Vandaag was dan echt mijn laatste werkdag voor BGC en daarmee zit mijn Irakese avontuur er na iets minder dan drie jaar al weer op. Toch spijtig, niet alleen omdat er een vroegtijdig einde aan is gekomen maar ook omdat ik het het erg naar mijn zin heb gehad, met name in de periode dat ik nog om de vier weken naar Irak reisde. De Corona-crisis heeft alles in het honderd gegooid want zonder deze pandemie had ik gewoon nog voor BGC gewerkt en was ik nog steeds om de vier weken in Irak geweest. Hoogstwaarschijnlijk had ik ook na mijn contractperiode, die normaal gesproken in mei zou aflopen, een verlenging van minstens een jaar gekregen maar dat is nu dus allemaal hypothetisch.
Het laatste jaar was zwaar omdat thuis werken in een routine van achtentwintig dagen onafgebroken twaalf uur per dag werken niet bepaald hetzelfde is als dezelfde routine op locatie in Irak. Dat werken op basis van rotatie was sowieso iets wat me voordat ik aan deze opdracht begon iets nieuws voor mij. Werken in het buitenland had tot nu toe ingehouden dat ik samen met Riet daar woonde en gewone werktijden had in de vorm van een vijfdaagse werkweek.
De vraag was hoe een schema van vier weken op, vier weken af zou bevallen, maar ik moet zeggen dat ik het als prettig heb ervaren. De vier weken in Irak vlogen meestal om en het was fijn om daarna dan een periode van vier weken vrij te hebben. Nadeel was wel dat er weinig flexibiliteit zat in dat schema, dus bijvoorbeeld vakanties moesten binnen zo’n verlofperiode van vier weken vallen. Ook het feit dat feestdagen niet als bijzondere dagen werden behandeld was wel eens lastig, want het betekende dat als bijvoorbeeld Kerst tijdens een shift viel dat er dan ook gewoon gewerkt moest worden.
Maar al met al was het werken voor BGC in Irak voor mij een onvergetelijke ervaring waar ik met plezier op zal terugkijken in de toekomst. Ik heb weer heel veel mensen ontmoet waarvan ik de meesten nooit meer in persoon terug zal zien maar de herinneringen zullen me altijd bij blijven.