“Goodmorning Sir”...
Het leven in een hotel lijkt heel luxueus en comfortabel, maar dat is maar schijn. Het is en blijft een hotel en ik kan dus niet wachten tot ik ons ons eigen huis kan intrekken. Niet dat er verder iets mis is met het hotel zelf, dat is prima en de service is uitstekend.
Wat zo langzamerhand wel irritant begint de worden is de overdreven vriendelijkheid van het personeel. Om te beginnen loopt er enorm veel personeel, en soms vraag je je af wat die allemaal doen. Er staat er altijd een bij de ingang om de deur open te doen, die doet verder niets anders. Bij de lift staan er overdag twee om voor je op de knop te drukken, en er lopen er tussendoor ook nog een heleboel rond.
En ze zijn allemaal superbeleefd. Het is de hele dag van letterlijk iedereen die je tegenkomt, “Goodmorning, Sir!”, “How are you, Sir!”, “Have a nice day, Sir”!”. En altijd buitengewoon vriendelijk, nooit met een sacherijnig gezicht. En het maakt niet uit hoe vaak je ze tegenkomt op een dag, het gaat continue door! En niet alleen in het hotel hoor, ook in winkels en in de kroeg, “How are you, Sir!”, “Good afternoon, Sir!”...
Het is uiteraard de training, de Filippino’s zijn zo opgevoed en getraind, dus ze weten niet beter, zo is me door Filippijnse collega’s verteld. Waarschijnlijk is het ook een beetje de Amerikaanse invloed, daar schijnt het hetzelfde te zijn, maar af en toe wordt je er als nuchtere Nederlander helemaal gestoord van.
Toch probeer ik net zo vriendelijk terug te lachen en antwoord terug te geven. Het is tenslotte allemaal goed bedoeld, nietwaar...