Volgens mij kon ik nog niet eens zelf lezen toen mijn oma Meijvogel al een abonnement op de Donald Duck had genomen voor mij. Toen ik op de lagere school zat kwam daar een abonnement op de Pep bij en thuis hadden we de Sjors. Het was ook in die periode dat ik regelmatig stripboeken begon te kopen, van Suske en Wiske, De Rode Ridder, De Man van Staal, en later Dommel, Dan Cooper en Buck Danny. En eigenlijk is dat nooit helemaal overgegaan, ik ben nog steeds een groot liefhebber van strips.
In de loop van de jaren ben ik bepaalde strips gaan verzamelen, en een van de series die ik spaar is die van Oom Dagobert. De eerste zesendertig delen zijn voor mij het belangrijkst want daarin staan de verhalen die getekend zijn door de originele Disney-tekenaar Carl Barks, die de “stamvader” was van Oom Dagobert (die in de originele Engelstalige strips trouwens Scrooge McDuck heet). Ik had jaren geleden die serie van zesendertig delen al compleet en daar was ik behoorlijk trots op.
Totdat het noodlot toesloeg. Op een gegeven moment moest mijn schoonvader vanwege ziekte een tijdje het bed houden en hij vroeg of hij mijn strips niet mocht lezen want dan had hij tenminste wat te doen. En ik idioot, ik gaf hem mijn complete verzameling Oom Dagoberts. Een paar weken later vroeg ik of hij de strips leuk had gevonden, waarop mijn schoonmoeder mij een beetje raar aankeek en ze vroeg of ik “die dingen” nog terug moest hebben. Ze stond namelijk net op het punt om ze allemaal aan een verkoping van de kerk te geven of zo…
Verbijsterd bekeek ik wat ik terugkreeg en mijn grote vrees werd bewaarheid, er ontbraken verscheidene delen die waarschijnlijk bij de ouwe kranten waren beland of simpelweg weggegeven. De eenvoudigste oplossing leek om de ontbrekende delen gewoon weer te kopen maar dat was om twee redenen niet zo eenvoudig. Ik had allemaal eerste-druk exemplaren gehad en die waren ondertussen behoorlijk zeldzaam, en bovendien werden niet alle delen meer uitgegeven. Ik moest dus stripwinkels afspeuren op zoek naar nieuwe of tweedehands exemplaren en ik ging regelmatig naar stripbeurzen. En dat was op zich redelijk succesvol want tot vandaag had ik alle verloren gegane exemplaren kunnen vervangen op twee na, al kostte me dat in sommige gevallen flink meer dan de prijs die ik oorspronkelijk had betaald.
Vandaag was er weer een stripbeurs, in de voormalige Broodfabriek in Rijswijk. Mijn broer Alex had me erop attent gemaakt en hij had kaarten geregeld. Om een uur of twaalf arriveerden we daar en we mengden ons tussen het strippubliek wat vrijwel uitsluitend bestond uit witte oudere mannen, net als wij dus. Het werd net als altijd weer graaien in talloze bakken met nieuwe en tweedehands strips en je gelooft het niet, ik vond al snel een van de twee ontbrekende exemplaren en nog voor een redelijk normale prijs ook! Mijn dag kon niet meer stuk, ondanks dat het laatste exemplaar (deel 27) niet te vinden was. Geen wonder ook, want die staat te boek als een van de zeldzaamste delen van de serie.
En over zeldzaam gesproken, er waren ook kramen waar antieke strips werden aangeboden en ik zag daar onder andere een exemplaar van De Man van Staal waarvan ik wist dat ik die zelf ook nog had gehad. En op een gegeven moment had ik een exemplaar van Sjors en Sjimmie bij de Baanbrekers in mijn handen. “Die heb ik ook gehad!”, zei ik nog tegen mijn broer. Thuis gekomen kijk ik in mijn kast met strips, zie ik opeens een stapeltje waar ik eigenlijk nooit meer naar kijk, en wat denk je dat ik daar vind: