Dinsdag ging ik na het lange weekend in Exloo weer aan het werk en daarbij hoef ik me op dit moment beslist niet te vervelen. Ik had de laatste drie weken van het afgelopen jaar vakantie en gedurende die periode ging uiteraard het werk gewoon door en daarbij was er heel wat werk op mijn stapel terecht gekomen wat ik ontdekte toen ik de maandag na Nieuwjaar weer aan de slag ging.
Begrijp me goed, ik ben daar beslist niet rouwig om want ik heb liever dat er flink wat werk te doen is dan dat ik met mijn duimen moet gaan zitten draaien. Ik had voor mijn vakantie net een paar klussen afgehandeld dus het nieuwe werk was welkom. En er zit weer het nodige interessante werk tussen, met als belangrijkste werk voor een groot project in Canada en een nieuwe App die uitgerold en gepromoot moet gaan worden. Het ziet er naar uit dat ik mijn handen de komende maanden wel vol zal hebben en dat bevalt me prima.
Voor wat mijn werkplek betreft, dat zal voorlopig nog steeds thuis zijn want ondanks dat de lockdown inmiddels grotendeels is opgeheven is de regel nog steeds dat we alleen naar kantoor dienen te gaan als dat beslist nodig is. Op zich vind ik dat prima, ik ben inmiddels helemaal gewend aan het werken thuis en ik verkeer nou eenmaal in de gezegende omstandigheden dat ik een eigen kamer heb die prima als werkplek voldoet.
Wat wel een grote verandering gaat worden is dat het bedrijf aan het eind van deze maand niet langer een Nederlands-Engels bedrijf is maar puur Engels. De huidige kantoren en fabrieken die in Nederland zijn blijven daar (vooralsnog ben ik bang), maar de directie verhuisd naar Engeland en de bedrijfsstructuur wordt ook Engels. En dat alles heeft ook een tamelijk bijzonder gevolg voor de naam want per 1 februari mag het bedrijf niet langer het predikaat “Koninklijke” voeren. En hoewel dat mij niet zoveel doet zijn er binnen en zelfs buiten het bedrijf heel wat mensen die daar moeite mee hebben.
Verder verandert er niks. Voorlopig.