De week van Riet
Het was weer een drukke week met allemaal activiteiten voor de hulpverlening. Dinsdag gingen we met onze voedselhulp naar San Pedro en donderdag gingen we naar de shelters in Chaucon, een stadsdeel wat niet zo ver van onze wijk ligt aan de andere kant van de South Luzon Expressway, de snelweg naar het zuiden van het eiland.
De weg naar Chaucon is net breed genoeg om langs elkaar heen te rijden, zonder iets van stoepen, dus je rijdt zo ongeveer op centimeters langs de huizen. Op de heenweg dacht ik te zien dat er een doodskist langs de weg stond, en ik dacht nog dat ik dat verkeerd had gezien. Op de terugweg kwamen we weer langs die plek en deze keer keek ik nog eens goed en jawel hoor, er lag iemand opgebaard langs de weg, de kist open en lekker in het zonnetje, en veel mensen en bloemenkransen er om heen. Hier is het blijkbaar heel normaal dat alles zich zo ongeveer op straat afspeelt, geboorte, dood, het hoort allemaal bij het leven en hier beleven ze dat met zijn allen.
Vrijdag waren we weer op de Dumpsite school. De kinderen kennen me ondertussen en daar had ik eigenlijk zelf niet zo’n erg in, maar toen ik een klein meisje aan het afdrogen en aankleden was ze begon een heel verhaal tegen me af te steken (waar ik natuurlijk niks van verstond). Ik vroeg een van de Filippina’s wat ze nou precies allemaal tegen me zei, en wat bleek, ze vroeg of ik haar mama kon worden want dan had ze elke dag eten....
Jullie weten dat ik vrij nuchter ben maar toen moest ik toch echt effe weg lopen en slikken. Zo klein als ze zijn zouden ze dus gewoon hun eigen moeder inleveren voor een ander als die voor eten kan zorgen. Het is hier zo dubbel, wij hebben betrekkelijk alles en zij hebben helemaal niks. We doen wat we kunnen maar het is erg frustrerend dat het maar zo weinig is wat je kunt doen.