Veel mensen vragen aan me als ze horen dat ik naar Oman ga of dat ik er ben geweest wat daar nou aan is. Blijkbaar is de algemene perceptie dat Oman een land is met heel veel zand, kamelen en dadelpalmen. Nou, dat is er inderdaad allemaal maar er is veel meer. Nou ben ik alleen nog maar in Muscat en omgeving geweest maar ik heb genoeg gezien om te kunnen vertellen dat met name Muscat heel bijzonder is.
Het eerste wat me opviel toen ik hier vorige maand weer was voor de eerste keer in pakweg veertien jaar is dat er zo weinig veranderd was aan de sfeer. Goed, er was veel bijgebouwd (met name tussen het vliegveld en de stad zelf) en de hoeveelheid verkeer is flink toegenomen, maar het oogde allemaal nog precies hetzelfde. En dat komt met name omdat alles wat er is bijgebouwd er hetzelfde uitziet als wat er al stond.
Alle gebouwen hebben zo ongeveer dezelfde kleur, in tint variërend van gebroken wit tot zandkleurig, en ze hebben allemaal hetzelfde Oosterse uiterlijk, allemaal rechte hoeken en kleine ramen. Je vindt hier geen torenhoge glazen kantoorgebouwen, alles ademt dezelfde sfeer uit en dat maakt dat de stad er nog steeds uitziet als op de plaatjes in “Duizend en een nacht”. Wat ook opvalt is hoe schoon en strak alles is, en de volkomen afwezigheid van iedere vorm van graffiti. Niet op huizen, niet op bruggen en niet op bushaltes, gewoon nergens zie je graffiti.
Muscat is zeker geen slapende stad, maar het heeft zijn identiteit behouden en ziet er niet verwesterd uit zoals steden als Dubai en Abu Dhabi. Ik vind het een verademing vergeleken met de kunstmatig aandoende andere steden met hun wolkenkrabbers van glas en staal.
Kortom, Muscat is prachtig, en Oman zeker een land wat een bezoek waard is.