat we verzameld hadden op het centrale plein werd na een minuut of tien een einde gemaakt aan de onzekerheid. Het was wel degelijk een echt alarm en geen oefening, er was ergens een brandalarm te zijn afgegaan maar het bleek na onderzoek loos alarm te zijn. We konden dus terug naar ons inmiddels niet meer zo warme eten.

Hoewel ik me geen seconde onveilig heb gevoeld vroeg ik me toen het alarm afging in eerste instantie af of het mogelijk iets te maken had met de onrust op diverse plaatsen in het land. Er zijn namelijk in Basrah zelf en rond de noordelijker gelegen olievelden demonstraties geweest waarbij er wegen werden geblokkeerd en ook de toegang tot het olieveld van Noord Rumaila, waar wij gas van betrekken. Er werd gedemonstreerd voor werkgelegenheid op de olievelden, want met een werkeloosheid van dertig procent van de bevolking is het velen een doorn in het oog dat er zoveel buitenlanders werken in plaats van lokale Irakezen.

Daarbij gaat het niet zozeer om mensen zoals ik maar meer de “gewone” banen waarvoor vaak personeel uit India en Pakistan wordt gehaald. Tel daarbij op de heel vaak voorkomende stroomstoringen en het steeds brakker wordende water uit de kraan, dan lijkt het logisch dat bij veel mensen het kookpunt zo’n beetje bereikt was.

Hier in de buurt was er overigens helemaal niks van te merken, dus het afgaan van het alarm kwam gewoon op een ongelukkig moment. En over het kookpunt gesproken, we hebben deze week de vijftig graden aangetikt…

Onderweg naar kantoor

Vandaag zomaar even wat foto’s die ik heb gemaakt tijdens de wandeling naar kantoor. De wandeling naar het fabrieksterrein begint normaal gesproken bij het restaurant na het ontbijt. Het kamp heeft een aparte uitgang voor voetgangers, die gaat door een gebouwtje waarbinnen een draaihek is en buiten gekomen sta je dan voor de uitgang van het kamp:

Buiten gekomen ligt de weg naar de uitgang van het fabrieksterrein maar ik ga de andere kant op, richting de fabriek. Daarvoor steek ik over, ga door een slagboom, volg de weg die na tweehonderd meter een bocht naar rechts maakt en dan loop ik op de lange weg langs de fabriek:

Helemaal aan het eind van deze weg sla ik linksaf, richting de kantoorgebouwen. Het is vandaar nog een paar honderd meter lopen naar het IT-gebouw waar ik zit, wat ergens rechts van de hoofdweg langs de fabriek ligt:

Op de foto hierboven zie je rechts van het midden het IT-gebouw waar ik werk. Rechts op de foto is de electronica-winkel waar ik het al eens over heb gehad, en daarnaast achter de grijze container is een winkeltje wat het beste te omschrijven is als een klein kruidenierswinkeltje. Tussen de middag wordt daar ook eten verkocht en veel van de fabrieksarbeiders komen dan ook daar om te eten. Omdat het vandaag weekend is zijn allebei de winkeltjes uiteraard gesloten.

En over het weekend gesproken, vandaag was alweer mijn vierde weekend hier en dus het laatste van deze shift want mijn laatste week is ingegaan.

Onrust in de regio

Twee dagen geleden vertelde ik al dat het onrustig was in Basrah, met demonstraties tegen het regeringsbeleid. De onvrede gaat over de omstandigheden in de regio, met heel veel stroomstoringen, geen fatsoenlijk drinkwater en een hoge werkeloosheid, en dat alles zonder dat er uitzicht is op verbetering op korte termijn.

De regering heeft al van alles beloofd, zoals een waterzuiveringsinstallatie en meer werkgelegenheid, maar tot nu toe is daar nog niets van terecht gekomen. En nu ook door de stroomstoringen de airco’s niet of nauwelijks werken loopt de temperatuur letterlijk en figuurlijk hoog op. De regering heeft speciale veiligheidstroepen naar de regio gestuurd en dat heeft al tot verscheidene escalaties geleid waarbij zelfs doden zijn gevallen. De meeste demonstraties verlopen overigens zonder geweld en zijn alleen maar lastig omdat er gebouwen en wegen worden geblokkeerd.

Wij beginnen de gevolgen ook te merken dankzij die blokkades want het personeel wat uit Basrah moet komen is vandaag niet op het werk verschenen. Het gevolg was halflege kantoren en volle prullenbakken. Ook heeft de regering om uitbreiding van de demonstraties tegen te gaan het Internet in het hele land plat gelegd zodat er geen gebruik gemaakt kan worden van sociale netwerken waarmee opgeroepen kan worden tot demonstreren. Wij werken nu op een back-up netwerk via een satellietverbinding, maar dat is behelpen want er valt op sommige momenten nauwelijks te werken. Ook de dagelijkse transporten van ons kamp naar andere fabrieken zijn stilgelegd uit voorzorg.

In het kamp zelf waar ik zit is alles rustig, we horen van alles maar merken er zelf behalve onze trage computer-verbindingen niks van. Tot nu toe is het dus gewoon “Alles wel aan boord”…

Onzekerheid

Het grootste probleem aan de huidige situatie hier in KAZ is het gebrek aan informatie. We horen weinig van wat er allemaal gebeurd om ons heen, maar het weinige nieuws wat er doorsijpelde van Iraakse collega’s die vandaag naar kantoor waren gekomen was dat het rustiger was dan de afgelopen dagen.

Dat zou best te maken kunnen hebben met het feit dat de inmiddels aangekomen veiligheidstroepen hard optreden tegen de betogers, met gebruikmaking van waterkanonnen en af en toe gericht vuur als de situatie te dreigend wordt. Ook schieten ze in de lucht, wat al heel wat gewonden heeft opgeleverd want die kogels vallen natuurlijk toch weer een keer naar beneden. Er zijn ondertussen al minstens negen doden gevallen onder de betogers, maar dat is voornamelijk gebeurd in steden waar ze probeerden overheidsgebouwen te bestormen.

Hier in het kamp is het onveranderd rustig maar toch beginnen sommige mensen, waaronder ik, zenuwachtig te worden. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik en nog een aantal anderen deze week naar huis zouden vertrekken en we weten niet of dat wel doorgaat. Verscheidene luchtvaartmaatschappijen, waaronder Emirates, hebben hun vluchten op Basrah gecanceld en verscheidene collega’s die vandaag zouden vertrekken met een vlucht van Emirates konden daarom niet weg. Er wordt geprobeerd om ze morgen alsnog op een vlucht te zetten maar de vraag  is of dat lukt.

Een aantal oliemaatschappijen (BP, Exxon en Lukoil) hebben al hun personeel al geëvacueerd, maar die zitten meer in de gevarenzone dan wij hier in KAZ. Wij zitten te ver van de bewoonde wereld af om hier voor de deur te komen demonstreren, en eerlijk gezegd lijkt dat me ook geen pretje met de temperaturen die we hier overdag hebben…

De vraag is dus of ik aanstaande donderdag zoals gepland naar huis kan vertrekken of niet. Op dit moment is daar geen zinnig woord over te zeggen maar als de berichten kloppen dat het rustiger wordt dan wordt de kans natuurlijk groter. Een vroegere collega had hier een mooi gezegde voor: “We zullen onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten”…  

Aftellen…

Hoewel er nog steeds hier en daar relletjes zijn lijken die zich nu hoofdzakelijk te beperken tot de steden en de meeste zijn kleinschalig en vreedzaam. De veiligheidstroepen beschermen nu de olievelden en treden met harde hand op wanneer nodig en dat zal het animo tot demonstreren wel hebben doen afnemen. Daarnaast is er ook het nieuws dat de regering onmiddellijke maatregelen heeft toegezegd met betrekking tot het elektriciteitsnet en er wordt veel geld vrijgemaakt voor het creëren van banen, en ook dat zal zeker hebben toegedragen aan het feit dat het nu een heel stuk rustiger is in de regio.

Dit heeft er ook toe geleid dat we gisteravond al een bericht kregen dat het reizen vanaf woensdag, dus morgen, weer wordt hervat en dat is voor mij goed nieuws want aanstaande donderdag vertrek ik als alles goed gaat naar huis voor mijn eerste periode van vier weken verlof. Ook voor mijn back-to-back Sachin is het goed nieuws want hij verkeerde ook in onzekerheid of hij het land wel in zou kunnen en dus niet wist of het wel zin had om vanuit Canada te vertrekken.

Het nieuws van gisteren dat de Emirates vlucht was gecanceld bleek ook minder ernstig dan het in eerste instantie leek. De vlucht was namelijk niet gecanceld vanwege de rellen maar omdat er niet voldoende grondpersoneel het vliegveld had kunnen bereiken om de vlucht af te handelen. Dat gebrek aan aanwezig personeel had overigens wel weer met de demonstraties te maken, ze konden door de situatie in en rond de stad niet op hun werk komen. Alle collega’s die op die Emirates vlucht hadden moeten zitten zijn met een andere vlucht alsnog vertrokken.

Vandaag is mijn op een na laatste volledige werkdag en dat betekent dat ik zo langzamerhand al dingen moet gaan regelen ten aanzien van de overdracht naar Sachin. Hij moet natuurlijk weten wat er allemaal gebeurd is in de vier weken dat ik hier ben geweest en wat voor activiteiten hij moet gaan oppikken. Aan het begin van mijn rotatie was er ook een overdracht van Sachin naar mij maar in zijn achtergelaten berichten bleken nogal wat hiaten in te zitten en dat moet natuurlijk verbeteren. De beurt is nu aan mij en ik hoor dan wel van hem of ik volledig genoeg ben geweest. 

We hebben uiteraard de mogelijkheid om via WhatsApp te communiceren maar we hebben stilzwijgend besloten dat we elkaar zo min mogelijk lastig willen vallen buiten werktijd. Vrij is tenslotte vrij, nietwaar. In ieder geval is het aftellen nu serieus begonnen!

Vanmorgen heb ik een foto gemaakt vanuit de gang van het gebouw waar mijn kamer is. In de verte link zie je de fabriek waarachter de kantoren liggen waar ik werk. Op de voorgrond zie je de containers van het ABB kamp, die zijn niet voor opslag of zo maar dienen ook als woonruimte, twee kamers per container:

Op de lijst

Vandaag was de laatste werkdag van mijn eerste volle shift van vier weken. Het zit erop en het is werkelijk omgevlogen, ik heb nog helemaal niet het idee dat ik hier al weer vier weken ben maar aan de andere kant ben ik ook blij dat ik naar huis ga. De dag had ook een beetje het “ik ga op vakantie” gevoel wat je normaal gesproken maar een of twee keer per jaar hebt maar ik ga dat dus de komende jaren elke vier weken hebben.

Vanmorgen heb ik voor mijn vluchten ingecheckt en mijn boardingpassen uitgeprint dus dat is alvast voor elkaar. Er was nog wel een spannend momentje aan het eind van de middag want de grote vraag was “Sta ik wel op de lijst”. We krijgen iedere dag aan het eind van de middag een lijst toegestuurd met daarop alle transporten voor de volgende dag. Als je gaat reizen buiten het kamp, het maakt niet uit waar naar toe, dan mag dat alleen met een beveiligd transport en wie er mee gaan wordt bepaald door de lijst. Sta je daar niet op dan ga je simpelweg niet mee.

Aangezien ik morgen naar de luchthaven moet was het dus zaak om te controleren of mijn naam bij het juiste transport op de lijst vermeld stond. Mocht dat in eerste instantie niet het geval zijn dan moet je dat zo snel mogelijk melden want er komt ’s avonds nog een definitieve lijst en als je daar niet op staat ben je de pineut want die wordt niet meer veranderd. Gelukkig bleek dat niet nodig want ik stond er al meteen op:

Nu alleen nog de weinige bagage die ik mee terug neem in mijn rolkoffer doen en dan ben ik in principe klaar voor vertrek. Morgenochtend ga ik overigens nog gewoon naar kantoor want mijn vlucht is pas om vijf voor half vijf morgenmiddag dus mijn transport vertrekt pas om kwart voor een naar de luchthaven. Kan ik mooi nog even de lunch meepikken in het restaurant want het vertrekpunt van het transport is daar vlak naast.

Vertrekdag

Hoewel het vandaag eigenlijk de eerste dag is van mijn verlof ben ik vanmorgen toch gewoon naar kantoor gegaan om kwart over zes. Mijn vlucht was pas vanmiddag om half vijf en het transport naar de luchthaven vertrok om kwart voor een. Ruim zes uur te spenderen dus en aangezien ik al had gepakt en de kamer al was opgeruimd was er weinig anders te doen dan wachten. En dan kun je net zo goed nog even naar kantoor gaan want dan schiet de tijd tenminste op, nietwaar.

Er was nog een hele leuke verrassing voor me op kantoor want ik kreeg van mijn team-lid Mustafa een mandje met dadels. Want, zei hij, “dades in Basrah very good”. Hartstikke leuk natuurlijk, al vroeg ik me af hoe ik die mand in mijn koffer moest krijgen. Om elf uur nam ik de bus terug naar het kamp zodat ik ruim de tijd had om mijn koffer op te halen van mijn kamer, de mand met dadels erin te persen en te gaan lunchen in het restaurant voordat ik naar de bus ging.

Er vertrokken in totaal ruim zestig man naar de luchthaven vandaag en die waren verdeeld over twee konvooien van drie bussen, ik zat in het tweede konvooi. De rit naar de luchthaven duurde langer dan normaal omdat er een aangepaste route was in verband met mogelijke demonstraties op de normale route.

We ondervonden geen enkel probleem, zelfs de controles onderweg waren niet zo lastig als de vorige keer. Aangekomen op de luchthaven ging ook alles vlot en dat kwam omdat het zo rustig was. De meeste andere oliemaatschappijen hadden al hun commuters deze week niet laten invliegen dus er waren veel minder mensen dan normaal.

Na nog een kort bezoek aan de lounge was het tijd om naar de gate te gaan waar de laatste van de in totaal zeven bagagechecks werd uitgevoerd, en die ging voor mij niet echt lekker. Alle scans hadden uiteraard mijn elektrische tandenborstel gezien maar in tegenstelling tot de vorige zes checks werd er nu wel moeilijk over gedaan want mijn koffer moest open. Ik zette mijn rolkoffer op de grond naast die kerel die op een stoel naar me zat te schreeuwen “Case open, case open!”. Ik liet de tandenborstel zien maar hij was niet tevreden. Hij wees op mijn schoenentas en weer was het “Open! Open!”. Ik liet mijn schoenen zien, maar het probleem was blijkbaar dat ik daar wat kleine spulletjes in had gedaan om ruimte te sparen. Een van die dingetjes was mijn kleine Canon camera in een tasje, en dat moest hij ook zien. Nadat hij zag dat er een camera in het tasje zat gooide hij het naast mijn koffer op de grond.

Nu was de man blijkbaar tevreden want mijn koffer mocht weer dicht. Dat was alleen niet zo makkelijk want de hele inhoud lag nu overhoop dus ik moest ter plekke alles zo goed en zo kwaad als het ging weer inpakken. Meer oponthoud  was er gelukkig niet en na een voorspoedige vlucht arriveerde ik een voor half acht lokale tijd in hotel Le Meridien in Dubai. Emirates bleek daar een eigen vleugel te hebben met heel erg luxe kamers, en daar mag ik dus verblijven tot morgenochtend om zes uur, dan staat er een auto klaar om me terug te brengen naar de luchthaven voor mijn vlucht naar Amsterdam die om vijf over acht vertrekt.

Vliegtuig gemist…

Ik had een goede nachtrust gepland in het Le Meridien hotel zodat ik vanmorgen uitgerust op de luchthaven van 

Dubai zou aankomen voor mijn vlucht naar Amsterdam. Dat was ondanks de zeer luxe kamer en het comfortabele grote bed niet gelukt, om de een of andere reden kon ik de slaap maar niet vatten en heb ik vrijwel de hele nacht wakker gelegen. Toen ik vanmorgen met de taxi naar de luchthaven werd gebracht was ik dan ook behoorlijk brak en aangekomen in de lounge zat ik behoorlijk te suffen en af en toe dommelde ik even weg.

Op een gegeven moment schrok ik op en keek op mijn horloge. Ik zag dat het pas kwart voor zeven was en dus tijd genoeg omhoog even mijn tanden te gaan poetsen en mijn hoofd onder de kraan te houden voordat ik naar de gate liep. Aangekomen bij de gate zag ik staan “Gate Closed” en zelfs toen ging er nog geen lampje branden. Wel vond ik het raar dat er nog helemaal geen mensen bij de gate stonden en ik keek nogmaals op mijn horloge. En toen viel het kwartje pas, ik was helemaal vergeten mijn horloge een uur vooruit te zetten en het was dus helemaal geen vijf voor zeven maar vijf voor acht!

Ik schrok me rot want ik was nu dus gewoon te laat voor het boarden en ik had dus mijn vlucht gemist. Een grondstewardess verwees me naar de ticket desk om mijn ticket om te laten zetten, maar door de consternatie kostte het me bijna een half uur en heel veel navragen om die ticket desk te vinden. Gelukkig kon ik worden overgeboekt op de volgende vlucht, maar die vertrok pas om kwart voor drie vanmiddag en het kostte me ruim tweehonderd euro extra.

Het werd dus een onverwachte lange zit voordat ik naar Nederland kon vertrekken. Ik bracht de tijd door in de lounge waar ik pontificaal voor een bord met vertrekkende vluchten had plaatsgenomen, ik wilde beslist niet het risico lopen om nog een keer mijn vlucht te missen. Onnodig te zeggen dat ik ruim een half uur voordat het boarden begon al bij de gate zat…

Gelukkig kon tijdens het ombouwen van mijn ticket ook mijn vervoer vanaf Schiphol naar huis ook worden omgezet zodat er na aankomst van vlucht EK147 een dikke Mercedes limousine op me stond te wachten.

Toen ik de aankomsthal zo’n beetje als eerste binnen kwam lopen (ik had alleen handbagage) stonden er in feite een stuk of vijfentwintig chauffeurs voor Emirates passagiers te wachten, moet elk een naambordje. Ik veroorzaakte nogal wat hilariteit toen ik zei, “Goedenavond Heren, ik heb er maar eentje nodig hoor”…

Vertrek naar Basra

De eerste periode van vier weken verlof zit er op. Dit was mijn laatste verlofdag, vanavond ben ik vertrokken vanaf Schiphol naar Dubai met vlucht EK150 van Emirates.

Toen mijn eerste werkperiode van vier weken erop zat merkte ik op dat de tijd was omgevlogen, en datzelfde kan ik nu ook wel zeggen van de afgelopen vier weken thuis. Op zich is het prima bevallen om vier weken thuis te zijn, al was dat eigenlijk niet helemaal de bedoeling. Riet en ik hadden plannen om nog een paar dagen weg te gaan maar vanwege het extreem hete zomerweer besloten we dat we gezien de omstandigheden liever thuis in onze eigen tuin bleven. Geen uitje dus deze keer maar wel hebben we alvast vooruit gekeken naar de volgende verlofperiodes waarin we vast en zeker iets gaan plannen.

Er viel ook deze keer weer niet zo heel veel te pakken dus mijn rolkoffer stond gisteren al klaar en het enige wat ik vandaag nog moest doen was het pakken van mijn laptoptas waarbij de grootste zorg altijd is het zorgen dat alle benodigde oplaad-snoeren worden meegenomen. Na het afscheid van moeder en schoonmoeder en nog een laatste keer naar de sportschool was ik klaar voor vertrek.

Mijn vervoer naar Schiphol werd weer verzorgd door Emirates met een luxe taxi die om kwart voor zeven al voor de deur stond. Op zich een beetje vroeg want ik had net gehoord dat mijn vlucht niet om tien voor tien maar om vijf over tien zou vertrekken, een kort oponthoud wat veroorzaakt was door de problemen op Schiphol vanmiddag waardoor het vliegverkeer drie kwartier plat had gelegen.

Ik was dus erg vroeg op de luchthaven maar daar had ik nog een onverwacht oponthoud bij de bagagecontrole want ik werd daar tegengehouden, er was een staking van vijftien minuten. Ik bracht de tijd door met een gesprek met een Engelse passagier die op weg was naar London en net als ik moest wachten tot het personeel weer aan het werk ging. De rij achter me werd steeds langer maar omdat ik als een van de eerste weer door mocht ging de afhandeling erg vlot en een extra bonus was dat er nu ook helemaal geen rijen stonden bij de paspoortcontrole.

Daarmee was de mazzel wel op want aangekomen bij de gate na een kort verblijf in de business lounge moesten we allemaal ruim een uur langer dan gepland wachten voordat we konden gaan boarden. Dat had weer niks met de problemen op Schiphol te maken maar blijkbaar met de late aankomst van het vliegtuig vanuit Dubai. We vertrokken dan ook bijna een uur te laat en dat betekent dat ik morgenochtend ook later in Dubai zal arriveren.

In de tussentijd ga ik maar eens proberen om wat te gaan slapen…

Terug in het KAZ kamp

Van slapen is jammer genoeg niet veel terecht gekomen onderweg. Ik heb misschien twee en een half uur geslapen terwijl ik eigenlijk had willen doorslapen tot vlak voor aankomst maar dat lukte dus niet. Wel leuk was dat ik meteen na het instappen van plek voor me ineens “He Willem” hoorde. Het bleek Paul te zijn, de Engelsman die in Dronten woont en naast wie ik op weg naar huis vier weken geleden had gezeten op de vlucht van Basrah naar Dubai. 

Omdat we met bijna een uur vertraging aankwamen in Dubai had ik ook geen zin meer om naar het hotel te gaan waarvoor ik van Emirates een voucher had gekregen, simpelweg omdat de tijd die ik daar zou kunnen doorbrengen hooguit drie uurtjes zou zijn. Ik besloot dus om maar gewoon in de lounge te blijven hangen tot het vertrek naar naar Basra. Daar heb ik ook nog even geprobeerd nog wat te slapen maar meer dan een uurtje is dat niet geworden. En nee, dat was niet omdat ik bang was dat ik weer mijn vlucht zou missen…

De vlucht naar Basrah vertrok vrijwel op tijd en we kwamen zelfs een kwartier te vroeg aan op de luchthaven van Basrah, om half drie in de middag. De gebruikelijke formaliteiten werden vlot afgehandeld en ik kon al snel door naar de bagagebanden voor het ophalen van mijn rolkoffer. Tijdens het wachten had ik zicht op de Duty Free Shop van de luchthaven en die zie je dan ook op de foto. De bagage kwam uiteindelijk, niet op de band waarboven vlucht EK947 stond aangegeven maar op de band daarnaast waarboven toch duidelijk “Closed” op het bord stond…

De wachttijd in de aankomsthal was nogal lang omdat we op twee collega’s moesten wachten die langer werk hadden omdat ze een nieuw visum moesten. Nadat ze ook in de aankomsthal waren aangekomen werden we in taxi’s gezet die ons naar de vlak buiten de luchthaven gelegen “Dustbowl” brachten. De “Dustbowl” is de plek waar de bussen op ons wachten die ons naar onze uiteindelijke bestemming brengen, en in ons geval was dat dus het KAZ kamp. De rit, die langer duurde dan normaal omdat er uit veiligheidsoverwegingen nog steeds wordt omgereden om mogelijke protestdemonstraties te vermijden, was zoals gebruikelijk eentonig. Het was ondanks de airco in de bus behoorlijk warm in het kogelvrije vest en het enige opwindende was dat we onderweg een uitgebrande tankwagen langs de weg zagen liggen die vanochtend was ontploft waarbij de chauffeur om het leven was gekomen. Het was overigens geen aanslag maar waarschijnlijk gewoon het gevolg van het feit dat ze het hier met de veiligheid nou eenmaal niet zo nauw nemen.

Om even over vijven arriveerden we in het KAZ kamp waar ik na het ophalen van de sleutel naar mijn kamer ging. Ik was bekaf en wilde eigenlijk meteen na het avondeten naar mijn bed gaan maar het werd toch wat later dan verwacht. In het restaurant kwam ik zoveel collega’s tegen die me kwamen begroeten dat het later werd dan gepland.

Terug op mijn kamer wilde ik nog even een film afkijken maar dat was toch teveel van het goeie en ik viel ruim voor negenen al in slaap…

Terug op kantoor

Er is een reden waarom mijn back-to-back Sachin en ik onze rotaties zodanig hebben afgestemd dat we op een donderdag aankomen in Irak, en dat is omdat dat vlak voor het weekend is. De eerste twee werkdagen, de vrijdag en de zaterdag, is het dan lekker rustig op kantoor want alle Iraakse collega’s zijn dan vrij. Je hebt dan mooi tijd om je weer een beetje in te werken na een afwezigheid van vier weken.

En een rustig begin van mijn werkperiode kon ik wel gebruiken want ik had de nodige nachtrust gemist tijdens het reizen en gisteravond ben ik dan ook al heel vroeg als een blok in slaap gevallen. Vanmorgen werd ik gewekt door de wekker, een teken dat ik nog niet helemaal terug ben in mijn normale ritme.

Net als tijdens mijn vorige rotatie wandelde ik na het ontbijt op mijn gemak naar kantoor waar ik als eerste aankwam en dus voor een gesloten deur stond. Gelukkig kwam net op dat moment de bus aan en daarin zat een van mijn collega’s die een sleutel heeft dus ik kon alsnog naar binnen.

Er was weinig veranderd sinds de laatste keer dat ik hier was maar het eerste wat me opviel was dat we eindelijk een handendroger hebben in de toiletten. Hoewel er wasbakken zat zijn om je handen te wassen waren er geen handdoeken of tissues aanwezig zodat je altijd maar moest zien hoe je je handen weer droog kreeg. Gelukkig hoef ik daar dus mijn zakdoek of mijn broekspijpen niet meer voor te gebruiken…

Die toiletten zijn toch al een verhaal apart want er is bijvoorbeeld ook geen toiletpapier. Dat klinkt vreemd maar hier is het gebruikelijk om een soort doucheslang naast het toilet te hebben voor het reinigen achteraf. Ja, dat geeft een natte boel, ik weet ook niet precies hoe ze dat doen zonder je kleren zeiknat te laten worden en daarom gebruik ik die methode zelf nooit.

Ik neem gewoon zelf een toiletrol mee vanuit mijn kamer, maar dat geeft toch een beetje een campinggevoel op je werk. Misschien werkt het makkelijker met die hurk-toiletten (het bekende gat in de grond), want zo zien drie van de vier toiletten er uit, er is er maar een met een gewone toiletpot.

Nog een onhebbelijkheidje van de toiletten is dat de deuren allemaal naar binnen open gaan. En alweer, dat zal minder hinderlijk zijn bij de hurk-toiletten maar bij het ene toilet met de toiletpot is het ronduit lastig om je naar binnen te wurmen. Temeer omdat die kraan met doucheslang ook precies aan de muur zitten aan de kant waarlangs je naar binnen moet.

Je ziet, het is allemaal weer even wennen…

Vuil…

Ook goedemorgen! Kom ik vanmorgen op kantoor. ligt dit op de grond in de hal. En nee, deze was nog niet helemaal dood want de tentakels bewogen nog. Het kreng heeft daar de halve ochtend gelegen terwijl iedereen er omzichtig omheen stapte, maar opeens was hij weg. Mogelijk opgeruimd door een schoonmaker maar ik acht het waarschijnlijker dat hij gewoon is weggelopen en ergens een scheur in de muur is ingedoken.

Properheid is toch al niet iets wat hier hoog in het vaandel staat, en dat is goed te merken aan de staat waarin het kantoor verkeert. Toen vijf jaar geleden de eerste collega’s hier verschenen werd er min of meer verwacht dat ze in het pak zouden opdraven maar daar kwam al snel een einde aan, simpelweg omdat het zeker toen gewoon te smerig was. Overal lag stof, gordijnen hingen van de kozijnen, alle airco’s waren kapot, de bureaus waren ouderwetse houten tafels en tot overmaat van ramp liepen de ratten gewoon door de tent.

Gelukkig is er het nodige verbeterd maar schoon is het nog steeds niet. Het toetsenbord waarmee ik moet werken heeft bijvoorbeeld allemaal toetsen waar het vuil aangekoekt zit. Spullen om dat schoon te maken zijn hier niet dus ik had nu uit Nederland wattenstaafjes meegenomen om daar wat aan te doen. Dat is maar gedeeltelijk gelukt want sommige plekken kom ik gewoon niet bij. En toen ik het toetsenbord omdraaide en uitklopte boven mijn bureau kwamen er genoeg haren uit om een flink harig beest van te breien, om van de etensresten nog maar te zwijgen…

Het bureau had ik trouwens net met een doekje schoongemaakt, en dat had volgens de berichten eigenlijk niet gehoeven want de schoonmakers houden dat bij. Jaja…

Ongeoorloofd afwezig

Ik heb al eens geschreven over het feit dat de arbeidsethiek van de Irakezen niet helemaal overeenkomt met die van de Nederlanders. Er zijn uiteraard ook zat Nederlanders die niet bepaald model-werknemers zijn maar de Irakezen hebben wel heel vreemde ideeën over de dagelijkse arbeid. Ze worden geacht te werken van acht tot twee, en dat is dus al niet echt overdreven lang, maar ze komen ook wanneer ze daar zin in hebben. Je weet dus nooit wanneer ze op het werk verschijnen.

De twee Irakezen in mijn team, Mustafa en Mohammed, zijn daarop geen uitzondering maar er wordt in het algemeen binnen IT (als het werkt tenminste) iets aan gedaan. Alle teamleads, waaronder ik, moeten bijhouden wanneer een Irakese werknemer niet op het werk verschijnt zonder dat vooraf gemeld te hebben.

Nu begint morgen de viering van het Offerfeest (Eid Al-Adha) en dan is iedereen drie dagen vrij. Heel veel Irakezen hadden gisteren en vandaag vrij genomen zodat ze inclusief de twee aansluitende weekenden ruim anderhalve week vrij zijn. En zoals gezegd, vrij nemen betekent hier niet zozeer het opnemen van een officiële vrije dag maar gewoon niet komen opdraven.

Gistermorgen kwam Mohammed onverwacht op kantoor en toen die gistermiddag naar huis ging verzekerde hij me dat hij ook vandaag zou komen. Van Mustafa kreeg ik gistermorgen bericht dat hij niet op het werk zou verschijnen met daarbij de merkwaardige toevoeging dat hij dinsdag weer zou komen; merkwaardig, omdat het vandaag maandag is en dinsdag een officiële vrije dag en dan komt hij dus zeker niet.

En zoals ik al had verwacht, ze kwamen vandaag allebei niet. De rest van de week zal het rustig zijn op kantoor en we zien wel weer wie er na het weekend op het werk verschijnt…

De foto van vandaag heb ik gemaakt na de lunch terwijl ik op een overdekt plekje in de schaduw op de bus zat te wachten. Rechts achteraan zie je het restaurant oftewel de DFAC (Dining Facility) zoals ze het hier noemen.

Eid Al-Adha

Vandaag begint de viering van het islamitische Eid Al-Adha wat we in Nederland kennen als het Offerfeest, en dat duurt tot aanstaande zaterdag.

Tijdens dit feest moet ieder gezin een dier ritueel slachten volgens de halal regels, wat betekent dat de slacht onverdoofd plaatsvindt. Naast het Suikerfeest is het Offerfeest een van de belangrijkste feesten in de islam en wordt gevierd om te gedenken dat de profeet Ibrahim (in het christelijk geloof bekend als Abraham) bereid was zijn zoon te offeren. Vlak voor de uitvoering van het offer werd de zoon door een ram en dat werd geslacht in plaats van de jongen. De viering van het feest is op de tiende dag van de twaalfde en meest heilige maand van het islamitische jaar, tevens de maand waarin moslims op bedevaart gaan naar Mekka.

Het te offeren dier is in de Arabische wereld een lam, een geit of een koe, al naar gelang de rijkdom van het gezin, maar in Nederland wordt meestal een lam of een schaap geofferd. Na de slacht wordt het dier in drie stukken verdeeld, een deel voor de armen, een deel voor de familieleden en een deel wat tijdens de viering van Eid Al-Adha wordt gegeten.

Het is op kantoor vanaf vandaag tot na het komend weekend dus erg rustig want alle Irakese werknemers zijn vrij. Verder kregen we gisteravond allemaal een brief op onze kamer dat ook de huishoudelijke activiteiten de komende twee dagen stil komen te liggen.

Merkwaardig genoeg was mijn kamer gewoon schoongemaakt en opgeruimd vandaag, het lijkt erop dat alleen het vervangen van handdoeken en beddengoed en het wassen van kleren stil ligt de komende dagen.

Gelukkig ging de leverantie van de wekelijkse watervoorraad op kantoor wel gewoon door. Er gaat nogal wat water doorheen, zelfs als de Irakezen er niet zijn, maar gelukkig kunnen we het met de leverantie van vandaag zeker tot na het weekend uitzitten.

Beestenboel

Vanmorgen toen ik aankwam bij kantoor en ik de deur opende hoorde ik achter me miauwen. En ja hoor, een zwerfkat die lekker tegen het hek lag toen ik aankwam lopen kwam naar me toe, blijkbaar in de verwachting dat ik wat te eten bij me zou hebben. Helaas was dat niet zo en nadat ze nog even had zitten miauwen ging ze weg toen ik naar binnen ging.

Er zitten de nodige zwerfkatten op het fabrieksterrein en daar wordt weinig aan gedaan want ze houden het ongedierte enigszins op peil. Zwerfhonden zijn er ook al zien we ze vrijwel alleen van een afstandje want ze zijn nogal schuw. 

Er zijn ook nog andere dieren hier, zoals vogels. Meestal zijn het soorten die we in Nederland ook kennen, zoals mussen en duiven. Mogelijk zitten er nog andere soorten ook maar aangezien ik geen erkende vogelaar ben is dat voor mij lastig te zien, voor zijn het allemaal mussen.

Naast de bovengenoemde, tamelijk onschuldige, diersoorten zijn er ook een paar waar we voor moeten uitkijken. Zo zijn er de “camel spiders”, of kameelspinnen zoals ze in het Nederlands heten (rolspinnen is ook een Nederlandse naam voor deze krengen). Meest opvallende kenmerk van deze spinnen is dat ze groot zijn, ze kunnen poten hebben van wel dertien centimeter lang. Ze zijn erg snel en kunnen gemeen bijten al zijn ze niet giftig. Een collega heeft er vanavond een paar gespot op de weg naar de poort toen hij aan het hardlopen was.

Maar het meest gevaarlijke beest is de Sand Viper (Zandadder), een uiterst giftige slang die overigens ook in Europa voorkomt, zij het niet in Nederland. Het vervelende van deze slangen is dat ze in het woestijnzand moeilijk te zien zijn door hun camouflagekleuren, ze zijn heel erg snel en hun beet kan zelfs dodelijk aflopen. Gelukkig wordt er op het fabrieksterrein regelmatig op dit soort ongedierte gecontroleerd en de kans dat we er binnen de muren een tegenkomen is vrijwel nul.

Je zou waarschijnlijk denken dat er hier ook kamelen voorkomen, en dat zal ook wel alleen heb ik ze nog niet gezien, alleen maar kuddes geiten. En nog even over die kat van vanmorgen, nadat ik dat fotootje naar Riet had doorgestuurd kreeg ik meteen een berichtje terug, “Je mag hem niet meenemen”…

Vliegen…

Ik heb het gehad over dieren en vogels die we hier hebben maar ik heb de twee meest prominente nog niet gemeld, en dat zijn de kakkerlakken en de vliegen.

Van de kakkerlakken hebben we op zich vrijwel geen zichtbare overlast, op dat enkele exemplaar na wat vorige week opeens in de hal lag. Ervaring op de Filipijnen heeft ook geleerd dat je ze normaal gesproken nauwelijks ziet bij daglicht en dat is maar goed ook. Bovendien wordt hier met name in de toiletten regelmatig gesprayd met insectenverdelger, en ik weet niet wat voor spul het is maar als er is gespoten mogen we vijftien tot twintig minuten geen gebruik maken van het toilet…

Nee, dan de vliegen. De vorige twee keren dat ik hier was heb ik er amper gezien maar deze keer is het goed raak. Ze zitten overal en het meest vervelende is nog wel dat ze behalve op je eten ook continue op je lijf proberen te gaan zitten. Er hangen in het restaurant van die blauwe insectenlampen op maar ik heb niet niet een keer zo’n bevredigende pats gehoord van een insect wat op het elektrische rooster wordt geroosterd. En ook de andere insectenvangers die aan het plafond hangen lijken nauwelijks effect te hebben.

In mijn kantoor zitten er al een paar dagen een paar die me voortdurend lastig vallen, en ik krijg ze niet te pakken want als ze wegvliegen zie ik ze nergens meer. Ze gaan nergens in het zicht zitten op de muren of zo en ik zie ze pas weer als ik weer als landingsplatform wordt gebruikt. In eerste instantie dacht ik zelfs dat er maar één vlieg zat maar nadat ik er uiteindelijk toch een te pakken kreeg bleken het er minstens twee te zijn.

Vandaag heb ik een ouwe truc geprobeerd die we in Frankrijk op de camping altijd gebruikten om wespen te vangen. Je snijdt de bovenkant van een plastic fles rondom af, doet wat limonade in het onderste stuk en stopt dan de afgesneden top omgekeerd in het onderste stuk. De bedoeling is dat de insecten op de limonade afgaan, maar eenmaal door de nauwe hals kunnen ze dan niet meer terug en zitten opgesloten in de fles waar ze uiteindelijk doodgaan.

Een prachtig idee, het werkt uitstekend met wespen maar blijkbaar niet met vliegen. Ik heb de hele dag zelfs nog geen enkele vlieg op de fles gezien, laat staan een die naar binnen op de limonade af ging, dus er blijft niks anders over dan proberen ze plat te meppen. Als ik de kans krijg tenminste…

Verandering van seizoen

Het is duidelijk merkbaar dat het zonnetje ’s morgens lager staat wanneer ik naar de kantine loop voor het ontbijt dan tijdens mijn vorige rotatie. Ook ’s avonds is het al eerder donker aan het worden, de zon is al bijna onder tegen de tijd dat we van kantoor naar het kamp zijn gewandeld. Dat komt uiteraard vanwege de verandering van de seizoenen want hoewel we hier een stuk zuidelijker zitten dan Nederland ten opzichte van de evenaar is het verschil tussen de seizoenen hier veel groter dan in Maleisië en op de Filipijnen waar we hebben gewoond.

Net als in Nederland zijn er hier ook vier seizoenen en op dit moment komt de zomer zo’n beetje aan z’n einden en gaan we langzaam aan de herfst in. Dat is merkbaar aan de temperatuur overdag die langzaam gaat afnemen, tot in de winter zelfs tot hooguit zo’n achtentwintig graden, maar vooral aan de temperatuur ’s nachts. Nu al merk ik tijdens de wandeling naar kantoor dat het iets koeler is dan zeg twee maanden geleden, en tegen het eind van het jaar kan het zelfs ’s nachts tegen het vriespunt worden. Dat wordt dus toch een jas of in ieder geval een vest of trui meenemen…

Op de foto zie je het pad wat ik afloop van de ingang van het gebouw waar ik “woon” richting het restaurant, waarvan je nog net de bovenkant ziet boven de containers. Die containers zijn overigens de onderkomens van ons beveiligingspersoneel. Het ziet er misschien nogal primitief uit aan de buitenkant maar ze zijn van binnen van alle gemakken voorzien. Voor zover mogelijk in zo’n beperkte ruimte natuurlijk, en ik ben dan ook blij dat wij gewoon kamers hebben met toch wat meer ruimte. Dat we een raam hebben maakt daarbij weinig uit, om de warmte buiten te houden zit de zonnewering toch de hele dag dicht…

Naast onze woonbarakken is trouwens nog een kamp, het ABB kamp, wat ook helemaal uit containers bestaat. Daar zit hoofdzakelijk ingehuurd personeel waaronder veel Indiërs. Ik was daar tot vandaag nog nooit geweest en ik heb daar ook niks te zoeken, behalve dan de fitnessruimte daar waar alleen maar cardio-apparaten staan. En omdat ik weer wilde gaan hardlopen ben ik vanavond daar naartoe gegaan voor een half uurtje lichamelijke inspanning op de loopband en de fiets. Iets wat ik in de toekomst beslist meer ga doen.

Ochtendritueel op kantoor

De afgelopen week was het bijzonder rustig op kantoor want alleen de expats waren aan het werk. Alle Irakezen hadden vanwege Eid Al-Adha drie dagen vrij, met aansluitend het weekend en gisteren was ook iedereen vrij om de een of andere reden die me niet helemaal duidelijk is. Ik dacht namelijk dat het een nationale feestdag was, dat is me tenminste verteld, maar ik kan nergens vinden op het Internet wat voor dag het dan precies is.

Hoe dan ook, het was dus rustig op kantoor en dat beviel ons allemaal eigenlijk best. Niet om het een of ander maar de Iraki’s zijn een luidruchtig volk. Praten op normaal volume is blijkbaar verboden want alle gesprekken gaan met stemverheffing en dat gaat de hele dag door. De meeste van ons slaken dan ook om twee uur ’s middags op een normale werkdag een zucht van verlichting want dan gaan ze allemaal naar huis.

Het ergste is echter de ochtend, die verloopt iedere dag met hetzelfde ritueel. Als ze binnenkomen wordt iedereen luidruchtig begroet, en bij de mannen betekent dat ook een handdruk en een stevige knuffel met de rechter-schouders tegen elkaar (bij goeie bekenden is dat een complete omhelzing en een paar zoenen op de wangen). En ja, daar is voor mij af en toe ook geen ontkomen aan, en van sommige ben ik ook al een goeie bekende dus ik bedoel maar…

Daarna verzamelen ze in groepjes en gaan ze uitgebreid ontbijten aan iemand’s bureau. De gesprekken daarbij zijn zoals gezegd luid en er wordt ook het nodige gelachen. Op zich allemaal niet eens een probleem maar die bijeenkomsten kunnen nogal lang duren (en wordt er dus niet gewerkt) en het hindert mensen die wel aan het werk zijn. Met name als je een telefoongesprek probeert te voeren met zo’n groep in je nabijheid dan ben je de pineut, je kunt net zo goed ophangen en het later opnieuw proberen.

Om aan te geven dat niet alleen wij Westerlingen ons er af en toe aan ergeren, een collega uit Pakistan vertelde me dat hij speciaal hiervoor een koptelefoon heeft gekocht met noise-cancelling…

Kampfoto’s

Vandaag even een paar foto’s van het KAZ kamp om een beter een idee te krijgen hoe het eruit ziet.

De eerste foto is een panorama-shot gemaakt staande voor de recreatiezaal, hetzelfde gebouwtje waar ook de fitnessruimte zit. Helemaal rechts zie je een rijtje barakken waar collega’s wonen en waar ik de eerste week dat ik hier was ook een tijdelijke kamer heb gehad. In het midden staat het administratie-gebouw en rechts daarvan zie je het restaurant. De open ruimte ervoor is het “centrale plein”, de plek waar we allemaal moeten verzamelen als er een alarm afgaat en waar is tijdens mijn vorige rotatie dus twee keer ’s avonds heb gestaan, een keer voor een oefening en een keer voor een vals brandalarm. De gebouwen waar ik woon kun je niet zien op de foto, die liggen helemaal rechts en vielen buiten beeld.

Op de bovenstaande foto zie je die barakken weer, het rechtse blok hierboven staat op de eerste foto helemaal links. Tussen de barakken zie je hier een stuk van de binnenmuur die rond het kamp loopt. Daarachter ligt een open ruimte met daarachter nog een tweede muur.

Op de laatste foto kijk je vanuit het standpunt van de vorige foto naar links. Achteraan zie je weer de binnenmuur en achter het pad een van de vele hangplekken waar je met collega’s kunt kletsen en waar gerookt mag worden. Op dit moment wordt er nog niet zoveel gebruik van gemaakt omdat je er overdag gebakken wordt en het ’s avonds nog te heet is. Het schijnt dat er met name vanaf oktober veel meer gebruik van gemaakt gaat worden omdat het dan ’s avonds heerlijk buiten is. We gaan het zien.

Overigens, als je op de foto’s klikt krijg je ze in groter formaat te zien. Dat geldt overigens voor vrijwel alle foto’s.

Afscheidslunch

Ik was tussen de middag samen met mijn twee teamleden, die zowaar allebei verschenen waren vandaag, uitgenodigd voor de afscheidslunch van mijn ouwe maat Colin Forster. Colin is, tot morgen in ieder geval, de Document Control Lead en dus een teamgenoot van mij. Het is zelfs zo dat ik oorspronkelijk op Colin’s baan had gesolliciteerd (al wist ik dat in eerste instantie niet) en ik was in feite al aangenomen om hem te gaan vervangen toen ik het verzoek kreeg om de baan die ik nu heb te overwegen. Het feit dat ik voor het laatste heb gekozen betekende dat Colin’s aflopende contract met een paar maanden verlengd moest worden totdat er een andere vervanger voor hem was gevonden. Die is er nu en Colin gaat dus nu na ruim vijf en een half jaar weg bij de Basrah Gas Company.

Colin en ik kennen elkaar al bijna vijftien jaar, we hebben elkaar ontmoet op Sakhalin waar hij al werkte toen ik er voor het eerst op bezoek ging eind 2004. Toen ik daar gestationeerd was hebben we samen heel wat partijtjes zaalvoetbal gespeeld en we zijn in die tijd goeie maatjes geworden. Colin is langer op Sakhalin gebleven dan ik maar in de daaropvolgende periode in Rijswijk kwam ik hem daar toch weer tegen toen hij daar een tijdje was gestationeerd voor een project in Kazachstan. Na dat project is hij naar Irak vertrokken en daar kwamen we elkaar dus weer tegen. Nou ja, eigenlijk al eerder want hij zat in de sollicitatie-commissie voor zijn vervanger en we hadden elkaar dus telefonisch al weer een paar keer gesproken.

En vandaag was dus zijn afscheidslunch en dat was een echte Iraakse lunch, niet alleen het eten zelf maar ook de manier waarop er werd gegeten. De rij tafels waaraan we zaten werd vol gezet met schalen overigens heerlijk eten: een speciaal soort gestoomde oranje-gele rijst met daarop stukken kip, lam en rundvlees en daarnaast bakken met verse dadels, potjes half-geschifte yoghurt en flesjes met een soort yogi-drink.

Op de foto zie je Colin als tweede van links. Helemaal links op de foto is Mohammed van mijn team en de tweede van rechts is het andere team-lid Mustafa.

Zoals gezegd, het eten was heerlijk, maar we kregen geen eigen bord, alleen een plastic lepel. En we moesten dus eten met een paar van dezelfde plate, met alleen die lepel en onze vingers. Voor mij geen probleem maar ik ken wel iemand die als ze dit leest nu zit te griezelen.

Overigens, dat yogi-drink spul bleek een mint-smaak te hebben. Dat was dan ook het enige wat ik niet zo kon waarderen want het smaakte naar vloeibare tandpasta…

Mazzeltje

Kijk, af en toe moet het eens mee zitten en dat was vandaag zo. Tot twee keer toe zelfs.

Wat het geval, een van de engineers vond het hoog tijd om een van onze grote contractors, een bedrijf wat Wood heet, te vertellen hoe wij Informatie Management doen en wat wij in dat opzicht van ze verlangen. Het was in vroeger tijden gebruikelijk dat wij vrij snel na het afsluiten van zo’n contract bij zo’n bedrijf langs gingen om precies dat te doen maar door de bezuinigingen komt dat weinig meer voor. Het gevolg is meestal een puinhoop aan data en documentatie, wat logisch is als er nooit duidelijk is uitgelegd wat de bedoeling is.

Maar goed, deze keer wil men dat dus op de ouderwetse manier aanpakken, en aangezien Wood er zelf ook om had gevraagd en mijn baas het er mee eens is mag ik samen met nog een collega naar het kantoor van Wood voor een Workshop over het bovengenoemde onderwerp. En het allerleukste is dat dat kantoor in Dubai zit…

We hebben het zo geregeld dat we de laatste dagen van mijn rotatie gaan, wat inhoudt dat ik vanuit Dubai na de Workshop direct naar huis vlieg. Daarvoor moesten natuurlijk wel mijn al geregeld vluchten worden omgeboekt, en dat had nogal wat voeten in aarde want de hoogste baas van afdelingen Financiën moest daar persoonlijk toestemming voor geven. Dat bleek gelukkig een makkie want mijn eigen baas had hem al verteld waar het over ging dus dat werd allemaal gisteren geregeld. 

Er moet ook nog voor een paar dagen een hotel worden geboekt in Dubai en dat was weer een heel ander verhaal, daarvoor moest de hoogste baas hier in Irak toestemming geven. Ik zag mijn geest al zweven want volgens mij heeft zo’n man toch wel belangrijker dingen te doen dan dit soort verzoeken afhandelen. Ik verwachtte dan ook niet veel toen ik hem vanmorgen mijn verzoek stuurde, maar tot mijn stomme verbazing kreeg ik binnen een paar minuten een email met goedkeuring van hem terug.

Dat was de eerste keer vandaag dat het meezat, en het werd nog mooier. Omdat ik nu vanuit Dubai naar huis vlieg en niet vanuit Basrah kan ik een dag eerder een vlucht naar huis nemen. Ik kreeg te horen dat er geen business class beschikbaar was voor de vlucht van acht uur ’s morgens, dus ik dacht dan maar de vlucht van kwart voor drie ’s middags, ben ik nog steeds ’s avonds voor tienen thuis als alles goed gaat. Krijg ik een mailtje, ons reisbureau had toch nog een plaats gevonden op de vlucht van acht uur ’s morgens.

En dat betekent dat ik een volle dag eerder thuis ben. Is dat mazzel of niet?

Winkeltjes

Er zijn verscheidene kleine winkeltjes op het terrein, er is er een op het KAZ kamp en zelfs twee bij de kantoorgebouwen. Het winkeltje op de foto is zelfs vlak naast ons kantoor. Het is een klein kruideniertje waar ook vers gemaakt eten te koop is en veel van de lokale fabrieksarbeiders komen er tussen de middag naartoe om wat te eten. Ik ben er zelf overigens nog nooit binnen geweest, wij eten in het restaurant in het KAZ kamp en verder heb ik nog niks nodig gehad.

Ernaast is merkwaardig genoeg een wat grotere winkel met elektronica, variërend van magnetrons tot wasmachines. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe die winkel hier zaken doet maar misschien verkopen ze veel aan de arbeiders. Hier ben ik trouwens wel al eens binnen geweest om eens te kijken en het uitgebreide assortiment verbaasde me. Er staan wel regelmatig grote auto’s voor de deur, voornamelijk pickup’s, dus misschien wordt er toch meer verkocht dan ik vermoed.

Het winkeltje op het KAZ kamp is in zoverre bijzonder dat het gevestigd is in een container midden op het terrein. Veel assortiment is er niet maar mocht ik zonder shampoo of deodorant komen te zitten dan kan ik daar terecht. Dat had ik tot vanavond overigens alleen van horen zeggen want ook hier was ik nog niet binnen geweest. Tot vanavond dus, ik had namelijk gehoord dat er daar Magnums te koop zijn en ik vond dat ik wel een ijsje verdiend had.

Binnen bleken een paar stellingen te staan met behalve de cosmetische producten ook snacks, en inderdaad een vrieskist met ijs, waaronder vier soorten Magnums. Ik was verbaasd over sommige luxe producten zoals draadloze koptelefoons die er ook te koop zijn maar zag er ook handige dingen zoals oplaadsnoertjes voor telefoons. Het meest bijzondere echter van dit winkeltje is dat er achterin een gordijn is waarachter een kapper zit. Deze persoon uit India werkt overdag gewoon op de fabriek maar is van origine kapper en verdient zo ’s avonds een centje bij. Het schijnt dat je er een prima knipbeurt krijgt voor vijf dollar, kom daar maar eens om thuis in Rijnsburg.

De keus viel vandaag overigens op een Magnum met witte chocola. Lekker hoor…

Voetballen!

Ik ga tegenwoordig twee dagen achter elkaar sporten en dan neem ik de derde dag rust. Ik wissel bezoeken aan de fitness af met zwemmen en tegenwoordig ook hardlopen. Die fitnessruimte hier is vrij klein maar er is een toezegging dat die gaat worden uitgebreid. Nu zit de fitness nog in hetzelfde gebouw als de recreatieruimte maar er wordt een nieuw recreatiegebouwtje gebouwd vlak achter het zwembad en zo gauw dat klaar is kan die huidige ruimte bij de fitness worden getrokken. We krijgen dan een flinke fitnessruimte met hopelijk ook wat meer apparaten want nu is het hoofdzakelijk vrije gewichten en ik ben daar niet zo’n liefhebber van.

iets anders wat ons is toegezegd is een veldje om te voetballen, en die toezegging staat al een tijdje want ik hoorde er al over tijdens mijn sollicitatiegesprek in december. Het was er blijkbaar nog steeds niet van gekomen want toen ik hier voor het eerst kwam was er nog niks in zicht.

Tot er vandaag een mailtje kwam dat aanstaande woensdag de “Football Pitch” officieel geopend gaat worden. Vanaf woensdag kan er dus gevoetbald worden en daar ga ik zeker net als op Sakhalin weer aan meedoen. Jammer alleen dat mijn maat Colin net weg is want op Sakhalin voetbalden we samen met nog wat collega’s, vaak twee keer in de week.

Over Colin gesproken, hier nog een foto van zijn afscheid afgelopen woensdag:

Afvoerputje

Een tijdje geleden had ik al gemeld dat er in de nieuwe twee blokken waar mijn kamer is problemen zijn met hardnekkige stankproblemen. Die worden veroorzaakt door een constructiefout in de afvoerputjes in de badkamers, de afvoerpijp daarin heeft geen zwanenhals. Er hing in veel kamers, ook die van mij, een ontzettende putlucht die vaak niet te harden was.

Veel mensen, ook mijn maat Sachin en ik, hebben zelf maatregelen genomen om dit probleem aan te pakken en meestal hielpen die noodmaatregelen wel. Er was ook een structurele oplossing toegezegd en daar zijn ze een week of wat geleden mee begonnen. Die oplossing is overigens heel simpel, de afvoer wordt vervangen door een nieuwe die wel voorzien is van een zwanenhals.

Gisteren was mij kamer aan de beurt en dat merkte ik meteen toen ik aan het eind van de middag mijn kamer binnenkwam: de putlucht was weer terug en wel in alle hevigheid. Ik heb meteen de badkamerdeur dicht gedaan (die laten de schoonmakers om niet helemaal duidelijk reden altijd open staan) en heb een raam opengezet.

Dankzij dat laatste was de ergste stank al vrij snel uit de kamer verdwenen, maar in de badkamer dus nog niet. Nu zit daar een afzuiginstallatie dus hopelijk zorgt dat ervoor dat de putlucht ook daar verdwijnt.

Daarbij ga ik er overigens wel vanuit dat de stank veroorzaakt is doordat de afvoeren zijn opengebroken en niet omdat de nieuwe oplossing niet werkt. Laten we maar hopen op dat eerste, en daar lijkt het gelukkig wel op want vanavond was de stank al aanzienlijk minder.

Bloedafname

Toen ik naar Irak kwam moest ik om een visum te kunnen krijgen bloed af laten nemen en dat moest gebeuren in een door Irak goedgekeurde kliniek. Dat gebeurde dus in Dubai, onderweg voor mijn eerste bezoek aan Irak. We moesten twee dagen wachten in Dubai op de uitslag van het onderzoek naar mogelijke ziekten als Hepatitis en HIV infectie. We kregen de vereiste stempels in ons paspoort en we konden vertrekken naar Irak waar we ons visum kregen.

Zo’n bloedonderzoek moet in principe ieder jaar opnieuw worden uitgevoerd als we een nieuw visum moeten krijgen maar het HIV onderzoek moet iedere drie maanden gedaan worden. Gelukkig gebeurt dat hier gewoon in het kamp en omdat het voor mij inmiddels ook al weer drie maanden geleden was kreeg ik vorige week een email waarin ik werd verzocht om me vandaag te melden voor een bloedafname in de kliniek van het KAZ kamp. Vooraf moesten we onze paspoorten inleveren en die zouden we met een nieuw stempel uiterlijk morgenavond terug krijgen.

We moesten om half tien vanmorgen verzamelen (er moesten in totaal ruim dertig personen opdraven) in de recreatiezaal vanwaar we in groepjes naar de kliniek zouden worden geroepen. Omdat iedereen graag op tijd wilde zijn (zonder geldig bloed-stempel in je paspoort is je visum niet geldig) waren we ruim voor tijd al aanwezig, en ik stond net te kletsen met mijn maat Ali toen de Visa Manager naar me toe kwam.

“Are you Mister Willem?” vroeg hij. Toen ik bevestigend antwoordde vertelde hij me dat ik geen HIV test hoefde te doen en dus geen bloed hoefde af te laten nemen. “Want,” zo zei hij, “je bent te oud”. Hè???

Wat blijkt, vanaf je zestigste hoef je geen HIV test meer af te leggen voor je visum, en ik hoef dus helemaal niet meer op te draven voor die tussentijdse bloedafnames, alleen nog voor de jaarlijkse want ik moet nog wel getest worden voor alle andere enge ziektes.

Een paar minuten later kwam er iemand naar me toe die me mijn paspoort terug gaf. Er zat een geel briefje op de omslag waarop stond “over age”, oftewel te oud.

Ik weet nog effe niet of ik hier nou blij mee moet zijn of niet…

Weersverandering

Ik had niet gedacht dat ik het hier ooit zou zien maar het was gistermorgen heiig toen ik buiten kwam. Het voelde benauwd aan, zo ongeveer zoals het aanvoelt op een hete Nederlandse dag wanneer de temperatuur boven de dertig graden komt. En niet te geloven, de luchtvochtigheid die hier normaal gesproken absoluut nul is was nu negentig graden!

Eergisteren toen we naar het kamp terugliepen merkten we de verandering al en we zagen dat de wind vanuit het oosten waaide in plaats van zoals gebruikelijk uit het noorden. Die gedraaide wind zorgt nu voor aanvoer van vochtige lucht vanuit Iran en dat schijnt als het gebeurt een paar dagen tot een paar weken te kunnen aanhouden. Het verschijnsel schijnt zelfs aan de late kant te zijn dit jaar want meestal gebeurt het in augustus, maar nu dus pas in september.

Het was echt een vreemd gezicht te zien om in plaats van de zon een mistige omgeving te zien, maar de grootste verrassing kwam pas toen ik zoals gebruikelijk naar kantoor ging lopen. Al na een paar honderd meter had ik al in de gaten dat dit een zweterig klusje zou gaan worden maar ik besloot om toch maar door te zetten. En dat heb ik geweten want toen ik aankwam was mijn overhemd zo nat dat ik het heb proberen te drogen voor een airconditioningunit.

En achteraf had ik het kunnen weten al vind ik ook dat iemand me wel eens had mogen waarschuwen. Toen ik na het ontbijt uit het restaurant kwam stonden er verderop een heleboel mensen bij de busstop, veel meer dan normaal. Ik vond dat al vreemd maar toen rinkelde het belletje nog niet. Die hebben dit natuurlijk allemaal geweten en hadden daarom besloten om met de bus naar het werk te rijden in plaats van te gaan lopen. 

En dat heb ik vanmorgen dus ook maar gedaan…

Weer onrust

De weersverandering was van korte duur, vanmorgen was alles weer normaal en ik ben dan ook deze keer niet met de bus naar kantoor gegaan maar lopend, zoals ik gewend ben. Als ik zeg dat alles weer normaal is dan heb ik het alleen over het weer want de situatie in deze regio is op dit moment weer verre van normaal.

Tijdens mijn vorige rotatie braken er ongeveer een week voor mijn vertrek naar huis onlusten uit in en rond Basrah wat een gespannen situatie opleverde. Dat werkte ook door in het KAZ kamp, niet zozeer omdat we over onze veiligheid inzaten maar meer of we de luchthaven konden bereiken op de dag van vertrek en of onze vlucht dan ook wel zou gaan. Nog voordat ik vertrok stabiliseerde de situatie gelukkig en mijn vertrek verliep dan ook helemaal zonder problemen, afgezien van de omweg die ons transport maakte richting de luchthaven.

Het is ook een tijd redelijk rustig geweest maar een paar dagen geleden zijn er weer demonstraties aan de gang die steeds groter worden in aantal en omvang en die ook grimmiger worden. De onlusten spelen zich tot nu toe hoofdzakelijk af in de stad Basrah zelf en er zijn de afgelopen twee dagen al zes mensen doodgeschoten door de ordetroepen en er zijn al bijna honderd gewonden. De slachtoffers zijn allemaal demonstranten maar onder de gewonden zijn ook veel soldaten want de demonstranten laten zich bepaald niet onbetuigd met het gooien van handgranaten en Molotov-cocktails. Er zijn al verscheidene overheidsgebouwen in brand opgegaan en de situatie lijkt alleen maar erger te worden omdat de regering in plaats van de dialoog te zoeken steeds meer troepen stuurt.

Het conflict draait allemaal om het steeds slechter worden van de openbare voorzieningen. De stroom valt om de haverklap uit en het water wat uit de kraan komt is zo zout dat je jezelf er niet meer mee kunt wassen en of de was ermee doen. En dat, zo zeggen de demonstranten, terwijl deze regio de rijkste van heel Irak is met al die olie maar het meeste geld gaat naar Bagdad. De tegenstelling tussen de hoofdstad en Basrah wordt hiermee nog eens aangescherpt en de boodschap is duidelijk, de mensen hier hebben het helemaal gehad met de regering.

Laat ik duidelijk zijn, wij merken er hier op de KAZ fabriek nog steeds helemaal niks van, behalve dan wat randverschijnselen: collega’s die niet op hun werk konden komen en geen uitslag van het bloedonderzoek van afgelopen dinsdag omdat het laboratorium in Basrah is gesloten. En vanmiddag toen ik terug kwam van de lunch waren alle Irakezen op kantoor aan het inpakken, iedereen moest naar huis want de regering heeft voor heel Basrah een straatverbod ingesteld wat inging om drie uur vanmiddag. Dat laatste had overigens voor alle expats op kantoor nog een consequentie want ook de chauffeurs van de bussen die tussen het fabrieksterrein en het KAZ kamp rijden werden naar huis gestuurd. Dat betekende dus voor iedereen naar huis lopen vanavond, wat voor mij overigens geen probleem was want ik loop iedere middag al terug.

En waarachtig, weer is het dus onrustig vlak voor het moment dat ik vertrek want de planning is dat ik aanstaande zondag naar Dubai vlieg. Nou ja, tot nu toe gaan alle transporten naar de luchthaven gewoon door want daar schijnt weinig aan de hand te zijn. Alleen gaat het wel weer via een omweg, maar als dat alles is vind ik het prima…