Terug naar kantoor

Twee weken geleden kregen we allemaal een berichtje dat het weer mogelijk wordt om naar kantoor te gaan. Dat was onder strikte voorwaarden al eerder mogelijk, maar dat betekende vooraf reserveren en alleen als het noodzakelijk was. Die noodzaak was er voor mij niet omdat alle mensen waar ik mee samenwerk in het buitenland zitten en ik dus toch alleen maar online met ze communiceer en dat kan ik net zo goed (zo niet beter) van thuis uit doen. De aandrang om weer naar kantoor te gaan heb ik dan ook niet gehad, temeer omdat ik na ruim twee jaar gewend ben geraakt aan het werken thuis.

Want ja, zo lang is het dus al geleden dat ik op een kantoor ben geweest, en die laatste werkplek was toen nog in Irak. Ik was net anderhalve week in Irak op locatie aan het werk toen we ergens in de tweede week van maart te horen kregen dat we allemaal werden geëvacueerd vanwege het COVID-19 virus. Niemand kon toen vermoeden dat die hele Corona-crisis zo lang zou gaan duren, we dachten allemaal met een paar weken weer gewoon aan het werk te kunnen maar dat viel dus verschrikkelijk tegen.

Ik werk dus al ruim twee jaar vanuit huis, waarbij ik begin vorig jaar ook nog eens van baan veranderde en sinds 1 augustus in weer een nieuwe functie. En zoals gezegd, dat is eigenlijk nooit een probleem geweest vanwege de uitgebreide mogelijkheden die je hebt om via de computer te communiceren met zowel beeld als geluid. Maar nu is dus het thuiswerk-advies opgeheven en kunnen we weer naar kantoor, maar zoals het was wordt het waarschijnlijk niet meer. Wat de afgelopen twee jaar duidelijk is geworden is dat thuiswerken is ingeburgerd en het blijkt voor bedrijven ook nog eens enorm kostenbesparend te zijn, en is de toekomst voor het “hybride” werken, een paar dagen opa kantoor en een paar dagen thuis.

Voor ons geldt dat we verzocht zijn om twee dagen in de week op kantoor te verschijnen, hoofdzakelijk voor het contact met collega’s en face-to-face meetings, maar er is geen verplichting. Ik besloot om het vandaag maar eens te proberen en voor het eerst in vier jaar ging ik vanmorgen op weg richting het kantoor in Rijswijk. Dit keer niet meer naar het vertrouwde Kessler Park gebouw (want dat is verkocht in 2018) maar naar het tijdelijke Alaska gebouw aan de andere kant van de straat. Daar heb ik ook al eerder gezeten, al was dat maar een paar maanden toen het net in gebruik werd genomen in 2010. Dat jaar begon ik op 1 oktober aan mijn baan in Kuala Lumpur, en sindsdien ben ik alleen nog maar sporadisch op bezoek geweest in het gebouw.

Bij aankomst vanmorgen was het al gauw weer vertrouwd want er was op zich weinig veranderd. Ik vond de plek waar ons team wordt geacht te zitten en koos een bureau voor de dag uit. Niemand heeft in dat gebouw een vast bureau, wat ik trouwens erg ongezellig vind want alle werkplekken zien er tamelijk steriel uit zonder een persoonlijk tintje van degene die er normaal zit.

Het was trouwens vrij makkelijk om een plek te vinden want er was nog helemaal niemand. Na een poosje kwam er een collega binnen die ik nog kende van voordat ik naar Irak vertrok, even later gevolgd door nog iemand. Maar daar bleef het bij, en het grootste gedeelte van de dag zat iedereen (behalve ikzelf) met een koptelefoon op zijn hoofd, bezig met bellen en online vergaderen, dus voor wat betreft het gezellige contact met mijn collega’s had ik net zo goed thuis kunnen blijven…