Toen we naar de Bankijkerweg verhuisden eind januari 2017 was er achter ons huis een woestenij, met in eerste instantie zelfs nog ruim anderhalve maand bouwketen van de aannemer. Toen de bouwketen werden weggehaald konden we plannen gaan maken voor het aanleggen van een tuin op de plek van de woestenij. We hadden al meteen besloten dat we dat niet zelf gingen doen, dat leek ons onbegonnen werk. We namen een tuinbedrijf in de arm en Rob van der Burg, onze voormalige buurjongen uit de Brouwerstraat die inmiddels het bedrijf van zijn vader Piet had overgenomen, kwam langs om samen met ons een plan op te stellen.
Tijdens het maken van het plan werd de beplanting besproken en ik zei voor de gein dat ik wel een palmboom in de tuin wilde. Tenslotte hadden we die in Manila ook in de tuin gehad en zo lang waren we op dat moment nog niet terug (voor ons gevoel tenminste). Uiteraard verwachtte ik niet dat dat mogelijk zou zijn in ons barre klimaat, maar tot mijn verbazing vertelde Rob dat dat toch mogelijk was want er zijn wel degelijk palmbomen die tegen het Nederlandse klimaat bestand zijn.
Het werd een Trachycarpus fortunei, oftewel de Chinese henneppalm. Geen goedkoop boompje (eigenlijk een behoorlijk dure grap) en de vraag was ook nog eens of de boom het wel zou doen in onze nieuw aangelegde tuin. We zijn inmiddels ruim vijf jaar verder en we kunnen zonder meer stellen dat de boom het fantastisch doet. Ondanks de regelmatige geselingen van de heersende westenwind, waarbij we ons regelmatig afvragen of de boom het wel zal overleven, staat de boom er op dit moment weer bijzonder mooi bij.
De kruin zit vol met nieuw blad en de boom zit weer vol met enorm grote zaadlobben. We kunnen dus wel stellen dat het goed gaat met onze Chinese henneppalm..